3 .iZ egt men i dec. i naar be- kun. jeeQ J zie» i bij >eeld :n te mate 1830. ,EYDSCHE V R JJ D A G K sr. ti2. •v 0} 2--a -C SJ C O -a 4» 'S cj» ci COURANT. DEN 17 SEPTEMBER, 2 2"S «**52 N .2i R> «J "5 :g>°. k N O öxi^Ü Si i2- i' 5 rj c^| «i cu T3 s a> -o !5 -c 5 r? '3 :=>■- trs "j u, §2 S t=ü Sf 4 ;|Ses - g ea ENNISGEVING. "de- JURGEMEESTER EN WETHOUDERS der STAD ™en 5 LEYDEN brengen bij dezen, ingevolge eene op jen ontvangen circulaire missive van Mijnbeer den latsraadGouverneur van Zuid-Hollandvan den I4den zer maand, ter kennis van degenen, die zulks zonde igen aangaan, dat Zijne Maj.bij besluit van den pden 'iptember dezes jaars, N°. 79, den last heeft gegeven If L i.„> noncr-EoflTpn «an ir\nè\on\cr ere»ral o-perhilrrp treK® ar, niet der ide I1 t bet aanschaffen van zoodanig getal geschikte trek- 1arden en rijpaarden, als voor den dienst der korpsen ,enl" tillerie en het bataillon artillerie-transporttrein noodig cai',ijn, en zulks binnen den kortstmogelijken tijd, bij 'en,fijwillige afstand der eigenaren, onder keuring van meDeëedigde deskundigen door de respective Heeren Gou- eVaeurs te benoemen, ten overstaan van daartoe door wa"et departement van oorlog te bestemmen officieren, tegen dadelijke betaling van wege dat departement. "er" Dat het getal der alzoo te leveren paarden voor ~'l!l aid-Holland is bepaald op één honderd en vier (.104) ™e*pkpaarden en tien (10) rijpaarden. 1 Dat voorts degenen, welke tot het leveren van ^e'tn gedeelte in het opgegeveu aantal rijpaarden, ten T'j'leaste van het Rijk mogte genegen zijn, zich tot dat e bde met hunne paarden tusschen den so en 25 dezer ulr"iard alhier ter Stede aan een der stallen aan het einde 'e"!rode Doelensteeg, kunnen, aanmelden of te Gorin- ter plaats hun door het hoofd van het Plaatselijk 5ciatisttrar aldaar aan te wijzen. Zullende onder leiding wt'l toezigt der hoofden van het Plaatselijk Bestuur dezer !®e'isd of van-Goriachem, naar gelang de paarden alhier tefaldaar zijn aangegeven, de taxatie en provisionele ?enpop derzelve behoudens de keuring der bovenbedoelde iücieren plaats hebben en vervolgens, door de zorg 'sein den Heer Gouverneur van Zuid - Holland op de 1 a'iDEH)KE betaling Worden order gesteld. iter En, ten einde ieder belanghebbende zoude weten, "S'jelke de voorname vereischten van de paarden voor de "[tillerie zijn. zoo wordt alhier ter kennis van dezelve .'""pbrsgt een extract uit de gewone conditiën van aanbeste- van rij- en trekpaarden voor het wapen der artillerie. De paarden zullen niet jonger daq vier jarenof acht j'n veertig maandennoch ouder dan zes jarenen dus .weden de twee en zeventig maanden moeten zijn. ',e' De rijpaarden zullen niet kleiner dan een el vijf pal len een duim vijf strepen, en niet grooter dan een el [ol:ijf palmen drie duim vijf strepende trekpaarden niet a3'llemer dan een el vijf palmen vier duimen en niet le"jooter dan een el zes palmen mogen zijn alles geme- onder een galg, van den kant van het ijzer der '""'oorhoeftot op het midden van den schoft. De paarden moeten zijn ruinen of merrienlangstaarten (oorts bruinen vossen of zwarten geene bont-witte znl- aangenomen wordeneveneens geene klophengsten, 'e' De paarden moeten zijn wel gevormd, geëvenredigd hunne deelen en sterkmet eeneB uitgebouwden choft, breede borst, vier goede beenen vrij van spar en en gallen hooge en harde hoeven kort gekoot oed van gezigt en zonder eenig gebrek aan de oogen, irtibende vooral eenen goeden adem en geschikt zijnde .oor de dienstwaartoe zij bestemd zijn. Legden, den 16 September 1830, Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. dg. ME Y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. Df PU I. F R A N K R IJ K. Pakjjs den 12 September. In de kamer der Afge vaardigden Is gisteren ontvangen eene boodschap van de kamer der Pairs ter begeleiding van het bij haar aan- üenomene ontwerp van wet ter afschaffing van die tegen - de Heiligschennis. Daar er bij de kamer reeds eene kommissie benoemd waster zake van een dergelijk voorstel, door den heer Thouvenel gedaanontstond er eenig beraad hoe in deze aangelegenheid te handelen. De heer Dupin bragt daaromtrent het navolgend begrip "tit: „Het is niet de eenzelvigheid der voorwerpen, die in de ontwerpen van wet behandeld worden waarop men letten moetmaar op de hoedanigheden der per* ".sonen, van wien die voorstellen komen. Het regt door onzen waardigen ambtgenoot, den heer Thouvenel •uitgeoefend, is een persoonlijk regt: indien gij over •dezelfde stoffe een verzoekschrift ontvingt, hetwelk 1 veeleer een bijzonder regtdan een constitutioneel regt iszondt gij niets anders doen dan het naar de reeds bestaande kommissie te verzenden. Maar hier geldt het 'I een constitutioneel regt door de kamer der Pairs uitge- 1 oefend. Vergeet niet, dat, volgens eene der wijzingen In het charter gemaaktelk der drie takken der wet gevende magt het regt van iniatief heeft. Van welken kant dat initiatief moge uitgaan, in alle gevallen moet men op dezelfde wijze handelen en het ontwerp in de bnreaux zenden. Het is alzoo onvermijdelijkdat men het ontwerp van wet in de bnreaux zende en eene bij zondere kommissie benoemen." De kamer verzendt eenvoudig weg bet ontwerp van wet in de bureaux. De heer Constant leest een ontwerp van wet voor 'er vrije beoefening van de drukkunsten zal hetzelve aanstaanden Vrjjdag nader ontwikkelen. Een ontwerp van wet betrekkelijk nationale beloöningén ahn hooge burgerlijke of militaire ambtenaren teverleenen, endoor den heer Boissj dlAnglasmet eenige verandering in de redactie voorgelezen, zal nader in de bureaux wor den verzonden. Wijders gaat de kamer over tot het aanhooren van rapporten over ingekomene verzoekschriften. - Te dien opzigten schijnt zij zich ten regel te hebben gemaakt om alle verzoekschriften, waarin meer werkzame ijver, dan diep door denkend oordeel doorstraalt, wanneer zij eenige nuttige inzigten bevattenop het bureau ter inlichting neder re leggen; om op die van her. zenscbimmige plannemakersen van onbescheidene woelzieken, welke maatregelen inroepen, strijdig met de wettelijke inrigtingentot de dagorde over te gaan; om, eindelijkdegene, die bijzondere be langen betreffen, en bevonden worden, op regt en billijkheid te zijn gegrond, naar den minister te zen den tot wiens adminiscratie het voorwerp behoort. Zoo handelde, bij voorbeeld, de kamer omtrent een aantal lieden, die beweren, aanmerkelijke sommen te vorderen te hebben van de laatste Koningen Lode- wijk XVIII. en Karei X.wegens geldleeningen aan de Prinsen ten tijde van derzelver uitwijking gedaan en 1°. verzoekende rnsschenkomst der kamer, om hun de voldoening hunner schuldvorderingen te helpen erlan gen 20. den heer de Pillelevoormaligen minister van Financienbeschuldigen van hoog verraad tegen de kroon. Op het tweede gedeelte van het verzoekschrift gaat zij over tot de orde van dén dag en verzendt het eerste gedeelte naar den minister van Finantien. In dien zin besliste zij op een verzoek van twee kleurlingen van Martinique, ten einde de heeren graaf de Peyronnetde Chabrol en de Clermont - Tonnerre mogten worden in regten betrokkenter zake van mis bruik van magt, en aanslagen door deze voormalige mi nisters gedaan op hnnne personen, op hun leven en op hunne eer. Te weten: De heeren FabienBissette en Kolneysdrie zooge naamde kleurlingen van Martiniquebeschuldigd van te hébben gelezen of laten lezen een klein geschrifthet. welk te Parijs vrijelijk in druk verschenen was, over den staat der kleurlingen van Martinique, werden uit dien hoofde veroordeeld tot het te pronk staan het brandmerk en verder levenslang naar de galeijen. Men weigerde hunne voorziening in hooger beroep aan te nemenhec verschrikkelijk vonnis werd ten uitvoer gelegd en de drie veroordeelden naar het slavenhuis te Brest gezonden. Twee advokaren van het hof van cassatie, de heeren Damherten Chauveau - Lagarde legden, in hunnen naam, een rekwest over in cassatie. De ministers weigerdenonder verschillende voorwend selen, dat rekwest aan te nemen. De gevangenis der drie kleurlingen duurde twee en twintig maanden lang. Eindelijk werd de zaak voor het hof van cassatie ge- bragt: het erkende het regt om zich in lijfstraffelijke zaken in cassatie te voorzien. Het vonnis van het koninglijke gerigtshof van Martinique werd verbroken, en de zaak voor het hof van Guadeloupe gebragt. De heeren Fabien Bissette werden geheel vrijgesproken. De heer Vobieys alleen werd, niet meer tot eene verschrikkelijke en onteerende strafmaar tot de eenvoudige verwijzing: uic de koloniën veroordeeld. De heeren Fabien en Bissette hadden thans te vergeefs herstel van het gele- dene ongelijk gevraagd. De regtbanken hadden zich onbevoegd verklaard en de staatsraad geweigerd om de vereischte bevoegdheid ter vervolging in regten te verleenen. In deze omscaDdlgheden wendden de ver zoekers zich tot de kamers. De conclusie der kommissie tot onderzoek luidde aldus: Het is ongecwijfelt te betreurendat de wet geving de wijze' der ministeriele verantwoordelijkheid nóg niet geregeld hebbe. Deze weldaad is ons beloofd. Er zijn dus geene termen om het gedaan verzoek aan te nemen maar daar het verzoekschrift gewigtige be. wijzen bevat over de ministeriele verantwoordelijkheid en de misbruiken van het koloniaal bestuurstelt u de kommissie voor, om hetzelve naar de ministers van justitie en marine te verzendenen op het bureau ter inlichting neder te leggen." De heer de Laborden roeg, dat het buitendien zoude verzonden worden naar de kommissiebelast om een rapport uit te breDgen over het in staat van beschuldiging stellen der voormalige ministers. Nadat de daadzaken, bij bedaarde beraadslagingge noegzaam waren uiteen gezetvoegt zich de kamer met de conclusie der kommissie en besluit buitendien, dac het verzoekschrift, voor zoo veel den graaf de R> sj F h g-S.E.2^ g«is. .0 Z t- *4 F (I jj O) c •O S P >-0 5J n N E O U O» - a>**ai«c!Q_u.<Ds; -0 a> a> w 11S gp-O c -O (SC w n az en tu -O <5> 8S •I S S IS L§ C S-H 2 C. N -a (L> 1/0 co a S O W R> O -a vT c <d a xi a.- TE fc. «J S .E W)T3 -a G -a M Cj T3 ^"3 hfl aj o J-. - e s u bX) w> v a. go <d *- o 0 2. R> O o .5 v. bjj 1 a bc v 5 a r f-'p,hfï: aj o h b! 11 8 S Ü^-0 7* u RJ o it "O V. 'O «■ëSgï SPS-O-a a> a £2 hn F T3 J C <L» --<5"" y .ft - U U M u '2 g -B S O z g &IS3 2 "NT, C tü E E1-1 flj en «f J;'« n »2 5 a'Ej.S G g C»- L IU N CUSi"0 dj.tu ooj k-o S S> ■»ë»5 g e B q a u ï.ï»s?a ■uja uc >b! o soc-j a - u 2c .S>Mgj><u£S. .Q-a-EïC &#Qi RJ 5^ G R* u (Dr "O o UI S nrM -o - O) O -Q SJ g e 5 2 dj o, T3 - 2 a", W c 2 e .S o o G B «3 0 N T3 - l- -ke 5 e i a> 5 'a' 6 JZ "O n T di bi W oei (u V N ti .s J2 70 w fej 2?-S J2 2 tl c> ij 2 C- 'r* .2 c c G :G~- a kj. OJ ju .G o •""■"••I032ÏS5ÏG* bn'S4" -a - '-o -2 5 a *-* aj c B. o S "S N c -hi N S - R> c -B 'o y it S - <D 41 ^3 M S b o fcX. b£ bÓ «J 1 oj "O z. iJ3 m Kr 3 1 fe b£ «-•' !S o O dj li OJ c U 8J B *§- o IbÜÏS I s s S g K I) U m 'c G su »-• c O a> *-» o ir, - Sc a trr ad o w ET3 M u, 2 .p iff O q al 8=8 «S..- g!ï-aS3S Jj M M S QW.AJ fT. w tu 1* CJ R> C »-» S "G. cL ~0 at ïj qj a> .EJ .IS» S 0 SR5Ï s-v 5 c 11 .Ssls8fc§^-sS 1-EggS. - S^.ÜO>L,°<u RJ "O X O r— 2 m hfl -3-"^ ■Xi c O :g» RJ s 3 jq «D -a g o v O-O u i ju a> aj - oj c 1 u o a S ÏS-D S' --a E 1^2"° a> ■a 1 <U G 2 Ejp o a •~>2ScSra9CJ«,-*CL,caJaj<y g o o.n S«rG> o a feu p« B -a 2i wj c »- S bil Sa a c <u «u «U CJ <V b? *T-S C r» ÏSSë°0.lll?» O» C "qj •'«libDijTj'biia»^, >n P 5 - SS. 6o" s Sd .5» 2 2 2 S o .2 S 9 °?,sS> I s E S n* Sü o S I ijë I 8 «I - i'a^->'aSS'S l S-2 g.= 9»gs j bOiO - C aj R» 2 O w 'Z -G Cï bp SSS.S P cd«i N s E-R <u s <v a b£ "G OaX <D 5 00 Jë -o B B S 'n •s-° g si S^S-SPS Peyronnetvan verachtingswaardig aandenken betreft, a b:=.'E S;j-S*S'c""" ««J, 7,1 Mr.rniSaii worden naar de kommissie ter o 0 S B->oecS,o MÏ.S 8-ë 2 E S-SP-S «.s «3 s O "2 !-« f-i M ce m sj L_» mede zil verzoDden beschuldiging. [Hoe ontzaggelijk geducht toont zich, bij het tezen van dergelijke feiten, de ministeriele invloed, op alles wat den beschaafden raensch niet minder dierbaar is, dan den minst bedrevenen in den staat der ruwe natuur; en hoezeer ligt er dan niet eene beschaafde natie aan gelegen, vertrouwen te kunnen stellen op de mannen, ter wier bescheidenheid goed, lijf, leven en eer der burgers en hunne geslachten is overgegeven Hoe on misbaar is dat vertrouwen niet voor de openbare rust? Vervolg op de» kant va» deze blad*.) B *- C ai "TG qj a> ia u a> <u gp o -tJ bp R> irt "'«J n C J3 P *-» jQ .2 R> 1 5g5SS6B.sSfSSSaSo^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1830 | | pagina 1