N |--H"ê.S-gSt t l Alvorens Soerakarta te verlaten, beeft Kiaja Moajo verlangd den adjudant Roept te spreken en heeft., hij ie volgende verklaring algelegd 4, Om den coinniissa fis Nahuys en den overste le Bron in alle deelen met den wsren stand van zaken bekend te maken, moet ik\ openhartig zeggen., dat dé eerste aanleiding tot mijn Ifcsluit, om deel te nemen ftr den. oorlog, is geweest de verzekering van' Diepo Negoro dat hij ons geloof *ilde herstellen. Daarop vertrouwende, heb ik ttiij ,KiJ hem gevoegd, doch al spoedig heb ik, daar hij een Itracon oprigte en instelde, benlerktdat hij.'andere bedoelingen had. Ik heb hem mjjné gedachten deswe gens medegedeeld doch hij heeft mij dit kwalijk afge- 'ómen, en wij hebben elkander toen harde woorden toegevoegd. Van dien tijd af aan heb Ik In oneénig- jeid mer Diepo-Negoro geleefd, en dit heeft ten gevolge gehad, dat hjj mij heeft gelast, om, op de eene of bdere wijzeeen einde te maken aran 4e zaak. Om gje reden heb ik de bijeenkomst vim Melangie verzocht, joch in mijne onderhandelingen niet geslaagd zijnde geeft Diepo-Negoro mij stellig gelast, om, daardeprad- joerits gaande weg sneuveldenen ik zelf, altijd het «loof vooruitstellenJeniets voor de algemeene zaak |eedmij naar het Padjangsehe te begeven en heeft gij mijtoe dat einde eenige hoofden en goede prad- joerits toegevoegd. Niet wetende, wat te besluiten, ten ik alstoen wanhopend opgebroken en heb ik alles jit> het toeval overgelaten, Donr mijn onverwacht «ertrek is veel van miin eigen volkbenevens mijne vrouwen, achter gebleven, maar deze zullen mij ge- wisseitjk volgenzoodra zij wetenwaar ik mij zal •e.tigen" Na de gevangenneming van Kiaja - Modjoheeft de geruchte Maas Loerah gelijk bekend iszich aan den resident in de Kadoe den heer Hatckonderworpen ver/eld door twee zoonen en no manschappen. Om rent deze onderwerping is het navolgende geroeid Voor des residents woning zijn alle de wapenen der buitelingenzoo wel als de krissen van het opperhoofd gn zijne beide zonen bijeen gebondenen ten teeken vin onderwerpingaan deszelfs voeten gelegd, en heb ben alle in tegenwoordigheid der europesche en ine hndsche bevolking, geknield, hunne schuld beleden (m vergiffenis verzocht. Deze, met toestemming van den luitenant-gouverneur verleend zijndeheeft men gun den eed afgenomenen hunten blijk van ver trouwen hunne wapenen terug gegevenhen verma. tiende dezelve niet tot verwoesting van hunnen ge boortegrondmaar tot herstel der rust, te gebruiken. 1.ij hebben dezelve vol vreugde aangenomen en beloofd «ene moeite te zullen sparen, ten einde ImamMoesba, buhamed Kistoehoe en andere muitelingen, te gaan op zoeken en dood of levend te vangen." Het gevolg 'daarvan is geweestdat laatstgenoemd oppehoofd zich mede met een twintigtal muitelingen aan den resident /alck heeft onderworpenen dat 140 muitelingen uit let Pratiuw - gebergtezich bij Maas Loerah hebben gevoegd weshalve de bendewelke in die streken zoo Sr-ol onrust bad gebaard, geuoegzaam geheel te niec [sas geloopeu. Krijgt - berigten. De Turken hebben deu 16 maart voor Achalzich een iintnerkelijk verlies geleden. Na dié forteres eenen gsruimen tijd met 30,000] man te hebben belegerd na verscheidene vruchteloos geleverde stormen, en kwee gemaakte mijnengereed om de wallen te doen springenzijn zij door den generaal majoor prins Bebu- Ity genoodzaakt geworden het beleg op te breken en in wanorde terug te trekken. Op dien terugtogtzijn zij eenige werster» nagezetwaarbij zij 4 kanonnen, 1 mor tier 2 vaandelseene groote hoeveelheid krijgsvoor raad en zeer vele krijgsgevangenendie den itSden" vap ■lie zijden te Achalzich werden opgebragthebben in den steek gelaten. i Te Oiteniza zal geen brug zijn zoo als men ge dacht had; de pontons worden naarGallacz. naar Buscu tnnaar Hirsowa gevoerd. De reserve van het 2de korps pnder bevel van den generaal Wit, die men op 75 tot lo duizend man begroot, moeten zich den 6 mei in Wallacbye bevinden. In die maand, denkt men, dat de irijgsverrigtingen zullen beginnen. Men beweert, dat 33 tot 20.0G0 man, aldaar vereenigd, naar den generaal boskewitsch zullen gezonden worden. Alles zucht in de Vorstendommen naar den vrede. Jie ellende van alle soort is er ten toppunt gestegen. MeD ziet er boeren, die verpligt zijn de diensten te vervullen van de trekdieren, welke zij verloren hebbed en men heeft in Moldavië wagens met 50 dergelijke cngelukkigen bespannenontmoet. De Sultan had den 26 maart Konitantinopel nog piet verlaten en de vloot lag mede nog gereed om under zeil te gaan. Van het oorlogs-tooneel wist men daar niets. Hussein - pacha verzamelde al de troepen die tusschen Adrinopel en Schnmla zjjh. Den 20. was er een firman omtrent het cosium der gouvernements- ïersonen bij de groote plegtighedenverschenen en lad de Sultanvervolgens het kited van den Profeet bezoekende bij die gelegenheid eene rede tegen de weelde in de kleederdragt gevoefd. Dé eerste geloo- Ntgeta," zeide hii onder anderen hadden dezelve ver deden, maar ook in Europa, Azie en Afrika gezege vierd." Alles doet zien dat de Groote Heer van het ynornemen, om zijne buiten-en binnenlandsche vijanden met de meest mogelijke veerkracht te bestrijden, niet 2at afgaan. Dé Rnssen hebben twee egijptiiche schepen bij Kandia genomen en te Paros opgebragt. De engélsche admiraal Malcolm had derzelver vrijlating verzochtmaar de admiraal v<j» Heydert heeft daarin zwarigheid gemaakt om dat zijn gouvernement in ooriog was met de Porte, ea de Egiiptenaars haar op alle mogelijke wijze bijston. jden, ja zelfs Kandia voor de Turken als tot eene sta pelplaats wilden maken hetwelk het russisch zee wezen in de Middellandsche Zee niet geene onverschil. lige oogen kon aanzien. De britsche admiraal scheen het 'regtmstig billijke van deze verklaring te hebben erkend. M ËN'GËL'ING N. ikTS ÖVES HET T O O T\t E E L H DES N O' V S. Do - "ss Wi"° 1 -jg <5 a 2 "g <5 ja tö -o 2 <8 „b - I -v 2~- --Sg^ SI.S w» .O JïluS c a» N s 5 <u a 5 *-* :0 -O O ,»J O co .5 .11 cS sC 2 RJ cj S 1 w ciuj s" B 2^ - I* O a B l» i-g ii-g-s sï at 2 s »S«.sü5o5' ü£Sa='°!; >- o S 5 cti S Se t-J13 c'e ij SEÜïka t! N 'C o ,a »oi 5 p ■O E 5.V B ;:x c eai P t - Sa i jé l -i£jr-5 ï«5' - - *j -t; pTT p ca _p QJ G 2-= 2 wi su 'sgo. E TO v.'4 S -*!=■ -c ufc w E, w.v.- 2 S - 5 5 J O MD 2 -• vs sft «u b r O T3 •C -o facS SS (£.5 o S B e S 2 S e|| <D "O CKS 5J Wc C n 5 o c v* -7. *<y SP Q C 5 O «J w OJ D t>0i2 O C E'r, C oijt c 1 O c SJ1/*, ttaiii.ïuÉ^^S® 4» S NN£Gia«0>0^M'0 0 e v 1 3 Q a rt o r\ v w -j» 0 H Onder de volken van het Oosten zijn, zegt men, de Hindus de eenigen, die een wezenlijk Dramahet welk naar den vorm en inhond dien naam mag dragen; want de schouwspelen der Chinezen, zoo veel dlè ons tot nog toe bekend zijn enkel losse tooneelén, zonder eenheid en zatiienhang, uit het dé'gelijksch le ven voorstellende, kunnen op dien naam geen'aanspraak maken. Het Indisdhe Drama, ée gelijk volkbmetf nationaal, en zonder eenig vreemd bijvoegsel, be.ioort derhalve onbetwistbaar tot de belangwekkendste verschijningen in de Litteratuur. In-Europa was het'allereerst door t w Jones vertaling der Sautokala bekend, op welke die der Praboda Chandrodaija van Dr. Taylor volgde. Na S 'Jj,c deze beide stukkendie. echter tot twéé verschillende soortendie van het heldenspel eti van bet allegorische schouwspel hehoorenkan men hetzelve, tot dusverre wel niet .geheelmaar eenigermate béoordecienen odk Prof. Heeret! in zijne Ubtersuthirigen- fiber die ftiaer und ihre Llttenaturonderzoekingen over de tndi rs en hunne Letterkunde, moest Zich daartoe bep len. Doch in dat werk uitte reeds die werk zame en oordeelkundige geleerde ,zijne hoopdat er geen voortdurend gebrek zoude, blijven aan ruimere ophelderingen. En deze verwachting, is grootendeeli altans vervuld en met nieuwe vooruitzigcen verhelderd door het werk van den Heer H. H. Wilson over het tooneel der Hindus, uit het oorspronkelijk Sanscrits in het Engelsch werkje, en waarvan eene metrische vertaling in het licht is gekomen in 1828 te Weimar, die ook nog verder zal worden voortgezet. Het eerste deel bevat reeds 382 bladz. 8vo. De Engelsche 'overbrenging van den Jiooglijk ver- dienstvollen Wilson it op het vaste land nog weinig bekend; en tie meesie kunst- ej) letterminnaars móe ten zich mét de (evenwel met kennis van zaken ver vaardigde Hoogduitsche vertaling eens. ongenoemden vergenoegen. Vooraf gaat een opstel of proeve over het Drama tische stelsel der Hindus', zonder dat men evénwel.daarbij met juistheid onderscheidén kan, hoeveel van die Werk aan Wilson, hoeveél aan zijnen vertaler toekomt;; want alles kan van Wilton niet zijn. Het Indische Drama, verdeelt zich dien ten gevolge in eene hoogere en jn eene lagere soort Rupakas en Urapakas. De stuk- ken die ftot de eerste soort behooreohebben die bij zondere eigenschap, dat de daarin optredende hoofa- personaadjen steeds .Godheden of hielden (Heroes) en Heldinnen (Heroïnen) zijn dat men dezelve dus voeg zaamst met den naam, van Heldenspel, maar niet met - dien van. treurspel, '^eieekenen .'.kan.,., om redes', dat de uitgang altijd blijeindigend en gelukkig is. De han deling mag niet minder dan v£f, niet meer dan tien bedrijven hebben die door het aftreden van alle roo- neellisten gezamelijk van het tooneef onderscheiden wor den. De taal in deD mond der hoogere, personen is Sanskritsin den mond der geringere standen is hec Prakrits of in dan mond der overige is Prakrit of andere soort van dialekten. De klasse der Urspa- ka's omvat kleinere stukkenmeerendeels van een tot vier bedrijven, echter niet altijdin welke gewoonlijk menschen plegen op te treden. Of zich echter steeds eene scherpe grenslijn bij elk bijzonder stuk laat trek ken, mag met reden in twijfel getrokken worden. De stof der eersten is dus mijihologisch ontleend ui de grobte epische gediyhten, den algemeenen bron de In dische Poëzie zoowel als kunst. De personen daarin zijn ten minste deels blijvende, staande, of permanente ka rakters, van Goden, Koningen en van de personen die hen meest óhmiddelijk omringen van beiderlei kunnen. Het Indische Drama wem, bij plegtige gelegenheden van het openbare ot ooit van het bijzondere huishoudelijke ieven Z <^0 B.S-5 Jj J* door vereenigfngen of gezelschappen van Topneélisten If g._jï o S-i mét eenen Directeur aan het hoofd, dieden Prologus of he'c voorspel met de uitlegging of explicatie maken voorgesteld, en wel onder den biooteo hemel; want van schonwburgs gebouwen is in Indlë geen spoor te vinden. Evenwel behoorde daartoe toch. eenige toestel van gordijn om voor het tooneel te hgngen en machi- nerieri om de tooneeien kennelijk te. makenhoe veel echter of hoe weinig daarbij aan de verbeeldingskracht oveigelaten bleef, kan meo niet bepalen, Dit eerste deel van het Theater der Hindus, behelst twee stukken. Het eerste Marichacatihettwèede Vicrnma en Urvasi. De stof tot het eerste levert een arm geworden maar deugdzaam Braminmet name Charudata, die door Samathanaka zwager van den Rajah van Ujadia vervolgd, en onschuldig aangeklaagd zijne geliefde Hasantasena van het leven beroofd te hebben tér dood veroordeeld wordt, doch door het persoonlijk te' voorschijn treden zijner geliefdewordt zijne on schuld bewezen en zijn leven gered, maar ook de Rajah wordt van den troon geworpen. Enkele karakters, zob als dat van Samathanaka en van Vasantasena zijn krachtvol getegkend; maar overi gens is de handeling, naar onze wijze van beschouwen en naar den EMropischeo maatstaf beoordeeld, lang- wjjlig en sleepend. Merkwaardig is het stuk daardoor dat de volgelingep van de leer en ee'redienst van den Buddadaarin als geachte personen voorgesteld worden, waaruit door geieerdén in dat, vak van letterkunde bedrevenhet be sluit wordt opgemaakt, dac dit.stuk eepen zeer boogep ouderdom heeft. Wac'de vèrdeeling betreft, is bet ip niet minder dan tien bedrijvenhetwelk zeker eene aantnerxelijke afwijking van onze tooneelwetteii oplevert. Meer belangwekkend nog is het tweede stuk t Vikra* na en U, vast; oj Je Held en de Nimf van Calidata dén inliet vervolg op He vtlgenae Hadn.j n *- '"A 2 'cS .5 23:* Is?* 3 ai - 5 -w-S> >•■5! •O Si 4 "zj A. O» -• TJ O» Q> o» S3 V "X3 W n> \o e-t C v S'-i o w t; "E g QJ o no .SSïjaji, s ss •3 S g Jig-s SS S tïfïE gü 2* EfB3i as-5 g-° 5 s*; 'üifc g Mü {J'O t».C t. ^aj"Ö a S *S c N «T- - o O o a> u c a-. .E «5 T3 ai-S- o~ c _c if V- e 51 «c- O N 5 o-5\ O <u..T3 a> N c c.5 -a v -r o Zo v. <i> S - "o e 0 «-' S - a>- IJ U 2 C c 4J v CJ a «4„PQ c, 2 n O 1 Jr w u 1 S S Cd!.2 U OJ CJ s •- S O N S te o 3 tb C o c - C' <u u c Oa C •- OJ - S e? C 55 o -- - S <u 72 T-l "TJ »S S-j, EO cSttMi3 JSfè"sJi's§8-siëc.i ^AaSOciDbQUiN„N>-ïï.5 3 O v- ,00 c O ra Ste ?eï«i b "E N o-t u's ci 5Ü fh.-> ttj C tn 2 Si •3«5 «5 e.' o c ss.m. t cc .2.S 53 O 'M i-a ï.!Iv^*ë,ïS| b Kg- G TO' ,5 t-o kW O rv' o. eo.*- C'ÏT! --2 -a> c3 sn.fs-S D p 2^ 3-t» 3-«| S fca 4-'a> u' d S '«J1— C C "O V C3 O-0» _S '<U 2 bjo *-' o - O O "-S* l's >5icj-S M F. $8-0 *5 V. 2^ ■§2 2 gtc Js Si". c-2| tf§ 2 S SS s-s C'£ z "Z 1 5^-2 E A» fat. -"Og ÖO -o jz *5 a 3 u a> SJ 0 ut cT~ c O oj -« .if .*0 -2 u na e - t E 4* - w a -6 *3:'«» s» i S"! S t li oj re w j" C o <v m-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3