I LEY D S C II E COURANT. g e- al tde tea ie, ïüe en, iet- icb. ïlqk ttiik rean jfc,; :;jut dt end! g« loj raat; ieni Wt an it A". 1832; V R ij n A c K E N N I S.G E V I N G. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden geven bij dezen kennis aan de Ingezetenen, dat, in afwachting dat derzelver mildadigheld bij eene openbare Collecte opzettelijk zal worden ingeroepenten einde in den grooten nood der door de heerschende ziekte zwaar bezochte armen te gemoet te komen, zij aanvankelijk Afren. Regenten der HuisZitten tn Diaconie- en Reomsch-Katholijke Armenwelke zich daaromtrent te aamen hebben vereenigd, hebben geautoriseerd, om, te beginnen met Maandag den 27 Augustus aanstaande, dagelijkt, eene nitdeellng van hVarme Spijzen aan alle armen binnen deze Stad te doen uitreiken, Lejdeb, den 33 Augustus 1832. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. de Met. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Put. :ht jli m anen n om TJE ]l ÏMÜ lek. uinnj 'W. -Vffl,] K. odes ijns' eei AAB ITALIË. Uit Ancona meldt men den 8 Augustus, dat aldaar alles rustig was, sedert dat de generaal Cubilres eenige personen had doen in hechtenis nemen, die in den avond van den r Augustus, de verlichtiog der stad en in het bijzonder der koffijhuizen getracht hadden te verhinderen. Men giste, dat die gevangenen in vrijheid zouden gesteld worden ter gelegenheid, dat de delegaat voor het eerste de gevangenissen bezoeken mogt. Ook op de mis te Sinagoglia ging alles vreedzaam toe; men toonde er eene opmerkelijke gematigdheid omtrent de staatkundige gevoelens, zoodat degenen, die zich te Ancona als de meest woeste liberalen be" töond hadden, ongestoord heen en weer trokken. De Fransche flotille was den 8sten naar Sinagoglia onder zeil gegaah om aldaar eenige dagen ted anker te blijven. Men verzekerde vaD nieuws, hoewel tamelijk onwaarschijnlijk, dat de Heilige Vader de verwijdering der bezetting van Aïcona geeischt had. OOSTENRIJK. Öe Weenet-bladen zijn nog steeds vol van den mislukten aanslag op het leven des jongen Konings van Hongarjjen, en drukken om strijd hunne verontwaardiging uit over het gruwzame der onderneming en hunne bewondering over de bedaarde onverschrokkenheid en tegenwoordigheid van geest, daarbij door Koning Ferdinand aan den dag gelegd. Zijne eer ste gedachte was geweest om zijne doorluchtige ouders en gemalin door Zijne persoonlijke verschijning gerost te stellen, bevorens het gerncht der wandaad dezelve ter ooren kwam. Hij verhaalde met de grootste bedaard heid de geheele toedragt, maar toen de vader op de verzekering, dat hij er onbeschadigd van afgekomen was, met de woorden: God dank! den geliefden zoon zegende, kon deze zijne aandoening niet weerhouden, en stortte vreugde-tranen. De jonge Koning heeft Frans fauschertuinman bij den heelmeester Rollet te Gutienbrunn, den eerstgenoemden der vier lieden, die den aanvaller pakten, dadelijk als lijfknecht in zijne diénst gehomen, en hem, benevens de drie anderen Andreas Kellerbedienden bü de vrouw ven Ephraim, Jesef G/auer te Baumgarten en Jtsef Bern- scherer, voerman van Bade) koninglijk mild vereerd. Zijne Maj. de Kei zer heeft aan elk dier voerlieden 500 fl. conv. mnot doen ter hand stellen. De gevsngene is In de zoogenaamde staf.gevangenls geplaatst, alwaar de ver hoeren geschieden. De geestdrift, waarmede de Keizerlijke familie, on- der welke de Koning en Koningin van Hongarijen zich bevonden, den liden, des namiddags, bij het wandel-rijden naar Krïmerhütten, des avonds (jedureniie eene wandeling te voet in het park, en later, bij hare verscbij- aing in den schouwburg, door de getrouwe bevolking ontvangen werd, gaat aiie beschrijving te boven. D U I T S C H t. A N D. Naar men van de Mein-Zomen verneemt, is er in de laatste zitting der Bondsvergadering, van wegen Hannover, formeiijk verzocht, dat artikel 19 der Bonds-akte mogte worden ten nitvoer gelegd, met opmerking hoe or berekenbaar weldadig het voor Duitschland zijn zoude, indien de bin- neulaodache handel en verkeer voor het gemeere vaderlandzoo veel mogelijkvan de banden ontheven wierdendie denzelvea belemmerden en alzoo de bestaande splitsingen een einde vonden. Deze voordragt zou Hj de meeste staten wel zijn opgenomen en er dadelijk eene kommissie benoemd wezen, ten einde zoo spoedig mogelijk dit gewigtige voorwerp toe te lichten en de vergadering te dienen van verslag. Door dezen maat" regel zou de Bondsvergadering zich bijzonder verdienstelijk maken aan Duitlchiand. Al deszetfs vrienden hadden dan ook de oogen naar Frank fort gewerd, en hoopten, dat de zoo levendig verklaarde wensch aller Duitiche stammennaar kei einde of altoos de meest mogelijk» verligting der noodlottige tolplakatenweldra zullen worden vervulden zij zich dus overtuigen kunnen, dat de regeringen er werkelflk aan denken, om door den Bondgenootschappelqken band der staten inderdaad één Duitschland te vormen. Het strekt ter geruststellende vertroosting voor het menschdomaller, wegen den echt vorstelijkeu geest te zien doorstralen, die de regerende dinastie van Groot-Brittannie bezielt. Eene kleinigheideene eenvoudige zoogenaamde anecdote de Courals men wil, bewijst dit kenschetsend van nieuw. Deszetfs beginselstaatkundig toegepastzou te vruchtdragend Zijn, om niet, uit dat oogpunt, den vorsten, ten voorbeeld, te worden roorgesteld. Op eene danspartij, door den hertog van Devonshire, gege ven verloor eene der genoodigde dames eenen diamant van zeer hooge waarde. Lady E,verzocht den kamerdienaar Zr. Genadedaarna eens te willen laten omzien enindien men zoo gelukkig was den diamant te vindenhaar deBzelven te doen terug bezorgenzij beschreef in haar billet den ulamant naauwkeurigmet bijvoeging van het monteersel. Eenige dsgen daarna, werd teti harent de ring, behoorlijk gemonteerd, gaaf terug gebragt, door een van des hertogs bedienden. Lady E.denzelfden dag bet huis van een juwelier voorbij komende, wenschte de waarde te ken nen van hetgeen zij terug gevonden hadtrad binnen en vroeg er na. Mevronw antwoordde de juwelier, ik kan het u te gemoedelijker zeggen, ooidat het dezelfde iswelken ik eergissereu aan een gentleman verkocht, 1 die mjj juist dat monteersel ter hand stelde, en den ring kwam terug teM ^a'en» zonder zich bekend te maken. De hertog, niet willeüde, dat er leis kostbaars in zijn paleis zou verloren gaai, had er dit op uitgevonden. Ir dl en de souvereine vorsten dit beginsel staatkundig geliefden aan te eet» het K°° iONta" Lende E WOl 00B.1 N°. 102. DEN 24 AUGUSTUS. nemen en even zoo in werking te brengen: Koe gerust zouden de volken hun alsdan, de onwaardeerbaarste belangen (naar de Beijersche uudiuk- ku.g), de dierbaarste kleinodiën, met een woord, hunne staatsregelingen toevertrouwen!] D» kommissie voor de aangelegenheden d»r drukpers zou zich bfl voort during met dit gewigtig voorwerp onledig houden. Mogte de uitkomst van haren arbeid het volk te vrede stellendat op eene hoogereu trap van beschaving staande, dan het Engelsche en Fransche volk, onder alle staatkundige stormen van den tijd zijne burgertrouw bewaarde, en, in het bez'c der wapenen steeds der wetten indachtig was, en dat gewisselhk even zoo'deugdelijk de ingebeelde gevaren zoude weten af te weren eener vrije drukpers bepaald door eene wet, die geschoeid ware overeenkomstig de gemaakte vorderingen der volksbeschaving. Er zonde rntnsschen nog wel eenige tijd kunnen verloopen bevorens deze aangelegenheid haar volkomen beslag kreeg, omdat hoogst waarschijnlijk daarmede gemeenschappelijke beslniten tegen het nadrukkenverbohden zijn. De alsemeene staatkundige annalen van Rotteck zouden de opmerking der Bondsvergadering hebben tot zich getrokken,, en de spraak ging, dat dit tijdschrift eerstdaags stond te worden verboden. Ook zag men weldra de afkondiging van een nienw protokol dier vergaderingte gemoet. O L E N. In de Alloemcine Zeitur.g komt een artikel voor nir Warschau. Wij nemen het te eerder overomdat de inhoud daarvan vertroostender is voor den menschen-vriend en Keizér Nikolaas in een gunstiger daglicht plaatst, dan veelligt vroeger medegedeelde. Zie hier hetzelve: Men vindt in de A/lgemeine Zeitung van den 6 Jnnijeenen brief geschreven uit Kaiish welken verscheidene andere bladen overnamen. De schrijver ha-n het droevigst tafereel op van den toestand waarin ons land zich bevindt'. Geen ramp, geen onheilis er, of het gaat onder dezelve 'gedrukt: ellende, vervolging, woedewanhoopalles is er ten toppont 'i gestegen en schijnt nienwe Siciliaansejte vespers te voorspellen. Wij zija gelukkig eenige vertroostende daadzaken aan deze sombere beschrijvingen te kunnen tegenoverstellen. Gedurende al de zon- en feestdagen, weike deze zomér me: Iraai weder begunstigde, waren de lusthuizen buiten Warschau "en de omstreken met eene zoo talrijke en zwierige menigte opgevuld dat liet voor een aandachtig opmerker moegelijk zonde zijn geweest 'eenig onderscheid te bespeuren tusschen den tegenwoordige toe- I tsand van Warschau en dep genenwelken het vroeger genoot. Het volks- feest van 'Bilani is .niet minder bezocht geweest, dan het feest der Vis- schers op den Weichgél, daags voor Sc. jan. t Een vreemdeling zou uiterst verwonderd zijn geweest te zien, dat me" in onze Poolsclie kringen de ongehoorde ongelukken der omwente- Ming heeft vergeten, en dat men er niet meer van heeft behouden, dan veelligt eenige vertelsels over de helden van dat tijdstip. De snelheid, waarmede wij van het eene uiterste tot het andere overgaan, is een der °ornaamste kenfschetsende trekken van ons nationaal karakter, en vertoont rich hier middagklaar. Het is dikwijls belangrijk, in de koffijmiizen en op de openbare plaatsen Russische en Poolsche officieren zich onderling en met broederlijke openhartigheid de verraoeijenissen te hooren verhalen, welke zij gedurende den oorlog te verduren nadden. Te midden hunner gesprekken, geheel vrije en dikwijls misschien ongegronde gezegden, komt het bij geen hunner op, om de tegenwoordigheid te vreezen vait een eenig geheimen aanbrenger. Wat overigens de vreemde dagbladen ver halen mogen van de geheime policiedie in Polen bestaat: wij, hiertegen- woordig, merken er mets vani maar WÖ kunnen verzekeren, dat onze staatsmannen in de kroegen alles onbeschroomd eo onbedacht, gelijk over al, luidkeels bedillen kunnen. Men moge, zoo veel men wil, in het parlement van Engeland rede. kavelendit verwekt bij ons weinig belang, sedert dat wij van nieuw een geheel en vol vertrouwen stellen in de regering van ons land. Polen kan niet gelukkig zijn dan met en door Rnsland. Prins Czartoryski verklaar de op het kongres te Weenen, deze waarheid aan te nemen en zon ze Hatelijk aan den heer Fergusson hebben kunnen betoogen, hij had het zelfs behooren te doen. Hoe 'het zij. wij zijn gerust omtrent den Ijver, waar mede men In het parlement van Engeland getracht heeft ons te benadeelen; hec tafereel, dat men er van Polen ophing, gelijkt. God dank, in niets aan hetgeen wezenlijk bestaat. Men geve ons het status quo der omwen teling terug, dat is, de mogelijkheid eener omwenteling, en men zal da delijk onzen koophandel, onze fabrieken en onze nijverheid zien verdwij nen. Zie daar de weldaden, welke oris eene vreemde tusschenkomst zou kunnen aanbrengen. Zij veroorzaakte onfeilbaar Polens ondergang. De nieuwe staat van zaken alleen, dat is, de onmogelijkheid van eene niéuwe omwenteling te beginnen, zal het vertrouwen herstellen kunnen, hetwelk men op de bescherming der wetten behoort te hebben, 'en onze nijverheid doen herleven. Onder den invloed alleen dezer nieuwe ordu van zakenziet men de puinhoopen der verbrande hnizen te Praga op bevel van den prins Czartoryski, verrijzen en, opdat van het nationale gouvernement, Warschau zien van nienw verfraaijen. De Prins gouverneur verdient ongetwijfelt de erkentenis der geheelè natie voor de onvermoeibare werkzaamheidwaarmede hij zich bezig houdt om bet geluk van Polen te atichten onwaar is tietdat des Vorsten onder, hoorigen zijne welwillende bedoelingen ijdel maken. Maar bij den eersten opslag kan men duidelijk zien al wat er sedert den 7 September laatstleden tot welzijn van het land is gedaan. Er zijn van nieuw vele Duitsche kolo nisten tot ons gekomen, en men hoopt dat het gouvernement ze terug houden en besteden zal aan de bebouwing der verlatene landerijendie woest blijven liggen. Ongeacht de diepe wonden, welke ons de omwen teling toebragtondervonden wijdank hebbe de wysbeid van het gouver nement noch duurte, noch hongersnoodnoch eene ingerigte regering loosheid, noch burger.oorlogalle dingen, welke wjj den anderen staten niet benijden." PORTUGAL. Door een tweede schiplezen wij in den Engelschen Courierterzelver tijd als de Suyerb afgestevendheeft men nogmaals te Londen berigten orit- vangen wegens het gevecht van den 23scen, oenevens depeches van den Engelschen kolonel Huges. Men vernam er uit, dat bij Ponte Ferreira, Franschen en Engelschen roemvol naast elkander voor de zaak der vrijheid 1 streden Dit, merkt de Courier aan, was de eerste maaldat de twee milieu "op Portugescheu grond aan dezelfde zijde vochteneu hec zou mee

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 1