■3isèl1.!SSii-ggSS
J, o. N
ie Amsterdam i ij Gerrit Bom uitgekomen was ge
daan, om eene soort van Adel en Eertitels naar de
verscheiden klassen van verstandmet belasting op
dezelve in den koophandel in te voeren. Hoezeer het
nu wel eenigzins gewaagd kan zijn, om vooral op
een tijdstip dat men over de tienjarige begrootmgs.
wetten beraadslaagt, het denkbeeld eener nieuwe be
lasting te opperenzoo is echter die voorslag eigen
aardig genoeg om uit de vergetelheid terug geroepen
te mogen worden. Wij hopen dus door eene beknopte
mededeeling geen' ondienst te zullen doen; wij ge-
bruiken des schrijvers eigen woorden hoezeer ook kor
ter zaamgetrokken. Het is bekend dat er in de meeste
landen een altijddurende twist is tosschen den Adel en
de Kooplieden. De eerste die in vele gewesten be
staat uit kale Jonkers met veel zwier zonder geld is
in het gemeen jaloers over de rijkdommen en de wins
ten der laatsten. In puitschland is een Kaartspel
waarin alle standen en rsngen der maatschappij van den
Paus af tot der. geringsten voetknecht toe, geclassifi
ceerd zijn daar staat de Koopman gelijk in rang met
of eigenlijk onder den Korporaal; want de afdaling is
dus: KorporalKaufman, gemeiner Soldat. Het is geen
wonder dat de Edellieden tro($ op honne Ahnen j
kwartieren en voorvaderlijke geslachtlijsten, moedig op
hunne aangeërfde titelen een goede dosis hoogmoed in
hunne hersenen hebben. Onlangs om affaires in Gel
derland zijndezag ik hier meer dan een bewijs van
de meesten vaD den adel zijn aldaar militairen: maar
bet is niet te zeggen met welk eene minachting een
Koopman daar behandeld wordthoe iedereen voorin-
genomen is met zijne aangeboren voorregcen en met
hoeveel kleinachting onze Kooplieden die aldaar maar
weinig gerespecteerd zijnbejegend worden. Men
walgt er van, en als men bedenkt hoe wij Hollanders
san^die getitelde Aardappelen-boeren de kost geven,
zoo moet men er zich over kruissen en zeggen wat
is de wereld toch zot, wat vergaapt men er zich aan
uiterlijkheden en schijnEn evenwel vindt men nog
al koopliedeo die adelziek, en hunne minachting moede,
zich van den grootsten kanten grooter dan zij zelve
zijnbeschouwendehun gelijk pogen te worden in
aanzien door zich met geld te doen veradelen. Wie
zou dennen dat men zeifs in ons vaderland zulke
gekken aantrof? in Duitschland en in Polen vindt men
er zonder talmaar wie zou ze iu Nederland zoeken en
echter worden zij er gevondendie met het geld dat
zij in de negotie gewonnen hadden, hunnen adeldom
gekocht hebbende, naderhand ook op hunne standgenoo-
ten zoo goed als iemand uit de hoogte nederziende
ons kooplieden weten te beschimpen en laaggezielde
kelder- en zolderwurmen uit te scheldenterwijl zij
wakker op hunne titels prbneeren. Want hetgene hen
deze stap doet doen is waarlijk niet anders dan de
titelendeze hebben vele groothartige kooplieden be
wogen zich een Edellingschap zonder verdiensten te
koopen en znlken zijn er al vrij wat in ons land.
Men bemerkt ook dagelijksdat die dwaze drift tot
ingebeelde eeronder ons meer dan éénen Negocianc
beheerscht. Zoo schreef men reeds in 1771 dat is
in een tijdvak hetwelk heden als een model van wijs
heid door zoo velen aangeprezen wordtdie vergeten
te bedenken dat juist aan de fouten die voor 1780
begaan zijnde onheilen moeten worden toegeschre
ven welke ns 1780 ons weleer zoo geheel vrij en ge
lukkig Nederlandonder den zachten invloed van het
Oranjehuis het gelukkigste plekje gronds van Europa
op de zoo felste wijze geteisterd hebben en vooral
dan wanneer hij veel geld heeftdit heeft dus de
gedachte doeB geboren worden, of er onder ons Koop
lieden niet een zekere Adel zoude zijn in te voeren
vtaarbij ieder, des begeerendezekeren titel mitsgaders
zóó of zoo veel verstand, dit zou er eigenlijk het
wu zen en de bezitting van moeten uitmaken wierd toe
gevoegd, Voor mijik verbeelde mij daar van veel
goeds te znllen genieten men konde dus deze drift
der eerzucht'gen voldoen, en kon tevens, werkelijk
kooplieden blijvende en onze standen hunne affaires
behouden.
Dus kon men gemakkelijk de eertitelen die men aan
renteniers of kooplieden g«f, want dus en niet verder
moest de bepaling zijn naar de zetr grootheidmid
del grootheid of grootheid van hun kapiceal geschikt, en
zeer verstandigverstandig en minder verstandig ver
deden want het is bewezendat iemand in onze
eeuw vereerd wordt en verstandig is, naar mate hij
geld of goederen beziten zoo men een van beiden
door het blind geval verkrijgtdan is het sanstonds
die man heeft verstand. Ja Mijn Heergij zoude niet
geloor en hoe een doortrapte vogel \hij is, hij is dub-
beid gaar in alles wat hij doetmaar heeft ons het
geluk verlaten en mislukt de schranderste onderneming
eensdie men te voren zeer wel gewogen en vin alle
kanten beschouwd heeft, dan is het ten eerste, die
kerel is een losbol, een zot, hij heeft daar met de En-
tt eprise zoo veel grid verhoren hij heeft noth kapitaal
om zulke zaken uit te voerennoch verstand om ze te
beproevengelijk vele cn» met hun ongeval klaarlijk be
wezen hebben.
Neg al verder in hunne uitvindingen' O! mogt er
het geheele vaderland bij welvaren en 'sLands 's Rijks,
was in 1771 nog geen in Holland gangbaar woord)
kas er een altijddurend fonds bij vinden. Er moest op
de titelen van welke hier de rede is een' impost gelegd
worden naar de schatting van iemands kapitaal, en mits
dien ook van eiks titel en 1 erstandraar elkander af
gemeten. Men wilde derhalve, dat zij in klassen ver
deeld wordenieder klasse een zekeren graad van
iemands bekwaamheid en geestvermogen uitdrukkende
die de zwaarte van zijne gegoede bezitting aantoonde.
Wat dunkt u van zoo eene belasting op het verstand
Mijn Heer Zie hier een ontwerp van mijne uitvinding
Tot dertien klassen zijn dezelven gebragt. Achter
ieders kapitaal vindt men den eertitel, die hem uit
hooide van hetzelve toekomt, en tevens tot welk eene
hoogte zijn verstand geklommen is. En geheel achter.
aan ziet men, wat elk der kooplieden of rentenier,
op zóó of zóó veel geld of verstand, (jat a(i-s liet-
a a g Sy
u o o a-
zelfde is geschatjaarlijks aan het .land moet op oren
genvoor welke opbrengst zij dan het regt om eenen
titel te voeren, zouden bekomen.
Een mdlioen kapitaalen al wat daarboven loopt
geeft regt tot den titel van zeer wijzezeer voorziene
en allerverstandigste Heer! met dit onderscheid, dat
ieder millioen met een verwonderingsteeken zal ver
meerderen zoodat het opschrift van een man van vijf
millioen zal moeten ziin zeer wijzezeer voorziene en
allerverstandigste Heer!!!en zoo vervolgens. Ieder millioen
meer ook «en verwonderingsteeken méér, zonder dat
de titel hooger wordt. Van ieder millioen jaarlijks aan
het land op te brengen vóór het regt van titel,f1000.
Een halve millioen en aires wat sdaar boven loopt tot
aan een'jnillioea toe, den titel van zeer wijze zeer voor
ziene en zeer verstandige Heerieder tonne gouds hooger
klimmendeals voren een verwonderingsteeken meer.
Jaarlijks voor ieder halve, millioen kapitaal en. daarboven
tot een millioen toe aan net land op te brengeneene
somma van 500. -
Drie tonDen gouds tot vijf toederf titel van zeer
wijze zeer voorziene en verstandige Heeren bij iedere
halve ton vermeerdering van kapitaal, «Is boven ver
meerdering van verwonderingsteeken. Van de drie ton
nen, en daar boven loopende, tot eene halve millioen
toe, jaarlijks aan het land te betalen f350.
Twee tonnen goudsen daar boven tot drie toe-,
den titel van zeer voorziene en verstandige Heer Ieder
f 25,000 hooger kapitaal een verwonderingsteeken meer,
als boven.
Van de twee tot drie tonnen gouds toe, op te bren
gen jaarlijks 250,.
Een tonne goudstqt twee to#den titel van wijze
verstandige Heer! en eene verwonderingsteeken meer
voor ieder 25.000 verhoogd kapitaal,
NB. Hier houden de verwonderingsteekenen op en
blijft er maar een eenig altijd vast staan, tot
.een vermogen van f 30,000 toe dan houden
die in het geheel op.
Hier van, tot twee tonnen toe, jaar door jaar
te betalen eene somma van f 200.
En dit daalt alzoo meer en meer af. - Een minder
vermogen dan 10 000, wordt in den koophandel niet
gerekenden Hij dus, die niet voor het mius: een ka
pitaal van 10 000 bezitkan op.deze lijst in geene
aanmerking komen, en bijgevolg behoeft hij ook niets
te betalen voor zijnen titel, die eenvoudig zijn kan
Mynheer de Heer: doch met dien verstande dat hij er
een of meer verwonderingsteeken achter willende plaat
zen zulks hem vrij staatmits hij voor ieder derzelven
alsdan jaarlijks zal moeten betalen 10.
Welk een inkomst zoude er .niet voor een land te
trekken zijn, uit eene inventie die wij hier ten be
hoeve van hen. die daarvan gebruik willen maken,
voorstellen, en wat al bijzondere vpordeelen vloeijen er
niet uit voort, voor die eergierigenwelke de bron
vjn dit inkomen met genoegen en vermaak gedurig
zouden aanvullen. Wij loochenen niet, ten opzigte
der Kooplieden dar het invoeren vin gekochte titels in
de piaats van gekochten Adeldom juist in den eersten
opslag beschouwden minder luister geefc dan het vera,
delen zelve: doch wanneer men er wezenlijke eer,
ontzag en fatsoen aan hechten wildezoude het al we-
.derom op hetzelfde uitkomen; en men zou in den titel
van zeer wijzezeer voorziene en verstandige Heer
binnen kort alzoo weinig belang stellen als aandien van
IVcl-Edelgeboren en IVel Ede/gestrenge Heer die men
nu somcijds aan Kooplieden geeft die het JVel-Edclge-
borene voor geld het Gestrenge door een ambt beko
men hebben waarin ben die van gematigde en billijke
ongelijk meer ware eer zoude geven. Dat er ook
geene wezenlijke bezittingen verknocht zijn aan dehier-
voren geprojecteerde titels, anders dan de bloote klan
ken van wijs en voorziene die van erenvestvrome
zeer discreete zoude er des noods kunnen bijkomen is
niet te ontkennen: maar de vraag is eenvoudig, of zulk
een eeretitel zonder bezitting of verdienste niet zoo
goed is als die van Baron zonder land of Krjheer van
niets, en of hij niet mee duizende anderen gelijk staat.
Er zullen zekerlijk wel bedenkingen tegen du. plan
te maken zijndoch wat is er in de werelddaar men
niet wel iets op te zeggen zou vinden en wat. ook is
er in den eersten opslag onverbeterlijk? Men zal mis.
schien zeggen dat de proportie der trapsgewijze ver
minderende opbrêngingen niet we! in acht genomen is:
maar de ontwerper van dit voorstel is van eene tegen
overgestelde meening kan een man van een halve mil
lioen kapitaal, die. den titel van zeer wijze, ze r voor
ziene en zeer verstandige Heer voert, niet wel eens zoo
veel missen voor dat regt van eer en verstand als de
man die maar twee tonnen gouds bekit, en die de helft
betaalt van hetgene san den eersten is toegelegd Die
twee voortzetsels van zeer zeer, vaneen wijduitgestrekc
aanzien en veel nadruk, zijn hem ieder, alleen ten
minste wel f 50 in het jaar meer waardig ook moet
men de verwonderings- of uitroepingsteekenen hier al
mede niet vergeten in de berekeniug op te nemen.
Welke gemakken en voordeeien ziju er niet uit dit
ontwerp te gemoet te zienzoo het maar behoorlijk
ingevoerd mag worden. Ja het kan voor de Commercie
zelve van het uiterste belang zijn. Men ziet aanstonds
uit het opschrift van eiken brief, tot welk een graad
van verstand, de zeer wijze of zeer voorziene Heer
behoortaan wien dezelve gerigt is. Men weet er
dadelijk uit hoe groot zijn vermogen is; eD naar alzoo
eene weegschaal van ieders rijkdom en krediet, die
zelfs van een gereed gebruik zoude zijn als er eens
weder eene liberale gift zoo als in 1748van den
50e penning moest ingevoerd worden. Geen negotiant
zal dan meer op de beurs behoeven te vragen: kent
gij zoo een man Mijnheer is hij gerustis hij goed
De geringste brievenbesteller zal u dit op een prik
weten te zeggen. En wanneer de Boekverkoopers
CHet vervolg op den kant van deze biadi.j
I R D v ri w
iao f ■O c
I g:S-3 c-s e *0 s'il
vS-s-SljS 1
<5 c ffi 4> S S f" dd Cj «b
^<2-2 <0 "-5 BSS-r >-S?
T, _Q S!
Si
N Tl
fy? "2
«ucwt3„ :Pooc£2 N s,
-..E u 60
.£cj 3,
O 8 8 -
w z, o c o v n 4, 5 N
u O O N XI 3 u O O _.T3
W E- Cfl bD <D "O
O .2 *5 a O
Es. Mi= n c-o n C N -Son's
f ..R..Sfi*-B-ëg6giS!
■a O - "O T* s— A>
r" at
O
■5-5 SV..S!
O <U i
2 H
v. 1
C O
a cj
S2lL-«" ScS-g-'S-s
.3 M 5
Sb
S Si «aT "ÖEti WI a
O ti »T a» »- S
- bc'-aj 0
fcrO Sb «UJHT:
K«-a.gOJ3.Son
k. cu O tsj
4-* 1- ij
1 M O- <U
i S jj u N.a
1- a> s5
«u-o *3
O - u
0 5
<u I
B 2 2 e
c tl O
- - «*2 g
•O a>c -c .c n.bfo
W«Ü O iu c o R
- kW c
-»p8B,s?""s-g|a-i-S
"5ES •-ëss.ss -s; .-
--g.s-s .is-f 8JS.-11
r- 'JR ri Si XI n N .2«j)2
s S 2 S -I,2 N S a
IT& s s ssg-r
s w o S 2
G *-7; c vi T: C3(U Mc Sr-Q SI o
S W M N O O-U n E
o
C3 ïi Co
•5 C S -pc
fcü-a a>
n «u
Ti r1 aj QJ w G
g*w-S-5»S||
C C c O Cg 2
•5-. N> UC r «XI'X C 2
5 1 .S 2 AW -t: z v s
- 0 S-Ó s N
«- s».
O C
v O
.s §-
B B
.5^ ZZ
- c !s O
O g O
c
n e u r~. 01 op -
p 53
R s s
- S-"
.t6
'■5 «-5
1 P
C O 3
C w
M Ni «J gj t3
v -r- ^5 hr. o
01 IU 4)
«•u
icEl""""
p - air;
O C w fln
13 N^-jJ o
sI^SStl-ssls-s-H^a
-o IT o k 5 ""-s. v o S
-na S o a d-S M
5;,sgsi-i'3é-3
•V 2. Ci
«Ti U 3
Si 2i
jz 2 s e
Salt. °5g 5-§o.a«lg
v. c a
5^!Cx3
«5 g os.
o E
s s
-S..Sf «poe - I'1,52OË-S
«n-SSo3rgï-5w°SoS
c=a>-.c>o0—P13<u2,,-> '"'E
I o c «i-a
2-gi^-g-ëS^ „-ScB:=.5S
-ë S J' - -s s 0 U'S 2 so
Sm Is
a <u
a»
.is ft*,
18gW5«
'Ï1S^V§.
-_-C - ES na
n S S t 2 v c
f= in'ëcB EjïS "o
O jS O O dj o a O
ïEt-o -o2:3-.O5^,*_O
sIpis§ë«N--ë<0s»^
.ÏS^" st S-E"§ëïï?lg:
SS .-a g-o g «o«i-3
S-B g g;*l-g |I'