tearing van het kabinet der T.'il'e.ien toegdfa.-bnhetwelk tot den epoc- fligen terugkeer van den heer Talleyrand naar Londen had doen besluiten. Het denkdceld om Zijne Exc. in het ministerie te zien geplaatst, scheen geheel odgegcven. De Prins de CasteUicalazoon van den aan de cholera overicdeu gezant te Parys, is tot ambassadeur te Petersburg benoemd. Na de lange Conferentiewelke de heer Talleyrand dell 29 Augustus, met den Koning heeft gehad zal Z. Exc. voor als nog te Parijs verblij venwaar zijne tegenwoordigheid onvermijdelijk is, daar hij alles in den raad bestuurt als meer bijzonder bekend met bet eigenlijke wezen der bui- tenlandsche betrekkingen, tengevolge dat er bij dat departement öiets gedaan wordt zonder zijne Ingeving. De heer Durand de Marcuil ontvangt van dit beslnit berigt door een koerier benevens nieuwe inétrnctienhoe zich tot op de komst vab den heer Talleyrand te gedragen, In de zoogenaamde legitimistiscbe kringen, sprak men van een toeval, de hertogin de Berry in de Vèndée overkomen. H. K.H. de wegen aldaar voor haar vrjj vindende, werd door haar paard in eene grép geworpen, «n viel zich daarbij den arm nit het lid. Een zoon van Lucicn Bonaparte die zich naar Griekenland had ingescheept, heeft men in de kapiteins-hamer van het leven beroofd gevonden door een pistoolschot, hetzij dan ten ge volge van een ongeluk of voorbedacht toegebragc. Sntnt-S i m t n it te n. Tham, schrijft men nit Parijs den 28 Augustus, hoodt men zich veel bezig met de sekte der St. Simonisten. Zij hebben zich heden morgeit in stati. gen optogt naar het paleis van justitie begeventer zake van het tegen hen aangelegde regtsgeding. Zij ziin er verschenen ten geiale van 45 a 50, zonder de vrouwen, ten getale van 1$ a ilS, te rekenen; allen waren in kostuum. De volksmenigte verdrong zich nlierwege langs hunnen weg, om dit vreemde schouwspel te zien. Eene St. Simonistische dame is hare gods. dienst begonnen te -prediken in het midden der zaal dei pas perdus. Men merkte een groot aantal policie v sergeanten sergeanten der burgerwachtera cn een piket linie-troepen op, hetwelk men uitgezonden had'om de open. bare orde te bewaren. Op het oogenblik waarin de zifting geopend werdontstond er in de zaal eene zoooanige verwarring, als waarvan siius gernimen cjjd de pleitzalen geen voorbeeld hebben opgeleverd. Men ontwaart eene menigte St. Simo nistische dames, in het blaauw gek'ced. Hot kostnom der gedaagden is zaïncngesteid uit eene zeer korte blaanwe tunica wit vest en witte lange broek zij dragen hunnen baard lang en hun hoofdhaar glad neêrhangende. De heer Enfantin onderscheidde zich door eenen breeden rooden sjerp, en saütoiren de woordeu de vader, met groote letters op de botst. Achter hem zag men twee St. Simonisti sche dames, Mile. St. si 11 lui re en Mme. Fouretechtgenoot van den preek heer van dien naam. De apostelen dtagen insgelijks sjerpen, en sautoir rood of wit, naar gelang van bunnen graad. De heer Baudin, voorzitter, opent het gehoor der gedaagden. De beer Barthelemi Prosper Enfantin antwoordt; ik ben 36 jaren oud, en verkondig het nieuwe geloof. De heer President. Waar woont gij De heer Enfantsn. Te Ménilmontant. De Griffier leest de akte van beschuldiging voor. De den gedaagden te last gelegde feiten bepalen zich hoofdzakelijk tot het kwetsen der openbare eerbaarheid en der goede zeden. Met name tegen de gedaagden Chevalier en Constant Duveyrierals hebbende door het In het dagblad le Globe pu bliek maken van een artikel r Over de onderrigtingen van vader Enfantin nopens de betrekkingen van man en vrouw, zich schuldig gemaakt aan het vergrijp van schennis der openbare eerbaarheid en der goede zeden. Óp aanzoek der gedaagden zijn 38 getuigen opgetreden. De eertte getnige, Moses Retouretin St. Simonistiscn kostuum, wordt binnengeleid. De heer Président. Steek de hand op, en zweer de waarheid, a'leen de waarheid en de geheele waarheid te zullen zeggen. De getuige zwijgten zich wendende naar vafler Enfantin vraagt hij van dezen het verlof ora den eed af te leggen, hetwelk deze weigert. Na woordwisselingen tusscben den heer de la Palme advokaat-generaal de advokaten der gedaagden en vader Enfantindie onder meer andere wonderlijke gezegdenook deze zinszede bezigtik zeg udat ik de levende wet benen gij verzaakt thans mijne weorden het is geen wonder dat de mannen die mij omstuwen, en die mijne kmderen zijn in alles mij raadplegen, en volgens mij handelen; weigeren alle ae getuigen den eed te zweten zonder magtiging van den opperste vader. De heer de la Palme ondersteunt de aanklagtehi} vindt zoo in de brieven als in de gedrukte geschriften der gedaagden den grondslag der beschuldi ging: de vlugschriften uitgegeven met opzigt tot de onderlinge betrekkin gen van man en vrouw oordeelt hij als voldoende het vergrijp bewijzende, van schennis der openbare eerbaarheid en dep goede zeden. Het woord is daarop aan de verdedigers der beschuldigden. Nadat de getuigen, door de gedaagden ter hunner ontlasting aangewezen, één voor één bjj gebrek van den gebruikelijken eed te willen zweren weder verwijderd waren, vraagt Enfantin het woord „Ik moet. zegt hij, eene daadzaak melden die in de raadkamer heeft plaats gegrepen. Ik had twee vrouwelijke raadslieden gevraagd, en het hof heeft er zich tegen verzet. De hier aanhangige kwestie betreft voornamelijk de vrouwen. Ik maak geene tegenvoorstellingen op dit besluitik vtaag u niet om van dit bealuit terug te komenmaar het is goedallen die ons hooren te verwittigen dat menin een pleit bij hetwelk vooral de vrouwen betrokken zijnniet gewild beeft dat den beschuldigde twee raden uit de vrouwelijke kunne werden toegevoegd." De heer president. - Ik heb hierop niets te antwoorden ik ben aan nfe. mand rekenschap verschuldigd van maatregelen welke door mij in de uit. oefening mijner ambtsverngtingen wettelijk worden genomen." De heer de la Palme, de beschuldiging van schennis der openbare eer. baarheid ondersieuneudewordt te midden van zijn requisitoir door eene vrouwenstem onderbroken. Het is die van uiejuffer Cecilia Fourneldie uitroeptIk protesteer Na bet publiek ministerieis het woord aan den heer OlindCs Rodrigues die zich beijvert om de nagedachtenis van St Simon te rehabiliteren die' zegt hijbeweerde in regte linie van Charlemagne te zijn afgestamd daarop verweert hij zich uit al zjjn vermogen tegen de beschuldiging van afzetterij aan zone overige broeders de zorg overlatende om, met opzigt tot dé kwestie der openbare eerbaarheid-schennis, het publiek ministerie te be. strijden. De heer Simon raad van den heer Chevalier wordt vervolgens gehoord die apostel weidt breedelijk uit in eene verhandeling over de geschiedenis van den gc-slachte St. Simons. Het is half- zea ure. De heer Simon verzoekt den heer president de zit ting wel te willen schorsenopdat bij rusten en eenige spijzen nuttigeD knnne De zitting wordt gestaakt. Gedurende dezen tusschemijd wordt het jnstitie.paieis door talrfke volks groepen omstuwd in de nieuwsgierige hoop dat de St. Simonisten zullen uitkomen om te gaan eten maar de St. Simonisten hebben verkozen binnen het paleis te blijven en zich daar hun middagmaal te doen aanbrengen. Men merkt op dat onder het eten menig Beschje uitnemend goed» wijn door de apostelen wordt geledigd, en voorts ettelijke koppen koffij, die met dehen vergezellende dames worden opgeslurpt. Te acht uten wordt de zitting hervat. Men is verrast op het zien eener groote schare vromvbndie, zoo jonge als onde, zich op de banken der beschuldigden en zelfs in de rijen der leden van het SimonnistiSchs gezin hebben geplaatst. De heer Simon heeft het woord: deze apostel echter, te kennen gevende dat ziin vader Infan-tin begeetd heeft het woord te voeten over de kwestie van schennis der openbare eerbaarheid verklaart tot het te voren door hem aangevoerde niec te hebben toe te voegen. Daarop is het woord aan dei» heer Chevalier, beschuldigde; voorts aan den heer Lambertraad der geheele familie. Beiden worden gehoord. Duveryer. Ik kom, zege hij, wat laat; maar ik heb noodig dat gij mij een oogenblik opletterdheid verleent. Sédert vieV maanden leef ik hier in volsiagene eenzaamheidwntit, ondanks het verwijt van zedeloos heid mij door den heer advokaat-generaal toegevoegd, verklaar iknu sedert vier maanden !n volkomene onthouding te leven. Uitdrukkingen van een pijnlijk gevoel van deelneming. Ja, zegt de spreker, sedert vier maanden bewoon ik die hoogte, van waar het gezigt zich uitbreidt over het groote 'dal waarin Parijs ligtals een verachtelijke steenhoop, waar tranenvloeden voortsrroomen waar dut. zend duizCnde nöodkreeteb van der publieke schande veil gegeven vrouwen zich doen hoorenwaar ellenden van allerlei aard zich ophoopen ter zjjde eener verdierlijkte weelde. Eu daar heb ik langen tijd en diep ernstig gepeinsd. Daarop treedt de spreker in eene beschouwing der St. Simonistische leer. Gekomen aan hetgeen hij noemt, de groote liefdewetstuit de pre sident zijne redenen, met te zeggen verpligt te zijn bem het stilzwijgen op te leggen, omdat hij eene lofspraaji houdt op de veelwijverij, welke door de Wet ais misdaad wordt bepaald-, Duveryer. Mijnheer de president, wacht, alvorens te oordes'.en mijne conclusie af. De heer president. Het hof heeft gehoord, De spreker vervolgt zijne verhandeling, doorloppt ChinaAfrika, Congo, en komt te Parijsin de Opera terugen eindigt op dit puntzegt hij door zich af te zonderen van eene wereld. Welke hij niet zonder medelijden en walging kan aanzien. De spreker besluit mee te zeggen, dat Gods oordeel is aangevangenen dat de groote zaken op den aardbol Siaau vervuld te worden 1 De heer Barault heeft het woord. De apostel geeft zich over aan eene lange uit-eenzetting van de zedeloosheid der eeuw. Op het oogenblik waarih de heer Barault zijne begrippeq nopens echtbreuk en hoererij wil beginnen te ontvouwen, valt hem de president in het woord, zeggende: De defensie vervalt tot een schandaal de zitting is opgeheven tot morgen negen urén. De heer Barault. En dus eindigt dan het consilium. De vergadering gaat te middernacht uit-een. Rondom het paleis is alles stil. Van te acht uren had zich de volksmenigte van het paleis verwijderd; en de St. Siministische stoet trekt af; alleenlijk omgeven door de schadu wen van den oacht. NEDERLANDEN. Leyden, den 2 September. Zijne Excellentie de Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid - Holland heeft laatstleden Donderdag, vergezeld van de H. H. Hubrecht enontyd, leden van de Hoofd - commissie tot hetgeen de Cholera in Zuid - Holiand betreft, met den Heer Wethouder Cunaeus en de H." H. van Hoorn en Sandifort, leden der Stedelijke Sub - Commissie tot de Cholera, al hetgeen de geneeskundigen dienst alhier betreftonderzocht en bijzonderlijk ia oogensckouw genomen alle de lokalen ingerigt tot ziekenhuizen voor Cho lera- lijders. De genoemde Heeren hadden het genoegen van Zijne Excellentie deszelfs bijzondere te vredenbeid te vernemen zoo ten aanzien van de goede inrigting van genoemde Ziekenhuizen en de verpleging van de lijders in dezelveals van de onderscheidene maatregelenwelke alhier tot voor» behoeds - middelen tegen de verspreiding van gemelde ziekte en tot leenigiDg; van het lot der liiderszijn genomen. Door Ziine Majesteit is benoemdtot Wethouder dezer Stad de Heer Paulus Godfried van Hoorn, lid van den stedelijke raad alhier. Laatste opgaven van den staat der ziekte. Nieuwe zieken, hersteld, overleden, nog in behandeling, Leyden. 30 Augustus 24 it Iï ia<5- 31 18 13 4 127. 1 September 22 10 9 I3°- In bet geheel aangetast sedert den 4 Augustus 562 personen. Hiervan overleden 255. Hersteld 177. Onder behandeling 130. Te Katwijk ziin sedert het begin aangetast 148 personen; overleden 42, hersteld 85, in behandeling 21. Toiaal 148. Nieuwe zieken hersteld, overleden, in behandel. 's Gravenhnge 31 Ang. 10 44 55- 1 Sept. 4 03 5& Sedert 13 Julij 454 166 234. Amsterdam 30 Ang. 57 ia 25 162. 31 64 8 21 197- i Sept. 48 20 3° '95- Sedert 14 Aug. 590 96 299. Rotterdam 30 12 19 5 233- 31 7 5 Sedert 22 Julij 968 369 375- Delft 30 Aug. o 2 o 3- 3' I 0 Sedert 29 Julij 154 96 55. Schiedam 30 Aug. o 304- 31 4 1 6; Couda 29 en 30 11 7 9 36- Sedert 4 147 44 66. Dordrecht 28 7 2 6 18. 29 2 2 I 17. 3° 1 4 '4- Sedert 7 n 115 29 68. Utrecht 29 9 1 5 28. 30 10 o 5 33» Nijmegen 2028 „14 384. Gorcum 29—30 7*0 I '3- Breda 29 4 1.2 6. 5 226. 30 »- 5 3» 5 0 Woerden 2930 3 2 4 Sedert 23 2o 2 9. Vreeswijk 28—30 11 o 2 Sedert 21 24 6 5» Kampen sty29 „20 10 4 Schokland 26—28 „5 10 I Sneek 16—29 32 12 12 Lemmer 2629 „4 02 6. 9. 16. «5» 8. 2.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 2