een der afdeelingen, elk der reeds vroeger aangeboden acciins-weuen in een aftonderlijk omwerp heeft gesplist. Verzonden naar de afdeelingen van de maand Oc ober Eenige ingekomene verzoekschriften zijn naar de commissie int de petitiën verzonden waarna, bu monde van den heer grifficier, namens de centrale afdeeling, rapport is uitgebragc over het ontwerp van wettot vaststelling der begrooting van staats-uitgaven over-183». Uit dit rapport, hetwelk zeer wijdloopig ble it, dat een aantal leden, bjj de reeds vroeger geanaakte bedenkingen bleven volharden. Besloten d" rapport te doen dmkkeu en ronddeelen en de discussie te be palen op aanstaanden Donderdag ten 10 ure. De heer van Dam van hselt verzocht den voorzitter dat hij aan Zijne Exc. den minister van financiën zou verzoeken eeue opgaaf van de pennoenen en wactugel- denwelke aan feelgische ambtenaren zijn toegekend; de voorzitcer zeide, dat hij aan het verzoek van den heer van Dam van hielt zou voldoen. Namens de commissie tot de pet'tlenzijn, v'er eens, bij monae van de heeren Cats, de !a Court, va» Zinderen, ran Hemert en van der Gronden jgporwn uiteebragt op eenige verzoekschriften, betreftende ae in overweging Zijnde accijns-wecten, welke rapporten zuilen worden gedrukt en rondgedeeld. De heer van Sytzama vroeg, wat er van een ver zoekschnft, uit de provincie Groningen, gewo den was, hetwelk in de maand junij U. X heer en daaromtrent nog geen verslag was gedaan De heer van Kernen, medelid der comm.ss e tot «chrifcen, gedurende de vorige zitting, antwoor hierop, dar er geen mogelijkheid geweest ia, omtre dit verzoekschrift verslag te doendaar de kamer zich destijds met belangrijke mededeelingen had bezig gehou. den. Hjj voegde er tevens bij, dat dit verzoekschrift, met' voorkennis van den toenmaligen voorzitter, ter griffie is nedergelegd. De heer van Sytzama zeide, dat noch de commissie tot de petitien, noch de voor. zitter de bevoegdheid had, om, zonder voorkennis van de kamer, omtrent een verzoekschrift, een besluit te nemen; dat zoodoende, het artikel der grondwet, met betresking tot de petitien, geheel buiten werking zou worden gesteld; hy stelde derhalae voor. alnog rap port uit te brengen op verzoekschriften waaromtrent nog geen verslag was gedaan. De heeren IVarinDyk- meester en van Dam van Isselt vereenigde zich met het gevoelen van den heer van SytzamaDe heer tvarin zeide, dat, indieu er op het laatst eener zitting geen nja overbleef, om rapporten uu ie mengeni dan welvoegelijk zou knnnen geschieden bij den aan vang eener volgende zitting, hetwelk hij zich herin nerde, dat eens te Brussel had plaats gehad. De beer Bee/aerts was van oordeel, dat het zonder doel zots wezen, rapporten uit te brengen op verzoekschriften van vorige zittingen, welke niet meer in verband ston den met bij de kamer aanhangige ontwerpen. De voorzitter merkte aan, dat het niet met bet reglement van order overeenkwam, te beraadslagen over zaken, welke niet aan de orde van den dag wrreo, doch dat de heer van Sytzama ie bevoegdheid had, deswege, een voorstel, in den gebruikelijken vorm te doen. Waarna de vergadering is gescheiden en gead/ourneerd tot Donderdag ten 10 nre. {.tiet Ptrvolg op de vtlgtr.de tladkj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1831 | | pagina 1