LEYDSCHE COURANT. A". 1832' V R IJ D A G DEN 12 OCTOBER. r w; m M 5';frZ \V; T U R K Y E. Bij voortduring (schrijft men uit Konstantinopel, den 10 September), luiden de berigteu van het krijgstooneel, ontmoedigend voor de I'orte Ibrahim-Pacha rukt steeds voorwaarts en moet werkelijk in het bezit zijn van Conia, nadat hij de overblijfselen van het verslagene grootheerlijk leger geheel verstrooid of gevangen had gemaakt. De berigten van de vloot zijn niet gunstiger: een zee-treffenin de wateren van Cyprus hebbende plaats gehad, moet ten voordeele der Egyptenaars zijn uitgevallen en daarbij door dezelve vijf oorlogsvaartuigen, ouder welke een fregat, genomen zijn. (Een berigt uit Syra van den 3 September, over Livorno ontvangen, maakt insgelijks gewag vaD dit gerucht, en voegt er bij, dat de veroverde sche pen reeds te Alexandrie zouden zijn aangekomen.) Na dezen slag moet de grootheerlijke vloot in de haven van Rhodua zijn geweken. Dergelijke tijdingen zijn niet geschikt om de algemeene neerslagtigheid op te beuren, •welke integendeel nog vermeerderd door de verschrikkelijke sterfte, die in de hooidstad heerscht; trouwens de pest woedt op het gruwelijkst, zoodat ieder, die het slechts eenigzints kan bijbrengen, naar het platte land vlugt; terzelver tiid zet de cholera hare verwoestingen voort; daarbij Is de louter door Grieken bewoonde voorstad Tatakola door eenen brand bezocht, die van de 600 huizen, waaruit zij bestond, 400 in asschen legde: onder dergelijke omstandigheden, liggen natuurlijk alle handelszaken geheel stil. GRIEKENLAND. Men verzekert uit Munchen, den 2 September, dat het regentschap voor Griekenland reeds steil g bepaa'd en daartoe benoemd zoude zijn: Zijne Exc. de staats-mimster van Armar.nspergde staatsraad van Maurer en de generaal-majoor van Heidegger. De geheime gezantschapsraad van Mei is tot staatsraad benoemd en aan het regentschap toegevoegd. De graaf Sapporta. kapitein bij het tweede linie-regemenc, een officier van zeer veel verdiensten, was tot aide-dé-camp aangesteld van den Koning van Griekenland, Otho I. Men maakte te Munchen reeds toebereidselen voor den ontvangst der Griekscho deputatie. Volgens eeneu brief van den hofraad Thiersch zou zij aldaar den 11 October aaukomeo. DUITSCHLAND. De leeken van het protestantsch kerkgenootschap te Neurembero heb benbij een eerbiedig verzoekschrift aan Z. M. den Koning, hunne be zwaren ingeleverd omtrent den algemeenen kerkenraad. Zij bezweren dat hunne geloofs.vrijheid bedreigd isdat men een hunner heiligste regten aanrandt en roepen daartegen des Vorsten bescherming in. Zij bekennen, bij de oprigting van den oppersten protestantschen kerkenraad vuriglijk te hebben gewen6Cht, dat de onafhankelijkheid aan denzelven beloofd, niet mogte worden beperkt, en dat deze geestelijke autoriteit, van welke zij het herstel hunner kerkelijke zaken verwachttenniet mogte Jworden on dergeschikt aan het ministerie van binnenlandsche zaken niet kunnende vooronderstellen dat zij zich weldra zouden verpligt zien tegen dezelve de bescherming der burgelijke autoriteit in te roepen; maar zij waren in hunne verwachting telenr gesteld. De drie voorname grieven door hen aangevoerd zijnde onbetamelijke wijze van handelen omtrent hen gebe zigd bij het voorafgaande beraadslagen over de vorming der presbijterien het niet oproepen van een genoegzaam getal leeken bij de algemeene sy node en eene steeds meer en meer blijkende toenemende strekking tot het rr.jstcismus. Uit Hanau schrijft men De Times noemtIn een zeer vijandig artikel tegen den tegen woord igen staatkundigen dampkring van bet Duitsche Bond genootschap en der Bondsstaten, met Franscbe bewoordingen, hec volk maliere t ai liable corveable et ntalliable. Het Engelsche dagblad, zeer jtwalijk oüde/ngt, en het misbruik met het redelijke gebruik vermengende, gelooft, dat de groote Mogendheden overeengekomen zijn wegens een plan, om alle staatsregelend leven, alle vrijheid van schrijven en spreken, alle vrijzinnigheid te vernietigen. De vrijzinnige staatsregelingen moeten, yolgeos hetn, aan eene gestrenge herziening onderworpen worden en zul len vele veranderingen ondergaanten dien einde is er eene bijzondere commissie te Frankfort aangesteld; het bondgenoodschappelijk leger zal, zoo wel als zijne reserve, gebragt worden op 400,000 man, ofschoon deze toebereidselen in vollen vredetegen geenen buitenlandschen vijand kunnen gerigt.wezendan komen de plannen ter onderdrukking, de haat, de geest van vervolginghet blinddoeken (obscurantismus)de anstokratie, het terrorlsmns enz. God zij dankwij hebben niets van al dat in Duitschland vernomen waar men er, nogtans meer van behoorde te weten dan op de zoomen van den Theems. De Engelsche dagbladschrijver eindigt zijn artikel met eene iatijnsche spreqkdie even weinig toepasselijk isals het voorgaande Eerdere quos vult Jupiterets obctecatdementat." Onder Duitschlands openhartige Vorsten, treedt met regt op Zijne Ma], de Koning van Hanover. Als een neluw bewijs diene daarvan het r.av>l. gende gegevene antwoord op der Stenden voorstel, betrekkelijk het open lijke hunner zittingen: Aan de algemeene vergadering der Stenden van het Koningrijk. Wü hebben het voorstel van den 8steu dezer maand ontvangen, waar. bij de Stenden voorstellen de toelating van snelschrijvers, ten einde in eene behoorlijke openbaarmaking hunner beraadslagingen te voorziente gedoogen. Het gewigt van bet voorstel en het zeer bepaalde besluit van Zijne Maj., betrekkelijk het openbare van der Stenden beraadslagingen, welk besluit de algemeene vètgadering der Stenden werd medegedeeld, hebben ons natuur lijk bewogen, om de bevelen van Zijne Maj. in te winnen, ten einde alle bedenking voor te komen, die er uit zoude kunnen voortvloeijen. De Stenden zich uit het gezegde door ons gedane verslag hebbende kunnen overtuigen, dat het niet te doen is om eenige verandering te bren gen, strijdig met de bedoelingen van Zijne Maj. in zijn besluit betrekkelijk het openbare, maar dat dit voorstel voornamelijk ten doel heeft, om de moeijelijkheden uit den weg te ruimen, die in de wijze bestondenwaarop men tot dus verre verslag gsf van het voorwerp van der Stenden beraad- slagirgen, en Zijne Maj. met een volledig vertrouwen voorondersteld heu- leude, dat de aanneming der voorgestelde veranderingen, al de leden der twee kamers er eene krachtige beweegreden in zullen vinden ora in huuue beraadslagingen alles te vermijden, wat de palen eener openhartige en vrije vei klaring zoude te buiieu gaa.1, op eene wijze, welke de rust van het laud en die van geheel Duitschland kwsme te bedreigendat de voorzitters der twee kamers, des ncods, krachtdadig de naleving dier instruction zul len handhaven, en liet zich ten pllgt zuilen maken om te waken, dat daar door de orde in de kamers niet gestoord worde op eenige wijze, hoege naamdnoch door de leden, noch door de lieden, die, ten gevolge van dit voorstel, zullen toegelaten worden; Zijne Maj. bovendien denkende, dat men zeer wel begteep, dat men aan de redactie der courant van Ha nover het regt moest laten om zelf te beoordeelen, in hoe verre het haar zoude vrijstaan om verslag te geven van de beraadslagingen, die er hadden plaats gehad, en dat het insgelijks wel begrepen was, dat men gehouden zoude zijn, zich behoorlijk te gedragen overeenkomstig de andere wette lijke voorschriften; heeft dienvolgens zich niet alleen bepaald om de uit gedrukte wenschen der Sierden goed te keuren, maar zij beeft ons zelfs gelieve te bevoegen, aan de Stenden te verklaren, dat zij, onder de uit gedrukte vooronderstellingen, zich in alle deeleu met hec bovengemelde voorstel voegde. Terwijl wij dit besluit ter kennis van de loffelijke Stenden brengen laten wij het aan derzelver zorg en die der voorzitters van de twee ka mers over om het ten uitvoer te leggenen ten dien einde hebben wjj de redactie der Hantversche courant uitgenooidigd, om hare voorstellen aan de voorzitters der twee kamers te doen geworden. Wij verzoeken n, enz. Hanover den 28 September 1831. De Onderkoning van hec koningrijk Hanover. De staatsminister en geheimraad van het kabinet." Dit mag men eene openhartige wijze van regeren noemen in den ech ten staatsregelenden zin. Het is voorwaar gemakkelijker zijnen wil onbe. perkt te doen gelden voor wet; dan deugdelijke staatsregelende wetten te makenen deze door eene redegevende ontvouwing te doen eetbiedige» en, vol vertrouwen hartelijk evertuigdnaleven. Mogteo al de regenten insgelijks gevoelendat derzelver eerste behoefte isder volken toegene genheid en vertrouwen. Na zoo vele eeuwen eener christelijke bescba. ving, ware het eene ijdele poging de Europesche christelijk redelijk ver lichte staatkundige maatschappijen tot de blinde redelooze gehoorzaamheid van het Oosten te willen terug voeren. Edeler en menschwaardiger doec zich de schoone hoop voorwaar op het Pruiisisch gouvernement telkens terug komtdat men de Batien trapsgewijze staatsregelende instellingen zal zien erlangenevenzeer verwijderd van ae verroeste willekeurals van de woeste regeringloosheid. Middels dergelijke wel doordachte instellingen, die den burgers een betamelijk gewijzigd deel verleenen aan hetgeen hunne dierbaarste belangen betreft, kan men het voedsel benemen aan de nood lottige spanning waartoe alle soort van reactie voerten het niet geheel onjuiste gezegde van Napoleon verwezenlijkenAlLes voor het volk niets door het volk! (in onstuimige vergaderingen.) Uit Kassel meldt mendat hoezeer men de uitspraak in de beruchte zaak van den policie-dlrekceur Giesler mee gespannen verwachting te ge- moet zag, derzelver reeds gedane mededeeling nogtans ce voorbarig was geweest. De cnolera beeft zich aldaar in de militaire kazernen geopenbaard. Des niettegenstaande schrijft de courant van Hanauzijn de militaire hospitalen nog bijna geheel ledig, omdat tot nogtoe de dood den aanvat der ziekte te snel opvolgde. Het getal der cholera-zieken bedroeg tot dus verre 40» van welke reeds 30 bezweken. Onder welke zich lieden der eerste fami- lien bevonden. De schrik, die bij de eerste uitbarsting al de gemoederen bemeesterd had, begon intusscben te verminderen, ZWEDEN. Uit Stockholm berigt men den 21 September, dat de geruchten, om. treat een m-sgewas, httwelk, in zijne gevolgen, de helft der westelfjke provinciën met eenen hongersnood bedreigde, helaasI geenzins overdreven waren. De groote koude, van den uosten tot den 26 Augustus geheerschc hebbende, had al de hoop van den landman in die streken vernietigd. De gouverneur graaf Sparre was den Maandag te voren te Stokhoim aange komen, om persoonlijk den nood zijner ondernoorigen aan de regering te ontvouwen en derzelver medewerking op het dringendst te verzoeken. Reeds had de staat hun het vorig jaar een voorschot van meer dan 200,000 rijksdaalders gedaan, hetwelk zjj nog niet haadeü afgelegd, noch ooit zou den teruggeven kunnen. Te Helsingburg antwoordde de KoDing op de aanspraak van den contre- admiraal graaf van Crondstedt, Zijne Maj., namens de directie voor de werkzaamheden aan de haven, gedaan: De volken hebben hnnne tijdperken van ongeluk, van roem eu van welvaren. De gebeurtenissen, welke Europa sedert 60 jaren bloedig ten deel vielen, zijn de levende bewijzen dezer treurige en smartelijke waar heid. Zweden scheen vóór 22 jaren alles te hebben uitgeput, wat het drukkendste lot slechts op een hooghartig volk kou doen neerstorten maar dit volk had nog niet zijnen moed verloren; deze onschatbare dengd was het bijgebleven. Eenig in zijn binnenste, beslist het over zijne toe komst, en van dit oogenbhk is zijn lot veranderd. Door deszelfs vrijwil lige en eenstemmige keuze geroepen, gaf ik aan zijne wenschen gehoor. Ik kwam in deszelfs midden, om mijn aanwezen met het hunne te ver mengen, en alles aan hunne rust op te offeren. De krijg legde het stelsel door het staatsbeheer aangenomen, hindernissen in den weg; maar toen de Voorzienigheid, In hare oneindige goedheid, dezen vernielenden geeasel van menschen en volken, van Scandinaviens bodem verwijderde, werd dit stelsel weder opgevat. Slechts op het Schier-eiland willen wij voordeelen trachten te verkrijgen. Ongeacht de gestrengheid vaD het klimaat, onge acht de zwarigheden, welke de dóór ons bebouwde bodem oplevert, be zitten wü nogtans de grondstoffen tot zelfbehoud, de sterkte, de veer kracht, welke den staten htinne onafhankelijkheid waarborgen. Terwijl wij met geiiiksoorttgen arbeid, als den reeds volbragten, voortvaren, zul len wij bewijzen, dat onze bemoeijingenin de jaatboeiten der geschiede nis, onafgebroken gerigt zijn naar deb rang der gelukkige volken." PORTUGAL. De berigten nit Londen in onze overige rubriek Leyden gegevenom. treat het gevechtden 2911011tusschen de Migueiiistén en die van Don Pedro hebbende piaats gehadworsten nader uoor de Engelsche papteren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 1