1-1 sssg 0 mengelingen. IETS OVER DEN TOESTAND VAN DE kaap de goede hoop. Vervolg en slot der Mengelingen van Maandag den 9 Junij L fleer twijfelachtig kan het voorkomen of ook thee, icolie, zijde, cochenille, kermes, indigo en der- jke artikelen door invoering der daartoe noodige iten, zoo als de Heer Colebrooke gelooft, in eene |cre noemenswaardige-menigce aan de Kaap zullen [nen worden gekweekt cn geteeld. Wel is waar dat Is de zijdewormrups en de zwarte moerbezienboom thee en boomwoitelgenook de koffijboom en de jelpalm reeds heden- niet meer geheel vreemd en bekend zijn in die Kolonie en dat onderscheiden )rten van het .geslacht der Olea en Indigofera aldaar ienlijk t* huis behooren de ongelegenheid echter 5[3at daarindac de produkten bij den zoo hoogen js der werkloonen en het verre transport, de con- rrentie mee dezelfde produkten uit sqdere landen zullen volhouden. De van veredelde schaapskud- aan de Kaap gewonnen zeer fijne wol, heeft zelfs die concurrentie moeten onderdoeneven zoo de baken men beweert aan de Kaap, dat Ameri- snsch meel en Frangche wijnen zelfs in Oost-Indie ïdkooper zijn, dan de gelijknamige produkten aan de jaap verkocht zouden kunnen worden. Doch, zegt n, dac dit bij toenemende bevolking, bij betere ver ding en vereenvoudiging van den arbeid, in vervolg tijd zeer wel anders zou kunnen worden. De arde ailcr Koloniale produkten, die van 1 Januarij 31 December 1821 in de Tafelbaai ingescheept en ijeovolgens 09k uitgevoerd zijn geworden, berekent |e zamer.steiler van dit werk uit de lijsten van hec tolkantoor op een vnllioen zeven honderd een en veer- Lr duizend en vijf'en dertig Rijksdaalders, en de waar- je der op gelijke wijze van daar uitgevoerde niet [olonialedus van buiten eerst ingevoerdeprodukteto 271-090 Rijksdaalders. Hec tdtaal van den uitvoer (itsdien op 2,012,125 Rijksdaalders. Bij dit inkomen Kolonie, door middel ook van den uitvoer der •roduktc:.*,. rekent de Schrijver dadelijk nog 10 pCc. lis zuivere winst voor de verkoopersvoorts het geld ietwolk door de aan de Kaap vertoevende of een „jdelijk verblijf houdende Heeren uit Indie, in omloop 'ebragc wordt, berekent men op 700,000 Rijksdaalders jaarlijks. Vervolgens de leverancien aan het Commis- iriaat, tot onderhoud der troepen, enz., in hec ge- ieel op eene som van 1,932,855 Rijksdaalders. Ein delijk de uilgaven der Zendelingen 75,000 Rijksdaalders toodat de som welke de Kolonie jaarlijks van buiten [ontvangt, in Spaansch geld 4,921,192 Riiksd. beloopt. Een overheerlijk batig slot zal men zeggen. Men zal echter, zoi-der op te houden van dit te erkennen, [na het vei nemen, van eeuige verdere bijzonderheden, Ibevinden, dat ook hier niet alles goud is wat er blinkt. Een ruim cn bezig saldo bleek er over te schieten op de som die c!e Kolonie jaarlijks van buitenlands ontvangt, na aftrek der eigene consumtie van inlandsche produk ten vóór eene vereeniging van menschcn die omtrent honderd duizend zielen teltonder welken er zich be halve dat nog vrij velen bevinden wier geheele be hoefte, buiten de door hen zeiven gewonnen of uit de hand der natuur te krijgen voedingsmiddelen, zich tot eene buis enz. voor kleeding, eene vuurhaard, een mes, en misschien nog wat tabak en brandewijn zich be paalt! De zamensieller dezer beschrijving berigt ons intusschen (en wel naar allen schijn uit zulke echte bronnen, dat men daarop gerust mag vertrouwen) dat de invoer alleen wat de Britschë Koopmansgoederen betreft naar den inkoopsprijs bij hec Tolkantoor op gegeven berekend jaarlijks 3,778,440 rijksdaalders be- loopc. Waarbij nog (in 1821—-22) de uit andere Eurc- pesche Rijken, uit Oosc-lndië eu China ingevoerde waien komen, welker bedrag op 2,281,782 rijksdaalders gerekend wordt, zoodat hec geheele montant van den invoer met bij telling van 10 per Cent voor den ver- kooper jaarlijks 6,666,244 rijksdaalders beloopt. Hier uit volgt dan nu ook dat de Kolonie veel méér van buiten 's lands oncvangc en van daar trekt, dan zij uaar buiten uitvoerten dat de% Kolonie aan de Kaapdien volgens (zoo als de Auteur gelooft) op eenen goeden weg is om zich met den tijd insolvent te moeten ver- Klaren. Dergelijke uitdrukkingen en voorzeggingen wil men aan de Knap niet alleen geheel niet gaarn hooren, maar men wil dezelve ook niet voor goede munt aangenomen hebben gelijk zulks uit de aldaar in het licht komende Couranten genoeg te zien is. Intusschen zijn er ook deskundige en onpartijdige beoordeelaars, die meenen dat er op deze opgaven zelve, hoe officieel dan ook, en de daarop gebouwde berekeningen nog al het een en ander zoude aan te merken zijnvooral zeggen zijdat hierbij niet genoeg in rekening gebragt is, (hetwelk zoo als zij verzekeren ook wezenlijk niet w-el berekenbaar is) hoeveel de Kolonie jaarlijks in klinkende munt door de aanlandende Reizigers en Zee-Kapteins gewincwier uitgaven toch ook bij het Tolkantoor niec te boek ge steld worden en die evenwel aanmerkelijk zijndewijl niet ligt een scheeps-Kaptcin de Kaap bezoekt, zonder het een door het ander genomen duizend daalders zilvergeld voor levensmiddelen en andere behoeften deels onmiddeiijk voor zijn schip en scheepsvolk, deels voor de passagiers die zich aan de wal ophouden en hun vermaak zoekente verteeren en aan de Kaap te laten zitten. Eenigermate bedenkelijk komt intus schen toch de sederc twintig jaren bij voortduring dak-nde, en lieden 'al zeer laag gezonkene waarde Van het Kaapsche papieren-geld voor. De vervaardiger van dezen State of the (jape geeft hier eene zeer uitge werkt) geschiedenis van dit, zoo als hij zegt, vóór omtrent veertig jaren aan de Kaap ingevoerde papie ren-geld, hetwelk thans aldaar schier uitstotend cours heeft; en hij meent de reden der zoo diep gedaalde waarde van hetzelve gevonden te hebbendeels in de overgroote menigte ven dac papieren-geld, deels in de noodzakelijkheid waarin de Kaspschc kooplieden zich bevonden hebben en nog bevindenom zich ter be taling van de koopwaren, welke zij van buicenlandsch ontbieden, steeds wissels op Engeland, tot eiken prijs, te moeten aanschaffen; of misschien ook eenig per soonlijk eigenbelang, te weten: van de hoogste Amb tenaren in de Kolonie, voor wien een lage stand van het papieren-geld voordeelig isdewijl zij hunne be zoldigingen in sterling money genieten; hier eenigermate medewerkt, wordt onbeslischt gelaten. Men is er sedert op bedacht geraakt om de waarde van het Kaapsche papieren-geld onveranderlijk te bepalen en wel tot omrrent op het derde deel zijner primitieve waarde te reducércn een zware slag 'indedaad voor de Kaapsche Kapitalisten!)' en zoo verliezen dan ook de onderscheidene ontwerpen, welke de schrijver van dit werk en ook zijn uitgever over dit punt in het mid den brengen, veel van derzelver belangrijkheid, en kunnen met stilzwijgen voorbijg'egaan worden. Wat nu eindelijk de inwendige huishouding of de huisselijke toestand der Kolonie betreft. Hec Moeder land voorziet in het onderhoud van de reguliere mili taire magt, maar het onderhond der uit inboorlingen en Hottentotten bestaande Militie aan de grenzen, komt echter ten laste der Kolonie; en ook zullen de opgaven des vervaardigers dezer beschrijving iedereén kunnen overtuigen, dat in de Kolonie alles eenen vrij- geregelden en vvectelijken gang gaat, alles- onder eene vaste controlle staat cn dac het aldaar ook al niet aan plannen ontbreekt, althans tot het maken van allerlei verbeteringen in onderscheiden takken van administratie en beheer. De staat der in den dienst der Kolonie aangestelde en uit de inkomsten der Koloniale klassen bezoldigde personen, is zeer aanmerkelijk, waaromtrent de schrijve! meent, dac menige nuttige verandering zoude kunnen beproefd worden, vooral misprijst hij de wijnpachtdac is het privilegie om Kaapschen wijn uit te schenken of in hec klein te verkcopen. Jaar lijks wordt dit privilegie «aii de meestbiedenden bij vernieuwing door de regering toegewezen. En dit brngc tot in 1822 jaarlijks omtrenc 100,000 rijksdaal ders in de kas, de arnïste en geringste inwoners in de Kaapstad moeten daardoor den wijn op hec aller duurste betalen, en hem nemen in die kwaliteit, zoo als de Wijapachter goedvindt denzelven te schenken. De uitgaven der koloniale kas beliepenvolgens de d> -o O a - o, AA S3 3, to -° 3 .S a a s-o 8 8 o t, OS S* U ei n .e - Q> to bf)"C o o ec I 0 -Q' P Cj bJD-v O u M 15 Tj-fi S 2 a o ■- jy Gc rj b* o .o Q> *-l O) QJ jO a> -rt - QJ Q> 73 U5 OJ q> yi qj o-S n S S315 c y s -a *aj o qj qj G •- C *2» K 2 O y G> -ö .H S CC CVi r-; 2 o 0 S - gc 3 5! Al A hll 2 t qj q> QJ qj O bc <u s .a W2 §x2 QJ u. 23 O CJ ty. qj U3 tac-a O C J.. •- o qj '8 -d O S i g~ 5-S S 1 - OTJ g -gR ooSoSl- O-S- 1 S- S g-ès O «'°'3 S .0 -üis<-> 2r n r. 2 qj o» c o S.S te a cj -- a. S 5 tü 3) 5 I- O .s a. <u «L> qj s cc aj o. 1 s a CU QJ - 3 o w cj s J: S3 a-Q 2^3 r e U. 0 c a> t3 q g 1 -"O SJ S o V ss qj. <U "2 QJ C3 y X3 o c o o 1 c "3 ju qj qj i* "2 o öfl qj - r5, 1 eene c w qj ~0 g c -o qj O» V--± c Cr: p> O-5 JS a O cc CQ *-* t5- CJJ c r- 2 - ail opgave welke daarvan alhier voorkom:in som van 1,249,908 rijksd. De inkomsten bedroegen 1,463,510 rijksd. Er blijft alzoo nog een voordeelig saldodoch het blijkt ook tevens uit de opgegeven sommen zelvedat liet aan de Kaap noch aan directe noch aan indirecte belastingen moet ontbreken, wanneer de inkomsten jaarlijks die hoogte bereiken zuilen en misschien hebben de Eogclsehe kolonisten in Noord- Amerika nog veel voor boven die - de Kaap de Goede Hoop. Onder de posten van uitgave vindt men: koor de Kaptcins der Hottentotten-kralen 330' rX< jaarlijks. Waaruit deze gevolgtrekking afgeleid worde, dat de Engeischc Regering aan de voormalige Grondei genaars een pensioen geeft! De reeds door kVdiUant g g 0 JS beschreven stafais ceeken der Kapteins -waardigheid wordt-op gelijke wijze nog heden aan de geregrigden uitgereikthoezeer maar zeer weinige meer van deze hoplieden nog onafhankelijke vrije lieden onder lmrae bevelen hebben. Zeer nadrukkelijk komt de schrijver op tegen de beschuldigingwelke men zelfs in het Britschë Parlement heeft hooren uitbrengen, (hoewel de kolonie van den kant der regering in Engeland voor de zuivere koloniale belangen nog nimmer eenigen onderstand moet hebbenontvangen daarentegen echter door de tolrcgten, die van de in Engeland ingevoer de en van de van daar uitgevoerde goederen gelijk ook door het onderhonden eener militie te paard en te. voet, tot dekking der grenzen tegen de Kaffers, Britschë belangstelling eischen mag en Brirschen belan gen helpt waarborgen j dat men aan de Kaap op M eene spilz eke wijze huis houdten dat aldaar aan de Ambtenaren al te hooge bezoldigingen gegeven wor. den." Intusschen laten wij die verdediging voor rekening van den auteur; dit is zeker, dat de Gouver neur jaarlijks een traktement van 10,000 p. sterl. trekt hetwelk naar den koers van het papieren-geld gerekend, niet minder 'dan 140,000 rijksd. jaarlijks beloopt. De eerste Secretaris der kolonie trekt jaarlijks eene bezol diging van 3500 p. sterl. Onderscheiden andere posten brengen jaarlijks 1000 p. ster!, op. Maar behalve deze hooge Ambtenaren, wordt verre weg het grootste ge deelte der overigen in papieren-geid betaaldvoorts verzekert de schrijverdat de geznmeiijke bezoldigin gen met diensten, welke zij praesteren in evenredigheid staan, ja zelfs betuigt hij, dat dezelve deels te gering en schier alle ontoereikend zijn. De Regterlijke Amb tenaren echter schijnen «ook aan de Kaap in het lot te deelen hetwelk hen elders drukt, dat namelijk, van zeer schraal bezoldigd té móeten worden. De Groot, regter of Voorzitter van het hoogste Kollegie heeft jaarlijks niet meer dan 700 pond. De tegenwoordige was intusschen vóór eenige jaren tevens President ,van de Wees en. onbeheerde Boedelkamerop een trakte ment van 4000 rijksd. jaariijks. Dat overigens een land, hetwelk Vermogend genoeg is om zoo aanzienlijken en kostbaren civilen en militai ren staat ic houdeiials de aan de Kaap werkelijk bestaan, dezeer aanzienlijke hulpbronnen of ressources hebben moet, dit is zeker iets wat niet veel tegenspraak schijnt te kunnen lijden cn dienvolgens heeft men niet zonder grond aangemerkt, dat het beweerde van de auteur, ais of de Kaapsche kolonie met in staat was, hare welvaart te vermeerderen of zelfs om hare uitgaven te bestrij. den., aan overdreveile zwaarhoofdigheid, of althans aan elke andere reden veeleerdan aan den waren toestand der Kaapsche volkplanting, behoort toegeschreven te Het vervoig op de kant van deze bladz.j -a ^2 bfllï; Jj ss (S, w i. u w 1 t-C«ó)*"recCJ^23-' qj qj cq o p c- re "o fj qj "is e CN Ur.c 'CW e: -* re -o .2 'n - oj a w y c 2: a re -o - ctJ 5 Si '?.3 oj e/> tj qj o. - rt >3, r-, v, <--* +-65 2 5' a L S.S 8ro e S^"J s 'c o -e c o qj <j t3 3 cj oj iristeiii'.s.r si 'E Ij s 73 2 "cj w G o to u OJ a O Cl "ij la C M O Ö(u-aT3 NdJCJr)t)>c) as o-o K J «45 S SI -Sc- qj qj -2» t 0 JZ, 32? S O n -=2 V 2 o Si ö*o o-i; s o qj "r i. u o> o cj m q, qj o o u "j n !3 qj s2 re u. bfl-p? d-"0 to r- .a re - D.T3 fcfi s qj g .2, 'UQ) H OJ •- ..13 <u aj^ n'13 H S-n't: S o SyOjCcJCWCl- O y re qjqj a» o J O c N -it: re qj qj qj qj -Xj "o jh bül ïSïSïij l" i w u, 1 S "g E g 'S 3 N 5 re C 5 oir QJ "5 CL ,-S s? fjo O H 0 -5 c: n so 3 r - w o. O w O 0 yn 5 e G 00 O u «j s o m qj qj ij cj t-aoj rt ei w oj 2 2 JS fcrf p bo~ O) 0 c c -- a e >«göa.8o L S g C 's':^ b b, .hs M iu re re c p t; w - - B-C S n' 5 e b -— QJ U A Oa -ceti'a«S;SSo^.j;«'Sg bJaojQ»"Cc: c n S m o Ög J" c 0 OJ N jj -AJ bo- y M 0 o» 5 «S-S E|g.ïfjsuE S nn" S U SS <u <u o S.5 a-3 -s a aO«'ö E 5 a h s JU "S -e - <u o> <t> e fco o a .5 g g ïï>.2 es w-gj-s cj a - 1—1 i—(11 OJ fcd] qj. "O g O C! ^2 .2 reO-ï qj"5 re-u 5 w re fcj") «•«.5 ■o o 1 s "5. s q s ---"è 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1828 | | pagina 3