J* f II* G *7 73 dssss.i^sas j.»:" ft. at en litein :t eet jk de ;evolg graal voor. IETS OVER DE GESCHIEDENIS VAN SE R V I E. De Servische or, gelijk de Duitschers schrijven, Serbische aangelegenheden, trekken thans de aandacht ger strijdende partijen in het Oosten voornamelijk tot zich. Het i3 dus geenszins ongepast, wanneer men die belangen wat van nabij en uit echte bronnen kan leeren kennen. Daartoe heeft de Heer Leopold Ranke ie Hamburg, zeer onlangs gelegenheid gegeven, door zijn werk over de Servische Revolutie, welks gelieele titel dus luidt: Die Serbische Revolution. Aus Serbischcn Papieren und Mittheilungenvon Leopold Ranke. Mit ciner Charts von Serbien. Hamburg 1829. S. 25i5, En het zijn r.ict eeniglijk de Staatkundige, maar ook de Serbische lieden, hebben de opmerkzaamheid sedert korten tijd bij vernieuwing op dit land gevestigden zeer waarschijnlijk zullen dé ophanden zijnde gebeur tenissen de belangstelling in deszelfs omstandigheden jog merkelijk doen rijzen. Gewis zeer ten tegte tijde verschijnt dus het voorliggende, hetwelk ons de nieu were lotgevallen van Serbie de uitdrukking Revolutie is niet volkomen juist) omwikkelt. Maar het is niet betrekking tot de bronnen, van welke de Auteur ge bruik lie. ft gemaakt, eenc geschiedenis op zicnzelve. Dit volk leeft nog op dien trapdat zijne daden en lotgevallen meer in de overlevering en in liederen voortleven, dan dat dezelve naauwkctirig en geschied kundig opgeteekend en te boek gesteld wordeu. De Auteur had gelegenheid om de alhier medegedeelde verhalen nu den mond van geloofwaardige mannen, die tijdgew.oten en deelremers aan deze waren, en die hij in ziine Inleiding bij name aanvoert, bij één te zame len, en geeft op deze wijze de geschiedenis der lot gevallen van het landin de laatste vijf en twintig jaren. De toestand van dit land en volk heeft iets geheel eigendommelijks. De Natie (ongeveer 800.000 zielen sterk) behoort, gelijk men weet, tot den Sla vische» stam, en het Christendom bleef bij dezelve heerscheodterwijl de bewoners van hei aangrenzende Bosnië, biina alie den Islam aannamen. Intusschen ge raakte Serviesederc 1389, onder Ttirksch opperge bied. Belgrado werd de Zetel van den Pacha, en van den Kadi of Opperrigter. De kern der Turksche be volking werd gevormd door de Spahi's; de krijgslie den, die van de oude inwoners zekere belastingen ple gen te hcff'n, waaruit eene soort van erfelijken acel ontstond, hadden hnn verblijf in de steden; de Ser viers woonden in dorpen op het platte land. Dit gaf aanleiding tot menigerlei onecnigheden en onderdruk kingen: de misnoegden namen de vlugt in de bosschen, en kregen den naam van Heidukken, Roovers. Onder hen vormden zich de stoutmoedige hoofden en aanvoer ders, die eigenlijk de spillen zijn, op welke zich eigen lijk de geschiedenis van Servie ronddraait. Maar, ne vens de Spahi's, atonden de Janitsaren, die echter met elkander in strijd geraaktenenondersteund door den Pscha van Widdin, Pasjan Oglu, zich in 1791 van Belgrado en de heerschappij meester maakten. Zij hidden vier Opperhoofden, die zij Dahis noemden. Tegen de onverdragelijke tirannij van dezen nubarst te eindelijk in 1804, onder Gcorg Petrowitsch (Czerni George.) de opstand der Serviers uic, die bü de Rus sen ondersteuning vonden; maar bij den vrede van 1812 zoo goed als ganschelijk aan hun eigen lot overgelaten werden. Men verlangde van de zijde der Turken, toen het zoo ver kwam, dat men over een verdrag begon tc onderhandelendat de Serviers hnnne wape nen zouden overleveren. Maar deze voorwaarde wei gerden zij aan te nemen, en zoo werd vervolgens in 1814, de strijd met de Turken van nieuws hervat; maar Czerni George, die bevorens zoo veel dapperheid en tegenwoordigheid van geest aan den dag gelegd had, toonde nu niet meer denzelfden moed en dezelfde werkdadigheiddie hij in den vroegeren tijd aan den dag gelegd had. Hii nam met de andere hoofden des opsennds, de vlugt over de Sau, op het Oostenrijksch gebied; doch hier werden zij gevangen gehouden, tot zoo lang dat de tusschenkomst der Russische Mogend heid hen weder in vrijheid deed stellen. Intusschen hadden de Turken hunne heerschappij in Servie weder om geheel van nieuws gevestigd. Een eenige slechts der hoofdaanvoerders, Meltsch-Obrenowitschbleef in het land; dezen gelukte het, om zich, door een verdrag met de Turken, staande te houden. Hij werd door en bij hen aanvankelijk wel ontvangen en goed behan deld; maar toen zij zich weder in het bezit der vaste plaatsen hersteld zagen, nam de dwingelandij van nieuws een begin, en werd zoo buitensporig volgehouden, dat er in 1815 een nienwe opstand uitbrak. Nu stelde zich Milosch, die geene andere veiligheid voor zich mogelijk zag dan den strijd, aan het hoofd der Insur- rectie. Deze strijd werd met afwisselend geluk ge voerd, maar elodigde nu toch echter in zoo verre ten voordeele der Serviers, dat de Turken eene overeen komst sloten, en dat er Servische Afgezanten naar Konstantinopei gezonden wordenom zich in naam teil minste, te onderwerpen. Naar Belgrado werd een Turkiche Pacha gezonden, maar de Natie behield hare wapenen. Langs dezen weg is Milosch Heer van het land geworden. Hij zendt jaarlijks eene som gelds aan den Pachaverder heeft deze echter niets te bevelen of te zeggen. De geheele magt en klem der regering is in handen van Milosch. Hij is, wel is waar, niet uitdrukkelijk door de Porte als Heer en gebieder van Servie erkend, maar wat het wezen der zaak aanbe langt is hij het toch wel degelijken ook weet men te Konstantinopei zeer goed, dat men hem omzien en eerbiedigen moet. Wie de geschiedenis en de in- rigtingen der despotische Rijken van het Oosten kent, zal 111 eenen toestand en betrekkingen van dien aard, liieis zeer buitengewoons bespeuren. V I F. R I N O VAN II F. T B A i' R A M -FEEST te KONSTANTINOPEI, den 9. April 1829. In vredestijd én Wanneet de Groote Deer in zijiië lidofdsfad iswordt het groote nai'rams-feest gevietd in de beroemde Moskée van Sultan Ac/metthans is dat feest op den 9 April (hét was voor de Christenen dus Zondag) op eene geheel nieuwe edoch niet min der plegtstatige wijze gevietd gewórden in dé Moskée van EijublietWelk bene voorstad van Konstantinopei is, en een deel uitmaakt van het winterkwartier des Sultans in de Kazerné van Rainid. Dit feest, hetwelk voor de Sultans tot liiertoé eëhe gelegenheid van prachtvertooning was, heeft aan Het verbaasde oOg der aanschotiwers eene nienwigheid ver toont, allermeest treffende door hare édele eenvoudig heid! Ten twee uur in den mórgenhebben zich de troepen uit liet kamp van itnriiidinfanterie, kavallerie cn artillerie op marsch begevenom hunne respective positien te gaart nemen, vari de Kazerne des Grooten Heers af tot aan de Moskée van Eijub op den regtér oever van de haven, van dé zijde der stad. Hét is in deze Mo.kéé dat zfcii de Snitons doen kroonen Bij hunne korrist röt de., troon. De Groote Heer is vertrokken tan Ranj'd bij het s tui |"H <U C M §ss 2? C "O O a> :a» -u - *"2 a tj» li1 Isl O 2 w GO w w bj b 0 tjo - t§ 'I* o to .M C *0 *5 J* p ti a>»8g"l r~s ft tl S -H ngj-o"» i2 r o -a bo <u i_ a ■S S V I is c c J S c a k. •g J-= S3 3°" Sz ttl .5 £ggB C Mu J« a> «0 ■S3 2 W S-ëif vergezeld van dé rijksgrooten krieken van den dg. n en de opper - officieren ztiner eer-wacht. Hij is de Moskée binnen getreden eetiige oogenhliklten voor liet opgaan der zon toen hij ziiti geöed votéi 'digd had hetwelk een half nur duurde, begon de stoet te defi.é- ren. De voornaamste Officieren der garde openden den togtzij wafen gevolgd van den Ro«taiidgi - Bachi. Daarop kwamen de Rijitsgrootén allen gekl ed in het r.teuw militaire kostuumbestaande uit een pantalon it ia Mamehtuck, ben rond en nnauwsltiitend kamizool, hetwelk niet verder gaat darf het midden van het lijf, een' mantel A la Henri Ven eene muts of hoofdhulsel waarop een dikke tonffe van blaauwe zijde. De mut sen Waren, voor de Rijksgrooten en Ministers, in goud geborduurd op de omtrekken van het hoofd; met dis tinctive teekenen, vo'eens den rang, dien ieder Hhntier bekleedde die der Officieren van de gardewaren ge heel effenhun schoeisel waren laarsen en sporen óp de Europische wijze. Op eenen tamelijk verwijderden afstand van deze eerste afdeellng van den stoet kwam de Sultan om stuwd van zijne lijfwacht, dragende casqnes, op welke blaauwe, witte en groene vederbossen wapperden, in den vorm van een regenboog, zij waren gewapend niet hellebaarden op de Europische wijze. De Sultan werd gevolgd van den Selictar-Aga (den zwaard-drager), éan den Kislar - Aga Opperste der Zwarte gesnedenen en van verscheiden andere Officieren van zijn |hms. De Groote Heer zelf droeg het militair coituurti zijn tnlband of hoofdhulsel, bezet met brlllanten, prijkte met eene aigrette, zaamgesteld uit de diimanten der kroonen geplaatst midden voor zijn voorhoofd. Ziju mantel had eén goud geborduurde kraag even als die der voornaamste dignitarissen, doch was van voren vastgemaakt met twee krammen {Agraffes} van diaman. ten. Op de regter en linker zijde van zijne borst op het ronde vesthetwelk slechts gedeeltelijk doör den mantel bedekt was, zag men twee Crachats van edel gesteenten. Een halsketting, die de Sultan droeg, be- teekende het groote cordon eener decoratiewélke gedragen wordt door de Generaalsde Aides de Camp, de Kolonels en de Adjudantenaan welke de Groote Heer dezelve wel beeft gelieven te verleenen. De Sultan bereed gezeten op een Engelsch zadel een Arabisch paard van eene ongemeene schoonheid, rijk opgetuigd (harnaché) en overdekt met een rondom in goud geborduurd kleed. Op den Sultan volgden voorts dé Ministers en het Corps der Ülema's. Het paSrdevolk van de garde, te midden van het welk meii deD Heer Calosso bespehrdewtls te voet en in twee rijen geschaard van de Moskée af, en aan dezelve sloot zich het voetvolk, grootendeels zaamge steld uit de, door den Seraskier gevormde Battaillons deze vervolgden dezelfde dubbelde rij, tot aan het bui tenste déél dér stad. Men bemerkte dat de Sultan, die gelaarsd en gespoord was naar de wijze der Euro- peers, zich niet ontschoeidde bij het blmien treden in de Moskée, maar aldus met laarsen en sporen, in de gewijde plaats binnen stapte. Onderscheide benden krijgsmuzijkantenonder welken vooral die van den Seraskier uitmuritedenspeelden krijgsliiderenen voornamelijk fransche muzijk. Ten acht ure 's morgens was de Sflitan weder in het kamp terug gekeerd* Een algemeen salvo der Arfilterij kon- digne zijne terugkomst in llamid aan. Hij ontving ver volgens al de Rijksgrooten, de Ministers, de Officiers zijner garde, deed een vrij groot aantal bevorderingen; en te negen ure had hij zich alweder in zijn Kabinet terug begeven, om Zijnen arbeitl te hervatten. Deze feestviering had eene tallooze mertigte aan. schouwers gelekt, allen even zéér benieuwd om het Hof te zien in de uienwerwetsche kostumen. De Se raskier, de Kapitan-i'aCtia en de Kalmakan-Pacha droe gen denzelfden mantel als de Sultan Wat betreft de Minsters en de Ulema'sdeZe hebben zich in de allereenvouuigste kleederdtagt vertoond, en de meest opmerkenswaardige verandering, weike het tegenwoor- dige kostuum oplevert, is gelegen, in de alleruiterste eenvoudigneid en strenge deftigheid, die dé plaats ver vangen der voormalige Oosterscne weelde en praent- vel too itlg. De Europische Ambassadeurs of Ministers met hun ne latmlicnhebben deze plegognetd bijgewoond; ruen merkte ondet hen op den Heer Jaul-ertdie een bnzoi dere en uiidnikkeii ke tti'tnoodigi g van den Sev ra.-Uier ontvangen had. Bijna alle Ftauken hadde-. tien Het vervolg op, cien katu van r.eae blaas, y u 1 a ,e o n ,s j. ti 1 v 1 e e O JI as so as-o. vn c o j» ts 3 i - S ■- -v7 o SfS^ M s ti - «I12 -a s ^2hcW^''"n'J'c0Ê"'wt/J Eoc o .- .E-eiieviiOaj H.-S a aa "O «J l rj* I - ïfo Sc: A O g Si 'S T3 4» J3 -.ïy Or.*Tt»u"«J qj O f - S C O B CJ3 O S-41 ""q n D O «m e rsl O "2^ w S - 6 1 s "Z* -i "O 8 ia -c 2 S-g a S ÏC S - ~-5 a 1> S rtL_TIc 2>J 13 2 sa o - .3 el g g a g-- g g>s igss-T'Sa-fiSsisiS «I S g 51 S S£ 6 3 X> "O -c B w CQ T3 S «UCB m> g 89 Stalse;~>5n:oaH-5 5 5> n£c=3T3«S a -2 o uZ?-ï 3"* tï E^Sc1iO"o"lr;- pSë5«S^s S-g, S S I l-s B§|-sagf -5^ lünig-lissilSg ,(d «-O -p J. Mca3 V«cïöê S w d r k- «6 - - c c.Sf.s| g -è&SSS <1> JJ» -O w •- e» Ct %-S E-§ S g s-:v 6 4, o ai -e - o S KJ a. o S-2.3 -°s"et;ïn:,s|e-c5 E-S.s S ïfSi=P= - s n ~o rn u ui. o u mt ru. >ti4i:ns«flj«0 SbjB«ubjo>N?>2i-ao n r- .2i «O-a w 2 v ■2 o»J 2 c S.ïil-3 s S 85 B «i -o C O :s2 g .5? S2 w S. *3 V) ff 3 - 2 P v. O» 1 c <U u O. P 2i 5 c e CJ JU JO "O o s M CL J-C T3 5 w p B 7Ï O J2 n t£ r -o Ef-g i iS J C o u c S»°tis* 2 u u-> - JS C O 5 ai-S g «X~c| 2*- c O o f-SSSg- 2 - w q ■2 1 a da *- Vj a> o» m St: 3 s y S o a "3 3 j o c c ï-s-ë "s 8Ü S «'-S «i s S f 8 S- 4—t Öl i-Ü 3 5 c-S 32- .it 00 P 2 be C c :=r ai q tJ - 8 «i| s 5-s 5.C .tsQf e g g ■v a) il/ CJ u n v 2 tjC W. ^2-JZL S' U'b A'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3