een luister, tint de heerlijkste voorregten van dien tijd niet meer dan sehaduw en doodvenv zouden schijnen. Maar zoodanige uitkomsten hangen wel hoogstwaarschijn lijk onmiddelijk van het bestuur der Voorzienigheid af. 2oo verre nis het menschelijk begrip met zijne bekrom pen inzigten reikte, was men voornamelijk bedacht op de volgende omstandigheden. De wankelende staat van het Fransche Hof onder den krankzinnigen Koning Karei KI., en de voor spoedige wapenen der Engelschen tegen Karei Kil. hadden den Hertogen van Bourgondiê, die nooit hun voordeel in den wind sloegen, gelegenheid verschaft, om zich overal ontzaggelijk te maken. Lode wijk XI. van Hertog Karei den Stoute veel, afbreuk geleden beb,bende, dacht, na deszelfs dood, op eenmaal alle schade te verhalen, en hij verkoos daartoe twee mid delen die ligtelijk in een hoofd als liet zijne konden 'vereenigd worden. Hij beweerde geregtigd te zijn tot de Erfenis der Bourgondische Staten, overrompelde Jret Hertogdombezettede verscheidene plaatsen in Picardieen dreigde de Nederlanden met een algemee- !nèn inval; terwijl hij in denzelfden adem, Maria voor -jzijnen zoon, die toen een zevenjarig kind was, ten !'huw.elijk verzocht. Zijn broeder Karei, Hertog van Guleiwede Hertogen van Kalabrie en Savoijeen vooral '.Maximiliaan, Hertog van Oostenrijk, 's Keizers zoon, hadden er reeds bij het ieven van haren Vader op ge vlamd doch waren telkens door hem afgewezen' of 'met ijdele woorden gepaaid. Nu was het geen tijd meer om met dit stuk te dralen, te minder, dewijl men, om de naderende krijgsmagt der Frans'chen te wederstaan, wanneer men namelijk den Koning zijnen eiscli ontzeide, een strijdhaftigen Veldheer ipodig had: en het stond te duchten zoo de keus van eenen Ge maal, aan Maria werd gelaten, dat zij of uit vrees, in weerwil van het volk. tot den Daufin zoude neigen, of uit hooger gevoelens, met dezen of geenen uit- lieemschen Prins eene andere niet min onaangename verbindtenis zoude aangaan; in welk geval zulk een Vorst ook geene de minste verpligting voor zijn geluk aan het volk hebben zoude. Het schijnt wel dat men het oog geworpen had op Adolf van Gelder, die door Hertog Karei in hechtenis gehouden, wegens de be kende tweedragt met Amoud zijnen Vader, thans uit den kerker geslaakt wérd, en aan het hoofd Van een leger gesteld, om, Lodewyk XI. tegenstand te bieden. De jonge Hertogin van den anderen kant, door zulk eenen vijand voor één' groot gedeelte reeds van hare bezittingen beroofd^ schikte zich gemakkelijk naar den tijd, schoon men anders géenè reden heeft om te denkendat deze trouw 'liaar zoude hebben voldaan. Adolf sneuvelde bij de ontmoeting; maar de bepaling waaraan Maria zich bij het eerste punt van het Privilegie onderworpen had, om namelijk niet in het huwelijk te treden, dan met overleg en goedkeu ring van haar maagschap en van de Nederlandsche Staten bleef, gelijk alle de overige punten in volle kracht. Zij werd ingevolge daarvan niet lang daarna ten huwelijk gegeven aan MaximiliaanHertog van Oostenrijkdie de gunst der landzatenvooral die der Gentenaren gewonnen had, én niétte min, na de inhul diging, hunne verwachting ondankbaar genoeg teleur stelde. Dit nu betreft alles het eerste punt van het groot Privilegie. Maar er zijn ook nog andere punten welke niet onopgemerkt kunnen voorbijgegaan worden vooral ook om dat dezelve de gevoelens van dien tijd en de midcieleeuwsche gebreken duidelijk onder het oog brengen. Men'verwierf van de Hertogin dat zij beloof de, geene hooge noch lage ambten, aan eenen vreem deling te zullen geven dat niemartd twee bedieningen te 'gelijk zon mogen hebben en dat geene bedieningen zouden verpacht of verhuurd mogen worden. Zij be loofde ookdat van den Hove hier te Lande geene opene noch geslotene brieven andere dan in de Duitsc'ie taal, zouden gezonden worden. De Hooge Raad en Rekenkamer van Holland en Zeelanddoor haren Vader naar Mechelen oVergebragtzoude wederom in Holland geplaatst worden. Deze Raad, door Filips tot negen leden bepaaldip'ar van tijd tot tijd grootelijks ver meerderd, zoude wederom bestaan uit eenen Stedehou der en acht ledennamelijk zes Hollanders en twee Zeeuwenbehalve nog twee andere Heerendie geene wedde trokken, maar ook inboorlingen moesten zijn, Geene itegtsgedingen zouden daar geoordeeld worden ten ware bij hooger beroep van minder geregten. De Gravin gelijk mede alle volgende Graven of Gravin nen zoude in alle zaken van gewigt zich gedragen volgens het goedvinden van den Raad en van de Staten des Lands geen oorlog of vrede sluitengeene nieuwe tollen heffen, geene verandering maken in de munr, dan met toestemming Van de Staten. De steden wer den gehandhaafd in al hare keuren en voorregten zij mogten dagvaard houden waar en wanneer zij wil den en behoefde hare rekeningen niet eens te verant woorden. Kortomalles wat onder de voorgaande Graven, met name Filips en Karei, tegen rede was be sloten of ingevoerd werd te niet gedaan. De afge perste beden werden kwijt gescholden en men stelde uitdrukkelijk vast, dat voortaan geene landen of steden iets behoefden toe te brengen tot bedenwaarin zij niet bewilligd hadden: ja, zoo de Graaf vervolgens èenige beden Wilde doenzou hij verpligt zijnoveral Zelfs te verschijnen, om zijn verzoek voor te stellen én aan te dringen. Groöte en gewigtige bepalingen, welke, indien zij ruim anderhalve eeuw vroeger, aldus hadden kunnen gemaakt worden, Holland en Zeeland Voor veel onheil zouden bewaard hebben. Wanneer de heilzaamste schikkingenop het plegtig- ste ingevoèrdbinnen korten tijd wederom in duigen vallen, moet er een onoverwinnelijk kwaad schuilen bij het voorwerptot welks behoud zij ontworpen zijn. Zóó was het bij ons gesteld. Het huwelijk van Maximiliaan en Maria hoewel met de goedkeuring des volks bezegeld, gaf niet te min aanleiding tot nieuwe verbasteringen. Het schuilend kwaad de diep gewor telde wrok der Hoekschcn en Kabeljaauwschenkwam op i nieuwste voorschijn, en verspreidde zich meer°eu>meerd g-S J.H fi 5 naarmate dat het uitgelokt w.-.-i door de strain van g pf-ë v ^s-ë het Vorstelijk vermogen. De óver der gemeente, te §\2 o g a4g S 1 g-j sell lelijk gerust gesteld, waakte niet genoeg tegen de p ts-2 G y u w J c tii S "5 beginselen van bet bederf, welke toen no.; te gering g ct! schenen om er zich aan re storen;, en véle edelen, 0 g; g ^.7? welker belang het was de opgaande zon te .ecren o o 7 7 i -r} a>. o o bD >- zagen met ongaarne, dat de nieuwe regeringsvorm Su-g w.3^ t0 terug keerde tot den vorigen wankelbaren staat. Dus j=j o Hof-- 2 geraakten de KabèïjAauwschcnaltijd .het Vorstelijk gezag <u c 5 toegedaan schier, overal op het. kussen, v/arrdoor cie 5 .2 <y S is - vrijheid aan het kwijnen sloeg. De voorgaande Graven j> 5 .tc-ó <y van vreemden huize, maar Vqoral.de Bourgondische, p 7 ij a j='a M 1—.1JJ__«- 'l- p ,-w wyu'So*»' tsyiiv-, -W. N O £2 O hadden doot hét veélviildig. krenken der handvesten 'g Stc"® 5 3-3.5 5; en wétten, derzelver .achtbaarheid, in de oogen der a g 5 g ^.5 Grooten, merkelijk verkleind. Duurgezworene Èeden -.03 S g "3 -a g ten nadeele van 's Lands geheiligde R'egten in den J SJ -2P* wind te slaan, scheen dan niet meer schandelijk ill "5>.„ jp S g g 2"§ eenen Vorst, wiens doorluchtige voorzaten dagelijks w hetzelfde hadden gedaan; en de liooge rang der Graven -c g - N a "o -o T :S> <u a gepaard met hunne buiteniandsche raagt, verantwoordde .—i—Jn- - onigv j V I-IIUIUW VVJ1UUC jljju n iaO'^ M wj 'vv vervolgens, door zulke Voorbeelden allerlei misbruik. g^JJ.= Si0gcS§ En hei is aan sommigen toegeschenendat de steden Üf.g-g'a S "vt 5 'afaa-g het voorregt der dagvaarden wat al te ruim hebben 3 J S g o u SSo ao X genomen. Hadden zij' jaarlijks êéne dagvaart vastge- n "i-fi E - v Ev o j o - steldgelijk men naderhand in Ktaanderen deed dat regt zoude bestendiger gebleven zijn, en beter gediend u a -- hebben om den voortgang der misbruiken te stuiten. o g -j. .spjj ,g 2 g Zoo lang Maria leefde ging alles nog wat behendi» .ffE^'g o ger toedanna haren dood toen Maximiliaan (ié - 2.5 r§ o o imicu Liuou Lücii maxunuiaan voogdij hebbende over zijnen zoon Filipsen eerst tot n g ^'g"0 ^1= Rooms'ch Koning, nnde'rhand tot Keizer verheven v j c j n"jv S o alles met eenen gebiedende toon aan zich trok Maar dit 'is ook geenszins te verwonderen dewijl Maria a 2 -y mS g£""Rg^2a~ niet lnpg leefde: het is moeijelijker te begrijpen hoe a 2^4! *2 J„ 1i it ut-giypcu, MU3 q a o - o u it a de landzaten het gewaagd hebben, haar zulk eene aan- S:?=> SJa zienlijke Echtverbintenis te vergunnenwant vele v Soa hebben opgemerkt dat zij reeds van den aanvang af, a a 'Ij 5 getoond haddat hare handelingen niet opregt waren. Een merkwaardig geval, hetwelk veel geruebts ver- .S-Jifc SSig, wektebewijst zulks buiten tegenspraak. De Heeren i'S 3 I Hiigonet en Itnbcrcourt onder anderen, in een gezant- Jü Sia «I- schap aan Lodevyk XI. afgevaardigd, waren heimelijk belast geweest met eenen brief van. Vrouw Maria«"1 S-3S™"S0« waarbij zij dien Koning verzocht had, dat hij zijne -§"§§„:g.=3 ware gevoelens aan niemandbehalve de twee gemelde a 'K§'Ssi=g'"-l-ëg-|gS" Heeren, benevens de Hertogin IKeduwe 'en den Heer =k§-|sJ50>'a'g§-=:> .1 g van Ravestein, wilde openbaren; dewiji. zij alleen met "g 5 - J 5 g t, M-a 5i dezen in liet bestier der zaken te rade ging. Die let- %aé .5 £-a teren gaf de Koning niet lang daarna aan eenige Gen- g S 2 - tenoren, welke met hem kwamen handelen op een be- v g j; o 3 g'g rigtschrift, waarbij de Hertogin verklaarde niets te willen sluiten dan met kennis en overleg der Staten. Lodewyk verrigtte uit een kwaad beginsel eene goede daad: doch de Gentsche burgerij trok deze zaak nog verder <ian hij verwachtte. De beide Heeren werden veroordeeld om het vergrijp van Maria met den hals te boeten en men voerde het vonnis uit onder de oogen der jonge Vorstin, die, in de nederigste ge- a u stal te, door tranen noch gebeden niets tot hunne be- §-S^S'o*-SP -«"B g S S? i 3 houdenis vermogtdit was sterk geijverd voor de reg- gS-^gS ten der vrijheidmaar niet sterker dan de meeste Vors- .2 3 ten zouden doen, om zich te handhaven op eeaen troon. Dezelfde Gentenaars hebben even wei het huwelijk van Maria met Maximiliaan allermeest bevorderd, het zij S1 g 'g g-s g gj n "^.="5 dat zij door medelijden geraakthunne vorige streng- "kïï1* '3^S'5i;,S heid aldus dachten te vergoeden, hetzij dat zij, het- 4 2 g g J-g gene hiermede ook wel, kan te zamen gaan, de partij =g2-sg^§-|>-ëaCN'3'S met zwaar genoeg geoordeeld hebben om er over be- ■SSa2-5S^>RSg-S5g„.5? kominerd te zijn. :E,-£ 1 g S 2 Z Men heeft aangemerkt'dat de Gentenaarsdoor eene - a" c ïvgv 'G S zekere woestheid, niet ongelijk aan het gedrag der st5S5Sïï'uaïaJ3 Engelschen, dikwijls hunne braafste daden hebben out- JS,ü'Z<ü,-o2'5 p g>o5§j; luisterd dat men hun echter den lof niet kan weigeren, "§"3 >'5'515&^'2°'S£sjS:3 dat zij ten minste in die tijden voor onze Hollanders 5 5 - 3 S ag> menigmaal het ys hebben gebroken schoon deze te traag ^S^S^ogSg-g-S^g-^ of tc onverschillig waren, om er bij tijds gebruik van te maken. Binnen drie of vier jaren had Maximiliaan S 'g r"2 2 8 n S zijnén kabeljaauwschen aanhang schier overal in de Hol. »»'D J - jhoi- 5 N s - landsche regering gedrongen; en de stad Hoorn, die zich moediger dan anderen daartegen had gekant, vond c.g'5 g-ia U«S"S o 53 zoo weinig begunstigersdac zij vervolgens het stichten |T2 g So'S^J- "-5 van een kasteelwaardoor men haar bedwingen wildeM""" s R s R s S I -ë liie't beletten kon. Het vervolg bij nadere gelegenheid, c; O G u G --I ,pO"0«>fljO«ggQ 30rC SCHIJNDOOD. lil sli o i li"3 O a Een der buiteniandsche dagbladen gaf, niet lang ge- S.Q<.E 2 - u a leden, verslag van een zeer opmerkelijk gevalden £-j="t3:2-=i^0u£ "~,-a 5 Schijndood betreffende en voegde daarbij de allezins g S 3 u*S behartigingwaardige vermaning, dat men toch alle zeker- ST0 'nfis-g1"! Z heid behoorde te hebben van het wezenlijk afsterven «jÏ u-S2-£ r-,5 5 s een's menschen, voor dat men besluiten moest, om hem fa-sëofSS"' N1Ss"~'ETfS in het graf te brengen. "g N =3 g2 - B S Onder de ziekelijke toestanden welke den Schijndood a s-i5 somwijlen en onder zekere omstandigheden op eene a-s lioogkt, misleidende wijz-c daarsteiien zoo dat men door 3£"£§-3St; dezelve zoude kunnen overgehaald worden, om tot het bK3S:>"ïS3'^oS-o'p'§ bestaan van den Waren en wezenlijken dood te besluiten, jï g o g g E; "o rJ -g" beliooren inzonderheid de beroerte, de verrukking 2" 5 v. t: J S QEcstasisj, de vallende ziekte, de zinvahg en ledenver- o s "I R 3 S o i stijving XCatalepiia en Catochusjde algemeene kramp- l-g-u-a'c-Tjisa li»5^ï'S verstijving of starkramp de onmagt (Lypothimia ook êi, gj '§'a.ö Syncope j de verstikking, ook Asphyxie genaamd -de CJS^£g>u£cS^g->AjS'^' bevriezing, de slaapzucht en dergelijke meer; ip alle S b0H"g^^'3 o Z deze gevallen moet men zeer op zijne hoede zijn om o'Sn-S^"«b l-S'S'S 3 3 3 5 niet te spoedig tot het bestaan van den waren dood te ioSSSgSS'S"' bcsluifen voor en aleer de algemeen erkende genees. l—'"a rr»s«:r«i kundige teekenen van den wezenlijken dood op de ondubbelzinnigste wijze voorhanden zijn. Vooral behoort geene begrafenisin zoodanige bij uitnemendheid ligt bedriegelijke gevallen plaats te grijpen, {liet vervolg op de kant van deze bladzij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 3