wegens het aanzien van den Anteur'met de wetlten
va l de.i Graat van Clarendon te vergelijken die zoo
dikmaal* ten otiregte door de Royalistische Schrijvers
als een beschermschild gebruikt is getvorcten. Het is
dus wel der moeite waardig, hier de gronden na i te
voeten, welke het oordeel van den lieer Hallam over
de, door den groocen man nagelaten schriften motive
ren. Hij was cenen geruimen tijd eene der krachtigste
drijfvêren der geheele beweging daar hijmet des
Kor.ings /echter niet onbepaald en dikmnals weifelend)
vertrouwen vereerd, in vereeniging met andere voor
treffelijke mannen en in vriendschappelijke ten minste
niet vijandige betrekkingen met de voortreffelijksten onder
de tegenstanders des Koningsde schreden des Parlements
ou den regten weg poogde terug te brengen, hetwelk
hém ook tót op hét jaar 1640 gelukte. Maar vol van zijne
edele ontwerpen, maakte hij zich wdlligt zelf illusie,
niet tegenstaande de uitgebreide, zóó algemeene als
bijzondere inenschenkennisdie hem eigen was, en die
ook Hallam naar waarde weet te schatten, en waar
door hij anders zoo bij uitstek bevoegd wasom over dac
geene, wat andereu deden en wilden, een voortreffelijk
oordeel te vellen. -Doch zoo moet het ook zijn in
deze wereld. Want wie is in staat tot handelen, wan
neer hij steeds met huivering alle zwarigheden en mo
gelijke hindernissen wikt en weegt? Evenwel gelooven
wij hieromtrent die bedenking tegen den Heer Hallam
te mogen maken, dat het krachtig handelen, als het
geen gevolg van rijp overwegen is, den moed in ver
metelheid doet ontaarden, de uitkomst onzeker en den
handelenden man beiagchelijk maakt. Van den Koning
verre verwijderd, stelde hij ook geen genoegzaam
mistrouwen op den invloed der hovelingen, die den-
zelven omringden. Maar alles wat hij gedaan', en wat
hij gezien heeft, is door hem opgeteekend, maar later
en uit het geheugen, daar toen de eerste indruk reeds
verdwenen was.
Oorspronkelijke Acten en Documenten heeft Clarendon
in zijn werk geinsereerd; maar wie herinnert zich be
paald en naauwkeurig alles, wat -dezelven voorafging
en daarop volgde, wanneer men zelfs een werkdadig
medearbeider in alle die zaken was, tot welke die
achterstukken betrekking hadden. Heeft men immers
niet aan Koning Frederïk den Eenigen onnaauwkeurig-
heden in zijne Histoire de la guerre de sept ans kunnen
bewijzenWat de dooi Clarendon uitgesproken oor-
deelen over zaken en personen betreft, zoo maakt de
Heer Hallam de zeer jui.-te aanmerking, dat een Auteur,
|die datgene, wat hij ge.-chreven heeft, in lateren tijd
en in eene gansch andere gemoedstemming, overwerkt,
r.iet met zichzelf harmoniëren kan. Hallam wederleg!
dan Lord Clarendon dikmaals met zijne eigen' woorden,
en vooral uit de Documentendie door hem verza
meld en onder den titel: Clarendon State Papers, be
kend gemaakt zijnmaar hij teekenr daarbij aandat
Graaf C latei don, in het bezit van een deel dezer
papieren eerst gekomen is, nadat hij zijne geschiedenis
jeeds geschreven had. Dit alles regtvaardigt Hallam's
veelvuldige teregtwijzingen der History of the Rebellion
maar den edelen Auteur derzelve ook daarbij.
I11 de geheele periode van den Burgeroorlog wer
den de maar al te goed gegronde klagten des volks
nog veel meer door godsdienstige verkolgingen ver-
- corzaakt, dan door de andere evenzeer onwettige
stappen des Konings en des Protectors. De dwinge
landij des laatstgemelden overtrof nog alles wat men
ooit gezien had. Her kon niet anders zijn. Eene
magt die zonder allen regtsgrondop de puinhopen
van alle bestaarde betrekkingen gevestigd is, kan zich
alleen door de uiterste willekeurigheid en geweldda
digheid stnat.de houden. Aan de persoonlijke hoeda
nigheden des Protectors, laat de Meer Hallam gereg-
tigheid wedervarenen hij stelt hem in geen ander
daglicht, zoo veel wat zijn persoon, als zijnen toestand
aangaat, dan de zorgyuldigste inachtneming de omstan
digheden medebrengt.
De vergelding met een gelijksoortig staatkundig
tneteöre, wonderbeeld, hetwelk wij in onzen leeftijd
gezien hebben, was den schrijver te ilabijdan dat
de Auteur dezelve zou hebben kunnen voorbijgaan.
Maaar hier is Hallam ook naar liet oordeel van Hoeren
en anderenop verre na zoo gelukkig niet geslaagd
ais illeman en meer andere Geleerden, die een ge
lijksoortig Parallelismus tnssciien Cromwel en Bonaparte
beproefd hebben. Met Cromwel heeft de wettige Ko
ning van Frankrijk, bondgenootschap gesloten tegen
Jbanje, en het heeft slechts van Cromvel afgehangen,
om cok, gelijk Napoleon, eene Vorsten-dochter tot
zijne gemalin te verkrijgen.
I11 het elfde Hoofdstuk ziet men de geschiedenis der
Restauratie. De geleerde Recensent, die van dit werk
in de GSttinger Celchrte Anzeigen van 29 December 1827
verslag dpet, merkt aan, dat men vrij algemeen aan
degenendie dezelve bewerktenverwijtingen gedaan
heeft, dat zij Koning Karei geheel onvoorwaarde
lijk terug geroepen hadden. Hallam bevlijtigt zich om
hen tegen dit verwijt te verdedigen, door de volgende
aanmerkingen: Eerstelijk, dat niemand de regtelijke
bevoegdheid gehad heeft, om in naam der geheele natie
te onderhandelen. De Engelsche Staatswet berust op
King, Lords and Commons. Het eerste Staatslid ontbrak,
en eerst nadat hetzelve weder hersteld was geworden,
kou men eene grondwettige behandeling van zaken als
mogelijk beschouwen. In de tweede plaats echter,
zt.udé het den onderhandelaars niet mogelijk geweesc
zi;n, om zich opzigtelijk eenig bijzonder punt te ver
eenigen, en bij elke oneenigheid daarover, had gewis
een of ander regt, bngetwijfeld moeten verloren ge
gaan of opgeofferd zijn geworden.
De Auteur laat zich zeer ongunstig uit, over de
latere gedragingen van Lord Clarendon. Deze bevoor-
cieelrie zeker de liooge Kerk al te zeer, en men meent
dat hij daarvan zelf berouw gehad heeft, toen hij zag,
tot welke einde die Kerk de wederverkregen regten
misbruikte. Maar door de eigen voordragt van den
Leut Hallam, wordt Clarendon in, vele opzigteit ge-
ngtvaardigddie toch altijd het voorwerp der veree-
O
-o 51 -
E M -bi
•C 5
a 2?
e/Sp
O 5VW
"-o
O s "V
a
O <U
00 SU 1 s
Sj s-n rO
S'srSS"
a a s 35 c
O .5 bi 00 u w
HW. "13' qj qj
sj «- bc-J; G
T3 jj cc cu
G p C-.X
O c G c a
as z
M-ja-E"0 O
rU "O CU
O O -2 <U
ntx o -
g CJ 2
N N OJ 5 J
Vu-- 2
ja CD Jd G iD
ruig van zijn volk bliivèn zóówèl u't hoofde
va": dacg?ne, Iiecwelk hij vóór cfe uitbarsting vai dun
burgeroorlog ir'daan heef:, om denzeNen ce verhinde
ren. en dé roeten des volks ce verzekéren; ais uit
hoofde van liet kwaad, dac hij na de Rcs::uiracié
tégen hield. Die laatste is in rampvolle en booze
tijden altijd het gewigtigste werk, en dus ook de
moeijelijkste verdienste. En juist dit ónttrukt z'cli aan
de bogen der cijdgenoocen. Naauvvelijks dat het door
dé nakomelingschap geloofd wordt of naar waarde ge
schat, al is het dat daarvan nog eenige melding ge-
maak c wordt.
De Heer Hallam plaatst het bestuur van Clarendori
in een ongunstig daglicht, en het is niet tegen te spre
kendac deze zich door de ondervinding in zijn eigen
leven wel heeft laten verleidenom de magt des Ko
nings meer te begunstigen dan zulks met zijne eigene
vroegere grondbeginselen Overeen te brengen was, voor
dac hij gezien had hoe eene faccié die volksgezindheid
voorwend, te werk gegaan was. Op meer dan eene
plaats is de Heer Hallam onregevaardig jegens dien
Staatsman op bl. 227 beschuldigt hij hem uitdrukkelijk
dac niemand waakzamer geweesc is dan hijto limit the
functions of Parliamentor möre desirous to see. them
confident and submissiveen op dezelfde bladzijde ver
haalt hij nogtans dac Clarendon alleen de bewilliging eener
jaarlijksche som voor levenslang .verhinderde, die den
Koning in staat gesteld' zoude hebbenom zonder Par
lement ce regeren, en dac zelfs de meest vaderlandsge
zinde StaatsliedenSouthamton en Cohventryzich bij
dezen verderfelijke» voordrage coegevend getoond hadden.
Op eene autoriteit die door den Heer Hallam zelve voor
onvoldoende gehouden wordt, maakt hij hem toch ver
dacht, van^zich door giften en gaven derzulken, d e
gedurende de burgeroorlogen grooce familien geplonderd
haddenverrijkt en daarmede een huis gebouwd te
hebben. Wanneer het eenmaal gelukt is om tegen een
groot man een geschreeuw ce doen aanheffen dan kan
hij noch een huis koopen noch in een huurhuis wö-
nenzonder beschuldigd te worden, dac hij door de w 0.0
eigenaars besteken is geworden.
In het twaalfde en dertiende Hoofdstuk leest men
dat hoeveel er ook gedaan wasen onder die regering
voortdurend geschiedde, om de grondwetten der Staats,
regeling te bezigtigen en te bevestigen zeo kon het
volk daarvan toch weinig nut trekken en zulks alieen
omdat de Regters niet volkomen onafhankelijk waren
ja zelfs geheel en ai aan wenken der Regering on
dergeschikt waren. Dit is wel een der schoonste,
.meest behartiging waardige en ook buiten Engeland
praktisch nut hebbende gedeelten van dit werk. Even
gelijk, ren gevolge der onderzoekingen des Auteurs,
niet het gebrek aan wetten maar het gebrek aan eenè
zuivere onpartijdige Regcspleging, eene praktische on-
verdragelüke cirannij veroorzaakceen aanleiding gaf
tot revohuien, zoo werd ook door de willekeurige en
volstrekt bedorven regcspleging de revolutie van 1688
verwekt. Onder Karei 11. zijn de betrekkingen der
beide Huizen van het Parlemenc tot elkander, en dé
regten van het Hoogerhuis als allerhoogste Gerechtshof,
naauwkeurig bepaald en omschreven.
Aan het einde dezer periodefgeefc de auteur een
overzigt der bestanddeelen van hec Parlemenc en van
deszelfs regtenin vergelijking mee den tijd van Hen
drik VII. Met gelijke uicvoerigheid en naauwkeurig
heid beschrijft hij de regten der kiezers in de Boroughs
en verklaart zich voor de onlangs in de Letters to Lord
John Husselbekendgemaakce en verdedigde meening,
eene meening, die, gelijk uit eene laceTe uicgave dezer
lettersblijkt, van een Parlements-lid JVIr. Creevey
afkomstig isdac oorspronkelijk alle huisbezitters
paying general or local taxesof de Freeholders iiiylek-
ken hec regt gehad hebbenom te kiezenen dac
•hetzelve een pnregte op de Corporacien of Magistra
ten overgegaan 'is. Bii den Heer Hallam wordt even
wel dit werk niet aangehaald. Men vindt daarvan een
zeer fraai verslag in de Göttingische Gelehrie Anzeigen
van 1826, Bl. 194.
In het veertiende Iloofdst.wordt de regering van
Jakob II. behandeld. De staatsregeling werd toe meer
der volkomenheid gebragc en bevestigd, maar KareiII.
en Jakob IIlieten niec 11a dezelve onophoudelijk te
schenden, door gewelddadigheden en misbruik der
regtelijke vermen. Jakob 11. kondigde openlijk en
zor.der zich ce ontzien liet voornemen aan, om staats
regeling en Godsdienst omverre te keeren. Hij heeft
zich, naar de wijze van voorstellen des auteurs, aan
geene meerdere willekeurigheden schuldig gemaakt,als zijn
vadermaar de natie begon te erkennendat hec on
mogelijk was hare regten tegen zijne aangeërfde grond
beginselen te verdedigen. De Revolutie waardoor
Prins Willem III. van Oranje den croon beklomis
volgens ilallams manier van zien als hec kenmerkend
tijdstip der Epoque van Constitutionele vrijheden aan
te merken. Deze bestonden reeds wettelijk. Niecé
nieuws van groot gewigc is |aan dezelve toegevoegd.
Maar de vrijheid der natie en de scaacsregeling werden
door den val van een regerend huis en de verheffing
eene andere linie, welker ticels en aanspraak alleen op
de denkwijze en gezindheden des volks berustten,
gewaarborgd, juist datgene, wat aan de Revolutie
van 1683 verweten wordt, de eigendunkelijke afwijking,
namelijk, van de erfopvolging, was de eenige veilige
grond op weiken het welzijn der natie, sedert'dien
tijd berust heeft. Men had nog altijd kunnen voort
gegaan zijnom aan eene reeks van Stuartsche Konin
gen beperkingen op te dringen. Op die wijze zouden
echter slechts nieuwe burgeroorlogen en eene meer
stelselmatige vei drukking door den letter der wetten w .5
•veroordeeld zijn geworden. De Engelsche scaacsrege- a
ling, welke door die Revolutie bevestigd is gewor
den, heeft incusschen door de manier, waarop zij teweeg
gebragc werdeen min of meer verouderd karakter
gekregen. Naar de beschouwing van Hallamheeft de
Engelsche staatsregeling, van dac tijdstip af aan, toe
\Het vervolg op de kant van deze bladz.0
O
■d - c tf S ÜO
1 s s-a
2 s-ri - e G c J o N SO
S«gÓr"
=-*
9 e -S8 -
"-3<£5-3
~iisa.kS=!2-°:ss^
r*1" CU <D r- G -— CS .5
Cl (j <l) jjt cu -a G cj is»
C3 £- .„T-. 1> CU Tl "^2*
.2 ^3 5 'Z? 0 5 C Ci 0^ 2
B S dj ÜJ <U 2 O '3 S
S0-3G-C S-O bjj O b u. -a a O 2
<U CL «j G 2 ÏU G t— C4
SocgjS -S O O O
„•H 3^ cSs|g
•=o .„Bgs- Si
G -Xj rv LD /L CG n
^2; «I 11 -S ju"1® W G r*-*
-O''?-- C o
:G--^--O>5GS coOfljcEoo
NT3 .G.G3 i-ü(t»G2'anXl>
t- I -ü CJ C 1 c s
CJ <u 1y 2 w
■^ssssrs^-g
s»
•S%et.-Bo.62
.Si v- 9 D-r o co
5 o r
oQj) s r "o u
oj o c "o -~
646 5 Si
vo.-5?N 5 - '5
"O u cL)
V. CU G
s s? -
I 1 -11 n
-fe O» C3 Q _5 -G
m-1 iS w 1.
O -G CJ cjJ
7\ i- <V -U <U -r,
^;3>o (u c
xui^.l S>E 10
3 ccQ-ga o<2
G (-> xj 9
a> dzi cu
O. "O
<L> c: 9. 53 N.T3 r?
S "U CJ te G
CJJXS CJ JZ u-, LL i->aj(L,
-• J <U Xj
3
9 T- i - u>
c r tr 0
g a> S ■- S T> -H. S
o - u 3
5 9. 3 c tS-o »-
<u-a QJ
5 SP-C 0 - U
'N 1
■i-S'-S-S'E-aSo^aSsi"*
U 2 ',2P 0 SC T S. s
Ui 0 Sf— c
-
5
C u
S pJ:.W (U s
J cj
w »-
c -u
LP Cu-"
U •Cf O
g CL'0
5 tl Ta "5 .5 -
N O
G o
-Xi
O cj
CU "i J3G r-j
-ë o 5 S
iS.n^o
jz L-ö "üi OJ O 2
a LL'O a
13 «s-"0 "Ji
'Ï=IS" -3 o s
H ifl
---CS»
.2 3-r.
*-* G G
n cj
GL ?}'-0
<P a» tao
r.a 3. u -
- fl - s« C
a S u 0 o _S?
K auS Cr' UJ
t G O C
CELL
G <u O <-■ c
N LL -G o
- .2 a: g S
- *X3 O c;
- •(-, QJ
i»; LC co n c. af> cu js "o 'X:
G o 9 G CJ cu "G "G
bO -
cj -z.
O 2 5
tJ3S
°Sï
5öïliu'3 1* >8 .«5
ci - k S u_x
«-=•= - S.^-s "si co-a
g 5 g 5> j
4> U «OM 60 B Si
S-Z O c-n o
60T- J=B oN o-S - u 6 -
T3-0 -w
G •-«
cj
fcJ3 a 2 -
CJ o g -
-6~E S-ót" s f
x: L-
6— CJ
4>-a
Xi C
- ,2
rX
CJ3
tto 2 U G 0
m n ^X ii O
^SS2gxS3J-^ - o -
c ajGS 17 ai cj -
Cj 9
ÜX
c3 6. --•>£ o
T3^ 2i r- 3 B .TL
0 «S2-u-ax-
«•isoï s-o-ï'61 - 3 -S:
ta
dx ja
a r. n cj - w
■~a