S
11 dezer
benoemd toe NederlancbcUe
en Fet'!*en op alle punten des Rijks voort, waarbij de publieke meening
somwijlen wordt uitgedrukt in gevoalensdie kr; eneig ganoeg zonden z(in
voor de meest democratische republiek. Men zegt, dat de Koning de
petitie der Birmingbamsche club niet heeft willen aannemen, aangemerkt
bij dat ligchaatn niet koude erkennen. Het eeuig goede, hetwelk de ge.
beurtenissen der vorige week zullen hebbenzal daarin bestaandat de
Reformbill thans zonder eene benoeming van pairs door de Kamer der Lords
zal worden aangenomen.
NEDERLANDEN
's Gravenhage den 19 Mei. Bij koningiijk besluit van den
js de heer Hendrik Fassywonende te Bern
konsul-generaal in Zwitserland.
Ten gevolge van berigten bij de regering ontvangen over den staat
der cholera in de rijken van Groot-Brittannie en Ierlandbijzonder uit
Liverpool en omstreken, is den 24 Mei bepaald, dat als verdacht zal wor.
den beschouwd de Westkust van Engeland van af Preston aan de rivier
Biboiik tot en met Carnarvon het eiland Anglesey er onder begrepen
- en dat hesmet znllen worden aangemerkt Liverpool en de rivier Mersey,
Flint gelegen aan de rivier Dee, Denevens die rivier zelve; voorts dat
insgelijks als besmet zal moeten worden aangemerkt het eiiand Man gele
gen tusschee de kust van Engeland en Ierland.
Ook tegen bet doordringen der cholera aan de landzijdezijn van
gouvernements wege maatregelen ter voorzorg genomen; zoo oevindenzich
werkelijk inrigtingen tot surveillance en uitvoering der maatregelen van qua
rantaine te Grootzundert, in Noord-Braband, te Beek en Babberik in
^Gelderland.
LEY DEN, den 20 Mei.
Leger-berigten.
Wij behouden den wakkeren heldhafcigen Krooonprina aan het hoofd van
ons leger. Naar het voorbeeld van zijnen waardigen Doorlnchtigen Heer
Vader, doet Z. Exc. op het schidderenst blijken, bij uitsluiting het wezen-
lijk aigemeene welzijn te wenschen. Uit dit oogpunt beschouwen wij het
beslagen inderdaad verheven aanaod volgens weik, in het geval de hertog
van tVellington den roem deelen zon van het jeugdig legerhoofd zijner
ichocl. Dan eerst verwelft maatschappelijke grootheid echten luister, wan
neer haar ziele grootheid ten grondslag ligt.
Den i8den, zou er op de heide nabij Tilburg, vjjf kwartier nnrs
van die piaats in een schuinsche rigtmg vin den Goerlensche toren en den
stiaatweg, eene groote wapenschouw gebonden worden over de troepen
uitmakende de eerste divisie infanterie, onder het opperbevel van den lui
tenant-generaal van Geen de eerste brigade kavallerie, bestaande uit twee
regemencen kurassiers en een regement lansiers, onder bevel van den gene.
iaa!-majoor Post, da veldbatterij N°. 6 van den kapitein Mey en de halve
batterij rijdende artillerie van den kapitein Dinot. Deze wapenschouw zou
plaats hebben voor HH. KK. HH. den Prins Veldmaarschalk en Prins
Frcderik der Nederlanden, eo door Z. K. H. Prms Adelbert van Pruissen
worden bijgewoond. De rroepen tot gemelde korpsen behoorenaewaren
daafioe reeds den 15 en lóden uit hunne kantonnementen opgebroken. Zoo
als men verneemt, zal Z. Exc. de Jnitenant-generaal van Geen de eer heb
ben, na het afloopen der wapenschouw, de Vorstelijke personen op te wach-
'ten met een dejeuner in eene ter plaatse opgeslagen tent. In den nacht
van den 16 op den lyden, is Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden
uit's Gravenhage naar het hoofdkwartier vertrokkenden I7den des mor
geus werd de Vorst door Z. K, H- Ptint Adelbert van Pruissen gevolgd.
Z. K. H. de Prins Veldmaarschalk is, den avond van den i4den, met de
stoomboot te 's Hertogeobosch aangekomen. Prins Jieibert van Pruissen
werd mede eerlang aldaar verwacht; maar het geruchtdat Z. M. de Koning
zich binnen kort naar het leger begeven zou werd tot nog toe ongegrond
geoordeeld. Sedert den isden bevindt zich Zr. Ms. korvet van oorlog;
's heldeti naam van Speyk voerendeen bestemd om deo zoon van ona held
haftig legerhnotd als adelborst te ontvangen in het maritime-dok op H'il
lensoord. Vóór eenige dagen werden twee onder.oSciers met hunDen
Oppasser, bii de schutterij dienende, terwijl zij in het dorp Meerielvlak
aan de grenzen op het Acfwerpsch grondgebied gelegen een kruik bier za.en
te druiken, door de Belgen opgepakt en gevangelijk weggevoerd. Den
14de» is te Hoogsuaten een baiaillon Belgen, 7 of 800 man sterk aange
komen, ook op andere tegen onze grer.zeo gelegen puntCD heeft dezer
dager eene' vermeerdering van bezetting plaats gehad.
De voorgemelde groote inspectie heeft, ter bestemden tijd en plaatse
trader begunstiging van het schoonste weder, plaats gehad, tot groot ge.
aoegeii van H.H, K. K. H. H-, die, na den afloop, van de ververschingen
wsarmede hooi atdezelve door den luitenant-genetaal van Geen opgewacht
weiden, gebru k maakten, terwijl de muzijk der 5de2fdeeling eenige fraaie
stukken uitvoerde.
Si
ten
00
staal
en
rtij
n Kt
11e
zslij
oige'
in t
neu,
dei
verd
ir
1 va]
dit
bate
beo
digc
toestt
je mod
gevnij
met
Vul
irds M
ieszellif
ilgend
rey
tustilei
mi Mi
de«J
eene ti
nog
mintste]
ijk rif
doel
vori»1
■temd
e rede*
n in
eD gohe]
vraag"*
en overt]
1 namidöj
iat in
dezen
rey heef'
evolg®
irden
apen,
;g vero®
volks vd|
BELGISCHE AANGEL.F.GENHEDEN.
Protokol A!t>. 59 van de Conferentie gehouden op het Foreign
office te Londen den 4 Mei 1832.
Tegenwoordig de plenpotentiarissen van Oostenrijk, FrankrijkGroot-
Bfiitannie Pruissen en Rusland.
Na de uitwisseling der ratification van het tractaat van 15 November 1831
vi Ibragt te hebben, hebben de plenipotentiarissen zich vereenigo,1 ten einde
den weg in overweging te nemenwelken de vijf Mogendheden in de
zelfde gesteldheid geplaatst door de gemeene bekracntigmg waarvan de acte
is voorzien, zouden te volgen hehben om tot derzelver ten uitvoer leg
ging te geraken op de meest overeenkomstige wijze met de vredelievende
inzigten waarméde zij bezield zijn.
Met dit doel zijn de plenipotentiarissen eenstemmig van meening geweest,
dat het de pligt der Londensche Conferentie was niet af te gaan van de
grondbeginselen öie baar tot heden bestuurd hebbennieuwe zorgen te
wijden aan de vervulling van het werkwaartoe de gebeurtenissen haar
geroepen hebbenenbet tractaat van 15 November als den onverander-
kjUen grondslag beschouwende van de scheiding, de onafhankelijkheid, de
onzijdigheid en van den staat van grondgebied-bezlttiDg van Belgietus-
schen Z. M. den KoniDg der Nederlanden en Z. M. den Koning der Bel
gen een eindelijke overeenkomst, trachten aan te brengen, bij de onder
handeling waarover de Conferentie trachten zou, door onderling vrijwil-
liee schikkingen msschen de beide partijen, al de moeijelijkheden te ver
effenen die opzigtelijk de ten uitvoer legging van het hierboven vermelde
tractaat kunnen rijzen.
Het besluit nemende tot het vervullen dezer belangrijke taak heeft de
Conferentie geoordeeld dat zijvóór zich daarvan te kwijten en om der
zelver uitslag te verzekeren, het grondbeginsel herinneren moest, waarop
hare deliberatien zich gevestigd bebben van den dag zeiven af op welken
zij zich geconstitueerd heeft, nogmaals kenbaar te maken het vaste voor
nemen der vjjf hoven van zich, door alle middelen in hunne magt, te ver
zetten tegen de hernieuwing eener worsteling tusscben Holland en' Beigie
kortom, aan te kondigen, dat de vijf boven voortdurend waarborgen blij
ven voor het ophouden der vijandelijkheden en zicii verpligt rekenen de
hervatting daarvan niet toe te laten, uit kracht der plegtig.te verbindtenis-
»en en der belangen van hoog gcwigt die hun toebetrouwd zijn. Van deze
virj ligting Doordrongen, verklaren de plenipoieiuiarts-enoat deze bvpa-
liigeu van de vijf hoven, ten opzi0ie het ophouden dei vijauoJiijkheden
tmschen Holland en Belgle, zoodanig zijn hls Z(j hierboven uitgedrukt zijn
geworden, en stellen de twee hierbij geveegde nota's vast, om het tegen
woordig protokol aan de plenipotenriarissen van Z. M. den Koning der Ne
derlanden en aan dien van Z. M. den Konijjg der Belgen mede re deeien5
(get.) ffesiemberg, Aeumann, TalleyrandPalmet «sis,
Bulow LisvenMatuszowicz.
De beide nota's Iniden aldus:
j, 1.) De ondergeceefcende plenipotentiarissan der vijf Mogendheo'en
hebben ue eer aan de heeren plenipotentiarissen vail Zijne Majesteit den
Koning der Nederlanden mede te deelen het hier nevens gevoegd proto.
kol, hetwelk door de Londensche Conferentie is onderteekend, ten ge-
vob'o der uitwisseling van alle de acten ter ratificatie vau het tractaat van
15 Novembtr 1831.
Hnn deze mededèeling doende, nemen de ondergereekenden de vrij.
heid, hun te vragen, of zij van den Koning, hunnen doorluc'ntigen Mees
ter, de vereischte volmagcen en instrnctien ontvangen hebben, om. onder
de hoede der Londensche Conferentie, eene defininitieve transactie tus.
schen Holland en Belgie te openen en te onderteekenen. Zij bedienen
zich van deze gelegenheid om enz.
2.) De ondergeteekenden enz. hebben dê eer aan den heer p'.enipo-
teniiaris van Zijne Maj. den Koning der Belgen mede te deelen het hier
nevens gevoegd protokol, hetwelk door de Londensche Conferentie is
onderteekend geworden, ten gevolge der uitwisseling van alle de akten
ter ratificatie van het tractaat van 15 November 1831.
Hem deze mededeeling doende, haasten zij zich hem te verwittigen,
dat zij aan H. H. plenipotentiarissen van den Koning der Nederlanden
eene officiële nota hebben gezonden, met oogmerk om hun te vragen,
of zij van hnnnen doorlnchtigen Meester de vereischte volmagten en in.
strnctien hebben ontvangen, om onder de hoede der Londeosche Confe
rentie, eene definitieve transactie te opeoen en te teekeneu. Zij bedienen
zich van deze gelegenheid om enz."
Incusschen heeft zich de deputatie [waarvan wq in ons vorig nummer
gewaagden,] begeven naar het koningiijk paleis, waar zij te één uur ten
gehoc.r werd toegelaten, de heer Gerlache het adres voor las, en op het
zelve het navolgend antwoord ontving:
Mijneheeren
Ik meen regt verkregen te hebben op het vertrouwen der natieik
zal net altijd weten te regtvaardigen. Belgie weetdat ik mij aan deszeifs
bestemming heb toegewijd deszelfs belangen zijn de mijne,
lk wensch mij geluk u aan te kondigen, dat de loop der door de kamer
aangewezen onderhandelingen volkomen overeenstemt met dien, welken ik
aau mijne ministers heb voorge chréven en aan de Conferentie heb blootge
legd vóór dat ik 11 van de jongste akten mededeelingen heb gedaan.
Hec beste middel om spoedig tot eene ontwikkeling van de moeiieliik-
heden die nog bestaan te geraken, is Europa te ovettuigeDdat Beig e
ijverzuchtig op de zelf' alouden naam gebleven is, en dat het, kracht aan
voorzigtigheid parenuedes ooodig, met behulp der Voorzienigheid, des.
zelfs regten door de kracht der wapenen zal weten te ondersteunen.
Ik zie mot eene zoete voldoening, dat de kamer den toestand van hec
land begrepen beeft, en dat zij denkt, dat geen Isst, geene poging eene
natie moeten kosten, wanneer het haar bestaan en hare eer geirit; in dit
gevo.len deel ik en ik zal bevelen geven dat er zeer spsedig aan uwe
overwegingen ontwerpen van wetten worden voorgelegd, die str-kïen zul.
ien om het doel, dat de kamer zich voorstelt, te bereiken."
De Koning heeft vervolgens luidt de Emancipation eenige niet ojfleieie
woorden daarbij gevoegd. Op nienw zijne tevredenheid betuigende over
de eer.dragtige stemming der kamer, ten aanzien van de redactie van het.
adres, heeft hij voorts gezegd, dat men de zaken njet te donker moesc
inzien dat Rusland geen inzigt kon gehad hebben, om eene voortvaardeiijite
ratificatie nit te wisselen, maar veeleer eene partiele; dat, zoo wij, reels
zoo dikwijls bedrogen, nog eene laatste maal bedrogen werden, hij hec
even levendig als de kamer gevoelen zou.
De manhafte taal, ter dezer gelegenheid door Courtier en Emancipation
gevoerd, herinnert ce regt hec gezegde, waarmede eenmaal de heer van
de IVeyer dergelqk driDgen op oorlogs - verklaring beantwoordde: „Na
men bijna de zekerheid heeft, dac de vrede niet zal gestoord worden,
nu roept men mee hevigheid om oorlog; en zij, die eenige maanden vroe
ger, toen er alle kans was, dac er zou gevochten worden, van vrede en
schikkingen spraken, roepen nu het hevigste te wapen! te wapen! Dac
wij ous zeiven geljjk blijven, Mijnheeren, en laat ons door onnutte snoe
verij, die achting in het oog der volken niec verliezen, welke wij door
onzen strijd in September en door onze gematigde volharding, verworven
bebben."
Deze heer Is den 16 Mei, 's namiddagt te twee uren, te Brussel aan.
gekomen, en als oogeoblikkeljjfc daarna bij den Koning geroepen, ter bij
woning van eenen kabinetsraad, die dadelijk werd belegd. Weiken prijs
men intnsschen te hechten hebbe aan al dat et racen - geschreeuw, leert
ons het dagblad de Lynx in zijn navolgend artikel;
De krijgszuchtige vertooning Zondag avond op het plein van het paleia
geopenbaardhec patriocsch gezang dac zich denzelfdea dag en gisteren
avond nog in den schouwburg heeft doen hooren, hebben den verwachtten
uitslag niet opgeleverd de massa vat. bet Brussel* volk lt koud geoleven
bij deze versleten klanken bij deze aanbesteedde pronkerij.
Te vergeefs zou meD het patriotlimns willen verwarmen en op nieuw
de gemoederen in vlam zetten twintig maanden wreede ondervinding heb
ben ona genoeg geleerd, dat de revolutie voor ons, Belgen, niet gemaakt
isdat zij bet werk geweest ia van eenige verdwaaldenwelke de toover-
woorden roem, vrijheid, patriotismas een oogenbiik verleid hebbes; van
eenige eerzuebtigen die onzen buit ouder zich verdeeld en ons den vreem
deling hebben overgegeven.
Het volk weet thans, dat er voor hetzelve uit de revolutie niet meer
te halen is dan eene gewaande vrijheid en al te wezenlijke lasten het kan
niet meer in geestdrift ontblaken voor eene zaak die zoo schoon kon zijn
en zoo droevig geworden is; het zucht en verwacht het lot, dat men het
zelve bereidt, wel verzekerd, dat het niet ongelukkiger zijn kanen in eene
grootere diepte van vernedering dan thans kan vallen.
Onze buitenlaudsche handel vernietigd, onze industriële etablissementen
binnenlands veilamd, het onderwijs in handen der priesters, ons legerorder
de bevelen van een Franscbman, onze onafhankelijkheid aan alle volken
prijs gegeven, de Belgische naam een voorwerp van bespottiBg door ge
heel Europa geworden ziedaar ons lot I en men wil dat wij een zoodani.
gen staat van zaken zouden beminBendat wij de weldaden der revolutie
uitbazuinen het zal niet gelukken.
At de mannen van den dag mogen vrjj op eenige banken van den schouw,
burg zich digt bijeenschuiven de kommlesen gouverneurs gewordeu; de
kleine advokaien in groote administrateurs veranderdkooplieden kolonels
courantiers ministers, die gansche roofgierige bendewelke zich tot de
keel met het budgec vultral welna goed gedronken te hebbenzijne
zegezangen in eene schouwburg - zaal kutmen oitoraken maar zonder een
enkelen weerklank daar buiten te vinden zonder de natie in het geringst
de schandelijke saturnaliën toejuicht,
Niec dat het volk al zijne veerkracht verloren heefthet behoudt er
ontwijfelbaar altijd geDoeg, om zijne onderdrukkers weldra te verpletteren;
laceo wij voor ons de hoop niet opgeven."
Na ceze voltooide virniclitg z;l dan waarschijnlijk de Ridder-orde het
licht zien, waarvan het gouvernement voornemens is een ontwerp aau te