LEYDSCHE notificatie. COURANT. D E N 27 J A N U A R IJ. 11 Z sul ui: Cl "I a^lyissS Z 33 sZ z te A°. 182& v R i] d A G TAE GEDEPUTEERDE .STATEN VAN ZUID- I J HOLLANDin aanmerking genomen hebbende datten gevolge van de door Zijne Majesteit den Koning te dezer zaakgenoméne besluitener jaarlijks eene algemeene herijking der bij de handel- en nering-doende lieden in gebruik zijnde lengte- en inhouds-maten en gewigten moet plaats hebbenen het alzoo nodig is om voor dit jaartot het vaststellen der tijdsbepaling ter verrigting van dien herijk door de Arrondissements- en Adjunct-ijkersin Zuid-Hollandover te gaan. Hebben .goedgevonden te bepalengelijk geschiedt bij deze: Art. I. De herijk van alle te voren bereids geijkte lengte- en inhouds-maten en gewigten zal voor dit jaarin de steden en gemeenten van Zuid-Holland een aanvang nemen op den eersten april, en geëindigd moeten zijn op den laatsten Junij daaraanvolgende. Art. 2. Met uitzondering der hier boven voorkomende bepalingen en van dievervat in art. 19 van het, door Gedeputeerde Staten voornoemd, bp den i8den January 1822, gearresteerde reglement op de herijking der maten en ge wigten in Zuid-Hoilandblijft overigens het zelfde reglement in volle kracht. De handel- en neringdoende ingezetenen van Zuid-Holland worden aangemaand om, ter voorkoming Van meerdere kosten enten einde, bij verder verzuim, buiten bekeuring te bhjven, zich de hierboven vermelde tijdsbepalingen omtrent den herijk hunner lengte- en inhouds maten en gewigten ten nutte te maken, ten einde niemand hiervan eenige onwetendheid voorwendezal deze worden afgekondigd en aangeplakt alom waar zulks te doen gebruikelijk is. 'sGravenbageden 13 Januarij 1826. De Gedeputeerde Staten voornoemd Van der DUYN. Ter ordonnantie van dezelve j. van der sleydeni N°. 12. i E O 1 Y3 E cj 2 n C CU 5 0.= 2 s a 1 bs) cj r-r co "z: o c Ni Cj 1 i' U ar rt rt '2 N t- O i cj 00 r. r ,e-> T3 Cu o> e o lsi=!= bei kJ) O 6 2 rt 2 *-"-S *2 o .ti 2 •J 5 CJ sg-S a{ j""2 O SP A Art. 3. En Si - u Süüji- s»"5! c Ol u rh <L> N GJ J3 w O hO O c N C--Z1 U 5 (U C 0 g S O o<u>bo.t;«°" O A W >2 a c £h 1 2 te ««-§> - s S* g B «ja j. O CJ c O 15 .te T3 cl *4 -I3.gs.s3 CO "o "•cw<uRCU2.4> g-S| d. 8 20 2 Al r* 00 0 -2 y S s .2 S O 0 T3 CJ - W> e CJ O S ït s»ciS dig 2 CJ r a CJ ■SgSÏ-a N U O c/a o n N U 2 y O W n c-o s 5 a 2 CJ u. CJ Lv t> Ad CJ feO r "jl <D-2 y <u rr O *2 «-» O °2 2 c-o o -§ 2 .te B g 3S. s"5 °-o SM E_".S - b£ S OJ SEo-gv o-s ~-S e «Ü5|. bh E y CJ w tj c r> ti 2 e a CJ bc 3 CJ "2 C j- 2 P3 H m El 1 O J3 2 *- 2 cj cj cj ni 13 C'J y to 3 2 bo's 2 g a o S <=U - o O 3 g bfl?J c'O S s3 111 g:§-Sg<£S4 >0 C O) «1 H pj /«-V 0 bo o 0 2 q cj q e 5 2 "ï-T 2 c C Cl ?i k#.'2 CJ CJ CJ 2 C30 «M, dj H •t', I.. 2 n u - 2 cj eUC«->nt'153 aj*r<y^>^ ri CJ M k2.Ü S r - w 2 .CJ 2^ u s5» Sh -> «"2 CJ •°p r 2 o e *2 Pt N 5 w o .2 *2 o "aj aj S s S »- 2 c c - E a <u bc o cj u a o U °- M ,CJ .tï EO O 5 :3» SiaS ^Pv2 si. O r 0 •3 to"2 Ï3-VO toi- jo O u N :2> o ÖJ SPANJE. MADRID den 12 Januarij. Het Spaansch Gouverne ment ismet betrekking tot de financien in zulk eenen bedroevenden toestand dat de Ministers pogingen gaan doen om met Frankrijk of Holland weder onderhande lingen tot eene geldleening te openen. Alle bronnen zün uitgeput en men weet geene nieuwe te verkrijgen. Te vergeefsch haast men zich omdoor de dringende nood gedwongenhet volk met belastingen en den handel met contributien te overladen de ellende welke sedert eenigen tijd op Spanje druktis te algemeen dan dat men kan hopendat de natie den Staat te hulp zopde komen vooral wanneer men van haar de belas-- stingen eischt door de constitbtioneele Cortes ge heven; de handel, door openbare rampen geschokt, vervolgd en verbannenkan met moeite aan de ei- schen voldoen. De kooplieden van Madrid hebben zich vercenigd en vertoogen gedaanzij beklagen zich over het gering belang, hetwelk het Gouvernement in hun nen voorspoed steld, en dat hetzelve veroorloofd dat de markten en straten worden opgepropt met rondventers die dezelfde koopwarenwelke de gevestigde koop lieden in hunne magazijnen hebbenbeneden de waarde verkoopen. De overigheidten volle van de regtvaar- digheid van dit vertoog overtuigd, heeft aan alle rei» zeilde kooplieden verboden om hunne katoene-stoffen niet anders dan in winkels te verkoopen. Men hoopt dat dezen maatregel eenigen tij3 zal voortduren. De verlegenheid eindelijk van de Ministers is zoo groot, dat zij enkel pogingen aanwenden om zich de nodige fondsen tot den dienst van Madrid te verschaffen j. waarin zij geenszins kunnen slagen. Na in de behoef ten van het Paleis voorzien te hebbendoet men wat men kan voor de koninklijke garde en de troepen van het garnizoen; vervolgens denkt men aan de beambten bij de onderscheidene ministerien en administratienmen vergeet de gepensioneerde en op half tractement staande olEeieren, de militaire weduwen enz. en het overige schikt zich zoo als het kan. Betreffende de ordonnan tiën, die men op de schatkist afgeeft, heeft men eene bijzondere wijze van betaling aangenomen! men geeft aan de houders van zulke ordonnantiënmandaten op pro vinciale ontvangersdie hun betaling beloven wanneer zij geld hebbenof die houders staan met hunne man daten aan een der stads poorten te koop. Men had gemeld dat de Heer Zea Bermudez irt plaats van zich regtstreeks naar Dresden te begeven, «aar Petersburg zou gaan om den nieuwen Keizer namens zijnen Souverein, met zijne komst tot den troon geluk te wenschen doch de Graaf d'Orgaz is met deze belangrijke zending beiast. Men heelt opgemerkt dat Pater Cyrillo dagelijks meer deel begint te nemen aan de discussien over de zaken van het Gouvernement, hetgeen den Hertog de l'Infantado veel onrust baard. DUITSCHLAND. MENTZ den 12 Jannarij. (^Uittreksel uit eenen brief.*) Onze stad heeft grootelijks deel genomen in de droe vige gebeurtenissen van het Noorden, want hoe weinig ■3 S K e o cj cj O.S*'3 ::c s -G 2 s 8 S<Q "s S "OS e-gU °-£= u bfi e f- CJ cj n i I K T3 r a *c 1 S> o -O 2 2: O* g -g S 5 - 52 geëss 8-r.a •2 £rS?" o a wij ookin de staatkundige weegschaal van Europa geteld wordenzijn wij gedwongen den invloed van Oostenrijk te volgen. Ons stelsel van bestuur zondert ons zoodanig van onze naburen af, dat inën zeggen zou dat wij niemand dail ons zeiven behoefden. Het is nogthans bij ons dat de banden welke sedert twee jarende takken der groote familie van bet Zuidelijk Duitschland schenen te zullen vereenigen voor eeuwig verbroken zijn. Het jaar 1826 heeft ons twee heillooze gebeurtenissen aangebragt: den dood van Alexander, en de uitsluitingop onze grenzenvan alle voortbreng- sélen der naburige Staten. Het gevolg van dezen laat sten maatregel is geweestons in staat van vijandschap te plaatsen inet Darmstadt, ons te doen uitsluiten door Wurtemberg en Beijerenen ons veroordeeld té zien, om van dé énkele inkomsten onzer tolrégten te bestaan. Welk een'onderscheid tnsschen onzen toestand en dien van Beijeren In dat Koningrijk heeft de wijsgee- rigé Monarch zijn leger tot 36,00b man, op den voet van vrede, Verminderd, met de eenigsté reserve van twee afdeelingenvoor de reorganisatie der verdedi gingsmiddelen van de vestigen; de officieren en solda ten zijn vrijgesteld geworden van alle nufteloozê Uit gaven in uniformenepauletten en andere versierselen van weelde. Wij leven even als het overige Duitsch land in eene groote ongerustheid. Wij vragen ons zeiven of de beschermingwelke Maximiliann aan eenige Vorsten van den tweeden rang verleendehun bij voortduring zal te beurt vallenof deze Vorsten voor welke de Noordsche Beschermheer dikwerf even ongemakkelijk als het voormalige opperhoofd van het Rijnverbond wasniet middel zouden kunnen vin den om een steun te ontberen die hen slechts nog zwakker maakte. Het is onbetwistbaar, dat, indien het deelgenootschap, waarmede men zich te Stuttgard en te Darmstadt heeft Onledig gehouden, niets mislukt ware; indien hét eigen lijk gezegde Duitschland een middelpunt van vereeni- ging bezat; indien de censuur de drukpers niet op eehé militaire wijs bestuurde, men dan niet zoii behoeven te vreezendat een onverwachte eisch plotselijk dé geheele krijgsmagt van het bondgenootschapals een eenvoudige maatregel van voorzorg, onder de Wapenen kome roepen. Deze niéuwe staat van zaken in het midden van Duitschland is des te merkwaardiger, daar de geen, welke denZelVen te weeg brengt, zich aan hevige ver wijten blootsteltin het oogenblik van krisiswaar mede het Noorden ons bedreigt. Personen door dien toestand te kort gedaan, verspreiden het gerucht, dat het bondgenootschappelijk leger spoedig op den Voet van oorlog zou gebragt worden; dat Oostenrijk daar toe bij de opening der aanstaande bondsvergadering te Frankfort, een voorstel zou doen, en op de uitvoe ring zou aandringen van eenige maatregelen van ver dediging, waarover vóór de gebeurtenis van Taganrok gehandeld is. De gebeurtenissen in het Noorden houden de hoof den slechts bezig, ten opzigte der inwendige gesteld heid van Duitschland. De zaak der Griekenvooral geeft aanleiding tot eene menigte overwegingen omtrent den Keizer Nicolaas, de Keizerin .moeder, den Grootvorst Constantijn, en den Grootvorst Michael. De oevers van den Rijnde Elbede Necker en den Donan weergalmen van een wraakgeschreeuw tegen de bar baarsheid der Muzelmannen, en zonder juist eenen aanvang van vijandelijkheden té verlangen, welke de rust van Europa zou kunnen in de waagschaal stellen vordert men toch van den nieuwen Noordschen Alleenheer- scher eene onderhandeling, die de Grieken tegen de dwingelandij van hunne onderdrukkers kunne behoeden." WEENEN den 15 Januarij. Ons Kabinet beeft zich gehaast met de bekendmaking der nota van den Graaf van Nesselrode, Minister van buitenlandsche zaken van Rusland aan den Oostenrijkschen Ambassadeur Baron van Lebzelternwaarin Zijne Excellentie berigtdat Keizer Nicolaas den eersten willens is, het door wijlen zijnen broeder Alexander aangenomen staatkundig syste ms te handhaven. Men verzekert, dat bij die nota van den Graaf van u Nesselrode, nog eene andere gevoegd was, behelzende, fn dat het Russische Kabinet beslotén heeft, dat er op g w cd ia-S 0*° nieuw ernstige vertogen naar Konstantinopolen zullen -■a"'3 - 5 gezonden worden, om eindelijk de Porte te doen be sluiten tot de bepaalde uitvoering der bedingen van het tractaatin 1812 te Bucharest gesloten, en vooral van hetgeen betrekking heeft op het Gouvernement der Vorstendommen Moldavien en Wallachyen. Het Russi sche Kabinetverlangende dat de langdurige ouderhan delingen met den Divan spoedig ten einde gebragt wordenwildat de Ambassadeurs der groote Mogend heden te Konstantinopolen zich met den Zaakgelastigde Minciaky vereenigen, om, overeenkomstig de nieuwe instructien welke hem onmiddelijk zullen gegeven wor den mededeelingen aan den Reis-Effendi te doen. De Vorst van Metternich heeft sedert eenige dagen druk gearbeid en, na het houden van Verscheidend conferentien met den Russischen Senateur Tatischeff; een buitengewoon koerier naar Petersburg afgevaardigd; met depêches voor den Graaf van Nesselrode eh den Baron van Lebzeltern. (biet vervolg op de kant van deze biadz. c« i_i CU 2 <3 cs n o-ï s 2 2-tf <U 2 O <L> r- 'S« s a K -rT aCSg-S.*-si si s^-S-3 s -5 -'S - rt o ri Q r o."C o c 3 O-D 3 o-Ü 3 a S g &S fg s *0 2^ E 2 fcDtó 2 CJ O .I-S S 3 riJ-S-SI - 3 ti S GS S s So1 f. 1; 8 Si«- S' 5 ai bjj E-2 O N "dJ u r- <u 0 a .5 (Ltf-I o. -H c E-v -S - n 5«2«>AlflJr?^^ycS - cj -O CJ -O <u E a3 <y oj cj i •|.gg^HQ|5l.G-gSSgË3 '2 25 SS CU O -2 U O N «2 N ri^ SI td 1-H 1 H O 6 te O fac-2 Cf S* s Aj OJ 1 2 2 2 *-» 1 Us H> g g ö-% 8 2 esI M 2 v te 3. v T) kE^2-t> c - - o 3 v! S! N S ig-E'SO g 2^,8 öj O A3 <L> So S "g ÓÏV 1 cj O QJ o T3 -1-5 B j «Cu 'o «-» cj '5 b c Cu o .te u» -••-o a> 'zy J S hi) 2 *ri CJ CJ 2 CJ A3 "2 2 «J s 2 cj 310 c u 0-Ö5 8.0 .ZSEeSSË 5 2 cj t- cj 3^ CU - O Jh r/3 u ,0 -O rt V u. 3 »Jg-S,§>Ss?1.s;3lg|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1826 | | pagina 1