eydscii e
nsi l;
courant.
i832.
A A N D A G
^rf^.,-.-J>~?yr)i
0 A 2 JANUARI/.
,^J NEDERLANDEN.
Jln 's Gravenhage den 3! December.
Jettt Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Vrijdag den 30 December.
""«e ziccirg i' ien 11 ure geopend. Zijne Excellentie de minister ran
'vTatlien was andermaal in de vergadering tegenwoordig. Namens de com»
bliotde petitien is, bij monde van den heer Cats, rapport uitgebragt
18T verzoekschrift van zeepzieders te 's Gravenhagehoudende beden,
ge zalf"
jggen de wet op de zeep, hetwelk ter griffie zal worden gedepo-
20 1 Alvorens de discussien over het ontwerp van wet, tot vaststelling
•si tiddeleo voor de dienst van 1832 geopend zijn, werd door den heer
Tr tet ontwerp in zijo geheel, met alle de daarin gemaakte verande»
«'voorgelezen; waaruit bleek, dat in bet ontwerp nog eene bijvoe-
r 0ÜE <r'«s iagelarchr, als zijnde bij art. 4 bepaald, dat de tegenwoordige
il verbindende zijn, te rekenen van den 1 Januarij 183».
olgens hebben de beraadslagingen over het ontwerp een aanving
!D.
Fockema, welke het eersc bet woord bekwam, drong aan op
toe stand brengen van de toegezegde bezuinigingen, daar de
m du nog ruim 3 en 1 haif millioenen beneden de uitgave» ge
uren. De 20 opcenten op de grondbelasting kwam hem als een
last voor den landbouw voor, hetwelk hem evenwel niec zou
voor de wet te stemmen.
ti van Reenen zeide, dat de voorgedragene wet de eerste regel
iciele vereischten miste, doordien de uitgaven geenzins met de
iten in verband stonden. Hij gaf mede zijne vrees te kennendat
:ltn geene 44 millioenen zouden opleveren, vermits de raming van
accijnsen hem ie hoog voorKwam Door de menigvuldige veran-
welke het ontwerp ondergaan had, was de oorspronkelijke wet
[verband gerukt, en luerdoor was de onregelmatigheid, die er ras
onderscheiden belastingschuldigen bestond, nog vermeerderd. Ten
hij den wensch te kennen, dat het te kort komende op deze be
mogt worden aangevuid met een gedeelte der buitengewone oor-
loelten. Hii zou tegen de wet stemmen,
:r van Dam kwam de heffing van 20 opcenten op de hoofdsom
belasting te bezwareod voor den landbouw voor; hij werschte,
landen oer maatschappij gelijkelijk in de belastingen zouden dra-
lat ook de rentenier tn de behoeften van de schatkist mogt helpen
Met leedwezen, zeide de redenaar, had hij onlangs een der ie
Ibeidmg tusschen Holland en Belgie, noodlottig hooren noemen,
ilt de lasieii mogten wezen, die uit de scheiding zouden voort-
too beschouwde hg den grooscen last, eene hereeniging met een
[welk ons zoo laafhartiglijk had verlaten.
e heer Sandberg zou, in het belang van den landbouw, tegen de
Acmm
Desbordes vond geene zwarigheid in de vermeerdering van de
;en voor de grondbelasting in de tegenwoordige omstandigheden,
kwam het hem voor te bewijzen, dat de landman alleen door
bezwaard werd, doordien de 75 opcenten op het personeel en
centen op de patenten, een tegenovergesteld bewijs opleverden.
ior de wet stemmen.
van Sytzama zeide, dat de landbouw hier te lande niet die be
genoot, welke hij verdient. Onstaatkundig zou het wezenvol-
1 bij den tegeuwoordigen kwijnenden toestand van den landbouw,
iw te bezwaren. Toe staving van dit gevoelen, zeide de spre
waarde der landerijen, sedert bijna zestien jaren, aanmerkelijk,
jam de helft in waarde, verminderd was, gelijk bleek uit een
'notariële verkoopingen waarvan hij er sommige aan de verga-
[rlas. Met de huurwaarde der landerijen was het even eens, naar
ud, gelegen; ook legde de redenaar nog een staat over, waaruit
[de uitvoer van boter, van het jaar 1827 tot 1830. bijna met de
derd was. Indien de landbouw zich in denzelfden toestand als
pond, dan zou hij geen zwarigheid maken, voor één jaar zijne
aan het ontwerp te geven; thans zou hij Zijne Maj. verzoeken
overweging te nemen.
slet der redevoering van den heer van Sytzamawerd de heer
'ecic plotseling ongesteld en dadelijk werd er geneeskundige hulp
een geneesheer trad ïp de zaal en de zitting werd opgeschort,
op van een kwartier nurs werd zij weder geopenden hebben
Donker en Op den Hoofde wet verdedigd Door de ingevoerde
op de grondbelasting, hadden hunne aanvankelijke bedenkingen
onderwerp, hunne kracht verlooren. De vermeerdering der op-
.het personeel en de patenten, eene belasting, die genoegzaam
van Oflf
w
met» lil
epalinij
ir eenii
den lattj
alle venl
gehej
tril
atiig
eze t
leze blak
hij
et de ipf
etc.
I<jherai|
hebbendel
1 aan vooil
ren van dd
elde sptefcy
•ulteit vomtwel
CQU ELY»
fBURG-
SPANjAAÏ
tom
luitsch van
■ostutne» 1
KOF IEl
n, ch
art Radetr
ang ten zet]
e VR
tr te Rutti
t»
a S
den !»nna,i;;
l worden
Ier NegociaW
lerica.
n MalatewschW
den 18 NovH
san gifte r_
te Ley en 1 te standen der maatschappij, en niet door eenen bijzonderen stand
J.rKen' ''w310 hem drukkend voor, vooral voor den m'ddelstand.
egon*1'^"' zt>0 nlet onuitvoerlijkzou het wezen, volgen» hen,
qqN-etl p ïF!j' ,an t'eD ,taat te belasten, en ?ij wenscheen, dat de regering
HAWD T® f™,va" dergelijk een maatregel voor te dragen,
en tot bragt mede bedenkingen in bet belang van den landbouw
-1)/" zo° nadere inlichtingen van Znne Exc. den minister van
e f. H E Lr;c,!Tten' t®n e'°de zijne stem te bepalen,
leze Stad®at jd J°v&' srrak in deuzelfden geest, sis de heeren Desbordes,
1 andkaartMt 1M> Htof. Tot beantwoording aan een der vorige sprekers,
I adatsfels" 1U? 0e land-provii'cien door de vermeerdering der opcenteD op
;..,a?ens,'e gedrukt werden, «mwoorde de redenaar, dat alleen de
paarden en Rolland,
,'riecb: w
<UV
,4 millioeren in de grondbelasting betaalde, waaronder
orévn |l|een f 1,300.000.
k 'A 6,1 'lee^1 n0R zo° vee' bezwaar in de 20 opcenten op de
gevonden, dat hij heeft verkiaard, de wet uit dien hoofde
v'®en aannemen.
Aukt bi'
Hemert zou mede voor de wet stemmen, ofschoon
zich
DZ1L8 verbonden achtende, de speciale wet op de zeep goed
^el4ct t
[eren van Nagelt en Lemker hebben de wet, uit hoofde van het
f 'doeiastingbestreden en zouden tegen de wet stem men.
neeft verzekerd, dat de eqmpa^ie van Zijner Majs. schip
set Zeeuw, dezer dagen, een som van 9 duizend guldens vóór
P bijceugebragt, en gemeend, dat een ieder dit voor
heeici nchoorde e volgen, en zich niet teveel verdiepen in berekeningen^
wanneer offer? oor het Vaderland opgebragt moesten worden.
D? heer Wartn zeide, dat hij, naar den raad van den heer Fretszon»
der in berekeningen te treden, voor de wet zon stemmen.
Te 4 ure is de vergadering gescheiden en geadjourneerd totdes avonds ce7nreo
Gecontinueerde Avond Zittingvan Vrijdag den 30 December
In déze gecontinueerde zitting zijn, bij monde van de heeren van Hemert
en Catsnamens de commissie tot de petitien, eenige rapporten uitgebragt
op verzoekschriften betrekkelijk de accijns-wetten welke rapporten ter
griffie zullen worden gedeponeerd. Vervolgens zijn de beraadslagingen over
de wet der middelen ter dekking der uitgaven voortgezet.
De heer van Swinderen zou nadere inlichtingen afwachtenten einde
zijne stem te bepalen. De bedenkingen tegen de wet kwamen hem zeer
gewigtig vo >r doch hij vreesde, dat eene verwerping hoogst nadeel:ge
gevolgen zou hebben daar de tijd tot hec in werking brengen derzelve
nier gedoogde dat de regering eene nieuwe verbeterde redactie voordroeg.
De neer van Nes verlangdedat er een meer doelmatig stelsel van finan
cien werd ingevoerd. Omtrent de coegezegde bezuinigingen gaf de rede
naar zijnen wensch te kennen dat dezeiven spoedig mogten worden coc
stand gebragtdoch dat zij tevensdaar worden toegepast wnar het behoort.
Vooral kwam het hem ondoelmatig voor, op het Hooger Onderwijswaar
onder de Hooge Scholen behooren de bezuinigingen toe te passen. Aan
hec booger onderwijs en aan het onderwijs in het algemeen had men den
goeden, voorcreffelijken geest, welke thans geheel Nederland bezielt, en
oe gehechtheid aan de tegenwoordige orde van zaken, te dankeu. Hij zou
voor de wet stemmen.
De heer van Tuyll van Coelhorst9 heeft zich kortelijk voor de wet ver
klaard, en de heer van Sytzama heeft zfin in de octuend-Zitting uitge
bragt advies, nader toegelicht.
Zijne Exc. de minister van financien hec woord, tot verdediging van de
wet, opgevat hebbende, zeide hoofdzakelijk, dat bij, als minister des
Koning;?gezworen had de belangen van het gebeeie vaderland te handha
ven met ter zijde stelling van alle gewestelijke stedelijke bijzondere
en plaatselijke belangen. In ondërzoek te treden of de eene staüd Doven
den anderen bevoordeeld wordtachte hij dus niet raadzaam en hec zwij
gen daarover kwam hem als pi gt voor. Indien de inkomsten der begroo
ting niet in evenredigheid met de uitgaven waren zeide Z. Exc.kon,
zulks niet aan de regering geweten worden, daar bij de oorspronkelijke
voordiagt het cijfer der uitgaven op 48 millioen, en het cijfer der ont
vangsten tevens op 48 millioen gebragt was, en dat hec dus, uic inschik
kelijkheid voor de kamer, is geweest, dat het cijfer der inkomstenbenevens
dat der uitgaven voor eerst blijven zal. Ook behoorde men niec uic te,
gaan van de veronderstelli-g dai de op gisteren aangenomen wet op de
verdeeling der hoofdsom van de grondbelasting welke met deze wet fn
verband stond, bij de Eerste kamer der Staten-Generaal zou worden ver
worpen. Indien tegen alle waarschijnlijkheid die wet bij de Eerste kamer
vei worpen werd, dan zou de regering bij zulk een on verhoopten uitslag
eene nieuwe voordragt doen, waarop de regtvaardigheid geenzins zou wor
den gekwetst. Ten slotte drong er Z. Exc. ten sterkste op aandac de
kamer met ter zijde stelling van alie bijzondere gevoelens slechcs enkel
het belang vin hec vaderland voor oogen zou houden en de wet aan
nemen daar bij eene verwerping derzelve verwarring voor de deur stond.
Nadat de heer van Dam verkiaard had, zich met de wet te kunnen ver-
eenigco, is men tot de stemming overgegaan. Van de 48 tegenwoordig
zijnde leden, hebben zich 35 voor en 13 tegen de wet verklaard. De
mmderheid bestond uit de heeren van ReenenHofstedede la Court, van
Nagellvan Randwyck LemkerLuyben SypkensSandberg Gockinga
van Sytzamavan Meeuwen en fngenkousz
De voorzitter verklaarde vervolgens de discussien over hec oncwero "in
wet, toe verbetering van. den accijns op hec zouc geopend. De griffier
las het ontwerp in zijn geheel voor, waaruit bleek, dac dezelve nog eene
verandering had ondergaan bestaande daarin, dat dezelve op den 15 Januarij
in plaats van op den eersten januarij, in werking zal worden geb'agc. De
lieer Byleveld verlangde, dat de beraadslagingen over de accijns - wetten toe
morgen mogten worden uitgesteld daar dezelve nu nog veranderingen had
den ondergaan en het een onamgenamen indruk re weeg bragt de zaken met
zoo veel overhaasting af te doen. De beer van Reetien ondersteunde het
gezegde van den heer Byleveldterwul de heer de jonge zeide dac hec
piet ontijdig was nu een wet te behandelen- welke reeds onderscheidene,
weken m deliberatie was, te meer, daar de veranderingen, welke de wet
heeft ondergaan slechts in eeue kleinigheid bestond. De heer Byleveld
zeide, dat de ondervinding geleerd had, boe veel verwarring er uuo.er-
haastiug kon voortspruiten.
De voorzitter merkte aan datbij hec uitbrengen van het rapport der
centrale afdeeling mee eenparige goedkeuiing besloten was de discus-ieo
over de accijns - wetcen te openen, dadelijk na den aflo-m der wer <->p de
middelen; dat deze nu als het ware, volgens het regiemeit, aan de orde
van aen dag was gestelden dac hij, als voorzitter, het leg-emenc van orde
behoorde te handnaven.
De heeren van Reen n en Byleveld hebben zich tegen de wet op het zouc
verk'aard. Eerstgenoemde vond gee .e verbetering in het on w rp het
welk tot vele onregelmatigheden aanleiding geven. De heer By'evèld zé'de
dac net voorgedragen stelsel op de accijns - wenen ailerverdet! ij«*c was,
tn dat de ondervinding geleerd had, dat dit stelsel niec aan het oogmerk
voldeed; dac het de sluikerijen zou aanmoedigen eo tot merkelijk nadeel van
de ingezetenen en van de schatkist zou suekiten. Hii zou dus tegen alle
de accijus- wetten stemmen. Z. Exc. de minister van financiën zeide h >ofd-
zakeliikdac de voorgedragene verbeteringen door de oadet vinding nood*
zaxelijk waren bevonden, en dat daardoor de smokkel - handel met kracht
zou worden tegen gegaan. Het ontwerp in omvraag gebragt jzijndeis met
eene meerderheid van 46 tegen 2 stemmen, Q die ven de heeren van Reenen
en Byleveldaangenomen.
De beraadslagingen over de wet op de suiker zijn vervolgens geopend.
De heer Boddaert zeide, dac de treurige toestand van de bezitrers van ko
loniën en van suiker - plantasdjen opbeuring behoefde, en dat hij hoopte,
dat de regering, overtuigd van het groot belang, dat het moederland in hec
bezit der koloniën heelt, daartoe krachtdadig zou medewerken.
De heer Frets zeide dac door deze wet aan hec verlangen van vele suiker®
raflinadeurs wordt voldaan, en hij dus voor de wet zou siémiuèn.