mn
mil!
f
inkomen. I-Iij leefde van de onzekere belooningen welke
zijn arbeid en kunst hem opleverden, en van de ge
schenken, welke zijne begunstigers hem van rijd tot
tijd dedqn toevloeijen. Hij was daardoor dan ook
veelmaals noodlijdend: 'want te sparen had hij niet ge
leerd! Op eens werd hem een zeer «mistig uitzigt
geopend. Hij deed in 1789 eene reis naar Leipzig en
Dresden, en bezocht bij gelegenheid ook Berlijn. Ko
ning Frederik IVtlhelm II. een smaakvol kenner der-
toonkunst, was onvermoeid om den beerlijken kunste
naar te liooren, en wcnschte hem, als Directeur zij
ner voortreffelijk bezette Kapel, voor altijd bij zich te
behoudenen bood hem eene bezolding van 3000 Rijksd.
aan. Zonde ik dan mijnen goeden Keizer geheel ver-
latenzeide Mozart, en zweeg aangedaan en na
denkend. Ook de Koning zweeg, hartelijk deelne
mend, eene poos, en voegde er toen nog die bij:
Overleg het eent hij u zeivenlieve Mozart! Ik
houde mijn voord ook vanneer gij over jaar en
dag eerst mogt weder komenMozart nam afscheid
reisde naar IVeenen terug, maakte zijne vrienden den
hem gedanen voorslag en aanbiedingen die hem te
beurt gevallen waren, bekend; zij drongen er bij hem
op aan dat hij deze voordeelige beroeping moest aan
nemen en dadelijk verlof verzoeken om IVeenen te
mogen verlaten. Na lang weifelen ging hij tot den
Keizer en bad om zijn ontslag. Lieve Mozart"
'antwoordde Keizer Joseph zeer aangedaan, gij weet
hoe ik over de Italianen denk, en gij vilt mij nog
thans verlaten?". Zulke woorden door ecnen Mo
narch dien Mozart dwepend beminde, hadden eenen
onwederstaanbaren invloed op zijnen geest. Uve
Majesteit ik blijf," riep hij uit, en bevele
mij in Uwe genade." Daarmede ging hij naar huis
zonder zijn voordeel gedaan te hebben met den gun-
stigeti oogenblikom zich de verzekering eener toe
reikende vaste bezolding te verschaffenwelke de goed
gezinde Keizer hem nu ongetwijfeld toegestaan zöude
hebben. Zijne vrienden deden hem bictere verwijtin
gen om dat hij de gunstige stemming van dat tijdstip
ongenoten had laten ontsnappen. fVie kan in zulk een
oogenblik aan zoo iets denken, riep Mozart uit. Bij
geluk echter was de Keizer zelve daaraan indach
tig, en wilde eindelijk den man die hem en geheel
IVeenen in verrukking bragt, nu ook eenmaal een zor
genvrij leven bezorgen, doch bij ongeluk vroeg hij
gelijktijdig eenen zijner Financie-raden: Hoe veel
aan Mozart wel voórloopig konde toegelegd worden?"
en de Financie-raad meende, dat 8oo guldens wel in
allen gevallen een mooi jaargeldje was. Die verkreeg
dan nu ook de beroemde Mozartdoch dit jaargeld
was op zijn best voldoende om de jaarlijksche huis
huur In het dure IVeenen re betalen. Evenwel schiep
hij, hoezeer hij onder geheime sluipende afmatting des
ligchnams steeds zigtbaarder wegkwijnde, zeer snel
op elkander eene reeks van uitmuntende Compositien
(Co» fari lutte, de Tooverfluit; la Clemenza di Titoj
tot dat een onbekend gebleven oud, ernstig, statig
man bij hem tot de uitvaart eener beminde persoon
het beroemde Requiem bestelde, een rol dukaten op
de tafel liet liggen en zich daarop stil verwijderde.
Dag en nacht was hij met dezen arbeid bezig, dik-
biaals zoo dat hij daarbij in onmagt viel, en hetgene
Opmerkelijk is,, onder herhaalde verzekering dat hij
door dien onbekenden tot dezen arbeid uirgenoodigd,
in de daad voor zijn eigen lijkfeest dit Requiem ver
vaardigde, en zoo zonk hij, juist nadat dit werk
voleindigd was, op den 5 December 1791 den Engel
des doods, zacht in de armen.
W I E L A N D.
IVieland Christoth Martin geboren 5 Septb. 1733 te
Biberachdeze beroemde Duitséhe geleerdedichter
én schrijver, heeft zich ook doen kennen als gelukkig,
en dit geluk waardigechtgenoot en huisvader in de
volgende regelenMijne vrouwschrijft hij in een
zijoer brievenIs een voorbeeld van elke vrouwe-
lijke en huisselijke deugd, vrij van alle de gebre-
ken barer kunnemet een hoofd zonder vooroor-
deelen, en met een zedelijk karakter hetwelk' aan
eene heilige zelfs tot eer zoude verstrekken. De
twee en twintig jaren die ik nu met haar leef, zijn
voorbij gegaan, zonder dat ik een eenigmaal ge-
wenscht heb niet gehuwd te zijn geweestintegen-
deel is zij in haar geheel aanwezen zoo met het mijne
vereenzelvigd, dat ik geene acht dagen vaa haaf
verwijderd kan zijn, zonder iets van die gewaar-
wording te ondervinden, welke de Zwitsers Heimwee
noemen." Toen op den 12 Februarij 1803 de voor
treffelijke Gade hem van de zijde gerukt werd, (zij was
eene geborene Hillebrandt uit Augsburgschreef hij:
Ik heb sedert den dood mijner vrouw alle levenslust
verloren en de glanswelke anders de zaken voor
mij hadden is voor altijd verdwenen. Ik zoek mij
opzettelijk te verstrooijenover dit smartvolbij elk
inslapen en ontwaken mij als op nieuws aangrijpend
verlieszoo veel mogelijk gevoelloos te maken. Ik
heb nooit in mijn leven iets zoo bemind als mijne Vrouw.
Wanneer ik slechts wisten denken mogtdat zij
naast mij in de kamer wasof wanneer zij soms eens
in mijn studeer-vertrek tradeen paar woorden met
mij sprak, en dan weder ging, dan was het genoeg.'
Ik wist dan, mijn bescherm-engeldie alte leed van
mij afhield of op Zich nam was daar Sedert zij
dood isverbeelde ik mij dat geen arbeid mij regt
gelukken wil. Ik moet erkennen dat ik mij naauwe-
lijks had voorgesteld dat zij met haar zwakkelijk
ligéTtaamsgeste! vijf en dertig jaren met mij leven en'
mij doof hare trouw zonder aanmatiging en hare zorgen
en verpleging Het bitterzoete des levens met bloemen
bestrooijen zoude." Maar dan valt mij altijd Filemon
uit de Fabelleer in de gedachtewaarom konden wij
niet op eenen dag sterven
MARMONTEL.
De Beroemde auteur der Conies Morauxen van den
Beiizariusvan de Inca's en van vele andere schoone eu
leerrijke Werken. Jean Francois Marmontel werd in
1723 den 11 Julij in het Stadje Bart, 111 de nederige
woning van eenen armen kleermaker geboren. Maar deze
enge grenzen hadden den krachtig opwaarts strevenden
geest in geenen deele kunnen onderdrukken. Van vrien
delijke Nonnen leerde hij als knaapje lezen een wel
willend Geestelijke ieetde hem.latijn, en daarna bezocht
hij door voorspraak van milde vrienden de schooien der
Jezuiten te Mauriacen hij kreeg daar zijn gelukkige
aanleg zich.gedurig weliger ontwikkelde,, eene zoodanige
liefde tot de wetenschappen en kunstendat hij nu tot
geen prijs op het Kantoor van eenen rijken Koopman
te Clermont op hetwelk hij eerst gedaan wasop den
duur gebley.en zoude zijn. Hij spoedde zich om naar
Mauriac terug te keeren greep zijne hem zoo dierbare
boeken met verdubbeld vuur weder aan zorgde voor
zijne noodigste behqeften door onderwijs hetwelk hij
aan minkundigen gaf, en had, toen hij nog geen twintig
jaren oud was, reeds zulke vorderingen gemaakt, dat
hij te Toulouse als openbaar leeraar optreden en nu ook
van het gene hij op zijne inkomsten uitzuinigdeZijne
oude Moeder die inmiddels Weduwe geworden was en
zijne overige Verwanten broodhetwelk zij destijds
hoog noodig hadden, verschaffen konde. Terwijl op
deze wijze zijn edel en vroom hart de schoonste vreugde
in het bewijzen van kinderlijke dankbaarheid genoot,
streefde hij echter ook, gedreven door zijnen rusteloos
werkzameu geest, naar den roem dien de Zanggodinnen
geven, en wijdde haar elk uur^ welke zijne overige g
beroepsbezigheden hem slechts eenigermate vrij lieten.
Zijn gunstig lot bragt hem in keimis met Voltaire, en
deze wees' hem de loopbaan, welke hij nu ook mej eer
zoude kunnen betreden, de Dichtkunst! Ja zelfs
leidde hij hem op dezelve met zijnen wijzen raad. Zoo
kwam hij ookom aan den wensch van dezen kunst
vriend te voldoen te Parijsalwaar hij als opvoeder in
een aanzienlijk huis geplaatst werd. Door schoone ge
dichten door welke hij openlijk prijzen en èerekronen
behaaldegeraakte hij ten liove bekend en kreeg wel
haast eene aanstelling, welke hem niet alleen een ordent-
lijk jaargeld, maar ook, wat hein het liefste was be
halve twee uren die hij tot zijne ambtsbezigheden moest
besteden den geheelen overigen tijd vrij liet. Hoe
treffelijk Marmontel dezen ledigen tijd begunstigd hebbe,
bewijzen zijne ten dien tijde uitgekomen beroemde
Zedelijke Verhalend' Niet lang daarna (1758) werd
hem de uitgave van denMercure de France opgedragen,
welke hem 15000 franken inbragt. Hij verloor die rijke
inkomst wel weder, toen hij eenen der groote Heeren
beleedigd had, maar troostte zith'weldra weder toen
hem de zoo eervolle onderscheiding te beurt viel qm
door de Fransche Academie tot haar medelid gekozen
te worden in 1763. Nu kwam zijn Belizaire iq de
wereld een Roman die de eer genoot dat Keizerin
Katharina II. die zelve in het Russisch vertaalde,
Lodewyk XVI. stelde Marmontel tot Geschiedschrijver
van Frankrijk aanen 0111 deze gelukkige dagen të be-
kroonen vond hij in de beminnelijke Nicht van den
Abt Morelle't eene getrouwedoor alle, bevalligheden
harer kunne uitstekende gezèllinne zijns levens.
Maar waar is bestendigheid op aarde i Nu brak de
Fransche revolutie los; Marmontel werd wel is waar
tot lid der Nationale conventie gekozenmaar in eene
vergadering als die wasmoest een man als Marmon
tel, noodwendig mishagen. Hij trok zich dus terug
met de zijnen naar een klein landgoed niet ver van
Parys. Hier vond hij troost in de teedefe zorgen die
zijne vrouw aan hem besteeddein het onderwijzen
zijner welig opwassende kinderen voor welke hij toen
schreef en in het licht gaf zijne Memoires cPun Père
pour servir li F instruction de les Enfant; en lefons tTun
Père it ses enfans sur la langue frangaisesur la logique sur
Ia metaphysique et Sur la morale. Ook bewerkstelligde
hij destijds eene uitgave van alle zijne schriften iu
17 deelen en droeg die aan zijne vrouw op.
Schrik niet, schreef hij 111 zijnen opdragtsb'rief
schrik niet geliefde vrienden 1 over de huldedie ik
u aanbiedeuwe bescheidenheid is zoo natuurlijk
zoo teeder en rein dat niets wat luidruchtig geschied
u welgevallig kan zijn. Behalve dat ben ik gewoon
u als mijn ander ik te besthouwen en zoo vinde ik
mij verpligtmet gelijke bescheidenheid van u en
van mij zeiven te spreken. Ook weten wij immers
in de stilte onzer ingetogenheid ons over ons.huis-
selijk' geluk te verheugen, zonder den nijd wakker
te maken. Dit bewijs mjjner tederheid aan u gege-
ven wordt vooral daaröra hier aan het hoofd
der uitgave van alle mijne werken geplaatstopdat
mijne kinderen mijne stem ook dan nog over u ver-
nemen, wanneer ik niet meer zijn zal."
Terwijl zoo onder MarmonteTt dak het huisselijk
geluk bloeidewerd in Parys den 10 Augustus 1792.
de Konings-troon omverre" geworpen. Van afgrijzen
a'apgegrepen, vooral na den Koningsmoord 2ijanuarij 1793,
vlood Marmontel met de zijnen naar een afgelegen
dorpje Albleville. Toen échter na den val der Terro
risten eene meer gematigde regering optrad, werd
Marmontel uit zijne eenzaamheid weder te voorschijn
geroepeu, en in den Raad der ouden geplaatst. Doch
ook hier bemerkte hij weldra dat ook nü nog de tijd
niet gekomen was, dat mannen van zijne denkwijze
met vrucht konden werkzaam zijn. Hij verscheen ech
ter weder in de nog ahijd onrustige hoofdstad, zocht;
de verstrooide boekenvefhahdeling te herstellenschreef.
voor den Godsdienst; maar niet tegenstaande het goede
wat hij bedoeldebij sómmigen ingang .vondzoo.
merkte hij echter dat het booze nog steeds de over
hand behield. Derhalve verliet jiij zoodra ,hëm dit,
eenigzins mogelijk werd, de hoofdstad op nieuwserf
ontging dus nog even en ten goedef ure eene verban
ning naar Caijenne, in 1797.'
Zoo keerde dan de vijf en zeventigjarig? grijsaard
naar zijne kort te verlatenelandelijke toevlugtsplaats
armgelijk hij van daar gekomen wasterug zocht!
en vond andermaal in de beoefening der wetenschap
per vervolg op de kant van deze bladz.j
bj jo. a
c o -
5 e
ff r"1
g 23 «s c
I'S J- 3 ^5
3 rr
"O
°l I'
£1 "O
E «jdi 0
f jj alp
p c 42 v 2
o u s
N v
2 ,0 J3
TE «3 i- 3
W fcj3*T3 O ft N
<3 .SP p g -a -a
•c ui c o_2
L S N »-
o CJ p c
E cj <u m .2.
u-a-c -g s
N j*
s o e t»
to £5
•=5 y •-
is - o o 5 S
Hob»
'O ti
S O C O
M a e .2
Mjs-C S >13 -
aS«fs«-J§
»- -o J2£ CU C
<L> U "O t3 si
o O s
J? lüWs
|lI fris a 3
si a
ka Is
a
3 - aCcc-^S
C O .pp O G-» 2
ha o 22 C .N *3*
f %r|*>
g
e— *TJ Q R 4*.
o5£3S> sa
,0 O) T3 "S C
"O
n
o
•s!
•5 -c-
rif cn
2 o S c o"S
SS Ë-o.=
N
CC
3 O
2 'S
•Cl. u
O
"E
v
- SJ
3 S
.a
I'S
S3
- a N 2 J a
ha jj ri o oo>
"3—5
<U .„O t, S "j AA
"IS 9 0
.- a gl
a 5 s o
•s,«5
3 o to a K xs
3 ë"°g g .f-'S
1) /fJ r- 111 1
SE3 Si'S'Hsf
C H'2 U. <y O
T- JC -C 4> H -J N
S S3"
O» O O O
bjo 2 s a 'S N
ï=igï!Ï:=
33-=
ÏA 5 S I g
U.Ï g C!
O -*TJ C o"13
ttSsg-=s-.j.k
Ni; - 3 w
P C 3 -
a> r: »-» £5 O <u -E,
sSïs&gies
S b'-4
oU CJ
.2 si AA
"U O
^^2 2
TE»
o
p o a»
j4 C dO CU
"5 o
«-gua v
ïr, 2 a
o bxj-n^ 3
sïss
S.
E
ha
■Ê-l
"s.
Z3 V O
CA .5-Ö
w n s Q
<P C n o
K u O O
5 B-S.
.SS - sj u
.•P 5 o O
ja -ra 'a SO
O Jr cc T3 vi cu- V.
O cc u C O Ir
i iI'A—U-4= 3 cu ba
[s-s'ëT52':^4
c h O "E M a> c d. a c
i„ lw a"s-S g
I I"0 -ë-a S - 3'
gë-2 .>4g>^«5-3
(U rt -O -o or
•-<-"oo y
"O -S cc S 3
C5H a
o
o txj— o
w CXpO y
O 2 g
v od r1 o S
.Bi k c 7* is bD"
"n N-ë c S - n n M
a a
Pi 2. ^5
-o- C -C' y S -C
C <U O r "o
C >3 tj u! C es w
I- cj Hn
z
ta
rt
to
c a
cd O
w-
a.
8-8
ha
.E S S gvg-5
>S>p*"m3?SS«-
o
o:
z
o 5
CJ
O a
Om
bo'-o*-
W
O
O s
£*-
C u.
3 O C Jrr :ZT> cd
■a 2 2 -a M ■- a'
- P SP N S CJ s
1st il'ïTg'g'
cj *2
Q o
*2
O