sasijsllBiSiÜ II I 1° W oof dat daaraan niet gewénd is, klinkt zij riiw en onaangenaamen is voor den buitenlander moeijelijk om aanteleeren; zij spreken echter ook alle Duitsch. Maar levendiger en inniger is geen volk aan den vaderland- sclien bodem gehecht dan de Helgolanders. Wijd en zijd'zoo zeggen zijkunt gij reizenmaar zulk een land en zulke inwoners als hierzult gij nergens in de wereld aantrcjj'en! Als hoofdbeweegreden dezer Vader landsliefde wordt de vrije Staatsregeling opgegeven. Zij kiezen zichzelve hunne Overhedenzes' Raads- heeren acht Overheden die zij Kwartierslieden noemen en zestien Oudsten. De Voogddien de Denen plagten te zenden, heeft weinig gezag of magt gehad; eene algemeene Landsvergadering doet jaarlijks onderzoek baar de uitgave elk huisvaderof eigenaar van lm is of hof heeft regt om zijne aanmerkingen of bedenkin gen in het midden te brengen. Regtsgedingen komen zeer 2eldznam voormisdaden zijn genoegzaam Onbe kend en ongehoord. Het komt aan niemand in de ge dachten om zijn huis of zijne kisten en kasten te sluiten. Er is nimmer een tijd geweest dat er op dit Eiland eene gevangenis was. De Engelsche Regering heeft aan de inwoners alle hunne vrijheden gelaten het bestuur of de administratie is geheel in handen van Over lieden die door de bewoners zeiven gekozen zijn. Het Oude Friessche Wetboek He/go/ander Landregt genaamd is het eenige geldendeslechts in eenige bijzondere gevallen is een hooger beroep naar den Engelschen Opperveibebber voorbehouden. Dit zij genoeg wegens de Staatsregeling en het Bestuur. De takken van nijverheid en bedrijf tot broodwinning, zijn liet loodswezen en de vischvangst; de merkwaar dige inrigting van het loodswezen is alhier zoodanig uitvoerig beschreven en gaat zóó zeer in beroepsbij- zonderhedendat bet niet wel mogelijk is daar van een uittreksel te gevengenoeg zij hetdat zoo wel En gelschen als Denen daaraan den grootsten lof toezwaaijen. De visscherij bepaalt zich voornamelijk tot Schelvisch- vangstmen rekent jaarlijks over de twee millioenen Schelvisschen die naar Londen en Hamburg verzonden worden. De bezigheden der mannen bepalen zich geheel tot deze werkzaamheden; alle veldarbeid wordt door de vrouwen verrigt; over dag zit de man op den uitkijk of er ook schepen in het gezigt zijn, die hij op eenen ongeloofbaren afstand herkennen kan, en de visschers zijn altijd op zee, maar zoodra als de visscher zijn schuitje op strand gehaald heefthoudt hij zich van allen verderen arbeid ontslagen; des avonds gaan Loodsen en Visschers altijd in de Herberg, geene ge legenheid om goed te eeten en te drinken en om te danzen wordt ongenoten voorbij gelaten. De huwelijken worden vroeg reeds afgesprokenen gewoonlijk eerst gesloten wanneer de toestand der Bruid het voltrekken van den echt noodzakelijk maakt; want de omgang tnsschen de verloofden is zeer vrij en Onbelemmerdmaar een Meisjehetwelk zich in dien toestand bevindt, niet door den echt te vereerlijken, maakt den verleider tot eenen misdadiger gedurende de zwangerschap der Bruid tot den dag toe dat zij trouwt, mag de man niet ter sciieep gaan om de Bruid wan neer hij ongelukkiger wijze mogt omkomen niet ramp spoedig te maken. Wat nu den tegenwoordigen toestand des Eilands be- trefthet is algemeen genoeg bekend dat Helgoland in den laatsten oorlog de zetel van eenen onmetelijken sluikhandel was. De Helgolanders namen wel is waar, •daaraan geen onmiddelijk aandeelmaar het verblijf van duizenden vreemdelingen op dat Eilanden de snelle opeensiapeling van klinkende muntmoesten noodwen dig in zekeren zin eeneu nadeeligen invloed uitoefenen op de bewoners zeiven en zulks te meer, dewijl door het kcmtinentaal stelsel voor hen de markt van Hamburg gesloten wasen de werkzaamheid der Loodsen nage noeg gansclielijk gestoord was: terwijl de bewoners der vaste kust zich uu ook van dit bedrijf meestergemaakt hadden. De tijd en de noodzakelijkheid zullen hen misschien wel eens weder tot de vorige eenvoudige levenswijze terug brengen. Als middel tot schadeloos stelling voor de verliezen welke het verminderde Loods wezen te weeg brengtstelt de Auteur het oprigten van een Zeebad en inrigting van daarbij behoorende ge neeskundige behandeling voor tot genot van de frissche zeelucht. Onder de vier bijgevoegde aanmerkingen of bijlagen, meest van antiquarische inhoud heeft de tweede ten opschriftOntdekking van iet Noordenwaarin de meening ontwikkeld wordt, dat de ontdekking derCas- siterisehe Eilanden niet door de Feneciers zelvemaar eerst door hunne Volkplanters de Kart'aagers gedaan is. Volgens het gevoelen van Heeren waren deze scheeps- togten een gevolg van de etablissementen der Fenieiers In Cades en Tartessus in het Zuidwestelijk Spanje die aanmerkelijk ouder waren dan de stichting van Karthago. In de merkwaardige uit Karthaagsche bronnen geputte berigien in de Ora Maritima van Rufus Festus Avienus welke niet lang geleden door Professor Heeren vertaald cn toegelicht Isworden de scheepstogten cler Gadita- nen of Tartessiers daar henen van die der Karthagers als oudere onderscheiden. Bij zulke duistere voorwerpen, waar zelfs reeds de onbepaaldheid van den naam Fenicierdie ook op hunne volkplanters overgedragen is gewordenhet onderzoek moeijelijk maakt, zal men zich zeker wel altijd met waarschijnlijkheden moeten te vreden houden. Het zoo even vermelde geschrift van Avienus is echter ook daarom opmerkelijk, dewijl het van een weleer zooge naamd heilig Eiland melding maaktdat uitgestrekt in tic zee ligtvan het Hibemische volk bewoond wordt tegen over de Albionische Eilanden gelegen. Het is waar zegt Heerenvolgen onze aardrijkskundige beschouwings wijze zouden wij deze woorden van Avienus op Ierland moeten toepassendoch dit belet niet dat zich alhier een ruim veld voor Conjecturen opent wanneer men in aanmerking neemtdat Helgoland in vroegere eeuwen een' veel uitgestrekter omvang gehad heeft. Altijd blijft naar het oordeel van den meermaals genoemden beroemden Goettingschen geleerde, zoo veelzeker.dat reeds in het Fehicisch-Kartliagsché tijdvak alhier èèti Eiland, door scheepvaart en handel beroemd, den naam van het HeiHgc-F.iland droeg; De beide tut dit werk behoorende geënlumineerde koperplaten geven gezigten van het Eiland Helgoland van twee Onderscheiden kanten beschouwd-. Wii hebben slechts het een ander uit dit hoogst be langrijk werk kunnen inededeelen, doch het zal genoeg zijn om lezersdie genoegen vinden in Aardrijks - en Volkenkunde, op hetzelve aandachtig te maken. Inzon derheid omdat hetzelve in die schatting van den zoo zeer bevoegden beoordêelaar, den Hoogieeraar Heeren wiens oordeel wij hier tusschen gevlochten hebben, op hoogeu prijs gesteld wórdt. IVnntzegt hij, wat iszelfs in een IVereld-geschiedkundig opzigtwel belang rijker dan de schildering van een volkje, hetwelk in de nabuurschap van hoog geciviliseerde Natiën, zoo langen tijd aan zijne voorvaderlijke zeden en zijne eenvoudige levenswijze getrouw bleefen zulks, tot op een zekere hoogte, heden nog is? De vergelijking tusschen het, de Zee beheerschendeGroot-Brittannien, en het aan hetzelve Rijk nu ook toebehoorende Eilandje Helgo land biedt overeenkomsten en verscheidenheden aan, die den Auteur tot overdenkingen aanleiding geven, welke uit geheel nieuwe oogpunten genomen, eenige zeer merkwaardige resultaten opleveren. In het voor treffelijk Algemeen Aardrijkskundig woordenboek van den Heer J. van IVijk Roelandszoonleest men de navol gende beschrijving van dit Eiland Helgoland, Eiland aan de knst van Holstein, sedert 1814 aan de Engelschen afgestaan, op 54. 1134- N. B. en 25. 31*. L.6 mijlen van de Jahde, de Wezer, de Elbe, en den Eider. Het bestaat eigenlijk uit twee Eilandenhet Rots-Eiiand en de Dune of het lage land, waarvan het eerste in het boven- en benedenland verdeeld wordtwelke deelen door eenen reeks van rotsen, en door eenen trap van 180 voeten breedte, met elkander vereenigd zijn terwijl de grootste hoogte des rots ai6, en tfe laagste 84 voeten bedraagthet lage land is een zandbank boven de zeevan twee vuurtorens voorzien en door een aantal klippen omringd. Aan het rots-eiland bevinden zich twee door de natuur gevormde havens de Noorder- en Zuiderhaven genaamd. Alleen het bovenland van het rots-eiland is bewoond. Aldaar is het fortde vuurtoren de kruidtoren het magaziin met het tuighuis, het kleine magazijn, de kerk met twee Predikanten de school enz. Het getal der inwoners beloopt ruim 2200, die alle Duit- schers en Lutersch zijdeze opgave van Duitschers behoort nu wel gewijzigd te wordennaar het gene in het vorenstaande werk van den Veldtuig- meester von der Decien voorkomt). Zij bestaan van de visscherijhet loodswezen en den smokkelhandel. Gedurende het zoogenaamde stelsel van het vaste land was Helgoland een der voornaamste punten van waar de Engelsche goederen naar het vaste land vervoerd werden; en toen was de bevolking tot 4000 ii 5000 zielen geklommen, waarvan echter nu weder onge- cHet vervolg op den kant van deze bladz.) De Leydsche Maatschappij van IVcldadigheidin het jaar 1817 opgerigtter ondersteuning van zoodanige hulpbehoevendedoch uit geene armenkassen bedeeld wor dende Ingezetenen dezer Stadvanwelke men veronder stellen kan dat zij door dezen onderstandgepaard met eigeti vlijttegen verder verval tot armoede bewaard zullen blijven, hield op heden hare negende jaarlijksche vergadering, waarin door de Hoofddirectie, met over legging van den staat en de bewijzen harer rekening en verantwoording, verslag werd gedaan, dat in het ver leden najaar door 175 Begunstigers der Maatschappij, benevens 34 Heeren Studenten der Leydsche Hooge- schoolis bijeengebragt een som van f 5306,50waar mede gedurende den winteren ooitIngeval van ziekte van Hoofden des huisgezinsin den zomer on der het bijzonder töezigt van 38 Medewerkers aan 284 Huisgezinnen bevattende 1199 personen de na volgende onderstand is verleendals 10500 drie ponds Roggenbroien. 1995 anderhalf ponds Tarwenbroden. 1479 Agchelen Aardappelen. 1271 Maten Grutten. 336 Maten Erwten. 146 Maten Havergort, 1005 Tonnen Turf. 323 Hemden. 4 Eedlakens. 11 Paar Kousen of Sokken, 32 Wollen Dekens, f 107,55 ter aan koop van Klederen en Gereedschappen, f 199,60 ter be taling van Huis- en Kamerhuur, f 198,70 ter Lossing van Panden uit de Bank van Leening. 792,35 voor Ge nees- en Heelmiddelen Zijnde daarenboven aan eenige Begunstigers der Maat schappij Bons voor Aardappelen, Turf, Hemden enz., ter hunner eigene uitdeeling, afgegeven, en daarvoor ontvangen 833>3°- De Hoofddirectie, volgens besluit der vergadering, hare werkzaamheden wederom zullende aanvangenen Van jaar tot jaar meer overtuigd geworden van het wezenlijk nutdat door deze weldadige Inrigting wordt gestichtter opbeuring van hulpbehoevenden die zonder dezelve, grootendeels ten laste der Armen kassen zouden moeten vervallen beveelt de instandhou ding en uitbreiding dezer Inrigting haren Begunstigers en allen Menschenvrienden niet te meerder nadruk aan daar de Maatschappijbij het overlijden van een en ander harer Leden aanzienlijke bijdragen heeft verloren en zij doet zulks met te meerder vrijmoedigheiddaar zij zich overtuigd houdtdat de beproefde mededeel zaamheid van Leydens Ingezetenen, tot welke noodlij dende Landgenooten en zelfs Vreemdelingen nooit te vergeefs de toevlugt nemen, zich aan hunne hulpbehoe vende Stadgenooten geenszins zal willen onttrekken. Leyden den 25 October 1826. De Hoofddirectie voornoemd, D. F. VAN ALPHEN. C. LEEMBRUGGE. L BAK E. A. PLUYGERS. 'D. VAN LEYDEN GAEL. H. R O S K E S A. VAN G ER WEN. A. HARTE VELT. W f E 1 - CTJ 9 "O J= 75 ?- fp u rO o <D '8>g F g c; o - rC II u d 'on <D ci O CD SP CJ (D 0 1-5 *2 hC 0 CJ r. a cJa «f'* *>§>-* °-H s 1 CD G .ÉTS fes s 0 CJ *- v SJ J2 c p O g 3 ei M s -rP CJ CD 9 Z> V a N o 'Z 'E -c; t- 72.-G 5 :p u o »- cA O N g CJ 3 „U'S 2 §5 =- O 'J <D <D co CJ (D <D SS."' sIQ s eJ* CD '■p to 2 v. n S &o S g>~ CJ «J2 CJ »r~ cs fes2 tr. o •- t? a c -S: CD CA O C 03 c r~> CJ bO I af §HJq ES s S-SF22 3 rC ec1) S S T3 p 2 .5 1/3 -- -O u 1) c Jsd "§£§11^17-1 .0 2 n g S „Jr.—C*P'^,2<D(-j CJ S D 5J J. J- f, s5;Bg8^|-=i^|g-s s^ssn-sgjig!! T3 5 bfi 4_, '2n5 ,M o 5^ W30 Ss S K 2-a-S K {J u o c -C r, CJ tb K O o-g s S 5 S o* c o J CJ w N ''•P O Hg 0 g e- d S>72 G T3 «-. <D qj n» cj ti rr jd O fes J- u-h c- ca»" J-S S K -g „'-S c "E Z s 5. g - ,c S -S S s g .a ■s e o 03 >1 -1 «-S g M"5 J» feo 'c w O- EC •- CJ O ■q P 5 cj o] NP'-?Cl"ü Pt:J3PPui,PCj 5 a S s g-g g.g-a e g at; s --s u 75-s (D C; O O «D E =„*--£ S B-' EoJ •8 3^ St; Or 5 BJJaa .ti feo 0. ^3 *3 fep'U <Ut«^^e!<D?S_C^ U, *15 ^—*5 ti fe° r-, .G <D ^.E tfo c v ca - sr g O C2 r O ti s Sj 1 o Ot a 2 j> 5(£-c ts feS-° Xk _,CJ !>2-! 0"3.«a^-8| .a»S.5-ö-ggw 15 I •S g. J2 w -2 G OJ Qj O •I I S a> i fes p 5 "2 C CJ C <D 3 o ca C O w O ~a QJ a O ts QJ .5» c t- =5 45 S g F c «b c g •V s E I ae c 2 a i a 8 s |8#ÖS' Q 3 «■slj". Q G cj n t- O 3 C r <D g I CJ G JD E AA fcD CJ <D O C AX 1 s "O t- CJ Kr t u - W "I c." T3 u f; 15 'a E 5 - G c CJ 'O S a cj - - S'E CJ CJ o CJ u. pj y- o E CJ 5 ts c CJ e QJ c 2 H O M K- 2 a f o O fe - 2 (-1 ld O O W E-| ai T3 CJ CJ n o •2 ca fes Cj rT3 g CJ j- 7H:^ o *3 aj "3 R R R R R R R VERSCHUUR,'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3