4 5J-Q fcfi 0 mm* c a MENGELINGEN. GLAS. Is de kunst tm op glas te schilderen niet verlaqren gegaan f (Vervolg en 'slot van het laatste Menfel-jterk.~) Het is overbodig omtrent de glasschilderkunst of de keoefening derzelve te Gouda, breeder uit te wijden, ien readpiege daarover het zeer belangrijk werkje van jon Heer de Lange van llyngaarden in 1819 uirgeko. jen, de Goudse,'ie Glazen getiteld, moetende, hetzelve ils een vervolg op deszeifs geschiedenis en beschrijving der Stad Gouda beschouwd worden. Doc.i de Kerk van Gouda is de eenige niethoezeer toch gewis de belangrijkstewaar men voortbrengselen eener vroegere kunstbeoefening gaat bewondereneene zeer eenvou dige burgerwoning binnen Gorinchem, lokt den lief- lebber der Vaderlandsche geschiedenis tot eene ver rukkelijke herdenking uit aan het ontviugten van de ïroot, uit den Loevesteinschen kerker, waarin hij zoo onverdiend als onregtmatig geworpen was. Daetselaer de man bij wien hij zijnen wijkplaats zocht, wilde dit loeval vereeuwigenbij gelegenheid dat hij zijt? huis deed verfraaïjeu was hij aan de groote gebeurtenis indach- lig, welke ook zijnen naam aan het nageslacht zoude overbrengen dienvolgens deed hij de verlossing van den grooten man op een glasraam uitbeelden doch de be- teekende zaak lag verborgen in de zinnebeeldige voor- Itêllingwaartoezoo als velen willen II. de Groot lelf de ontwerpen zou gemaakt hebben. Dit beroemde glasraam het eigendom van den Heer Spyket schijnt niet zoo fel door rampen getroffen te zijn als de Goud- sche kerkglazenten minste hetzelve heeft weinig of niets door het bombardement dier stad geleden maar bevorens had hetzelve toch den vreesselijken storm vah den 9 November 1800 geweldig geooeg ondervonden, blaar in dat zelfde huis wordt nog een ander gedeckteeken gevonden hetwelk zijn bestaan aan de vlugt van de Groot te danken heeft, 'en, volgens het verhaal des eigenaars door Mevrouw de Groot als een blijk van dankbaarheid aan Daetzelaer werd ten geschenke gege ven en op liare kosten geplaatst. Dit gedenkteeken nu is eene zeer ouderwetschedubbelde ijzeren pomp, voor wel- en regenwater tevens. Daarentegen is de kast met dubbelden bodem in welken de overlevering wildat de Groot zich eemgen tijd verborgen hield reeds voor eenen geruimen tjjd om hare bouwvalligheid opgeruimd. Maar dit, als in het voorbijgaan, moeten wij nog zeggen dat het bedoelde boven vermelde glas raam te Gorinchem in het huis van Daetzelaer, binnen het kozijn 1 el 9 palmen en 2 duimen hoogte en 2 ellen 4 en een halve palm breedte hebbende, is in drie wakken verdeeld. Het eerstedat prijkt met het por tret van Hoogcrbeets, is nagenoeg ongeschonden: het hoofdtafereel, Miltiades in de gevangenis voorstellende, is wel geborsten doch anders zeer goed bewaard gelijk ook het gebeele bijwerk, behalve dat van onder een enkel glasruitje is uitgevallen. Het tweede vakmet de beeldtenis van de Groot zelve versierd, heeft meer geledenvooral in het bijwerkde voorstelling echter ■van de redding van T. Junius, is nagenoeg ongeschon den. De afbeelding der hierbij voorkomende Kist, komt geheel overeen met de gedaante van die, in welke de Groot ontsnapteen dienaar men meent nog te Delft bewaard wordt. Doch het derde vak ii deerlijk gehavend: dat geheele tafereel is, behalve het zesregelig versje, verdwenen, en alleen het por tret van Erpeniusis benevens eenig bijwerk overig geblevenzeer gelukkig is het, dat de heerlijke Por- tietten volkomen zuiver zijn bewaard gebleven: want niet alleen voor de geschiedenis maar ook wegens de kunstkomen zij verreweg het belangrijkste vooren geven een zeer hoog denkbeeld van de bekwaamheid des vervaardigers, wiens naam echter te Gorinchem even onbekend is, als elders. Men kan omtrent dit alles de wetenswaardigste bij zonderheden vinden in het uitmuntend werk van den Heer Baron Co Hoi D'Escury van HeinenoordHollands Roan in Kunsten en IVetenschappen iste deel,1 bi. 72, en in de Bijdragen met Aanteekeningbi. 72voorts S,Agues, des erreurs et préjugés répandus dans ta societè Tom. 1p. 336 in het Hoofdstuk hetwelk ten opschrift heeft: Verrf., le Secret de peindre sur verre est il perdu l Het is overigens bekenddat in oni vaderland die kunst thans weder herleeften dat dezelve zulke aanmoedi gingen gevonden heeftom zich te mogen vleijen van eenmial weder in den alouden luister te zullen kunnen optreden. van hé* gesMchr der Albino's zijn, te,b al rv'f naar den yh;cM.Ci!-liji:endan toch naar dun geectci; k-n mèiiïiif ie, hef jjoiicc! irtde man in deri Albino dan Heer der Seheppilig niet herkennen Hot is 'opmerkelijk genoeg, dat sedert dien tijd, dat, men van de Albino's is begonnen te. spréken, niemand, bijna opgetreden' isdie met juistheid wist te zeggen waar uienfcich ten, hunnen opzigte aan te' houden hebbe; '.Zeer ervaren kenners dor :jr"tuurlijice'iuscó- rie hebben betuigd, dat er nóg menig, itvijfejachug punt ten Hunnen opzigte is, overgtblen hétweïk' nadere toelichting noodig 'heeft. Eenigèn verzekeren dat het oorspronkelijk negers zijn, .riiaaj- die door eene of andere pldtseljjfce ommekeer hiirijiér, organ'-' satie In ééns van zwart wit geworden zijnandere hebben gezegddat het geheele volksstammen zijn maar die, even gelijk de nachtuilenniet anders (kin' bij nacht uitgaan, en die zich over dag in hunne holen blijven ophouden; nog anderen beweren, dat meer. dan een groot Monarch inde binnendeelén van. Azie /en' Afrika eene groote menigte Albinos, aan'zijn hof heeft.,, die met veel pracht en weelde onderhouden worden en dat zij daarvan eene soort van sieraad voor het <JJ o rz -G 05 a es ka 2 <u 5 o-S J" s -0 §L--e w 2 o - o C. c O o-> .2, ^3, J2 O 0 - a j S-ül s c-l TS -G f k-l *3- <u OJ E OJ ,<u "o 0 xj -a jju cj xd .x 1~ S3 xr t-C'-* 5' <U L, n, 2 JS O - c O' O u w 3 Jj. E H"S Si O S*2 "f xs es .SP c X>- CJ - *-■ "o GJ M c 2 Iets over de A L B I N O'S. Of dezelve een afzonderlijk Menschen - ras uitmaken t Het is gewis dat 'alle menschen onmogelijk even groot, even schooneven geestig, geleerd, verstan dig en bevallig kunnen zijn en dat onder die me nigvuldige soorten van menschen en de tallooze me nigte van individus van verschillende lengte en ltletir, die de oppervlakte des aardhols bewandelen er eeDige zijD die juist niet ais bewijzen of voorbeelden van de schoonheid des menschelijken geslac'hts kunnen ge roemd worden. Eenige jaren geleden, heeft men-op de kermissen vertoond twee Albino'sdie voor een' geringen prijs te zien waren. Zij waren kleinlelijk en dom-, hunne huid was wit. als melk of als gebleekt linnen hunne haren en wenltbrrauwenfijn en zijachtig .hunne oogen rood, scheel en steeds knlpöogende, daar zii het daglicht niet goed verdragen kunnen. (Wie weet, •of zekere schrijversdie de koepokinenting bestrijden en bezwaren tegen den geest oer eeuw inbrengen, uiet Paleis maken. Men moet over den smaak niet twisten maar het is toch twijfelachtig of den Monarchen van Europa wel ooit de lust zal bevangen, om de Souve- reinen van Azie en Afrika in dit opzigt na te volgen. De Albino's waren al bekend ten tijde van Plinius. Hij spreekt van hea in het Vilde boek zijner Historie* Naturalist Men verzekert, zegt hjjdat er in Al-i banie menschen gevonden wordendie in de wereld komen met sneeuwwitte haren met oogen als patrij- zenen die niet anders dan bjj nacht helder zien n kunnen." Plinius zegt hiet, dat het eend natie is, maar dit hei eenige personen zijn, die door eene bijzondere kwaal bezocht zijn, en dit is het denkbeeld Waaraan zich de verstandigste menschen hechten. Het is blijkbaar, dat eene natie van Albino's even weinig bestaanbaar is ais eene natie vati zieke menscHert. Door welke middelen zou dezelvë in haar onderhoud voorzien? Wie haar verdedigen kunnen tegen hare vijanden of tegen de aanvallen van hare buren Alle geschiedschrijversalle naturalisten zijn eenstemmig omtrent de verstandelijke kinderachtigheid der Albino's, Men weet ook. dat zij van eene awakke en. teedere ligchaamsgesteidheid zijn, ongeschikt tot moeijelijke werk- zaamheden. Wie zou hunne huizen bonwen, wie hunne akkers beploegen, wie hun wapens verschaffen om zich tegen de wilde dieren re beveiligen? Immers, indien hunne patrijzen-oogen hun beletten om het daglicht te verdragen, zijn zij gedwongen om zich over dag ver holen te houden in hunne hutten Maar wat zal et worden van een volkhetwelk nooit anders hit "kan gaan dan bij nacht? wanneer het geen ander gezelschap ontmoeten kan dan van katten of van nachtuilen, wordt het nog maar van die weinige menschen wier katten en nachtuilen zich zeker in zulke ligchamen bekt. Huis vesten zoude, welke het licht haten! De Albino'3 zijd van eene minder dan middelbare lengtemen onderstelle dus eens dat een nabij wonende volksstamsterken van eene goede gesteldheid des Jigchaams, wel gevoed, wel gewapend, plotselijk een aanval deed op de Aibino's, om zich van Tuinland meester te maken, welk zal dan het lot zijn van die arme witte menschen? men zal hen vinden, slapende bij dagindien de benaauwheid hen wakker maakt zullen zij het licht van den dag niet in zijne helderheid kunnen verdragen, en hunne naburen met bruine oogen, zwarte haren, en gespierde armen zullen hen met eenen enkelen «lag vernietigen. Alle beoefenaars der natuurlijke historie verzekeren, dat de Albino's verte zijn van Herkulessendat de vijftig dochters van Thcstius,van welke de zoon van Alkminevijftig vrouwen maakte in eenen enkelen nachtzeer gerust een tlte 4 tlte met vjjftig Albino's hadden kunnen af wachten. Indienzoo als wezenlijk alles doet geloo- vendie droevige schepsel.» verstoken zijn van alle genietingen der huwelijks - vreugd hoe zouddn zij dan eene talrjj'.te en magtige natie hebben kunneij dnar- stellen, zoo als sommige reizigers willen doen geloo. ven. Eene daadzaak is onbetwistbaar zeker dat men Albino's vindt in aile gewesten'Van-'Europa. Het zijn menschen, die zoo wel zedelijk ais verstandelijk ziek zijn V ware armen van geeste wier organisatie gebrek kig is en verzwakt. Ongeschikt om hun geslacht voört te plantenhebben zij hun aanwezen te danken aan ouders, die niet van hun geslacht zijn, maar zij zijn meer algemeen onder de Negers, dan onder de blanken. In 1744 vertoonde men te Parys eenen witten Neger, en deze nieuwigheid maakte een ongemeen groot gerucht, omdat men toen nog mets van dien aard aldaar gezien had. Men zeide, dat hij gekomen was van de Kust van Loango,'en -men verkondigd^r-ailerwege, dat er in dat gedeelte van het zoo zeer onvolledig bekende Azië eene natie bestonddie geheel zaamgesteld was uit witte Negers. Voltaire nam deze denkbeelden aan en maakte dezelve ten onderwerp van een meer geestig en puntigdan grondig gesteld Artikel hetwelk men vindt op het woord Physique. Bij vele volken zijn zij een voorwerp van godsdien stige aanbidding. De Albino's zijn' meestal doof en somtijds geheel stom. Zij zijn bijna' geheel ongevoelig voor de ergste Itastljdingenslagen, als anderzin's'; zij' zijn nooit ogloopei.ddriftig. of hartscogteiijk,. en nooit kwaadaardig; denatuur die hun lichaamsgestel ver zwakt heeft','' Heeft hur. aiie' veerkracht benomen, zij hebben geenerlei ander gevoelof gewaarwording dan de ligchamelijke behoefte des cogenülilts. De kufisc vermag hier weinig of niets, zij zijn als zwakken van ligchaam en geest genoten, en zij blijven zoodanig hun leven lang. De kunst is onvermogend om eenig middel toe te brengen om num.en ligcha.mclijken of zedeüjken toestand uit de laagte te verheffen waartoe zij verzouken zij 11, (.Het vervolg op den kant van' deze biaiz.~j S c r= "H -3 O GJ G) <U 0 g ïï;-0 O 1 =5 S-cl 00 O'S 5 iüflêa -'5-3 5 o S a c 2; n a a J» e4 v, <u 2 T c o "3 |ISS3":-SasafSgB« WjS 'Pr, 2 -G. l-wl-ss i a-liseX -u o bO '2 t s ts w ed ti ti H co H to «e f ójeaoo - 5 2 S-S1 21-ë Is 0 8 o 0 Soiïïs,..» •co"" o S S "•a w o 2-2 bfl CT .22 ta S SP'? o 0 a to <0 s» a c C rgS.Sïw fc 'dé CJ S Si •u u w <u -c ft e 1 ci ju eo 9 g S g 8f o Ml j" 1= p 11 bfi. g "O T3 - oj "S "5 jL P a l .st»8i-Sa| j= O C rj ScöC O 11 s M.S..2 9 a 2 S '.•o 6 u I '3 5> S v. 8 <U "oj MG O X3 OT C X3 •.2 c u-=— 3 ",2q 1» W'N-o ca '3 •- O 5 N eS J e 1 tvi C O O «Z c M(U P 2 - S? o - - O» M GJ O 9 •n o* Pi <D i .5 two g »- •- JC - CJ f o «u «2 M SI-.2 - g ga-S tu izz o) o E l ai c CJ n oL 0> a C-T3 C?CJ3^S wd a c O' «ij 00^ - o? c jc. S o 0.2 i> E - - - u-S S 0 S - a >>3- 2 c - S ae a, S. g »'g O r" "X <u «- - jj. 5 h-nAA. a *3+ txD aa e Q 1 .03 o S 64 o sj 2 tn o g"3 S J S s g<- j.iSü 2-2 S 'iea S °b'- TS" S -3 n-O'- "S CU g uSS st 0 c"Si2 o e «- - bjo w - <u -O 2 P JZ bD c jz cl o taco s 2 tl S 1 "l; -13^ aj U. AA <u ai <a> o -H <L> u. 5 3 <u *X3 n U. cc S3 -O jj n «"2 I- CS' ti I w o jy se4 c/j o'B S--| n o J2 C B Xl na Sb 5 "O a> G n 2 1 2:^ tu.-C.-xj u, <u •-»_ CL g ,ni F c "2 '"§"1 s a G <u OU be N 'C x; S "gc 8 "a O N fc, B g ~Q u C 0 j s --a JZ u s -o Ja - ®:&-H S §1 ■SüJNnjO'ii.el W> 35 §f b£ S) C - pZ - w E :S G C CJ CJ - 1 xi .El "2 c: S e a> e O 3 tjj a O - O g <U=U^ G 5 ai »-. u 'J - m w Jr c c 0 .P O <u c: 0 O r '-e O s g o a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1828 | | pagina 3