N LI ZiÊ'ï lïi*!i!J3ï«Ö jheschultljg ie is dienvolgens tof altijddurende» dwangarbeid veroordeeld. Na dit vonnis gehoord te hebben, sprak Sureau met (fiie zachte stem enmet Itaimte eehige woorden aan liet oor van zijnen-verdediger en verwijderde, zich in eeneii staat van afgematheidwelke'nogtansvermengd was met een gevoel van tevredenheid of meerdere ge rustheid. i Mr. Canning die menigmaal is opgestaan en zelfs staande is gebleven om de getuigen en den beschuldigde des te beter te kunnen hooien of gadeslaan., heeft ai de bijzonderheden der debatten met de méést naauw- gezette oplettendheid en eene leveudige belangstelling gevolgd. De afmatting van Sureau nam, na zijne terugkomst in de Conciergerie, nog al meer eh meer toe en be reikte welhaast hét toppunt van wanhoop. Evenwel tiebben de beambten in de gevangenis en eenige andere bijstanders zijne krachten zoo veel mogelijk weder op. cweltt en zijnen moed eCnigérmate verlevendigd. De ongelukkige Sureau heeft een rekwest aan den Kcuing om Qratie doen aanbiedenenzijn voordcel doende met de tegenwoordigheid van Mr. Canning, bij de debatten van het Hof van Assises, heeft hij de veelvermogende jusschenkomst en bescherming van dien eerbiedwaard!, gen Minister van Groot-Brittannie ingeroepen, of het mogelijk ware, oin ten minste, ter gunste zijner famillie, 'ijstelling van het brandmerk te verwerven. De aaiischouwers die bij de debatten van het Regts- geding van Sureau tegenwoordig geweest zijn zullen den treurigen indruk die dezelve op hunne harten gemaakt hebben nog regt lang bewaren. Nooit nog had het Hot van Assises een tooneel vreesselijker om te aan- ehoinven en moeijelijker om te schilderen opgeleverd. Nimmer bevorens had men eenen beschuldigden gezien ie zich zoo in zijnen geest op de plaats waar de mis daad bedreven was en als 't ware m de tegenwoordig heid van zijn slachtoffer verplaatsteen in zinsverbijs tering alle omstandigheden 'zijher misdaad wilde verhalen en zich in het bijzijn Zijner Regters onbepaald overliet aan de gevoelens van woede minnenijd en wraakzucht welke hij ondervonden had toen hij de misdaad beging. Bij het lezen der bijzonderheden van die hartverscheu rend tooneel, welke wij aoo gerronwelijk als mogelijk getracht hebben medé te deeien zal men hebben kunnen bemerken dat Sureau, wezenlijk in dien oogenblik niet tnders meende dan of hij ziih in de straat la Bucherit bevond alwaar hij geloofde Henriette voor zijne oogen te zienhaar te sprekenhaar de wonden toe te bren gen waardoor zij omgekomen is. Toen hij dit woord iutsprak, toen hij zeide dat hij Henriette gegriefd had, maakte Sureau de gebaarde van een mensch die een dolksteek aan een' ander toebrengt, even als of hij het moordtuig nog in zijne hand haden Henriette zelve voor hem stondwelke daarmede getroffen werd. Mijn Heer de Voorzitter heeft den rampzaligen be- achuldigden ondervraagd met alle mogelijke zachtheid endenzeiven, zoo veel hij kongespaard. De beklemd heid en uitputting vCrpligttén menigmalen Sureau om zijne woorden te moeten afbreken herhaalde reizen zelfs is hij magteloos en zonder stem nedergezegen. Maar zoodra had hij het gebruik zijner zintuigen niet •weder gekregen -of hij hervattede geheel uit eigene beweging zijn schrikbarend verhaal, zonder dat het iioodig was hem daartoe te vermanen of door nieuwe vragen uit te noodigen en hij zectede dan zijn verhaal voortzonder eënige bijzonderheid over te slaan. Men zonde gezegd hebben dat hij er vermaak in vond De regtskundige schrijvers van het uitmuntend Journal de Jurisprudence et des Debats Judiciaires laten hierop deze aanmerking volgenWij zijner verre af, zeggen zijom te willen doordringen in geheimen die geplaatst zijn onder het schild der wetmaar het is geoorloofd te vermoeden dat die volkomene zelfsverloochening van den beschuldigdendit geheel en volstrekt afzien en vergeten van alles wat tot zijne verdediging zoude kunnen dienen, en het daaruit voortvloeijende onwe- dersprekelijk bewijs van eénen verstand verbijsterenden hartstogt, eenigen invloed zullen gehad hebben op de beraadslaging der Jurij, én zeker niet weinig zullen toegebragt hebben om de vraag van opzet en voorbe dachten rade ontkennend te beantwoorden." Door eene vergelijkende beschouwing, even waar als ongemeen, zullen zij die zich op de moegelijke kunst toeleggen, om de driften van het menschelijk hart uit te drukken en te schilderen op het tooneel, in dit Regtsgeding een voorbeeld of model gevonden hebben, hetwelk hunne opmerkzaamheid overwaardig mogt geacht worden. De helaas! al te echte en ongeveinsde woede en geestvervoering van Suieau herinnerde met eene sehrik- wekkence waarheid aan de zoo diep doordachte en beoefende voorstelling van geestskwellingen, waarvan het aandenken nog langen tijd den grooten tooneel- kunsteuaar overleven zal, die onlangs ten grave gedaald is! Wanneer men Sureau gadesloeg, heeft men kunnen herkennen hoezeer Talma de natuur beoefend haden niet welk een gent* hij haar wist te begrijpen en weder aanschouwbaar te makenOm slechts één voorbeeld te noemenheeft men niet gezien hoe de beschuldigde gedurende zijn verhaal, steeds pogingen deed om zijne armen op te heffen, die echter dadelijk weder onwil, lekeorig bij zijn lijf neder vielen? Het is diezelfde gsbaarde, welke, gelijk men weet, Talma als de tolk der verheven gedachtenbeelden van Racine, het eerst aangenomen had in de razernijen van Orestes, en waar van de herhaling bij voortduring vermoeijend zoude hebben moeten wordenindien dezelve minder natuur lijk geweest was. Sureau heeft de gehoopte verzachting der tegen hem ■uitgesproken straft niet mogen verwerven, doch hij heeft bij het ondergaan derzelve, van het Publiek blij ken van deernis en werkdadig mededoogen ondervon den, welke hem elders niet .gegund zijn geworden. F I L O GEESTEN-VERSCHIJNINGEN. Eene F losofie der verschijningen ran geesten schijnt iuist in onzen, tijd zoo ais men zegt, ter snede., te komen. Te F den burg is eén zoodanig werk in het licht gegeven. Sketches of the Philosophy of Apparitionsor De Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland zal, als daartoe verzocht door den Administrateur voor het armwezen, voorloopig belast met de administratie der gevangenissen, op Woensdag den epsten November 1826, des morgens ten elf ure, in het lokaal des Gouverne- mentsih het Korte Voorhout alhieren onder nadere goedkeuring van het Departement van Binnenlandsche Zakenaanbesteden Het onderhoud der burgerlijke gevangenen, gedu rende den jare 1827, in de huizen van arrest in de hoofdplaatsen der Arrondissementenen in zoodanige andere gevangenissenwelke nog eenigen rijd op den ouden voet zullen moeten blijven bestaan, onder welk onderhoud in het algemeen wordt verstaan te behooren a. De gewone voeding der gevangenen daaronder begrepen de bijzondere spijs voor de zieken) b. Het stroo tot ligging. c. De veïwarming der gevangenissen. d. De verligting van dezelve. e. De schoonmaak-gereedschappenvoor het reinigen der vertrekken. Het bewasschen der gevangenen. g. Het scheren der gevangenen. Zoodat van deze aanbesteding de kleeding- en ligging- stukken der gevangenen bepaaldelijk zijn uitgezonderd. Deze besteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. De conditiën, volgens welke dezelve zal plaats heb ben, zullen ter lezing liggen in de bureaux der pro vinciale griffir van Zuid-Hollandvan den iöden dezer af, tot den dag der bestedingdes MaandagsWoens dags, Donderdags en Zatnrdagsvan 12 tot 3 ure, gelijk mede ter Secretarie van de steden Rotterdam 's Gravenhage, Leiden DordrechtGouda Gorinchem en Brielle. s'Gravenhageden i4den November 1826. De Staatsraad Gouverneur voornoemd Van deb BÜVN. an attempt to trace suchiliusittv.s to their physical causes f bij Samuel, Hibbrrt M. D.. C. 459 pag. in 8vodat is, schetsen van de Filosofie der verschijningen, of eene proeve om deze begrtochciingen tot hare natuur lijke oorzaken terug te brengen. Bij den tegen woord igen gang der verlichting in een groot gedeelte, van Europa, nu zoo menig begrip, hetwelk verouderd was,.weder te voorschijn geroepen wordtzoude het zeer ligt mogelijk zijndat eerst daags het geloof aap spoken weder in de mode kwam en welsprekende voor'yechters verkreeg. Doctor Hibbert van wiens geschrift over geestenkijkers de titel zoo even door ons medegedeeld is, toont zich althans geen vriend van bijgeloof te zijn. Hij heeft zich als genees heer eene bijzondere oefening daarvan gemaakt; om de geestenkijkerij en de verschijningen of visioenen die hiertoe kunnen gebragt worden, als uitwerkselen van eenen ziekelijken zielstoestand te verklaren, die met ziekelijke toestanden des mehsc'nelijken ligchaams in een zeer naauw verband staan. Dat eene Filosofie der geesten-verschijningen eenen nog veel ruimeren om vang heefc, teekent hij zelfs aan en dewijl hij zijn boek slechts een ontwerp of proev e noemtzoude het onbillijk zijnmeer van hem te vorderen dan be- denkingen die tot eene meer omvattende behandeling van het onderwerp aanleiding geven kunnen. Dqadza. ken te verzamelen, die tot opheldering dienen kunnen, heefc hij niet vergeten. Ook geeft hij blijken van veel belezenheid in een gedeelte der hiertoe behoorende Psychologische, Fysiologische en Geneeskundige Litte ratuur. Maar als Wijsgeer bepaalt bij zich geheel en al tot de Wijsbegeerte van Locke en de ontwikkeling 'der leer van Lockedoor de volgelingen derzelve uit de Schotsché school. Ook de overige auteurs die hij aanhaalt, zijn buitenlands schier onbekend. Met piaat. sen uit Engelsche dichters is het boek schier overladen. Maar de schrijver wil toch ook een zelfdenker zijn en belooft door eene nieuwe theorie ook nieuwe uit komsten over zielen-krankheden te zullen geven; en deze nieuwe uitkomste moeten voor iederen beschaaf den lezer, mitsdien niet enkel voor Geneeshéeren en Wijsgeeren van beroep verstaanbaar zijn Het is echte te bejammeren dat er geene meer geleidelijke orde in dit CHet vervolg op den kant van deze bladzij ■s ë-g's e j. «4 O F. O O "C O «O ^3 TH i'E-|0g|>> g 5 e CJ in 2 in 3* ïr! aj to ^2x2- o <0 N,pX d i5SS>g~ a 3* a> s o c-o~ c B S cj bd cj o o cj _c o-a 5-3-0 3 Mo r4 C m cT!.E u u c N O -r; "53 cj Cj - 41 CJ O -73 - A 15 'e C» C 1 m £■5-5 8 2 O - u S"- S 5 6 M h s - 8*ijs g u o u bo g2 o ".SP 2 o 0,-0 b xi o H ÜrS -"O ,bfi O tö "o o 5 5 o c .2 5'5 s'2.5'0 „2 n s O "5 E o j .O bO>"H i 2 -ü O '5 s 1 o p. I S 2 Z, s w *5 »-» bó^ eül O 2 C 7= 5«! S"-5 ëlil CJ rM 1> U O O O 3 S'O - V» xi C U, C ^3 .2 CJ r> -s ao~ cs cj G - -= CL, o cj xr' t- zj a tc -o 2 2*= S X o 5 2 "O öïS-. oj s c y O 0 o 'vf* 9 cj 9 O •- a u o CJ a> Q 5J 2 N O SPS O -- .s ta s is -o cj i- ix l n 3 cj cj u r- Jl S T3 -2 S a 2: N e CJ o S j?*a, E "G O "Oouaco„ 2-8 68 1 -o "Z o 2 oj n O CJ a "2>c5 - a Y\ r- O "qj O "S .3 O 5 CJ o ■- W -rj Si a g Sn l S. 2 toï o cj «3 .H - ej cj r-x) cjx="s v- "5 "S br o CJ CJ O -T3 6 o .Si 'F™ tfiN CJ ■Ki 0 Zee cj cj o c: UT3 O h cj 5 CJ O 5 c c 6 n u-Sl l V .J. w> - 5 P .i M 1 1 -r-= cj -r; fcD .5 :a» o c a ju a B Z 8 O CJ X3 XI cj E bD t QJ - J a:p S >'J5 N- a 'x:"p - CJ e o'3 - "ror|r-gfi<.nNf JE, CJ i Jï g -.a» 5 15 1 o - -o 2*^. cd CX--& rt eo fc/J o a -6 CJ W O -S 3 X IS.siCj s."i I-I rx, c o^.o ój S cj S .Si g -B •- xi CJ "C r* N CJ Cl 2 O 5 P Ci O o if <u a a «'O 'Z P Oi? >^NllJ1Jgi- •O bflxi O LH» Cj Q CJ u-cjcj C:oo>,CES2- 5 a }j OIJ 00 a D-rSi N s <U rt a o o o 75 a x büO-u^^. a u, rtcjoaocjpacjcjb^cj "C -O cj bJ3X3^T3 tö <5 c '5"Sa"e a 5 C| g t-, cj cj e- ►2 cj cj E s n cj cj n "C cj a a J J-; "C - a a c h cj s jl i:£v <U O Q-% l - cj x c 2^ p"u 2.-2 sn o a 3XJ«J >o ocja _E h <u cj a cj uxri-5 -o -a "C 2 >rn T3 ,:"?o3So|..s cj qj rc - cj n "C o -w .-3,SsS?.g.8 O a 5 T3 n i CJTI u' S At m cj s! o^5 o o f) I CU so a cj a :a» 2 r °2'ax - §s«-t5-- <u cj c/3hfta* r-> ~a Z-B X w X CJ .71 O O CJ T3 5$ c/3 Kft a* o "o i- - a- MC qj o 5-5 u ïg s s^o 51 u te - f .Si Q a a o a F? Z, Cs3 a u 3 O I I iTo" S S-g« S a. CJ :E* «3 o w cj "a a cj a *-• 'B o a ec CJ a •-* a 2 .ogssiëg finals «sa?. flitst S"c» De Jtaatsraad, Gouverneur van Znid-Holland, brengt, bij deze, ter kennisse van de daarbij beiang- hebbci dendat, ten einde kunne worden overgegaan tot het afbreken van de Noodbrug, en het verlagen en (Het ver,:ilg trp de volgende bladzij "•S^bkSgidgëo -C.5 S S S-g 22"^ «ta S>N - O B 0) gï 5 Z s I o.a o -1 s o "aÏK a>s S 6 "8 o cj a :a>-~ cj qj cl, <u cj v o-n o s-S 8 J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3