LEYDSCHE COURANT. A". 1832. WO ENSD AC Wl r/.i tei -Hi ti )8hi 1 vei linif een{ n c;( 1 Ztll iao| ds dat, 4 e Ef 8l 4 op meel 1 ten rachl esw] ;ende| r. IÉ de gil ;n vu 'N0. O f- JA ■SlMMfltSl DEN 5 SEPTEMBER* ten K E N N I S G E V IjN G.' Burgemeester en Wethoudersder StadJ Leyden geven bij dezen kennis san de Burgers en Ingezetenen dezer Stad, dat, ter Vervulling der openstaande Wethoudersplaats, bfl besluit van Zijne Maj. den Koning, van den 24Augustus 1832, N°. 24, totWèthouder dezer Stad is benoemd: De Heer Dr. Paului Godfried van Hoorn, Lid van den Raad, welke op heden als zoodanig, in de Vergadering van den Raad, ia geïn stalleerd. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wet houders der Stad Leyden, op den 3 September 1832. J. G. de Met. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. ZWITSERLAND. Landdags-zitting van den 20 Augustus. r De kommissie, belast om den landdag voorslagen aan te bieden over de middelen hoe de zaken van het kanton Bazel te schikken, legt een nieuw on werp over, strekkende: i°. om als stellig afgescheiden te verklaren de indvtdaad werkelijk afgescheiden 46 plattelands gemeenten, en om dezelve vc rloopig te onderwerpen aan eene bijzondere administratie. a°. De vraag der icheidmg in de 12 onbesliste gemeenten aan eene nieuwe stem- milg te onderwerpen. 30. De gemeenten, die der stad tot nog toe ge trouw zijn gebleven met dezelve vereenigd te verklaren. 4®. Ten land. daje toe te laten een afgevaardigde van het platte land, benevens dien der strti, elk mét eene halvè stein. 50. De verdeeling tier staats-goedereu te bewerkstelligen. Zitting van den 21 Augustus De landdag neemt met 13 stemmen het eerste artikel der nieuwe voor- sttllrn aan, luidende: Het kanton Bazel zal, in zijne betrekkingen met het Zwitsersch bondgenootschap, als in het voorledene, eenen enkelden staat uitmaken; maar ten aanzien van het openbaar bestuur, zal het verdeeld jijn in twee bijzondere staatkundige gemeenschappen, altoos onder plegtig /ilti voorbehoud van eene nadere hereenlging.' 'eilitj Onbepaald hebben voor de aanneming van dit artikel gestemd: Zurich, S ei Zrg, SoicureSchaffhauseSt. Gal/, Tessj, Waad landTurgau, Graauw- voa ha des land, Appenzell, tfjburg en Lucerne; onder voorbehoud van bekrach- 'bovei tiginp, Terne. en gt Arukeln, is vervolgen! ter beraadslaging voorgenomen, in dezer voege; 2. Et l ot eene dezer afdeelingen zullen behoofen de stad met de 21 getneen- ja:t "er., die haar zijn blijven aankleven, tot de andere de 46 geroeenteu op- rzienl geroemd in liet besluit van den grooten raad, gedagteekend den 22 Fe- iareni brunrij 1832, betrekkelijk de acheiding; uitgezonderd de gemeenten, die ■en es Zich nader tot eeoe dier aldeelingen voegen zullenovereenkomstig art. 3." 24;. Acht kantons hebben dit artikel aangenomen en vijf zich het protokol 00 diajengetiouden. ndiscltl POLEN. Hen''I Vit Dresden schrijft men den 18 Augustus, dat de" 80 Polen, die -"-rjjich nog aldaar bevondentoen de ambtenaren aandrongen op hun ver- V°r.r. tr h 'aar Pruissen, doordien voor hen geene hoop zich voordeed om den thertogt door de andere Duitsche staten te verwerven, verklaard zon de» hebben, liever te willen sterven, dan door Pruissen naar Rusland het aanvalt we'» verschrikkelijkste lot te gemoet te gaan. Terzelfder tijd hadden zij zich 61 ij. ir.ct verzoekschriften Ban den Prins mede-Regent, mitsgaders de gezanten rva!l var. pisrk'ijk en Beyeren gewend, ten gevolge, dar het hun, bepaaldelijk eD letten 25 Augustus, veroorloofd werd, om zich, door de tusschen beide 1fifetr.de Duitsche staten naar Frankrijk te begeven. Zij bekwamen reeds lc:re paspoorten. Onder de Polen, die zich in Saksen vestigden en thans tercodzaaltt worden dat land te ruimen, bevonden zich de direkteur der bsrk Hifman, door verscheidene geschriften bekend, benevens zijne echt. {trcote, welke met hem Saksen verliet, en wegens haren letter-arbeid ntr.c in Polen, order dien van Tauska, eenen roemrijken naam verwierf; voorts de generaal Malachov/skidie insgelijks met zijne echtgenoote Dres- leti vaarwel zeide. Allen begaven zich naar Frankrijk. Een oud Poolsch soldaatrite zich te Dresden als bediende erneerde, sneed zich, uit wan- loep over het lot zijner in Polen achtergelatene kinderen, den hals af. ,Vi'|j beleven hier," voegt men er bij, aan den oever der Elbe, in til klein, hetgeen de Weichzel-oevers in het groot opleveren," lags ia pub» Esiij a •e en en Bet* e Straiti| bunden, J, met er Hooi! ande ei iemd, til ellen. -| kanderei, 11 grooi, 4. Drie ander 04 ellen. gededi 's Graved screl van Ley-' ellen. :r, aan inders legen 11 egonder! en 80 en Vrjjds* ure. opfl,:0rP» kavallerie. PORTUGAL. Bijzonderheden omtrent de plaatselijke ligging en den stand der twee legersdie over deszelfs lot beslissen moeten. Pc stad Oporto ligt aan den oever van den Donro nabij zijnen mond. Zij bevat zestig tot tachtig duizend inwoners, en ligt op de belllnvan eenen bergdertig tot veertig halve roeden hoog. Zij beslaac de geheele opper- vlakiedes hellenden platten gronds van den bergtop tot aan den oever der rivier. Lc Douró, die haar ten zniden besuoomtia diepen snel, ten naastenbij likte I ouderd halve roeden breed. (Wen trekt ze over op eene schipbrug ".'JJiie tiengc naar de voorstad van Villa Nova aan den anderen kant gelegen Ite'tad is zeer naauw. Een klooster, hetwelk de voorstad beheerscht inta.t het bovenste gedeelte in van eehen betg, even zoo hoog ten naastenbij Ills d'e can Oporto. Beiden behooren tot twee bergketenentusschen welke tivicr stroomt. Dtie wegen brengen buiten Oporto: de een rigt zich naar Braga ten ''iiócttlen de tweede voert naar Bragan^a en naar Amarante ten oostenten ^jbtioeo is die naar Coimbra en naar Lissabonalle drie zjjD slechtberg. ,«5» rotsachtig, en leveren groots hinderpalen op voor de bewegingen der '.ïiiikrie. 'Heiland 'is bergachtig en weinig geschikt voor de ontwikkelingen van a korps kavallerie. 'rM?N tel ®r01t0 ten oosten en ten noorden onverdedigd j ten zaiden wordt hét Voor Kheimd door den Douro; ten westen door den oceaan en forten by den 1 eoi der rivier gemaakt, die de haven vormt. d®"0 Ia igcp poogden de Portugezen dezelve te verdedigen tegen het Fransche r en haddenten dien einde eene aaneengeschakelde linie van veld. ON tel n aangelegd, doormengd met redooten steuuende ter linkerzijde op tZec en aan den regterkant op den Douro, of om beter te zeggen, ter "tr'ogte van 't Stmirarirmhetwelk de stad en de rivier beheor«cht, uif smle ictaen bestaai.de tot op den Douro. De lirie volgde her upprm van der. berg, bdheerschtte het platte lard ten noorden der scad en verióopde 2ich scbrikaerwelkerd maar de fransche dapperheid kwam alle de belet selen te boven. De redouten weroen met de bajonnet genomen en de stad siormei.derhand veroverd. Deze liuie is het waarschijnlijk, welke Don Pedro van nieuw versterkt heeft, en de magt van Don Miguel snoes aanvankelijk zeer gering zijn ge weest, daar zy hem toeliet een zoo gewigtig werk rustig te voleinden. Don Pedro is den 23 Julij uitgetrokken om zijnen vijand aan te vallen te Valongo. Het is een dorp drie uren van de stad gelegen, op den weg ten oosten, die langs den Douro naar Amarante voert. I et gevecht schijnt onbeslist te zijn geblevencaarhij, van zijn kant te Oporto is terug gekeerd zonder te wbrdc. vei ontrust, en de troepen van Don Miguel op Amarante zijn teruggetrokkenin plaats van hem te vervolgen zij hebben alzoo eenen terngtogt van tien of twaalf uren gemaakt, Amarante is eene vrij stetke stelling. Het is een klein plaatstje op zich ouderwets versterkt, maar een dubbeld bruggehoofd vormende op eene rivier de Taméga genoemd die van het noorden komt en zich bij de nad in de Douro werpt. De generaal Santa Marta kon niets ondernemen langs den weg vaq Coimbraomdat hij den Donro had moeten overtrekkenna de voor stad Villa Nova te hebben afgesneden, en men niet gemakkelijk over eenen dergelijken vloed komtin bet gezigt van een vijandig leger. Geen meester van de zee zijnde, had hij geen middel hoegenaamd, om van den westkant te geraken, en hij nam, alzoo, wel beredeneerd, de partij om langs den Douro opwaarts te trekken en zich meester te maken van Amarante vóór dat de troepen van Don Pedro de plaats bezetten konnen. Welke toekomst staat thans de twee legers te wachten Deze vraag is mcejjeltjk te beslissen op drie honderd uren afstaods van het krijgstooneel. Het is geene krijgskundige vraagzij hangt af van de geneigdheid der bevolking en van het leger. Men kan vooronderstellen, dat de weegschaal slechts naar den eenen of-anderen kant zal overslaan, ten gevolge der plaatse lijke kuiperijen, of der tusschenkomst eener vreemde snagr. De Portugesche bevolking wil of dnrft geene partij kiezen. Don Miguel moet nogtans voor den geest beducht zijn die er zich kan doen bemerken daar zijn leger uit zestig duizend man bestaat, eD hij slechts ongeveer vijftien duizend derzelve tegen zijnen broeder afzond. Men kan ligtelijk denken, dat den 23. Don Pedro in de zee zou zijn geworpen, indieD hij slechts door dertig duizend man ware aangevallen. Er moet alzoo eene zekere gisting ten zijnen voora'eele in de hoofdstad en de zuidelijke provin ciën heerschen, Don Migueldie groot beiang had om den oorlog met eenen slag te eindigenzon geene zulke zwakke middelen gebruikt hebben indien hij het niet noodzakelijk geocedeeld badde, vele troepen bij zich te houden om Lissabon en het zuiden te bedwingen, Don Pedro, van een anderen kant, bevindt zich in eenen vrij moeijelij. kén toestand hij beeft slechts één steunpuntde stad Oportoen deze stad zon dadelijk in de magt van zijnen vijand vallenIndien hij éénen dagmarsch ten noorden of ten 2ulden trok. Hij is buitendien gedwongen om zich in gemeenschap te honden met zijne vloot, indien hij zijne le vensmiddelen en zijnen terngtogt verzekeren wilen zijn lot zou dienvol gens groot gevaar loopen indien hij zich van de haven en de stad verwij derde. Zijn eeBigste hulpmiddel is om den Douro weder op te trekken en de stellingen van zijnen broeder aan te vallen. Ongelukkiglijk moeten zii sterk zijn, want in 1809 had de generaal Loisanaan het hoofd van 6,000 Franschentwintig dagen werk om er zich meester van te maken, endaar bet leger van Don Miguel beneden Amarante of re Penafiel eene brug over den Douro hebben moetsteunt dezelve op het fort Almeida waarvan de Franschen de vestingwerken wel gedeeltelijk deden springen, maar hetwelk te gewigtig is, dan dat het Portugesche gouvernement verzuimd zoude hebben om ze te herstellen. Het beslnit uit deze voordragt op te maken, is, dat In Portugal het geene zaak is van magtmaar van getrouwheid van den kant der troepen en der bevolking: zij kan niet beslist wordenden door de staaikonde, den afval en eene vreemde tnsschenkomsteu voor iemand, die niet op het terrein !s, zou alle gissing omtrent de uitkomst van eenen kampstrijd zeer gewaagd wezen. F R A N K R I] K. Het dagblad le Garde National de Marseille deelt dit aanmerkenswaardig incident mede voor de correctionele regibabk in de zaak van de Corsaire bebbeode plaats gehad. Na de uitleggingen door oen heer Philsbertals verantwoordelijk bestnnrder gegeven nam de lieer Baumcadvokaat van den beschuldigde, het woord, en drukie zich zinspeleode op cenige ge zegden van het openbaar ministerie, in dezer voege uit: Gij zilt wel-, willend jegens ons geweest: gij hebt ons waarschuwingen gedaan. Wij begeereo noch uwe welwillendheid, noch uwe waarschuwingen, Tusschen patriotten gelijk wij en patriotten als gij, zijn er slechts boeten, gevange nissen en later bloed." De Prokureur des Konings: Advokaat, gij ver gist u. Wat betèekenen deze woorden en wat wilt gij zeggen met dat beroepen op bloed? De voorzitter Sermetlevendig tegen den advo kaat: Mijnheer Eaume vervolg. Dadeljjk na deze wonrden van den pre- aident, bemerkt men eeDe beweging onder de heeren der balie. Eens klaps staat de beer Bajle, voorzitter van de orde der advokaten, op en. noodigt zijne ambtgenooten nu om hem te volgen, en al de advokaten verlaten gezamelijk de gehoorzaal. Biij-eindigcnd tteurspel der St. Simonisten. De regenachtige morgen van Donderdag den 30 Augustus was min gunstig voor den optogt der berg-heimieten van Menilmontant. Zij zijn echter, slijk en modder en regenvlagen tartendeper pedes apostolus usn heengegaan en aangekomen: schier allen zijn zij in het justitie paleis binnen getreden, alwaar zij de opening der zitting hebben afgewacht. Ten half tien ure werd de zitting geopend. Het auditorium is even zoo zaniengesteld als gisteren. Wederom zag men eene rei van elegante, deels jonge vrouwen; op de binnenplaats en op de achterste banken zat de kleine groep der werkstersen onder deze vermengd ettelijke werkers. Achter vader Enfantin zitten twee vronwen die, sedert gisteren middag, de zaal geen oogenblik henben verlatenzij hebben sober'ji'r met de disci pelen ontbeten en gemiddagmaald. De heer (vader) Enfantin staat op: 1» ua eene zeer lange eu weinig verklaarbare voorafspraak, zegt liy het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 1