ufut ■*v 3 £B! re re 3* o 2 n O J o.v3: a n o. re o a S§25tL_22 o. vv I- 3 9 - g O 3 o h re a"®? "5 er 2 "to 8 fl N n*2* -■ 2 STH 5ï: 2: S.5 3 "2.3* E-| SS i O-2 B 5g »S O g «2 n ,2.areNre «t3e s 1-^.1 s^fs se C 53'i ;-a r, »r :r re 3 o 4 ft* rï n N c; r wi O O J—- n u- ft if 3 ^§3(20o»2" *f»2. <5J O Jr S 2. «1 re 3- «JS3**333 Jt O £3 o Za-<nZ- si|i*s3<ljMI§-5sr SE5|.g-aS|f2 2.ass,. J57^' a 2 ol'sag 3 a'w o S: 0 I n 3 re re D. 3* ro 5» g§ s O O SS3-S f„ 3 2.£§.° SsfallgliJs-SlS R e,|3^5 3<gra§S3Ss= Z.2«:oi353^f>ft.*r2 era 3 - C ft O pi 0 e 3 s s,g S5 tr a. r-"2. a»' 2o* m W O re rs Jf S "5' a re i'-S S'b sp a 9» a 1» rm ITG.- 3 S' 3 2 3 K 3 O cSi^ s- a S 5-°» 3 3 r* ü- re w A® 3 TO -^össjó S 2 3 2" 3' ?«5- £-2ito S |3 3 s- sU:«rsfs. 8 aa:«"5. *"2o ag-f" I 31153 p3|l5?i n w rï— zj •*33* re K, r. ft W a a, a* re ?re3rrf* re a "I? N 1 t 3 u -TO tJ 2T CD JS2 3 5 '►«•fti 3 3 t «s: re u «ö.are mi 8 3 3 re" IÏ.3 S 3 B-ï 2 Ssj, 2 «.^"rereO^are T* J--., *='il 'UUHMM s* 2- 5 0.2 3 S =r S 2 25- 5""" - 5 S 1 3 n 5 2 a™ t 3 S N g I g. 3 s f s- 3 ";3J„°;5S 5 ?L CT" o "rt "J"* °"»"<»o£<.0 ?2|2ri|V5l§l-=2l Irg-„- 3 I ps 1 -<gs 3b s 3 re «=i 2 2 0 5 re o - N 3 O M M 2 re S*3 Ss 2 7T 2 .- .„iSfUSi', S5 SS«-I-|52§.g3|s "óApj ftC*are2. o zr O 8 8 a" Is 5'S tg«(g'3 «5% D»n 5<S3 £|o si 3 3.2"2-3 S S.a !?a 5 re 2. 2 a ra o. re re a f" a* re "i ro c 1 W n. pt< era era o a K*cra ci. tor? 0\ oreagrerea-n 1 2 r"2 3 °-S «>3 3 05 I |g-Sp)o:2-Sg^ S 2 P- -< o 5- _.- =33 I «2 o. 5 O SPg 5: g-g-m S«_ ST„|:S« o K o 3 3 Sf 3 2 is-: 55 »5 =-5- H'l 5 S.O 5 2 *•3 Ë.S- - VQ - a- a 0 2 2 re a a M S.B 2 a 3 o I PI 3-255 2 o2? S -s"|ff52S3 o o. re rr re 0 a 2 S g" o.era 2 3 2 Nog's s °"-S SS: °s 2 a< g&so- i-2* S S-.° S p a S 3 S>re P- o 8 .5 s 3 Xi I 3 cr. 3 2 n 0-5 ra*" jj - m 5 o R 2 Q,0 1 o: re?3SsS" S I a-a 1 g.s w. re m a 3 O' re 3* et 3 rep1" SL S ra^- •"•g- 2 3 w 3 fa °?S-2 0- TO§o.a„3:S' YSS TO 2 l»T»««.B s* y rea_re<3« r o o- 2. 2 2 re o »»3 ■os-3-3,ga.!» "S.S-». a2A!"I? gebruikt; d«D 16., dttgi vóór de digteekenlni vin hec berlgt, hidden tlch de stuiptrekkingen niet meer vtrqr. gedian miar de koorts verliet den zieke niet. De pirtijenvoegen die berigten er bijwaren in beweging, die van Don Miguel, om zich staande te houden, die der Koningin, om zich op derzelver val te verheffen, die der zoogenaamde Consritutionelen om op beide te zegevieren. De laatstgcmelde was in alle de provinciën werkzaamvoornamelijk in ile Algar. ven. Den ijden, in den avond, had de wachtpost bij het Hotel der Munt beginnen te schreeuwen Leve Je Keizer Don Pedro en het Charter I Men had een sterk detachement moeten zenden om dezelve te ontwapenen en de troepen aan te houden, die tot een regement Provinciale militie behooren. De Gazette de France iogenatraft nogtans alle die berigten als valsch. Brieven van Madridonder dag. teekening van den 23 November ontvangen, melden, dat het Spaansch Gouvernement officieel vernomen had dat er niets voor het Ieren van Don Miguel was te vrezendat de stuiptrekkingendie zich aanvankelijk hadden voorgedaan geheel waren verdwenenen dat eindelijk, alle* eene spoedige herstelling aankondigde. Volgens brieven uit Rio^Janeiro van den 10 Sep tember, heeft de Contre-Admiraal Roustin dien dag de eer gehad van Z. M. den Keizer aan boord van zijn Admiraalschip de Jean Bart, ten middagmaal te ont vangen. Nadat Z. M.bij Hoogstdeszelfs aankomst met drie Koninglijke salnten van 21 schoten uit alle de schepen was opgewacht, en tot op 150 toises afstand afstand van het eskader geltomen, werd hij met zeven herhaalde kreeten van leve de Koning! door de in de maaien geplaatste equlpagien begroet. Over tafel wer den de gezondheden ingesteld van Z. M. den Koning van Frankrijk, Zijne Majesteit den Keizer Don Pedro en van Z. K. H. den Prins van Brazilië en H. M. de Koningin van Portugal Dona Maria II.welke drie gezondheden telkens door 21 salutschoten werden gesa lueerd. Bij het afstevenen van Keizer Don Pedro had hetzelfde ceremonieelals bij de aankomst plaatsen begroette de eqnipagle wederom Don Pedro met zeven herhaalde kreeten van leve de Koning! De Koning heeft bij besluit van den 27 Novem ber laatstledenden Contre-Admiraal Baron Roassin tot honorair Kamerjonker benoemd. Den 4 December. De nadere berigten omtrent de gezondheid van den gewezen Print-Regent uit Lissabon bij bijzondere medegedeelde brieven en de Gazette ontvangen, zijn, beider ziids, van dezelfde geaardheid. Deze melden Zijne Hoogheid aan de beter hand, gene in doods gevaar. Volgens de eerstgemelde zou de Koningin Moeder atellig verklaard hebben, de teugelen van het bewind te zullen opzich nemen, indien haar zoon kwam. te overlijden; maar de Hertog van Cadaval en de zijnen begrependat dit tegen de wetten van 'het Koningrijk zoude zijn, en koesteren het planhetwelk lij hopen door eenige vreemde Mogendheden te zien ondersteunenom, namelijk, den Infant DonSebasriaan, zoon der Prinses van Belra en van den Infant Don Pedro naauwlijks 17 jaren oud tot Regent van het Koningrijk te doen verklaren, en door een huwelijk van dien Vorst met Dona Maria da Gloria, alle de partijen te bevre digen. Door dit huwelijk zouden de kronen van Spanje en .Portugal zich in de handen van Vorsten bevinden uit het huis van Bourbon afstammende. Eergisteren waren de 5 per Cents ter beurze aan- geteekend 107 fr. 5 c.3 per Cts. 75 fr. 95 c. Bank. Actiën 1842 fr. 50 c. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 2 December. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op heden gehouden (waarvan wij in onze vorige gedeeltelijk verslag gaven) hebben nog voor het voorstel van den Heer de Brouchere gesproken, de Heeren de StassartSur let, de Choquier en Vilain Xlfl; terwijl hetzelvebehalven door den Heer van Asch van PFyknog bestreden is door de Heeren fVarin, IVcertt en Donker Curtius, die zich bij zijn eerste advies zijne stem had voorbehouden van Alphen en van Tuyl. Nadat deze laatste redenaar het woord had gevoerd is hetzelve opgenomen door den Minister van Justiiie. Zijn Eic. verklaarde zich daartoe verpligt te gevoelen, omdat hij eenige inconstitutionele leeringen had hooren uitbrengen, welke hij oordeelde te moeten bestrijden, opdat men zijn stilzwijgen niet als eene toestemming, of all een onvermogen om te antwoorden mogte be schouwen. Zijn Exc. vraagde, wat dan die ministeriële verantwoordelijkheid waswaarvan zoo dikwijls en zoo veel gesproken werd Antwoordde mendat zij tothet wezen van elk Constitutioneel Gouvernement behoorde, zoo zoude hij vragen: wat een Constitutioneel Gouver nement waawaar men er de verbindende voorschrif ten van vond Zij waren bij geene algemeene wet be paald en zulk eene wet konde niet bestaan want het wezen van alle Constitutioneel Gouvernement was be trekkelijk veranderlijk en plaatselijk naar de grondwet ten Constitutien of openbare Charter! van eiken ataat. Men moest dat wezen bijzonderlijk bepalenen des- selfa beginselen verschillen dikwijls. Wanneer men in dit Koningrijk de ministeriele ver antwoordelijkheid inriep deed het niets ter zakewat er ten dien aanzien bij de grondwetten van andere vol ken was verordend. Onze grondwet alleen konde be voegde uitipraak doenen die wet maakte van de Ministers geene nationale agentenmaar de dienaren van den Koning, wiens magt en voorregten, in het zeade hoofdstuk omschrevenanderzins dadelijk vernie tigd waren. Aan den Koning alleen waren bij en zijne ambtgenooten verantwoordelijkde Koning alleen oor deelde of zü zich van hunne pligten jegens hem kweten of zij behoorlijk de werkzaamheden verrigtten, welke hij zijnen dienaren wel wilde opleggen. Maar indien zij het ongeluk hadden vanhetzij in of buiten het uitoefenen van hunne functieneene misdaad tegen de maatschappij te begaandan stonden zij voor het Hooge Geregtihof te regt. De Grondwet verbond art. 227 terzelver tijd de verantwoordelijkheid der drukpers met hare vrijheid et. in het Koningrijk der Nederlanden konde men zich van deze niet bedienen dan met verantwooidelijkhcid. Hoe scbit. terend hec tafereel der weldaden eener onbepaalde drukpers ziin mogte, had echter overal de ondervin ding bewezen dat hij die aanvaltkrachtiger mid delen bezitdan zij die zich verdedigen. Wie zoude buiten dien den man volgen willen die zich van den laster, de eerrooving en alle die middelen bedient, welke ongelukkig op de menigte werken. Men had de gemarigheid der Roomtche Keizers geroemd; Cesar en Augustus hadden, wel is waar, schotschriften onge- atraft gelaten, maar toen konde men ze niet door den druk verspreiden. Ook had de grootmoedigheid van edele harten niets gemeen? met de wet, en zoo had den de wetgevers de goedertierenheid der Koningen moeten' wederspreken. juisc omdat de dagbladen de werktuigen van het openbaar gevoelen waren, moesten de schrijvers beteugeld worden. Derzelver strikte ver. antwoordelijkheidmet kalmte bestuurd, met gematigd, heid toegepast, kon alleen eene kalmte behouden, die voor eiken wezenlijk vrijen burgerstaat onmisbaar en geenszins een bevoorregt erfdeel van hec Despotis me s was. (Niets ook zoude inderdaad beletten, alle de voor deden van dc vrijheid der drukpers, bij de ontwikke- ling van het voorstel des Heeren de Brouckere opge. noemd, te genieten, zonder een toomeloos lasterend gebruik derzelve te maken; te minder, daar het ge. matigde, ongekunsteld eenvoudige, juist het echte ken. merk is der waarheid, en dus het meesc geschikt om ingang te vinden bij alle pnpartijdig waarheidzoekend hartzoo als men het Koninglijke vooronderstellen moet. Een belang, dat behoorde te worden in het oog ge houden naar mate de Ministers natuurlijk aan niemand anders de redepen ontvouwen van nun bestuur, dan aan de Majesteit, welke hen daarmede belastte, en slechts die ministeriele bedrijven aan de natie verant woorden welke voor den rigter als misdadig worden aangeklaagd. De Heer Lehon gevraagd hebbende, of Zijne Exc. hem met eene plaats van deszelfs redevoering had be; doeld, antwoordt de Minister, neer, want dat bij ds zjjne den avond, te voren ten papiere bragt. De Heer de Brouckere verzoekt het woord ter weder legging van hetgeen tegen zijn voorstel is aangevoerd. Onderscheidene leden verlangen dat men ter stemming overga. De President verleent het woord aan den Heer de BroUckere. D^zo wederlhgt in eene' vrij uitgebreide rede,voeriuï;d? tegen hem ingebragie bedenkingen.; .De. Il9e{\<de Gerlache vraagt, na dezen redenaar het woordmaat h?t geroep ter stemming hernieuwt zicH en de President verklaart de discussien gesloten. Het reac dSdrtoe wpuit betwist. Het Reglement geraad. pleeud. zijn,dg, blijkt hecdat wanneer 'meer dan eea tiedde :gédeelre 'der tegenw'ootdige leden de befatdsla. gingen wegschep-te hebben voortgezet, dit punt moet worden in omvraag gebragt. Het geschiedt en de vooitzettijig wqrdt met 54 stgmmen tegen 51 besloten. Opder de leden die. voor het vervolden der discus sien stemdenonderscheidde men dp Heeren Pqnker Curtiusvan -liphen nn Sc,'tooneveldt. De zitting wötdc verschoven tot 's anderendaags ten twaalf ure. Den 3 December.' De djsenssien in de zitting van theden hervat eo gesloten zjjnde, is men ter. stem ming overgegaan, waarbij het voorstel van den Heer ie Brouckere [Biet (Si tegen 44 is verworpen. De gee9t weljte men over hec algemeen hgeft opge- merkt j dat in de uitgebragte begrippen van de leden der meerderheid heerschten komt genoegzaam ngder op het navolgend begin der redenvoering'door den Heer Donker Curtius gehouden. Ik zal geloof ikniet noodig hebben in eene breede ontwikkeling te treden van mijne gevoelens, hetzij over de wetten, welker herroeping men vraagt, hetzij over hergebruik en de toepassing, welke men er nog van schjjnc te maken, hetzij over de meerdere of mindere oorbaarheid van zekere vervolgingen tegen dagbladen gegrond op die afgekeurde wetten want ik durf hopendat mjjne wijze van zien omtrent deze puntenvrij algemeen is. Ook denk ikEd. Mog. H. II.dat wij vrij alge- meen het begrip omhelzen dat die wetten van 18;; nader in 1818 wat derzelver manier van toepassing betreft, gewijzigd of verzacht, jndedaad niets zijn, dan de gelegenheids-wetten dat wij allen zonder uit zondering, bij de eerste lezing van hare beweegredenen en de herinnering der omscand gheden van het jaar 181 ff, het ijier omtrenc eens moesten zijn ,- en dat derhilveu hare toepassing, met het ophouden dier omstandigheden zelve, mede dadelijk had moeten een einde nemen, volgens de regel regtens cessante ratione juris, cessat jus, Ik geloof dienvolgensdat al wie nogin de tegenwoordige omstandighedendie wetten ziet inroe pen en toepassen, zich er over moet verwonderen et hare formeliike herroeping wenschenten einde er de verdere verkeerde toepassing van voor te komen. Ik voeg er, wat mij betreft, bqdat een derge lijke herroeping mij des te dringender noodzakelijk voor komtomdat het noch is tegen feitelijkheden, die voor zoo veel ik weetniet bedreven wordennoch tegen oproerige bewegingen, welke nergens plaats hebben, dat men dezelve inroept, maar tegen eene gewilde los- handigheid der drukperswaartegen dezelvenaar mijn oordeelniet gemaakt zijn en dat dus hare toepassing op zoodanige afwijkingenal waren zij |dan ook niet klaarblijkelijk gelegenheids- wetten nog altoos zoudei gedwongen wezen. Hoe toch Mijneheeren zonde ik mij immer kun nen verbeelden dat men bedoeld ge.iad hebbe hetzij om alle vervolging, wegens misdrijven der drukpers, met-gevangenneming vóór het vonnis te beginnen, ea wel tegengezeten bnrgersdie, met tevlngten. zich. zeiven vrij zwaarder door eene vrijwillige ballingschap zouden atraffen dan zij het door de wet zouden gedaas Het vervolg op at kant van deze blad*.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1828 | | pagina 2