ons hof, aafl den minister van buiccniaadschó zaken ingcjóndèn, eind!*
gèn aidus:
Dien ten gevolge is de óndergeteekende gelast te vrag-ti, dac het aan
Z. M. den Koning der Nederlanden behage te doen wetenof dezelve
er in toestemt, om den lïden der aanstaande maand November het kasteel
van Antwerpen en de daartoe behoorende forten en oordeü te doen ont
ruimentevens moet «Je Bndergeteeltende verklarendat, zoo te dezen
opzigte op den aden der maand November aanstaande geen stellig en Vol
doend antwoord gegeven mogt zijn, er door de beide regeringen van
Frankrijk en Engeland eene land- en zeemagt in beweging gesteld zobde
Wordenen datzoo de ontruiming van het kasteel van Antwerpen en dé
daartoe behoorende forten en oorden door de Nederlandschê ttoepen op
den isden der maand November aanstaande niet ten volle mogt bewerk
stelligd zijnal de noodige maatregelen genomen zonden wordenom dat
doel te bereiken.
De gelijkluidende antwoorden daarop gegeven, op last van den Koning,
geteekend door den Nederlandschen minister, van boitenlandsche zaken,
Ventolk van Zoetengedagteekend »s Gravenhage den 2 November 1832
eindigen aldns:
Dit een en ander in overweging nemendebevindt de Koning zich niet
in het geval van toe te stemmen tot den maatregeldie het onderwerp
uitmaakt der nota van mijnheer den Zaakgelastigden van Zijne Britsche
[Fransche] Majesteit; edoch steeds bereid om den draad der onderhande.
lingen te vervolgen in de meest geschikte rigting om de beletselen te ver
wijderen die zich alsnog tegen de onverwijlde sluiting van het verdrag
aankantendoet Z. M. deszelfs Gevolmagtigde bij de Conferentie van Lo -
den te dien einde van voorschriften voorzien.
Wat betreft militaire bewegingen bestemd om de ontruiming te bewer
ken op een tijdstipvroeger dan het langs den diplomatischen weg vastge
stelde, zoo zal bet genoegzaam zijn aan het doorzigc van het hof van Lon
den Frankrjjk ]J te herinneren, in welke mate die bewegingen het lolde
verkondigde beginsel zonden schenden, dat de Conferentie van Londen
haar karakter van bemiddelaar nooit zal behooren te verzakenen er bij
te voegen, dat, indien de verkwikkelingenwaartoe dezelve, zonder
eenige reden aanleiding zouden geven het oogmerk der onderhandelingen
gedurende de twee laatste jaren, zoo als men zoude moeten verwachten
in de waagschaal stelden, op het oogcnblik dat zij de ontknooping nabij
warendat alsdan de offersdie Nederland aan het behond des vredes
gebragt heeft, aan hetzelve tot zelfs den schijn zonden besparen, als of
het de oorzaak van eenen 100 beklagenswaardigen uitslag geweesc ware.
Het slot der Koninglijke mededeeling luidt:
Edel Mogende Hecren 1 hoedaoig de uitkomst zijn, door de Voorzie,
nigheid aan de eendragtige en hare instellingen getrouw aanklevende natie
beschorende Regeringbewust van het spoor van. haren pligt niet te
zjjn algeweken verbeidt die met gelatenheid. Tot verkrijging eener eer.
lijke schikking is alles toegegeven wat voor bewilliging vatbaar was. Niets
11 afgestaan strijdig met de eer en met de gtoote belangen van het vaderland.
Leyden, den 4 November.
Laatste opgaven van den staat der ziekte.
Nieuwe ziekenhersteld, overleden, nog In beh.
Leqdtn 1 Nov.
4
4
2
20.
3
5
1
3
21.
3 n
2
1
1
21.
Sedert den 4 Aug.
1063
574
468
21.
1imtterdam X Nov.
3
7
0
35-
2
3
2.
1
35.
3 99
1
1
2
33.
Rotterdam 12
2
1
1
7'
Haarlem I—2
5
0
I
5'
Delft 31 Oct.—I
1
1
1
8.
Schiedam I2 m
0
1
0
i.
Couda 31 Oct.—1
0
0
4»
Utrecht 31 1
3
4
4
18.
en 5
haven
taven-
open
:n wil-
i, ho»
ren, i»
iderd
rvan de
er 1831»
elastigde
BELGISCHE AANGELEGENHEDEN.
Het navolgend artikel, onder Berlijn, den 22 October, aangetroffen
wordende, is weinig in den zin, waarmede wij in onze vorige deze ru
briek eindigdenTen gevolge van verontrustende berigtan oit Parys
heerscht er eene groote dtnkte bij ons krijgs.departement en bij het mi
nisterie van bnitenlandsche zaken. Men zegt, hec Fransche kabinet zonde
bij zijn voornemen blijven, om troepen binnen Belgte te laten trekken
en de citadel van Antwerpen met geweld te veroveren; het zonde eene
verklaring deswegens hebben afgegeven. De overige cootinentale Mo-
gendheden, die geene eerzuchtige kamers te ontzien hebben en den strijd
tnsschen Holland en Belgie uit een geheel ander oogpunt, dan Frankrijk,
beschouwen, willen, dit echter, naar men verneemt, niet toestaan, en,
dei toods, met geweld beletten. Het Fransche ministerie zou- inder.
daad voorstellen hebben gedaan, die voor deszelfs onbaatzuchtige bedoe
lingen zouden bewjjzen. De overige leden der Conferentie, bijzonders
Pruissenwil het zekere garantien gevenvoor het gevaldat de citadel
van Antwerpen niet snel veroverd, maar er een beleg vereischt werd.
Bij het veelvuldig veranderen van het Fransche ministerie, was het alle.
zlntl van gewigt, om, voor het toekomende, omtrent den aftogt der
Franschen uit Belgie te zijn verzekerd geneld, bij aldien zij, ODder
toeatemming der Mogendheden, binnen Belgie rnkten. Want, ofschoon al
Lodeuyk Philip persoonlijk zeer vreedzaam ia en de loijaalste gezinnintren
aan al de Europesche Mogendheden toedraagt, zoo blijven aeaze'fs woor
den toch altijd sldchts bijzondere wenschen van zijn persoon, en kunnen
den Europeschen Mogendheden geen genoegzaam vertrouwen inboezemen
zoo lang het in Frankrijk gelijk tegenwoordig gesteld staat, en de uitvoe
rende tnagt onderden overwegenden invloed der dagbladen en van den wan.
kelenden volkswil blflft. Men gevoelt dit te Parijsen heeft alzoo voor
gestelddat Pmissen mede een gedeelte van Belgie betrekken zoude, en
zoo lang bezetten blijventot de citadel van Antwerpen den Hollanders
ontnomen, den Beigiers overgegeven, en de Fransche troepen naar Frankrijk
teruggekeerd zouden zijn. Maar ons Hof schept in dit voorstel geen beha.
gen. omdat deizelfa aanneming, bfl den wisselvalligen gang der staatkunde
in Frankrijk aanleiding zonde kunnen geven tot botsingen we ke men
wenscbte te vermijden. Tronwens het inroepen van twee magtige op elkan
der ijverzuchtige legers ter bezetting van een gebiedzou ligier aanleiding
geven kunnen tot het uitbarsten van eenen algemeenen oorlog, dan, wan
neer beide den onzijdlgen grond van Belgie op het naanwgezetst bic-ven
eerbiedigen. Dit schijnt ook het wel overdachte bepaalde gevoelen van
ons kabinet te wezen, en men verzekert, dat het voorstel van Franktijk
van de hand gewezen, en tevens verklaard geworden is. Pruissen zon
de onzijdigheid van Belgie op het allergeatrengste in acht gentenmaa'r
ook niet gedoogendat zjjj door eenige Mogendheid werd gekrenkt."
Imlien alzoo het Franache kabinet van zjjn voornemen niet mogte afzien
cn troepen tegen Antwerpen zenden, zoo zou dit llgtelijk tot den oorlog
voeren kunnen.
De antwoordendoor liét kabinet van 's CravehhSjje 'op Jé lat't?» on.-
vangene nota's van Frankrijk en Engeland te geven, zen in den kabinets
raad van Donderdag den 1 November zijn- 'opgeriisakreri Vrijdag den
aden aan de respective heeren gezanGchap'-s'ekretarissen zijn teicgereikr;
Z. M. SPii zich daar bij ten hoogste bevreemd hetdoncn over eeitS op-
eischiog ten gevolge van artikelen, waartoe 7.. M. nimmer Aas toegetre
den en mee een gèêvenredigü zelfgevoel die nota's van de hand wijzen;
Daar, volgert3 de geruchten Z. M. Zaturdag cif Maandag eene mededee;
ling aan de S'caten-Genernal stond te doen, zal meil waarschijnlijk niec
zeer lang hieromtrent in het onzekere verkeere'n.
Donderdag den I Novemberis Neerlands kabinet-koerier Junot uit
Londen terog gekeerd. Hij scheen door den bitron Van ZtPjien van Nyet
vélt niet depeches te zijn belast, die veel spoed veretschten; immers op
een gegeven teeken van den koerier, werd de heer Junot dadelijk mee
eén stbomboot overgehaald.
Te 's Gravenhage verzekerde meti Vrijdag dén 2 November, dat al
daar de tijding werd aangebragt van de ontbinding der Conferentie, dac
onze gezant de baron van Zuilen Van Nyevelt was teruggeroepen en
men Zijne Exc. met eiken dag in de Residentie -te gemoet zag. Intns-
schen verdiende het aanmerking, dat, hoezeer aan de onderscheidene ho
tels der vreemde gezanten groote drukte heerschte, voor zoo verre men
kon nagaan, er noch bij de Engelsche, noch bij de Fransche legaiien,
toebereidselen gemaakt werden om te vertrekken; Tot dus verre was er,
ten aanzien der protesten van de Noordsche Mogendheden, niets bekend.
Bijaldien zich geene verandering opdeed, stond het Franache leger eersc
den 12 November Belgie binnen te trekken. De koerier, die Doüderdag
den 1 November, bij het ministerie van bnitenlandsche zaken aankwam,
zon, naar men 'verzekert, dezelfde zijn, welke den 24 October, uic
's Gravenhage vertrok met liet antwoord der legering op de jongste voor
stellen, haar dosr de Conferentie gedaan, hetzelfde antwoord terngbrea-
gende, hetwelk de Conferentie zou geweigerd hebben aan te nemen.
MENG'ELINGEN.
Mr. S. P. L I P M A N.
Geschiedenis van de Staatkunde der Voornaamste
MOGENDHEDEN van EUROPA,
Vervolg en slot van Maandag den 7 October
Mén weet, hoe de Keizer te Parijs teruggekeerd zijnde, hem aanspraken
gedaan werden, die alle niet meer met die stomme onderwerping aange
hoord werden, waaraan hij sederc jaren gewoon was. Intusschen deden
de Mogendheden nn, wat Napoleon in 1805 gedaan had, toen schond hij,
en zulks wel ongewroken; de neutraliteit van het Prnissisch grondgebied
door het Anspachsche, "c welk aan Pruissen behoorde, om de Oostenrij
kers rondom in het naanw te brengen, *c welk hem de verovering van
Ulm en de gevangenneming van Mach. mét zijn leger van drie en dertig
duizend krijgsknechten, gemakkelijk maakte; thans, in 1814, bekreunden
zich Oostenrijk en de overige verbonden Mogendheden niet om de neu
traliteit van bet Helvetirch Bondgenootschap, masr drongen door Zwit
serland, in Frankrijk door, 't weik Bonaparte in het geheel noch verwacht,
noch voorzien had. De krijgsgebenrtenlssendie toen hebben plaats ge
had, behooren niet tot den kring der Diplomatische beschouwingen, deze
zijn het, welka de Heer Lipman met meesterhand in zijn eerste hoofdstue
ontwikkelt, wanneer hij zijnen lezer op het standpunt brengt, van het
welk hij gemeend heefc te moeten uitgaande Conferentie namelijk, welke
te Chatillon, na eindeloos dralen, den 5 February 1814 geopend werd.
Op bladz. 2 van het eerste hoofdstuk ziet men, dat toen men den
9 November 1813 te Frankfort aan Napoleon vredes - voorslagen deed,
Holland insgelijks een onderwerp van onderhandeling zonde zijn, behou
dens nogtans het beginsel van deszelfs onafhankelijkheid. Doch regt kracht
vol en rondborstig (te hopen is het, dat dit werk in het Fransch zal in
het licht verschijnen, wane wfj Hollanders weten dit alles zelve wel, maar
den vreemdeling, die geen woord Hollandsch verstaat, moeten deze waar
heden voor oogen gebragt worden,) zegt de Heer Lipman, bladz. 98,
vierde hoofdstuk, dac Holland zijne aloude onifbankelfjkhetd reeds bad
heroverden als Sonvereine Staat zijne plaats in de rij der Europische
Mogendheden had hernomen.
Op bi. 102, vindt men in eene aanceekening de vólgende schier profe
tische aanmerking nopens Rusland, die wij echter straks van eene nog
andere zullen laten volgen, dezelve is van den Baron de Bielfeld, alreeus
vóór meer dan zeventig jaren gemaakten sedert heeft Rusland zijne
grenzen in alle rlgtingen uitgebreid Quand mes yeux parconrent ces
vastes comrées d'ou so-tirenc vraisemblablement autrefois les scythes ec
B les sarrazlr.s, je reconnats combien il itnporie aux puissances Européen-
nes d'avoir sans cesse nn oell attentif sur les progres de ces peoples,
csmbien elles sont iraprodeuresde conconrrir a leur agrandissement,
combien surtoot elles peclient conrre les regies de la same politique,
l0T«qn"c!!es permettent a des nations etrangêresde s'ingerer dans les
affaires de l'Enrope et qn'elies y attirent no essatm de leurs troupes.
C'est avoir en effet la vué trop conrte pour des hommes d'etat. II
n'y a qn'a jeter les yeux sur ia mappe-monde et snr l'itnmense etendue
de pays, qui est sous la domination des Empereurs Russes."
De Heer Lipman laat hierop nog meer andere plaatsen uic staatkundige
schrijvers volgen. Doch men zie vooral Bielfeldinstitutions politiques.
Tom. II. ch. IV. 2731 en ch. XV. J 6. Nog wéinige jaren be
vorens had Frederik de Groote (in zijn Examen du Prince de Maichiavei
ch. V), omtrent het Russisch Rijk het navolgend oordeel geveld: Cette
n nation, qui commence apresent k figurer en Europe, n'st gaerre plu»
puissance que ia Hollande en trouppes de mer et de terre, et Ini est
beaucoup inferieure en richesses et en ressources." Sedert dien tijd
is de magt van Rusland onafgebroken toenemende geweest, door zijne
oorlogen, meer nog dan door zijne veroveringen. De vernedering van
Rusland was een der grondslagen der Napoleontische staatkunde. Dn is
alles nic nieowe bronnen. Maar in de onde Notitiapraecipuarum Europae
RerumpukiicarumEd. IV, Trajecti ad Rhenim MDCCXXX1X, levsc
men p. 122, in zijn Caput de Germaniap. 122. Nota 1 Turcarum et
Gallorum pótentia Germaniac molesta est (sed) non minus mali a Russorum
tnultitudinequae domir.ater classibus, divitiis et conmirciis immunere posset.
Wij zien met verlangen de uitgave des 2den Deels van dit belangryk
werk te! gemoet, en wenschen dat de geëerde schrijver onze geringe aan
merkingen met toegevenheid moge beschouwen.
iets over
JANUS SECUNDUS.
Het is een even waar als bekenden in allerlei vormen do-r de geheele
oudheid, en den nieuweien tjjd herhaald woord, dat dan eerst de volken
gelukkig zouden zijn, wanneer of hunne regeerders Wijs eeren of de
Wijsgeeten Koningen zouden wezen. Dat aan Nederland hec zèictzaam