LEYDSCHE
N°. ijs.
COURANT.
^1
re
re
0
A°- l829-
II A A A' D A G
a'i december.
•s =tj O - g
öifi oïiS?;11
Sr. s* a ~ez u
4 4, ,at.= :-- ti j- r
Ï5', «.siifS' 4
E_ o f). -y
"d 2 I
b* re
P-S?/n
l?gï
--B
jj ,f:
o 4g
G "hi J?
-rr. N
4 -y a>
J
- -fï
F -
4i C 5A
T. c
ts
*6 c
I -3
<«533^
NOTIFICATIE.
DE STAATSRAAD', GOUVERNEUR van ZUID.
holland.
Gezien de Missives vrn Zijne Excellentie, den Op
periagermeester van Zijne Majesteit. Opperhoutvester
voor de Noordelijke provinciën, in dato 30 November
en 7 December 1829. n°. 11 en 25, betreffjr.de de
slutting der jagt,-voor dit jaar.
Gelet op art. 11 eer wet van li JuJij .1814, n 9;
op Z^ver -Majesteit* besluiten van den 8ste fulij 1823
C Staatsblad r.°, 2- en 26), en op de deliberaiien van,
H. Ed. Groot Achcb de Gedeputeerde Staten van
Zi id Ho'land. aangaande bovengemeld voorstel.
Brengt, bij deze, ter kennisse van de daarbij belang-
beboerden, dat acutervolgens de bepaling van den Op
perjagermeester van Zijne Majesteit, Opperhoutvester
voor ue Nootdeliike provinciën, vastgesteld met over
leg van Gedeputeerde Staten voornoemdde groote
jagt zoo wel de publieke als die op gereserveerde
en afgepaalde gronden met den 2osten December aan
staande, en de jagt op Ganzen, Eenden en Watersnip
pen met dtn laatsten Februari] 1830, zal gesloceo zijn.
En ten einde niemand hiervan eenige onwetenheid
voorwende, zal deze worden afgekondigd en aange
plakt alom waar zulks te doen gebruikelijk is.
Gedaan te Gravenhage den 13. Deceember 1829.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
Van der DUVN.
jb/nnenlandsche zaken.
's GRAVENHAGE den 17 December.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Donderdag den 17 December.
In deze zitting hebben het woord over de begroo
tings-wetten gevoerd: de heer Angiitis, die de verhoo
g ng op de accijnzen van het'bier en de sterke dran
ken als hoogst noodig voor de meest werkende en de
minst bemiddelde klasseafkeurde, in het gevóelen van
den heer Luzac deelde, ten aanzien der globale stem
men over de wetten in het algemeen, en wel in het
biizonder over eene begrootings-wet zoo vele onder-
scheidene hootdsiukken ten onderwerp hebbende en
voor tien jaren zullende verbinden, en hij oordeelde,
dat er in het wezen van de zaak, vrede en rust in de
Neder anden heerschtwanneer men de menigte de
eigene ingave van hun hart liet volgen zoo als uit de
re»ze van Z. M. door ue Zuidelijke Provinciën geble
ken was; maar de sptcker verklaarde niet bepaaldelijk
hoe zijn? stem, omtrent de ontwerpen van wet, zoude
wezen.
De heer van Asch van hPykdie voer de aanneming
zonde stemmen, te eerder, omdat hij eene transitoire
wet, in de tegenwoordige omstandigheden, onbestaan
baar oordeeldJ met de grondwet.
De lieer van Sijtzama erkende, in den zin van den
heer Donker Curtius sprekendede verbeteringen, welke
de begrootings-wetten hadden ondergaan; gispte hevig
de oproerige wil ze, waarmede men de bevolking der
Zuideluke provinciën in beweging bragt', erkende daarin
de we'king eener geestelijke factie, die in andere landen,
juist in eenen omgekeerden zin woelde door de bisschop
pen zelve dadelijk was erkend voor heigene zij was,
en door de wijzere priesterschap ten hoogste werd af
gekeurd. Hij zoude zijne stem aan de begrootings-
wc t en gevenomdat hij ze goed oordeelde ter aannè
miig; maar geenzins uit eenige zorge, ingeval van
derzelver verwerping, als wel verzekerd, dat Z M.
101 geene or wettelijke maatregelen zoude behoeven
om te zien en nimmer besluiten zoude.
De heer Geelhand delta Failledie oordeelde, dat de
geestelijkheid in geenen deele zoodanige gevoelens koesj
terdeals men zich scheen te verbeeldenhij voor
zich ten minsten vreesde de terugkomst der. Jezuite»,
(deze uitdrukking in bare waardige beteekenis geno
men) hier te lande niet, en was niet beducht, wel ver
zekerd dat derzelver hoofdde eerw. pater Roodhaan
het denkbeeld zoude voeden, om bier te lande dj in
quisitie, benevens de geestelijke dwingelandij, in te
voeren.
lj.ij verklaarde voortsdat hij de beweegredeaen voor
zijne uit te brengen stem geenszins buiten, maar in
de begrootings wetten zeiven zoude zoeken. Het tien
jarig budget, voor zoo verre het de uitgaven betrof,
kw;m hem aannemelijk voor, omdat men een achtste
gedeelte van de kosten van bestuur op de eenj'arige
begruoting had overgebragt. Over het ontwerp van
wei, houdende de mid leien om in de uitgaven te voor
zien dacht hij minder gunstig; hjj vei klaarde zich
bijzonder tegen de opcenten.
De spreker gaf wijders te kennendat hij er meer
dan ooit prijs op stelde, óm van de beweegredenen,
die hem in de onderhavige beraadslagingen leidden, te
doen blijken, omdac hij dezer dageii een naamloozen
brief bad ontvangen, dreigementen behelzende, ingeval
hi- voor de begrootings-wetten moge stemmen, en ora
car, indien hij zich genoodzaakt mogt vinden om eene
t.erzelver te verwerpen, dit besluit niet moest worden
aangemerkt als een gevolg van vrees, maar van de in"
spraak zijner overruiging. Voor het overige uicre h^
den wensch, dat men elkander mogt verstaandat vred®
en eendrsgt in ons midden mogten terugkeeren, en
dat, door het herstel der gemeenschap tosschen de
ministers en de kamer, het gemeen overleg moge wor
den bevorderd..
De beer Boddaeft, die zich voor de wetten verklaar
de op.de gronden van de heeren Donker Cartitts en
Luzachoezeer hij de voorgestelde verhooging 00 de
accijnsen afkeurde^ Hij oordeelde de instelling van het
Sijndikaat hoogst nelangrijk, en het ailerraadzaamstdat
men zich niec te veel in deszelfs werkzaamheden indrong,,
De heer Lemker: deze verklaarde zich-, in net wezen
der zaak uit dezelfde hoofden voor de wetten en
wenschte, dat, indien eer?e transitoire-wet inogce nood
zakelijk worden, men de belasting op het gemaal bij
dien tijdelijken maatregel mogte in stand houden.
De heer de Roiiindie te kennen gaf, dat op de
begrootings -wetren poscen voorkwamen, WBarmede hij
zich niet kon voegen, dar bij dit insgelijks niet doen
konde ten aanzien der speciale, wetten op de accijnzen,
die inet dezelve begrooting in zoo groot verband ston
de, dat hij zijne stem aan de ingezoixiene ontwerpen
ook thans moest weigeren.
De heer de Fallon,.Aie.de grondbeginselen der hee
ren de Stassart en Fabri Longré aanklevende verklaarde
tegen de wet te zullen stemmen
De heer Barthelemydie bedenkingen opperde tegen
de speciale wetten op de accijnzen, en in berekeningen
trad ten bewijze dat er gjene wezenlijke verbeterin
gen en vermindering van uitgaven, werden-. voorgesteld*.
Hij oordeelde, dat er in de jaaute jaren 75 milboeneri
meer waren uitgegeven, dan-er op de begrootings
wetten gesteld waren. Hij beweerde, dat er in de
Zu delijke Provinciën onder het Oostenrijksche bestuur
wel degelijk godsdienstige verdraagzaamheid bestond,
én men aldaar des lijd» aan al de armen zonder onder
zoek naar'hunne geloofsbelijdenis, onderstand verleende,,
Zijne Exc. de minister van finantieneen einde den
vorigen spreker te doen opmerken, hoezeer hij zich in
zijne berekeningen had vergist.
De heer de Secusdie den geldelijken toestand des
rijks als zeer ongunstig voordroegen het werkelijk
bestaan van gegronde grieven trachtte te betoogen
zoo wenschce hij, b. v., meerdere vrijheid in het ge
ven van onderwijs en het gebruiken der Fransche taal.
De spreker eindigde met eenige aanmerkingen over de
laatst ingekomene voordrage ter beteugeling der druk
pers, welken maatregel hij als onstaatkundig beschouwde.
De verdere beraadslaging werd daarua bepaald tegen
den volgenden morgen ten tien uren.
Z S? 2
fij ■- i. T3 y
eJs'Sfat
e o. bc« f r
«u w O locü x
- B S
C w U r
Eu
ai n
aj -20
5 S
tjC in
i c -ö <u z
tv. -s
- s- -
v t- Cï*
S
.5 g 5 -
N fc. c -c
O IV -o
0 ai J E
r- A *-» r-
5 C 13
o
c
<v
a
i e
s 9
-
3 St.SP -
t-c-.Sï.ê-ï
-T3 E G G o£
i_ H?
J 2
2 G S
G - - »-a u u
1 f E 'K 0J O u 0 c at.-
a c ts a.
t»
<u cjs 4,
c i>
x= 2 - r.
- «Ss
G K
P z. tX—
o T
S 2 0
5 re jc.
'fe
C O
a>
-- r - Jj 1
I ll-ë-'0
Eg, re tii*~
3* -Q
b/.-G
E
J=«. <U 'r-(UT3'-' o U W
■SSjj-g
- .C O Ou 41
4> OJ >-3 O -a O
"Ou.;>oG>Pr.^>
.2 S u C
fcx 1> -T <V --
SS c - w Ci. U- ZJ
- c u t' 01 "g o -a
u S jux z e S
O O O <v -T3
M
CJ
S G
1- Cf
s-
a
O
C HJ
4i
N
o a
o
a
4»
N
t£ "^3
<U u I 1 I r—-
I u. O 4i c .fcJD -5 4»
1 e:5' - 1
SJ2 "C 4»
M fc* ciC 4»
9
u 'C "J 5
r 5 -o 5 B
s o
ra "H
O
Sf I
Z t .2 S - E g
Nl1 iitj «x
O >G4)4i^.0i
j R -C00>J30>,
Zitting van Pr ij dag den 18 December.
De beraadslaging over de begrootings-wetten voort*,
gezet zijnde, hebben daarover in de morgen-zitting ,hec
woord gevoed de heeren van den Hove de Brouckere
de Jonge, de Cellesde Gerlacke Focketftade Lang'te
van Sasse van Tsselt en van Lynden van Hoevelaken.
Ten 4 uren besloot de vergadering uic een te gaan r
en tegen half zeven ure de zitting te hervatten ten
einde de beraadslaging voort te ze ten..
Dezelve als toen van nieuWs geopend zijnde, brag-
teu achtereenvolgens hunne -advijzen uit, de heeren
PescatoreBelaerts van BloklandSur let de Choquicr
en Tuyl van Coelhorst. De zitting werdJ alstoen opgehe
ven tot den volgeuden morgen.
CJ
5 b£ O
- v: re
»rj re re
f M
I> N bX) t
0, bx"°
ïïüjl
S 5 o-3
*- O
C- l|l:!
G Q 1
*G tm 1
41 4) i 4» -
jZ V -G
-G 4»
G 4i O «-
2 M c
w. C -
P br 41
N "5 0
•4» tJ
V tjj ;p 4i re
-C 'c re
F
v 41 41
-G "G
n u M
g J
i c 2 -
u. P S
O O. 4>
c c
V 6J c
re S
<v
4» G.
-O
5
C O. C •-
41 4»
- g*S E
■esp
4> li
if f
ii i
C
3
-O u
41 n.
Zitting van Zaturdag den 1.9 dezer.
In deze zitting zijn de discussi.en over de. financiële
wetren afgeloopen en daarover 4e stemmen opgenomen.
Er waren 107 leden tegenwoordig. Van dezelve voer
den nog het woord de heeren van Papendrechtde Moor
Lehon Liedel de WellReyphinsvan Genechten Stas
sart van Rcencn en War in.
Zijne Exc. de minister van financien hield daarua
eene zeer uitgebreide en belangrijke redevoering, waar
bij hij achtereenvolgens, ter oplossing, trad in alle de
aanmerkingen welke in den loop der discussien over
de veel omvattende stoffe ier beraadslaging geopperd
werden. De uitkomst cler stemming was als volgt:
i°. Tienjarige begrooting: Uitgaven aangenomen met
61 tegen 46 stammen.
Tienjarige begrootingOntvangsten of. middelen ter
bestrijk ma verworpen met 55 tegen 52 stemmen.
2°. Eenjarige begrooting: voor 1830, Uitgaven aan-
genomen met 54 tegen 53 stemmen.
Waarop de minister van financiën het ontwerp der.
uitgaven of middelen ter bestrijking voor de éénjarige
begrooting over 1830, namens Zijne Maj. heelt inge-.
trokken, .als staande hetzelve, met die der eienjarige.
begrooting in een regtstVeeksch verband; tevens den
Voorzitter' kennis gevende, dat er aanstaanden Maandag,
over dat ontwerp, eene koningiijke boodschap zoude
binnen komen.
30. De regeling der werkzaamheden van het Amorti
satie-fondsis aangenomen mei 88, tegen 19 stemmen.
4C. De aflming van schuld voor het Amortisatie-Syndi
caatis aangenomen met 103 tegen 4 stemmen,
Ten halt zes ure werd de zitting opgeheven
QHa vervolg op dan kant van deze -bladz.jf
OC-*- O
-G - O
Jë -13 C ^JZ
C re ea 4)
w 21 -g
-.E
CE C C D
o HJ <D
E jÊ c
O -
41 ai 4» g r;
tx-G
-C.T3 -S
4)
41
O 4_
O re
re C
re 1» u
9
li o
o
s
X C o
A? v 0
41
J st
4) "O
G 3
C
•- 03 4»
tiT3 a
•re c
C O ;1>
E 'G
s I
O
E iP
1 "g.— 11 o
-o 5 i
c 1. re E
■E a> i»
K 4> tl
g §-= J u
'c ë3
1»' r-
■3 2
-5
gi
- -S
u
S
bi -g
1. i
4, A» tj
si
te 4 <s
c 10
1
co e
2
2^.. -*
Q ^5 Q
4> 4» 4» t f
2 C tl 51 C S
- *5 -o 'S o
1) öi. 4t 3
5» 4»
c
4i
ai m -
O4. i u frA
T3
1 N t*
bi) re
G re a, 4>
s S
As-ï'»Ês
y-'—ra;. 4-C—XS
c 01 M
°*re. 'b.4i —41
w bx g 1»
u - r- Q.1- E c ïl. O
bi i G e n'
w s re 0 c 4£_2 e-
Q ti l> w - re ;C3»
tL 9: v zj'-T
ff II s 0
0 5e> c0,ö-
e js 2 sTT
4G «3 0 re Z c c
U S -O O S *g
m w <u
- - - jy -—3
NO
33
- 33 "O
"O 41 a,
C
O u <v
w. "a o CJ 111^
o ii 5 (u
tx Xi JZ bxp; (5