fe -
to_. c
III Is
keci.enis *«n God to e5o« twude zijne C.Wstologii of
Zijne beschouwings - wijze nopens de betrekkingen van
het Goddelijke en menscheliike in den persoon ven
Christus, in het derde zijne Anthropologic en Sntcrio'ogic.
Menscheukunde en de Verlossingsleer, in het vierde
zijne Kosmologie of WereldleerPneumatölogie Zielen,
of Geestenkundeen Eschatologie of kunde van het
laatste der dagen. Op den voorgrond wordt zeer juist
aangemerktdat het rhetorisiren in zijne wijze van
Voordragt ook bij het naauwkeurig opvatten zijner denk
beelden eenige zwarigheid maakt. In de leer der Drie-
ëenigheid blijft hij zeer getrouw aan den Athanasiaan-
schen vorm en de Nieeïsche voordragt. Indien vele
der Toongevers in liet vak van TheologischeLetterkunde,
in Diiitsehland en elders, zoo veel Grieksch lezen en
verstaan konden om bij dit werk van Ullmann ook de
«chriften van Gregorius te begrijpendan zopden zij
toch zeker van menige gewaagde stelling in hunne
Exegese of uitlegkunde terug komen. Overigens zoude
het nog tot een onderwerp van bijzonder onderzoek
kunnen gemaakt worden, of Gregorius wel het geheel
des Athanasischen voorstels met alle de daartoe behoo-
rende bepalingen volledig gevat heeft; ten minste is er
nog eene en andere omstandigheidwelke hieromtrent
«ltijd twijfel overlaat. Mefl diende hierbij te vergelijken
wat Gregorius uit de schriften van eenige zijner voor
gangers in den strijd tegen de Arianen bijzonder uit
de schriften van AthanaSius geput haden wanneer
dit ook een meer naauwkeurig onderzoek over de tijd-
opvolging van eenige der schriften van Gregorius nood
zakelijk had gemaakt, dan had de rijke overwinst, die
ook behalve dat hieruit te verwachten was geweest
voegzaam bij de overige Bijlagen van dit werk kunnen
gevoegd zijn.
Minder zoude men welligt dit gemis ten aanzien zijner
twistschriften tegen Macedonius en ApoUinaris vermis
sen, want in den twist tegen deze schijnt Gregorius,
meer dan anders gehaakt te hebben naar den strijden
bij de meeste derzelver bestaat er geen* twijfel noch
aangaande den tijd wanneer zij geschreven zijn, noch
ten aanzien der aanleidende oorzaken waaraan zij der
zelver aanleiding verschuldigd zijn.
Het eigenlijk punt des geschilsof datgene hetwelk
Gregorius tegen Macedonius en de leer van de naturen
In Christusen van dèn Heiligen Geest verdedigen
wilde, is ook in de naauwkenrige omschrijving welke
Dr. Ullmann daarvan geeft met de meeste juistheid en
bepaaldheid voorgedragenalleenlijk blijft men toch nog
in liet onzekere aangaande de bijzondere omstandighe
den welke juist toen eenen twist over het eene en
andere dezer onderwerpen veroorzaakt hadden. In den
twist tegen ApolUnaris wikkelt zich Gregorius zelve in
zoodanige spitsvondigheden dat hij soms den draad ver
liest om zich uit den doolhof te redden in denwelken hij
zikh verward heefthetwelk ook zeer veel tot de ver
lenging gelijk mede tot de verbetering van dien twist
toegebragt-heeft. Daarentegen is bij de aanwijzing en
karakterisering der Gregoriaansche denkbeelden in de
Theologische Anthropologic, (dat is in de leerstukken
aangaande den oorspronkelijken staat des menschen voor
zijn' valaangaande de erfzondede vrijheid van
's menschen wilvan de genadeleer en van de verkie
zing, de grootste oplettendheid in achtgenomen, voorat
ook ten aanzien van datgene wat derzelver overeen
stemming met of afwijking van de onderscheiden'
hoofd-theorieën in welke men zich bij vervolg van tijd
hieromtrent verdeeldemet en van de Pelagiaansche
en Augustinische zeer duidelijk uitgemonsterd, waarbij
met de gelukkigste keuze juist die plaatsen uit zijne
schriften aangewezen zijnuit welke men onmisbaar
kan leeren verstaanwat omtrent dit alles voor het
eigendoorgaand eft blijvend gevoelen van Gregorius te
houden is. Over de algemeene opstanding is vooral
de twist, tusschen Gregorius en Apollinaris, zeer merk
waardig gelijk eindelijk de beschouwing van de natuur
en de eigenschappen der ziel van Christus een met
hevigheid behandeld geschilpunt uitmaakt.
Voor den tijd van Origeneshad mengelijk Dr.
Ullmann beweerd dit punt niet zoo met bepaalde ge
zetheid ter sprake gebragtwant wat of Tertullianus
met zijne anima Christi carnea zeggen wildeverstond
hij gewis zelve niet regt. De spitsvondige grondnit
weike Origenes allereerst noodig achtte, om over de
menscheliike ziel van Christus te redekavelenbestond
daarin om dat hij eene vereeniging tusschen de Godde
lijke natuur en een ligchamelijk wezen zonder tusschen-
komst eener middelnatuurnatura mediavoor onmo.
gelijk hield. De geest van geleerdschijnende diepzin
nigheid, welke destijds al meer en meer veld won,
vond er iets aanlokkelijks inom in deze soort van
vraagstukken als 't ware te verdiepen. Hier komt nog
bij dat Gregorius en de overige eerste bestrijders van
Apollinaris de strekking zijner leer tot eene andere
soort van ketterij., welke de monophysitische of eon'
naturige genaamd wordtaanvankelijkzoo ais het
schjjnt niet gewaar werdenen zij zich in hunne twis
ten, met hem meermaals, zeker zonder znlks te willen,
daarin niet alleen verdiepten maar ook ganschelijk ver
doolden en bij al hun strijden over onderwerpen, die
hunne bevatting altijd verre overtreffen zouden, den
geheelen eigenlijken staat des geschils ten eenemale uit
het gezigt verloren.
In eene der Bijlagen wordt Gregorius nog in het bij
zonder als bijbelsche uitlegger geschetsten in eene
andere koint een uitvoerig kommentarie voor, over het
gevoelen en de wijze van beoordeeling aangaande de hei.
densclie Godsdiensten, welke Gregorius bijzonder eigen
was. In een bijvoegsel veronschuldigt zich de schrijver
cog geheel bijzonder daarover dat hij zich nietmet
eene bepaalde waardeering heeft bezig gehouden van
de twee werken van Gregoriusmet welke de kritiek
zich reeds zoo veel te doen gemaakt heeftte weten
zijn Testament, en het hem toegeschreven tooneelstuk
de Lijdende Christus. Het is wel jammer dat Dr. Ullmann
rile in zijn arbeid evenveel geleerdheid als scherpzinnig
heid aan don dag legtliever verkozen heeft zich over
dit verzuil» t.- verontschuldigen dan door het ven
van"?ij„e lettervruchten de vergiffenis onnoodig te ma
ken ei zich dus eeiié nog vermeerderde aanspraak op
den dank van alle letterminnaren te verzekeren.
K 5 S
ru ca V)
b s
5 "b-
1) C
.•O
u' s S
R
"'■f
of -ë 5- J 5 - O
1 SS?*0-*
en t- <u
5,2 S3 ;S| .;§£g.*-2>
CJ .O -r* Cl) 3 '"O
g 1a u 3 S ë.cd
BgS|rBsa.
-r .T-5 w
£-»•- cj <3
_rë -i~ <u -p >23
.gg,GG
z o
bJJ
■"5 S o 3 2 5 - I S
2 a« cd s.S1= "dtes
- ~S a 3
O shT'"0 -"Sn!
grBgJl S3
t» «,-a oSS co
M 2 O ges S s tg a'S
m s- S=G><< =3 e< I?
E, g^GÓ'tdcdl
-s. a
~=-3
B O fi w
5 *2
O ia o 3 o 13 .5 as
'5* bc O <u -3 3 0 't
CJ
D__ -
3 i
c_i'—- B cj M - hri
h o o
c a," o
o o
.SP 2 o
Hc'S^aj^SjS'nó
O flj "1 to-1 t
o -O
o» o -o (s -
fc.S g-5
N o
:P G>
O
«u tn a -^1 2
cl o»
a .3 b ÏJ-°.!S-5 g
r- C -u -O
TiS sS u m s'o a
- Jl
i= S s-o S a
cj c o S o
Cu O r- -
b'~ O >clJ
<U 3
'e u i* 51
J, a
OPENLIJKE HULDE
AAN
EGT S-rr E T E N S C H A P
E N
BRAAFHEID TOEGEBRAGT.
In Dultschland heerscht een gebruik dat Overheids
personen het verjaarfeest van den dag waarop zij hnirae
loopbaan begonnen hebben na verloop van vijftig dienst,
jaren plegtig vierenen dit feest noemen zij het Jubl.
leum des Ambtenaars.
Eene plegtigheid van die soort heeft onlangs plaats
gehad te Keulenen wel op den iöden der jongsiver-
loopene maand November, ter eere van defi Heer
H. G. G. DANIEtS.
Het Fransche tijdschrift', hetwelk onder den titel van
Journal de Jurisprudence et des Debats Judieiaires uit
komt geeft daar van een merkwaardig verslag. Niemand
in Frankrijk, (zegt de steller van hetzelve) heeft ver
geten dat die eerbiedwaardige man gedurende een aantal
jaren Advokaat-Generaal was bij het Hof van Cassatie.
In 1813 werd hij geroepen tot de waardigheid van S S A g a
Procureur - Generaal bij het toenmalig Keizerlijk Ge- °-o g g.g 8-h.JÏ -c a~° S
.egtshof te Brusseltegenwoordig is hij Staatsraad en -ë -g 0 v^'g 23 g -
eerste President van het Hof van Appel te Keulen, c
zijne geboorteplaats. Sedert 1776, in welk jaardeHeer
Daniels in de Regtskundige loopbaan traden zijnen
eed als Advokaat deed, heeft die voortreffelijke man
geen dag laten voorbijgaan dien hij niet in eervolle
werkzaamheden besteedde. Voor dat het Keurvorsten
dom Keulen door de Franschen verovefd was, be
kleedde hij de posten van Geheimraad en Professor in
de Regten aan de Hoogeschool te Bonn en onophou
delijk heeft hij zich de voorstander betoond van het
edel beroep van Advokaatstellende hij er zijnen roem
in ora tot hetzelve behoord te hebbenhetwelk hij
even zeer steeds getracht heeften nog tracht op te
luisteren als men er zich op den regter Rijnoever op
toelegt om dat beroep in kleinachting te brengen en te
verlagen. Het is om een openlijk blijk te geven van
zijne°bijzondere gehechtheid aan dien achtingwaardigea
Advokaten-stand dat de Heer Daniels zijne dienstjaren
dagteeicent van den dag toen hij ingeschreven is in de
orde der Advokaten I
Het was een aandoenlijk schouwspel cm de deputa-
tien te zien van alle de RegcerlijkeAdministrative en
Gemeentelijke ligchamenwelke hunne hulde kwamen
bewijzen aan den achtingwaardigen grijzaard. IVelk
eene les geven niet zulke getuigenissen van bewondering
en hoogachting gegeven aan wetenschap en deugd
De Koning van Pruissen heeft bij deze gelegen
heid aan den Heer Daniels de decoratie der Oide van
den Rooden Adelaartweede klassedoen ter hand
Het vervolg op Jen kant van deze bladz.j
Z. M. de Koning der Nederlanden had den Heer
Daniels reeds voor elf jaren de Ridder-Orde
van den Nederlandschen Leeuw geschonken.
Zie Staats-Courant van 21 November 1815.
In de maand November 1826, zijn binnen de
Stad Leyden overleden14 Mans28 Vrouwen
20 Zoons en 19 Dochters, te zamen 81 personen.
I11 dezelfde maand zijn aldaar geboren 93 Kinderen,
als47 Zoons en 46 Dochters2 doodgeboren Zoons
en 3 -doodgeborene Dochtersniet onder de boven
staande opgave begrepen.
LEYDSCHE SCHOUWBURG.
Onder directie van J. H. HOEDT en W. A. BINGLEY.
'Heden, Maandag den 11 December,
DE BURGEMEESTERTooneelspel, naar het Hoog.
duitsch. Na hetzelve: DE VERHINDERDE DANS
PARTIJ OF HET ORCHEST ONDER DE TAFEL.
Blijspel, met Zang, naar het Fransch. Beide stukken
in vele jaren hier niet vertoond,
ORGEL- EN ZANG-CONCERT
De Heer C. BESEMANN van Saxen IVeimarheeft
de eerna bekome permissieeen Orgel- en Zang-
Concert te geven op Morgen, Dingsdag den 12 December
des avonds ten 7 ure in de Sc. Pieters Kerk te Leydên.
Prijs der plaatsen zijnEerste rang éëue Guldenen
tweede rang 60 Cent.
P R O G R A M M A'S.
is te Af dee ling.
1. BriUant Praeludium, met het volle werk.
2. Bas AriaZang aus dom Unterbrochencnen
Opferféste von IVinter.
3. Fluit Concert, uit Allegro, Adagio en Rondo
Allegretto.
4. Andante Cantabile Zang.
zde Afdeeling.
1. Praeludium Moderato, met sterke stemmen.
2. Bas AriaZang aus der Operdie Zauber
Zittervon IV. Muller.
3. Variatien op een geliefd Thema.
4. Grave Con Fuga.
5. Variationi op 't Air God save the King."
Kaartjes en Programma's zijn te bekomen bij de Koster
der voornoemde Kerk, en bij den Organist Coster op
den Ouden Rhijn, alsmede MorgenDingsdag van 5 tot
7 ure, aan den ingang der Kerk.
Hedenmorgen beviel mijne Vrouw, ELIZABETH
BUSCii, gelukkig van een' ZOON.
LEYDEN H. J. LOGGER,
den 9 December 1826. Me'd. et Chirurg. Doctor.
Dienende deze tevens tot kennisgeving aan vriénde?
en bekenden zoo binnen sis buiten de Stad,
S.-
o g
O bo
,B
Sit cd-2
O rU
2 5
:c?^i
CJ
O hf
1 *"3 1 tj c to
"I jy to C3 y QJ
- 5"CI o CJ tilU O
"-O S5.5-S g O g gjS a
k—J C2 rz. T3 CJ 5". -
,3
1 g <L>
■J
- CJ
tA
ca o v vo VJ
a Js^-8-M
a 0 c _o
W c «u S o*"!
t] "3 o u c u o S:?o„
rr.
vö
^g-öBaB.&N
lÜ. Mg
dSii-'S -co-0 g-ë-g
gBö S
s r-U g -a> e
O.B 2 SSi
to. CJ in
o-3
M a
O SJ -p
<D£ aq
r a
AC. „hic (j rt ^3
5 w rn urtiJ
S-SSaS'S-s^JB
(g-2 g"Sa'3>"' :5,-ü 2-2
o.
j* a c a
OJ CJ CJ
CJ 2
G N
NI T3 cj
o 2
co S.t
O
jb ST3
«j
5
'a a.v J3
O O 3
^•§1 r» s H s
O "5 g -ëto S o-a
0U|s
II o §-£| aZai ,-H a
3cj«j P. CJ U Oi i_i O -Tri
ÊJj-o e "O "O
«.OD p O - CJ E G CJ
to-. U. JD S J-. CJ P 'o 0 .S
OC.-DA B 2
e n|l'2g=5gS
ais-l o g"-!
QJ tuQrt X 0 c.a 5
c n rj -e o
CJ
CJ c SS S
p o
y 5
N to
aj
3 -r
v- O»
G G-U
M CJ <5
O S3
I 1 D -S 2 g s H g>S
b G 0 k n Jr. *3; cj CJ <d Tt
c"S 5-= S I >g
.2 a ^3 "C *0 2 M t 9