e mede gingen pronken, hoovSardiger dan 'paanweh met hunne staartvederen. Maar toen <le Fransjes .den afslag der tulpen in Holland vernomen hadden u-as hunne grootachting voor die bloemenzoo kort van duur als derielver schoonheid is." i, t de ite ed ;rd 'tls. el- ien ren IC' ade ÏSÜ. ich het oen van Bas zijn ur- l te i te van tot teld was rETS OVER DE CHRISTENEN ,VAN< DEN H. T II O M A S, in I n Dlë n en de v. j OORSPRONKELIJKE KERK Van M Al A B A R. Malabar Is eene landstreek, in het westerdeel ten zuiden van Oost-Indiën gelegen, hebbende téq noorden het Koningrijk Bisnagar ten zuiden den uithoek A's- mor», en de Indische ze?., bijna zuid en noord gestrekt. Het neemt zijn aanvaiig bij Kanaitor en eindigt aan kaap Komori, in de noorderbreedte vap 72j graden. Het bevat de rijken tonkin, Iravankor, Gundaka Pi'menta, Mareataenz. .-, In dit groote Malabar is, .een bergachtig gewest, str.ekkende omtrent 200 mjjlen lang van het noorden raar het zuiden. Het zufderdeel wordt bewoond door Christenen, die zichzelvén Christenen van Be. Thomas noemen, voorgevende, 3at de ltruis-gezanc Thomas al hier het Christendom geplant heeft, en martelaar voor de waarheid zijns gcloofs is gestorven. J)eze Thomas- Christenen Wqrden gezegd, al voor negen honderd, ja /kil aldaar gewpoud te. hebben, onder dgn Patriarch van Babylon, Seleucia Parthorutiidie, zoo dikwijls ais hun Aarts-Bisschop kjvani te sterven, hen telkens van eenen nieuweD voorzag. De eerste mare van deze zoo oude en verafgelegen? kerk, werd naar Europa overgebragt door een Portu gees, Pedro Alras es Cabril -genaamd, die iu ijjoi in Kranganor, „een klem Koningrijk en eene sterke stad op de tHalabaarsche kust, eenige van deze,3V, Thomas- kristenen ontmoetende, twee derzelven bewoogom ret hem naar Portugal te reizen. De oudste van -hen (zij waien gebroeders) Mattheus geheten, stierf te Lissabon, en de ander, wiens naam Jozeph was, begaf :h naar Rome, en vandaar naar Venetie, alwaar,' op zijn berigi,- een vei toog nopens den staat der Mala- baarsche Kerk, in liet licht kwam. in het volgende jaar toen Vasko de Gama met eene groote vloot te Cochin was, zonden deze Thomas-Chris- tmen eene deputatie aan denzelven, ten einde zich onder de bescherming eens Christen-Konings te stellen, om des te veiliger te zijn Èegen de woede der onge'é ioovige naburige vorsten g en ten biijke, dat zij zich rin den Koning van Portugal wilden onderwerpen beten zij aan hem bestellen een staf, aan beide, einden met zilver beslagen, en twee schelletjes aan de voor- spits. Kasko de Gama trad met hen óp dat pas, in geene onderhandelingals dat hij hen vele beleefd? woorden gaf, met beloftévan hunne zaken bjj den Koning te zullen gedenken. -■ -, 1. - •.»-»- in.1505 waren twee Christenen,-die lang met Vasko de Gama gevaren haddenbij de Malabaren gekomen cil hadden hen geschut en andere wapeneD leeren ma ken. Maar het is aanmerkelijk, dat de Portugezen (die hunne veroveringen op rekening van den voort- gcplanten Christelijken Godsdienat stelden van de voor. gemelde jhoinas-Christenenniet eeu woora vermelden, -sedert die begroeting van den Admiraal tot den jare 1545. Doch,, de reden van dit stilzwijgen is nipt altijd ver borgen gebleven. De Portugezen maakten eerst vaste banden, en zich eenen t(jd van meer dan 40 jaren be- vliitigende met nieuwe en nieuwe brokken lands te be hdgtigen, lieten zij deMonnikken, door hén derwaarts gezonden, ook zorg dragen voor bekwame verblijtplaat- sen, dat is, om kloosters en andere geestelijke sterk tes, te bouwen, opdat zij aldaar geen ios waagspel zóu- yen spelen. 1 Toen nn eindelijk alles gereed was, vonden de. Por- tugeescbe beheerdersal de overblijfsels van St.Tkó- rits. tot het minste stukje toe, brokken van het kruis, vreemde opschriften, nieuwe voorspellingen en God- spraken, zelfs de beendefep van de drie Koningen, die pit, het Oosten kwamen, met een oorspronkelijk hand schrift tot bevestiging der echtheidwant die drie Wijzen waren gebetenMelihior, Kohing van Nubie en. Arabier Belchazar,l Koning ,van Saba, en Gas/ra, ■Koning van Malabar. De Jesiliteri, die na 1587 hier- bijzónder werkzaam warenbeijverden zich om den D oomscben Kerkvoogd als wettig, Ópperheer der Ma- b.haarsche Christenen hier op aarde te doen holdigen. J-'n git gelukte hen zoo wel, dat zij, na den alonden Godsdienst van die menschen, naar hunnen zin ver-;, smolten te hebben, eindelijk aan 's Panzen Oppefgezagj boven al de aanzienlijkheid van den Patriarch en van de Bisschoppen dezes volks, de overhand wisten te verzekeren. Zoodas zij, eenen bijna uitsluitenden; ip- vloed verkregen; hebbende, Jn ,den jare 1599, onder het Opperkerkgezag van Paus ,C/«wei»s </e /7//«e ech ter door -Penen Augustijner Monnik) Frey Aleixo de Menezesin de stad Diampereene algemeene Kerk vergadering deden .uitschrijven.., waarin deze door Gods gen-de. en den Heiligen Stoel,; als Aartsbisschop, Me- tripolitaan van Gna, en Opperkerkvoogd van geheel Ir,die erkend werd Een Engelsch Godgeleerde Michil Geddrs. Kansel lier der Hoofdkerk van Sarum, heeft in 1695 te Lon den eene geschiedenis der Kerk van Malabar History I of the Church of Malabaren van de Synode van Diamper. alsmede eenige aanmerkingen op het geloof en de leer der Christenen van den li. Thoynas in de Indién, overeenkomende met de Kerk van Engeland in fïger,stelling van die van Rome, in het licht gegeven waarin hij onder anderen dé volgende punten van ver schil en overet'nkpmst opgeeft: 1. De St. Thomas-Christenen verwerpen het Opper gezag van den Paus. 2. Zij beweren dat de Pauaselijke Kerk vSn het regie geloof afgevallen is. - 3- Zii ontkennen de Transsubstantiatie. 4. Zii verwerpen allen beeldendienst, en-houden de aanbidding van heiligen of iindere beelden voor afgodisch. vt., -S. Zij gebruiken géén olrebii den doop; M..\ 6. Zij erkennen geene Cognatio 'Spiritual» of gees- telijk maagschap: 7. Zij loochenen het bestaan van het vagevuur. 8. Zij ontkennen de noodzakelijkheid van de oor- bicht. -r t -a v 19. Zij weten van géén laatstfe oliesel. 1 10. Zij vergunnen hunne Priesteren het huwelijk, en nemen derzelver weduwen in bijzondere be scherming. I s.-v, 11. Zij ontkennen dat het huwelijk een Sakrament is. 12. Zij nemen tWee ordens aan, eene van het Pries terschap de andere van het Diakón-ambt. J3- Zij houden het Avondmaal in gerezen brood. 14. Zii wijden hét-brood met-.-gebeden; 1 15. Zij--loochenén, dat de bevestiging een Sakra ment is. n (u.-o bz 1/ ;cr> «J N 0 O.-O jfi-S ïr 2 - CJ 4/2 CJ fj O O» ry i Zl ra OJ Se mo 'S 4 2^ u <L> o S j; si, C <UO-=?Sc"U^=3 O Mo.j: O» M C? a> -o g - m 3 .S is' ■|S-S 0 c §-■3 •fê'S'-v <■24 'o .12 5 C 4) i to 6 c Si -a g O- -tj gfc rj M QJ O 5* c® ='3 oj 1 v c.g^J b S o x T3 Jd'O «dii. 2 -413 :a» V oz a co Sa •s a" "5 O S a S !J 8 g s a» w 1» oT S i SL S "c "O «O <V r> S'S M r. C 2^^ ,E.< OIÜS U2SS i!2 0 5 3 c racj O bs—a Sn G A U D H E rakende. S T M A DEN i Dg, L E N. Co t - C "V V coïfu05 r T c - - U c. or. Salomons spreuk, dat een vrolijk hart eene gednHge maaltijd is, wordt dooreen' geleerde der 17de eeuw als een- bewijs biigebrage, dat er ih het rhaaltijd honden zonder misbruik, op z:ch /elven niets laakbaars gelegen is, en dat deze wiize Koning itob'dahige gelijkenis diet zou genomen hebben, indien hij niet zelf ebnigzins een minnaar van maalrijddn geweèst was. En wie v.al ons zeggen, of Salomon in het sink van betamelijke tafel vreugd. piet-eensgezind is geweest met Prinse Willem van Oranje den Eersteonsterfelijker gedachtenis, dien grondlegger onzer Nederlandsche Vriiheid, van wiende beroemde Historie - schrijver Pieter Corneliszoon Hooft getuigtdat de dischvreugtt sbhier zijne eenige uitspan ni'ng was," en dat die doorluéhèigste Vórst somtijds wel eenen duitschen aronk deed. Doch dit daar gelaten zal hét altijd belangrijk zijn de gebruiken en 'gewoonten der oudheid bij de Gastmalen te overzien. Een geleerd oudheidkundige .lohan Wilhelm Stukkiusvan Zurich ,- heeft deze stof uit de brounen opgehaald en -in. een ziéer belangrijk,- edoch heden schier geneel vergeten werk «net de toenmaals 1695 -nóg -niet nit de mode zijnde eruditie en bijbrénging van autoritéiten behandeld: Het- begin is eene óptelling zóo der benamingem,' die Se (iebréën, GriekenRomeinen en andere volken' ian de - Gastmilen £aveb', als van de gasten en het gast maal houden zélve; nevens, eene breede béschiijving ien grondslage -van hèt geheeie werk, wa{ door het woord Gastmaal moet verstaan worden. Een betatnelijk en wettig Gastmaal ia'zegt hijniet illeen éérlijk-, nuttig em vermakelijk maar ook heilig ja -van hemelsche instelling f en draagt veel bij tot on derhouding der menscbeiijke gezelligheid. Hieruit wil die schrijver ook de reden 3Üeiden waarom God den Joden het eten met de Heidenen heeft verboden en de eerste hel nog niet gaarn zoo schreef die geleerde destijdshet nog niet gaarn met de Christeneh dóén. Het is waar groot was het misbruik-der kostelijke maaltijden, en tot beteugeling derzelve strekken de wet ten tot beteugeling der tafelpracHtj leges sumtuariaej doch daar zijn ook sobere en gematigde maaltijden en het, zijn die, welke Johann Wilhelm Stukkius be schreven beeft. De ouden aten meest alle driemaals s'daagshoewei oók sommigen .meer en minder maaltijden hielden. Dat zii hunne ontbijten des mórgens: of tegen (jdat is een poos voor j den middag gebruikten, wordt ons ui[\fer. scheiden- gfiieksche <en romeinsche schrijvers bewezen. Daarna vólgde hee- middagmaalbij hetwelk het griek- sche woord Avïjrvov deipnon .\uitvoeriglrik verklaard wordt en vóórts het avondmaalwaar tnsschén Wel gebeurde dat zij somwijlen nog een achternoenmaasoud tijds in Holland ook wel vier ürens eeten, nuttigden Maar de brasserijen der Ouden waren eigenlijk die sfêihpmalen die zij bij nacht hielden, nadat het avond- eeten een wijltje was opgenomen geweest. - Óm nu verder te weten, wanneer en hoe ihehjgriiaal men de tafel ,dekte; de Grieken aten vieTmaal daags, somtijds ook drie, tweemalen eó maar eens. ,De' Rornei. nen aten s' middags zeef matiglijk maar deden s' avonds hun besten :mgaltijd;> j; i De Hebréën hielden avondmaal op de negende uur des.dags, dat is drie- uren nadenmiddag. De Grieken begonnen f avoifds .later te éeten; doch zii en de Ro meinen tafelden dikwijls tot.diep in den nacjjt. si Wat liet ontbijten betreft, dit deed niet'elk ëéit, maar voor de kinderen was het eene vaste gewoonte hun s* morgens niet eenig eeten te oncnuchterenzoo lezen wij bij Martialis Surgite jam puerivendit Jentacuia pistor Cristataeque sonant undique lucis avés. j Als of bij zeidé: Qp, jongens, op, en kqópt hier bij den (jakker Heec wittebrood, de hanen kraaijen wakker. Bij deze gelegenheid I ac de Heet Stukkids zich hoo- ren over der Joden manier van eeten eu vastenw61k laatste in de Christen kerk ts nagevolgd". .Zij namen geene ontbijten noch achteruoenmalen maar acen op den mtdaag. Hij spreekt vervolgens, van het gezette uur, dat- verschelden* volken in het eeten gewoon wsien ge vervolg op den kant van déze bladzij - .E u 5 e S O 'C <V js o éi Cj XZ e, «C -O CJ «- W P o 2i «■E-S s sa st Sji "Siü c-0 -S a, g ".wts 2 -5 o M -= Z E fa* o-S gfc S-jsa Sf S N O i dA a S B I DC .s gii i-s. sp. - S t P-J: O S 0 y S 1 AA O w c c-= i|cs=ncg ta <l> c 1- "•D C Jl-C 41 S-0-- 2 O ;2 g-c Mgi Ï5.-S g g "okBljgSa <u<Dea<ucaCj"2>0>o eC pQ "O £4 ba 5 a o t o D c -O o g s SQ'? -§ S| s di-a a S CD "O c o, a o O) O c M O) p S.3 t Ï.'D g s SS y.ü e 00 M N ég o" E .2, H 2 "Ê|-g I, S .1 2 P.S =TË ai-S CD C8 -.g-F.-g- E-s- - E V cis c C v F Jr: 1- <V C O <D 2 E "O s 2-5 S a g- 11 §"ss! Si C bJ5 r- D «dg ,-c o E.g g N E o AA m o a> O a -ö O O O C - g o 3S SS J 2 N =5 U ri CD ci «5 a» 2 u. 5 Ne' n "D T3 ts«w*u*--u c. 4, 2C3<DU «cCiC/rt-^ btfcfl C cc u cc N Cj G - Ï2' S g' C C C>»"0 AA c 11 o E £i O -ft M 'Tf A OD w 'S -B o-S|^ M - E _b o t- bc-® "O se °-Z3 -f:1'0 §5 5 6 «.o J 5» o Jr o «r ■c F S •0--SrT=:> - X - cJ>- '-'Ü o «.O r u e o.üo-'rji O hi -S"-r-J rD Cl O - C> - 0 s v "O B <U vsjxm C c tx-o <-~ CS. rj m* oi O 8N -wT" - 'Si r? .2, CA 9 a» a 2 c *K 2 "tl OJ£ j3 O S O C fer, 41 ttKSJfte •"a »g 5? f?Ët> o S a.5?s'S2'ï-ï -""Sl g^t-S ■?'-. 5 S* g- t S STTO» Cl .2, 3 S a o "O" V ij SA C» ">~'.S S O <D C -= T3 -o a t<-<r. a ci 4, fc. S <D C ^.tDfljE-CDCa-^CC OST3«OT30wOX>ii hil" <U Cl g S X M O» C *- N a. E J. .5;^ c h

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3