5 5-1 w r, en In de bouwkundige Tbekbnkunds, aan .7. A. yel lekoop, P. van Hoorn, A. J. Trap, J. S. Rienks, G. H. Bcrtrand, J. Maryt en P. G. Houthuysen. Van vele anderen, daaronder pok die, welke op de onderschei dene scholen tot hogere klassen bevorderd Zijn gewor- den, werd met lof melding gemaakt. De drie medaillesjaarlijks door Zijne Maj. den Koning, als Beschermheer dezes GenootsChaps, san hetzelve toegestaanzijn door de navolgende aankweê- kelingen behaald, te weten: De groote medaille, vóór eene bouwkundige tee- kening naar eigen idee, door H. J. van Dtoremaalen, en het accessitbestaande in een Exemplaar van de Vignola der Ambachtslieden, door J. Laverman. In hetzelve bouwkundige vak, is de kleine medaille, Voor de best gecopieerde teekening toegezegd, behaald door J,TV. Schaap, en het accessit, zijnde een Ekem- plaar van van Stratenover de bouwkunde, door J. J, van Dooremaaier,. De andere kleine Medaille, voor eene teekening naar het Plijsterbeeldis toegewezen aan IV. Staferre, en het accessit op dezelve, bestaande in een zilveren Teekenpen, aan ff. Ringeling. De dankbetuigingen door de Jongelingen M. P. Chris- paaneC. C. Brul, P. IV. Bevel, F. Mol/es, G. J. van Mantgcm en ff. J. van Dooremaaien, zoo voor zich als uit naam hunner Mede-leerlingen uitgesproken, zijn met genoegen aangeboord. Aan de assistent-onderwijzers C. S. Bevel, .7. Mon tague, IV. TVolters en J. H. N. Desquienszijn mede prijsbelooningen tot aanmoediging ter hand gesteld, terwijl in die rang van assistent-onderwijzers nog zijn bevorderd gewordende aankweekelingen J. Laverman én D. L. Broer, de eerste in de Bouwkunde, de laatste In de Handteekenkunde. Hartelijk was de deelneming der tegenwoordig zijnde menigte, in deze eenvoudige plegtigheid, vooral toen 'de spreker gedachtig was aan het verlies, hetwelk deze Inrigting onlangs géleoen heeft, door het afsterven van een harer medebestuurderenden Heer J. Valk, die in de kracht zijns levens, aan zijne betrekkingen, aan zijn uitgebreiden werkkring, én ook aan dit Ge nootschap, door oen dood is ontrukt; vroeger Was hij als aankweekeling, een voorbeeld voor zijne medeleer lingen, en in zijne gevorderde leeftijd, een ijverig behartiger en voorstander dezer Maatschappij, welkers nut hij, bij eigen ondervinding, hoogschattede. Lang bloeije dit Genootschap tot heil van Leydens Jonge lingschap, vooral ter aankweeking van bekwame Hand werkslieden, en de deelneming tot deszelfs instandhou ding worde bij Leydens Ingezetenen meer en meer algemeen. MENGELINGEN. eenige historische bijzónderheden betrek kelijk de verlossing van het HEILIGE GRAF. C Vervolg. 3 Deze uitwendige overwinningen werden meer dan óverwogen door innerlijke onheilen, Tweedragt heersch- te tusschen de Vorstenen zelfs stonden zij het volk bij in roof en diefstal. Geen openbare regts- pleging hield de bijzondere misdaden in toom en de wil van ieder was zijne wet. De hitte van het jaar getijde de menigte lijken, en de algemeene losbandig heid van het leger, bragten eene pestziekte te weeg, welke hare verwoestingen met zulk eene woede ver spreidde dat door dezelve binnen weinige maanden meer dan honderd duizend man stierven. Een troep van vijftien honderd moedige en wel gewapende Ger- maansche Ruiters, sedert kort aan de haven van St. Simeon binnengekomen, was na verloop van weinige dagen vernield. De Kruisvaarders beklaagden zich dat zij niet dadelijk naar Jeruzalem waren geleid na den val van Antiochietoen, zoo als gezegd werd, de roem der Christenen door geheel het Oosten had we- dergalmd en hunne togc ongehinderd zoude zijn ge weest. Maar Gods geboden waren niet gehoorzaamd geworden en bij strafte nu zijn volk voor hunne ach teloosheid. Van allé de slagtoifers der alles verwoes- tende pest, werd niemand zoo diep betreurd ais Adhe- mor van Puy. Het volk begroef zijnen vader en be schermer op de plaats waar de heilige lans ontdekt was geworden. De dood van den Legaat werd aan den Paus bekend gemaakt. De bevelhebbers smeekten op nieuw bun geestelijk opperhoofd door wiens aanmoe diging zij het kruis hadden aangenomenom tot hen te komen en het werk te voleindigen, hetwelk zij be gonnen hadden. St. Petrus had Antiochie tot de eerste Christen-stad verheven, en het was behoorlijkdat zijn opvolger in zijne Hoofdkerk zoude zittentot herstel der vorige deugd en verbanning van alle ketterij. Terwijl de boodschappers door Azie en Europa trok kenvervolgde de plaag hare verwoestingen te Antio chie, en Godfried, met de Lotharingers, begaf zich naar het grondgebied van Edessaen Hield zijn verblijf te Purbessel. Hier konde hij rust en vrede gevonden hebbenmaar hij was zijnen broeder dankbaar voor zijne herbergzaamheiden bevocht daarentegen met goed gevolg zijne Turksche naburen. De graaf van Toulouse, ten einde de krijgskundige bekwaamheden Eijner soldaten in werking te houdenbelegerde de rijke stad Albaraop den Oostelijken oever van den Orontes, twee dagen reizens ten Zuiden van Antio. Chien. Albara werd stormenderhand ingenomen en de Christenen toonden hunne woede jegens het ongeloof, door het vermoorden der Turkenen voldeden aan hunne regtzinnigheid door het bouwen van eene Latijnsche Kerk en het aanstellen van eenen Latijnschen Bisschop, De baatzucht van Baidevynen de voorzigtigheid of versaagdheid der Graven van Vermandois en Char- tres. bad de overeenstemming van raad en daad tusschen de Vorsten der kruisvaart verbroken. De eerzucht van Bohemond en Raymond wa» even zeer nadeelig voor de algemeene belangen. De Graaf van Toulouse wilde hiel toegeven In zijne tegenkanting omtrent de eischen van den Italiaan, wegers het opperbeheer van Antio chie, maar maakte zich zelfs gewapenderhand mees ter van dé poorten der brug en nabij gelegene torens. De twist tusschen deze opperhoofden werd heviger, toen het jaargetijde aankwam hetwelk bestemd was tot het vertrek van het leger naar Jeruzalem. De andere bevelhebbers stelden zich in het midden en verschei dene malen werd dit onderwerp behandeldzelfs in de kerk en voor het altaar van St. Petrus. De standvastig heid en list van Raymond behield de overhand. Zijné baatzucht, onder den dekmantel van eer en godsdienst verbergende, gaf hij voor, dat, indien hij toegaf aan het verlangen van Bohemondhij strijdig zoude handelen met dén geest zijner heloftè van vriendschap met den Keizermaar dac onderworpen aan de Keizerlijke reg- tén hij de zaak door Godfried en dé overigenna de inneming van Jerusalemwilde laten beslissen. Hij was van gevoelen, dat Bohemond hem naar de Heilige Stad moest vergezellen. Deze redelijke voorslagen droegen de goedkeuring der regters weg, en de openbare stem ver klaarde zich ten voordeele van het uitstel van beslissing. November kwam: het-volk, meer godsdienstig dan baatzuchtig, verlangde vurig naar de bereiking van het doel zijner pelgrims reis. De bevelhebbers en zelfs de Hertog van Lotharingen wikkelden hetzelve echter in nieuwe afgelegene oorlogenen cracntien de Stad Marra te overvallen. Maar het vertrouwen op hunne magt ging hunne voorzigtigheid te bovenen hunne aanvallen onderscheidden zich eerder door moed dan door vernufc. Hunne stormladders waren te weinig in getalen de vijanden wisten handig hunne werken door buitengewoon zware steenen, en het Grieksche vuur, te vernielen. Geene ondervinding konden de Christenen leeren; hunne rampen van hongersnood had den het toppunc hunner ellende uitgemaakt, en echter bevonden zij zich bij het beleg van Marra wederom zonder voorraad van levensmiddelen. Weldra vonden zij zich wederom genoodzaakt tot honden - vleesch en menscheüjke lijken hunnen toévlugt te nemen. Zij bra ken de Turksche grafkelders open; voor geld sneden zij de buiken der dooden open, maakten vervolgens de stukken vleesch gereed en aten dezelve Hec beleg had moéten worden opgebroken indien Bohemond geene nieuwe hulp had aangevoerd. De wanhopige woescelingen beklommen de mnren op verschillende plaatsen, en de Stad werd ingenomen. Hunne wreedheid kon door geene overwinning, zonder bloedvergiecmg bevredigd wor den: mcord en geene genade kenmerkte hunne zege praal. De nacht stuitte, maar maakte geen einde aan hun bloedig werk want den volgenden dig gebruikten zij hunne zwaarden met zulk eene overlegde wreed heid dat zelfs de afgelegenste wijken der Stad met lijKen opgevuld waren. Een groot gedeelte der inwo ners maakte zich schuldig aan zelfmoordten ei: de aan de handen der vijanden te ontsnappen maar de slagtcffers zoo wel van woede als van wanhoop, werden door de overwinnaars verscheurd en verslonden. Eenige rijke burgers hadden eene belofte van veilig heid van Bohemond verworvendoor zijne gierigheid op te wekkenmaar toen strpomen bloeds door de straten vlotengebood de trouwelooze bevelhebber dac zijne gevangeneh voor hem moesten worden ge- bragt. De sterken en schoonen werden voor de slaven markt te Antiochien bewaard maar de ouden en zie- kelijken werden geslagt op het altaar dér Wreedheid. Het was het verlangen van Raymond, dac Marra een gedeelte van het Bisdom Albara zoude uitmaken: maar Bohemond weigerde die gedeelten der stad af te staan welke hij overwonnen had, ten zij, dat zijn krijgsmak kerde poort en de torens welke hij in Antiochie, bezet hield, wilde overgeven. Deze twisten mishaag den het volk zeerdewijl zij het grooie werk der Kruisvaarten terug hielden. Regcvaardig was de klagt, dat de sterkte van het leger verspild was geworden, in kleine geschillen in oorlogen van baatzucht en niet van Godsdienst. De kwade gezindheid brak bijna in eenen openlijken opstand uiten de soldaten kwamen overeendat zij bevelhebbers zouden verkiezenwelke ben dadelijk naar Jeruzalem zouden aanvoeren. Teu einde het oproer te voorkomen, beloofde de Graaf van Toulousebinnen vijftien dagen te zullën optrekken. Zijn mededinger scheen toen nog ongeduldiger te zijn en keerde naar zijn stad terug, met oogmerk, om zijne magt in orde te brengen. De dag van den aftogt ging voorbijen nog was er geene verzoening tusschen de twistende opperhoofden. De overige Vorsten waren traag om tot de wenschen des volks toe te treden maar zij weigerden met verontwaardiging de geschenken welke Raymond hun bood om hen te bestekenén zijne heerschzuchtige ontwerpen werden vernietigd door zijne eigen' soldatendie garnizoen hielden ,te Marra. In zijne afwezigheid geraakten zij in opstand en zij ver klaarden dat Marraniet eveh als Antiochieoorzaak zoude zijn tot het vertragen van den togc. De vertoo- gen der familie van Raymond en van den Bisschop van Albira, waren vruchteloos, en de fortificatiën eD wallen werden geslecht. Zieken en genezende sloegen mede handen aan het werk. En men vindt berigten inhouden de Dat de kracht, welke de hemel hun verleende, tot dit heilig werk zoodanig wasdat de arbeid van ieder indi vidu het werk van drie of vier ossen overtrof. Toen de Graaf van Toulouse onbeweeglijk bleef voor rede en regtvsardigheidbegaven zich Tancedo en sommige vrienden naar de poorten bij de ijzeren brug vaD An tiochie, en werden, daar zij woorden van vriendschap spraken binnengelaten. Aansconds namen zij eene mi- licaire houding aan bragcen hunne zwaarden die zij onder hunne klederen verborgen hadden, ce voorschijn, en versloegen of verdreven de krijgsknechten van den Graaf van Toulouseen Bohemond bleef alleen Heer der Stadwelke zijn list gewoDnen had. De veront waardiging van Raymond bij de verwoesting van Marra, kon zichzelve alleen lucht geven in ijdele verwenschin- gen, want hec was eene daad, die door het geheele volk bedreven was, en die niec kon gestraft worden, {Het vervolg op den kant van deze hladz.) 2 -O O SvÜSi.-ï, •S-13 3 tj e 4j r l, (D-a"c-ö o g G tc CU ClT3 WC nj C- -O CP cc n -ts S. W Cs re «5- D-Qlj' nj cj u. c P -CJ n Sjï-vsg J= M.2 CJ G e» o o SS o S f *"S §-a 2 •S S - R M o <D CD CC bflCJ ca O. ÏK 'it? r. 2 o) -O CJ <D bo -3 -o hll o r 2 o*T=r- S:c? '- ai u a Ji k bO u cj '"f <D 5" X 63 O ri CC f s-I - V bfl O b£> CJ V cd G J2 o g?-g.g 1Ë-S.2 MuX fcC S <u u r* Ni n u a n-noca)gj-M cD(ü'-,^o0 E a s "5 tt2ë a gLa g "-S-O 2 s öjs 2 oÏaó S S3- 2 --3 <d bO 2 :zz> cj <JJ ej cu w n <u 'J b£~C "TG -O -Hd cu o kö I- dp •oiijq5£>^g?iuo>. p .2-2 w c <d n 'C -c cd o S 8 Sf2 - E S 5 -55 o «-• S X CJ _ra <D -O -d a cj o u O 1 G «- V cj _D O p c cc cc 0) T3 G v» -g -Ecüo='c«>tJiDN^"d c B, t CS bCu „T, a cs i p - t w u j cc O CJ O 3 P O CD O O cd «3 p3 "o to 5 S-2-J 5= -H p<DG^ «utuirr S -e u 2 m V-Ï5c-i>u"r'!S A. a c a n u cj m =5 <D bD X bC bD t- ■t* l3 2 fi-f* - n c w bj r >§sS2n .ï.saSvSSf g-^ P3 S *- CJ V CJ bD 5 i; g :g- -g" csG u.c!P-tDQ.iQjr-cj;.C gÖ "G •- G CD "Tj Hfi S| CD o <d •- o <d p u o -S-n *r bfl u g r c z' d~"° "g v u CD :F •- «2 U >J>7 2 'n 3 .E -ë I S 5- B. 2? c d -5 - cds'" ~X CJ d q - cj "O u E a cN£ H o >^=«<d> cd n-oiT5 a 5 CD __J 5 U M O CC T3 X - - cj -o 2 -O cc Z. -c O CJ - <c ^ScOCZ^^CJna F" ^CJCJ c cc 3 e 5 <- vs -s 'C e S .g c CJ A bC i'5 5 Sr-* C CJ CJ b£) g cu"0 g c ai c cd 5 cds; 'oO CJ "CS cj 2 t -* "F «agE,, O uü-ts cd o c Z *5 g c 2 u Ji -= C Z a- c cc o c cj "JCIfcWHiCCOCOO Oi coöCN>cl»GG"ib: tS Ex gv-gcgsccd-ö bc-a ~a g o r». cp o s= «r :s> cj cj tr. U .N S ja c s c--* C J c «D 2-— - GP k" cd <D 'n e OJ Z CD <D SZ C. .T-. V» a 2 o-o - n ;=p c N B X - O N c W ■S-5 o 2 CD "tD "O *-• Qi Si 6 S IIM Is! s -eg «i 3 G C C /~i N CJ 41 F CL, bs cd -a acZ o a <D X R -- -s.sl s I m-o S 2 Si a o u 5 - P 5 n cl 2 c o s- E 13.5 o bD^i^ca-Ecs C tC K N rt y-*CCDj— GPCGL_I_ rt O "C Ui "J Cl CD CD cd t S c 5 EQ2^^- N O k_ <D C cc s. e o» 1 J3 -o G O w 5 -2 133 -2 '"2 n i 55 .-S ;S» 3J "2 2 2 2-8^. o, N 2 c g ffS 2 8 =•=-£ g c.sacboiuA'rii' <D CP «j o - - co*0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1830 | | pagina 3