leydscni
courant.
^ih
5s s-
N*. to.
5 .1
fl<
GRIEKENLAND.
c
A°. 1829.
WOENSDAG
DEN ere MET,
c
"3
o <a -Ï3»
i-HS-a
t«- B f 5
-5 X! tj. CJ
w
:"S
Ci rt| oc
MN
W)
cö
(i) cS 2
v! c .B* S
c: P
n«
X3
i«
.4» J2
<u a
c r\ c>
JjÖu
O -*
t:
«Eg
»p a> <y
.1» *a
e-gi;
bfl rr
a*
"O
T U R K Y E.
Eitn it grenzenvan SER VIE den 37 April, Te
Belgrado beweerde men, dar Hussein pacha den Butsen,
nabij Giurgewoaan gene zijde van Aidos eeb Moedig
gevecht zoude hebben geleverd. De tijdingen oit de
Vorstendommen Zijn nier gunstig voor de Turken, Zij
moeten onlangs aanmerkelijke verliezen geleden hebben
Daar den kant van Giurgewo en Silisai*, Het russisch
legerkorps Dij Kadat'ac heeft aanmerkelijke versterkingen
ontvangen, en er Zullen waarschijnlijk weldra ernstige
voorvallen op dat pUnt plaats hebben,
MOLDAVIË.
Han it Grenzen den 35 April. Brieven oit Bucharest
verzekeren dat het rossisch legerkorps voot Giurgewo
de noodige werkenom die plaats naar vereischte in te
sluitenheeft voltooiden dagelijks uitvallen der be
zetting heeft af te weren. Men dacht te Buchareat,
dat die plaats het niet lang meer zoude kunnen houden.
Ook hjj Silistria hebben de Russen toebereidselen tot
een beleg gemaakt, dat veel krachtiger dan voorleden
jaar zal worden doorgezet. De voornaamste rnssische
tnagt trekt tegen die plaats.
Ofschoon, bij het prothocol van den 16 November
laatstledende grenzen van Griekenland merkelijk zijn
uitgebreid, is echter het eiland Kandia niet onder
hetzelve begrepen. Daar van daan de opheffing der
blokkade van hetzelve eiland, vroeger door de ver
bondene vloten bewerkatelligd.
Ten gevolge dier opheffing kwam (volgent berigten
uit Kanea van den 16Maart) de kapitein Leblanc den
1 Febmarij te Sudaen had den volgenden dag eene
conferentie te Kanea met den tnrkschen bevelhebber
Mustapha pacha, waarin hij hem, nimens den admiraal
ie Rignyopvorderde, om van de versterkingen, welke
hij ut Egypte stond te ontvangen, een gematigd ge
bruik te makenom alzoo de grieksche gevangenen niet
als slaven te behandelenen vooral om dezelve niet naar
Egypte te zenden, daar de verbondene Mogendheden
dit met geene onverschillige oogen zonden kunnen aanzien.
Terzeiver tjjd had de fransche kapitein inlast, den griek.
tchen opperhoofden hun waar belang onder bet oog te
brengen., daar de presidenr van Griekenland Zich., Vol
gens de laatste beslissing der verbondene mogendheden,
scheen genoodzaakt te zien binnen de hem voorge-
icbrevene grenzen te blijven. Mustapha beloofde, de
vijandelijkheden, te zullen schorsen, tot hij de uitwerk
selen zi«D zoude, welke de zending van den heer Leblanc
op de ©rieken maken mogt. Maar de baron de Reined,
met wien de heer Leblanc vervolgens onderscheidene
conferentien aan boord van zijn schip hield antwoordde,
dat hijdoor het grieksch gouvernement, naar Kandia
zijnde gezonden, niet anders konde doert, dan er de
bevelen van volgen, en dat hij er rot nogtoe geene
ontvangen had in den zin der zending van den kapitein
Leblanc.
Deze trachtte toen met eenige grieksche hoofden
Kandioten van geboorte en op het eiland woonachtig
in gesprek re treden. Dan hij werd hier in verhinderd
door de leden van den zoogenoemden grooien griekschen
raad, uit vreemdelingen bestaandedie, vreemd aan de
ware belangen der grieksche Kandiotenslechts hun
eigen voordeel zoeken en overal hennen invloed oefen
den. De Turken hebben nogtans hunne vijandelijkhe
den sedert de uitvallen van den 4, ers 7 Februarij niet
hernieuwd en blijven binnen de vestingen. Van Suda
heeft de heer Leblanc zich naar Kandia begevenom
aan den seraskier Suleiman - pacha eenen brief van 'den
vice-admiraal de Rigny te overhandigenen dezelfde
voorstellen als aan Mustapha pacha te doen. Mep. weet
niet wat Suleiman - pacha geantwoord hebbemaar hij
heeft den heer Leblanc, bij zijn vertrek, eene zeer
fraaiie sabel vereerd.
De baron de Reineck (schrijft men verder uit Ka-
nei den 17 Maart), heeft sedert acht dagen het eiland
verlaten, en is te Cascelli scheep gegaan. Men zegt,
dat de Albanezen, die zijne lijfWachc uitmaakten, hem
zijn gevolgd. De bevelhebber van Karabusade
heer Heineheeft de ambtsverrigringen van den ba
ron de Reineck, bij den grooten raad der Grieken, op
Cretn Kandia op zich genomen. De graaf Capcdis-
triai geeft dus de partij niet open heeft tien baron
de Reineck slechts terug geroepen, omdat deze zijne
zending moede was. Sedert zijn vertrek heerscht de
grootste regeringloosheid inden Kretenser raad, zoo wel
als onder het volk De heer dc Reineck wist ten minste
de orde onder de zijnen te hsndhaveuhij heeft we-
zenli'ke talenten, zoo wei in de krijgskunde als in de
administrate, aan den dag gelegd. Men moet tor ziine
eer zeggendat hijdoor zijn gematigd en edel karak
ter, de gestrenge bevelen, die hem opgedragen waren,
heeft weten te verzachten.
De heer Heine, die. zelfs onder de Grieken, niet
den besten naam heeft, wordt in het binnenste van het
eiland verwacht, om voor te zitten in den Kretensen
raai'wiers eenigste bezigheid thans bestast in het
voordeelig verkoopen van den voorraad olie, welke
zij den Turken hebben afgenomen.
- f-
Sedert eenige dagen, meldt men verder bij hetzelfde
berigtzier men geene rnseisèhe oorlogtchenen meer *3
in deze wnrtr-npien hoopt hier. dat zit zich hebben
verwtWerd. en de blokkade tullen hebben OpgehCeeu,
ten gevolge der aanmerkingendoor den heer ie Rigny S
aan den admiraal Hèyden ge-naakt. Er liggen eene kórvt-i-2 SP
gen brtk en een schooner der Turken voor Suda onder
het kanon der vettingtegen over Kalyhea ten ahker, "5 K
RÜSLANDs _1
PETERSRÜRG den i Mei. liehatven den aanvat,
door ÜpjjfsB-paeha, den 8 A.pri( laatstleden, vtuchre
loos op SiZepoli gedaan, is er op de geheele linie,
welke wij in Rulgarye. alsmede Op den DotwU, betel
ten, niets merkwaardigs voorgevallen, dan eenige
schermutselingen aan de voorposten. Het garnizoen van
Jourli heeft twee vergeetsche Uitvallen gedaan tegen het
detachement, hetwelk deze vesting gade slaat.
Gedurende den verloopenen winter had men in-
het dorp Foundeni, op de rivier Arjir, ponton»- ver
vaardigd met oogmerk om dezelve thet het voorjaar
d6n Donati te laten afzakken, en vervolgens de rivier
Bot# weder te doen 'opklimmentot san hek dorp
Kalarasch, tegen Over Silistria. Deze onderneming wil
moeijelijk en gevaarlijk, omdar de vijand, het overige
Zijner Vloot voor Silistria vereenigd hebbende, onder
het geschut van die Vesting en boven deZelve stelling,
den Donau beheerschte. Desongeacht is zij, door de
onverschrokkenheid en de wiize maatregelen van den
generaal-majoor der genie Schilder, gelukkig volbragt.
Den 8 April liet men de pontons in den Arjir sfloo.
pen, in den vroegen morgen van den iiden Kwamen
zij op den Donau, en des anderen daags dés namid
dags ten 3 uren, bevonden zij zich buiten gevaar op
de rivier Bota. Men leed niet alleen geen verlies
maar de vrijwilligers der regementen van Archangel ert
van Vologda, die zich op de pontons bevonden, ver
meesterden zelfs nog eene turksche koopmans korvet
met 7 man eguipagie.
De generaal-majoor Schilder deed aan den Wond def
Bota twee verschansingen oprigten en de pont, die et
voor wachtschip diende, vervangen door de turksche
korvet, waarop men viet stukken geschut plaatste.
De brik. de Ganymeics, dieonder bevel van deti
kapitein-luitenant Ouschakaf, voor kaap Inada kruiste,
heeft den ts April een schip genomen met oorlogs-
voorraad beladen, welken het van Servaje naar Kon.
stantinopel vervoerde.
De gevangenen en de overioopers uit de turk
sche vestingen op den Donau verklaren eenstemmig,
dat men er bet grootste gebrek aan leeftogt heeft
meer bijzonder te SCbumia, waar de nieuwe groot
vizier was aangekomen met 1300 man geregelde troe
pen. De echtheid dezer berigten wordt door andere
tijdingen bevestigd, die boven allen twijfel zijn, dn vol
gens welke- het gebrek re Konstantinopel zelve met
eiken dag dringender wordt, en de talrijke bevolking
dier hoofdstad met onberekenbare onheilen bedreigt.
Het beruchte turksche opperhoofd Tcha an-Ogiou,
die te Nicopoli bevel voerde, is dezer dagen door een
dt
m"0
O co
s
A
«J fjS
o"-sii0"
tj bO u w
"SS
U C M
-O J£
M 3w.fi O *-
4* w -Vi.
-EC 3>
S .5.5,5 ..£.5 o*
c - -k S
W g P ,4»
--0
-= <v
ScZE-SE.3 JUB
l
9-
1?
C 1 n
c- rA fl
e«.jr
4» «0 «1
ÓJ 2
*-• fi. i-,n
i
s 0
*4- O- 4) C
til. -ft <w- 25 1
-o D s fc- t»D
3 4» u i! aicx
g.S B -
t-•« C o. a>
4, 41 5* o
Ö^u D HSS-O r-
■g# .o-s *§s --"Si
"f. F.
.2 2 0 5
oj r-ai c iiJ u cc -- -a JU
"o vffjli'l tx'S c J'.'O
-Q -4 ui "i m (l, aj *-1 Wj c a
cc. CT3 r; V* Ss'c
•cc ir 4i« "TJ QJ a.'S
2 y (b'C'C B i; H 2
c K ct - c kotc
n J t- S «S - U aj c -
5 OJ 5 E D N CU r- J
X D.P u f
c c <u
•-» ca
n"®
<v
c
<v a
Ulu u
'5 it
ra -S
«1 'a 5-
g..s
TJ 2 o o
-
g-P a.
o c o
jat
O 41 ka -fVO, C
O
N .Si
c f
1 o v-
- 3
t- -r-t "T3 T"
z
C "öj 4>
4» 4» tas e
•O 4>
- b- C C 1
(U (D rt 7 ra
>g-~£.?=-S
E ""g N g
9, S
O O
O a.
.2
•oS'tïvg
•S B - S o 3
•S.--5-E N 5
C »|«2 M
o» .*r c >-
SS- c-g s
M 2 s e O
C S
u c Ti *r
o s S
y—2 o
E
O ai
C
V «c 1
fp cc
bf).
1 I
cu. -J
-. Cl o S bö
0 S'S
'-S
A S
1 S-g-S"
1 BI-= O
-S C Pd!
•J Cj
.2 *c <D C
T VL
Ti -I kj bO
c O cüü
W -g c ik
TZZ N M
a» a S
O
ets
LI p
S C* -
c a
.5 o a> w
<3 tx"a
•Sr- w v*
C
~T. I -S
9 M
CL - .5
-E c
»- v> 4)
»si'
J
■b^J'
'S'oö
Z -O
-i> 3
-O 4>
Si S? S
*- ïr»
c.?a
c§
CL
4, -o bO
wB-53
J3
-O 4i
4» -
B' irf - 2-
E-H
5- S
•O bf.ipa
a
g.&
SI Sl
■S.Sl
kapidgi-bachl, van wegpn den Sultan gezonden io hecb-
tenis genomen en in ballingschap vervoerdmen gelooft jjjJg g "ES -I'S g
nogtans, dat men hem zal onthoofden, vdór dat hij ter <5 bLs> -fe- o 02 2 «T -a
plaatse zijner bestemming aangekomen zij.
Daar het weder het hervatten dep vijandelijkheden
begunstigt, heelt ce opperbevelhebber zijn hoofdkwar
tier nader aan den Donau gebragten dit den 14 April
Jassy verlaten.
Den 30 April is er, ter gelegenheid der verhef
fing van Zijne Heiligh. Paus Pius VIII tot den Pause
lijken troon, in de katholijke hoofdkerk dezep stad-,
eene plegtige misse gevierd, en na dezelve een Te.Deum
ter dankzegging gezongen- De vereenigde-grieksch*
metropolitan en zijne geesrelijkneid namen daaraan deel.
Het korps diplomatiek en een groot aantal personen
van verschillende klassen waren tot het bijwonen dier
plegtigbeid uitgenoodigd.
G'edurende den piaschnachtis de mis der op.
standing In de kapel van het winter palels gevierd
in tegenwoordigheid van Z. M. den Keizer, H. M.
de Keizerin 7.. K. H. den erf - groothertog eli
Z. K'. H. den groothertog Michel. H. H. K. M. M.
hebnen de gewone hulde ontvangen van den rijksraad,
dé ministersraadsheeren generaalsofficieren der gar.
den en de troepen te Petersburg in bezetting, van het
hot en de andere personen van aanzien. Denzelfden
dag, na de Vesper, heeft H. M. de Keizerin ift de
kapel de gelukwenschingen der Dames ontvangen.
Des anderendaags den 27 Aprilis er eere plegtige
misse in het winier-paieis gevierd. Hi H. K. M. heb
ben de gelukwenschingen van de hooge geestelijkheid
in de kapel ontvangen. Na de misse heelt liet korps
diplomatiek insgelijks de eer gehad hunne gelukwen
schingen bij H. H. K. M. af te leggen.
Denzelfden dag hebben tie grsaf de St Priest', pair
van Frankruk, de prins van Chimarofficier in dienst
van Z. M. den Koning der Nederlanden, en de mar
kies de St. Germain, legatie-secretaris van Z. M. den
Koning van hummie, de eet gehad tot het gehoor bij
{/Jet vervtig pp den kant van deze blad*./
S o-
'o-s;
2j.
-S E.S*
S. hfln
-o 0 -s i
2S|
co c aa
CC L-» •*- <- en
CU 5, I- c
t_, t- ik a»
2s5f-o o
B a o
4 v. C N i
x -3
bfiK V. o
- C 2 C Lm
Su
n-5,5! S
£- u. Cii cu T3
ik D üfl w
«J «- i,
y ik Jf.
S p-a-a
t.!« B
O.B B O
-SS..S
OhCS?
0£- c "ai 2 ti; 4,
•S'
D
{-«
O 2
O
B.
E-&.S
■&S-B
^- -- -j
5
*5 f»
c. C O
(J r c O
s-J
O a ce Wj SS