LEYDSCHE
COURANT.
N».
q
n
re
§1
A°, 1826.
V R IJ D A G
PUBLICATIE.
Burgemeester én wethouders df.r stad
LEYDEN bij circulaire missiven van Z. E. den
Heere Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland in datis
dén 15. dezer maandN°. §ï?|aen den 27. daaraan
volgende, N°. Hf??, bekend gemaakt zijnde met de
besluiten van Z. M. van den 12. October 1825, N*. 175
•en 176houdende eenige nadere bepalingen ter be
teugeling en wering der bedelarij en last, dat op nieuw
zullen moeten woiden afgekondigd de publicatien van
de H. H. Gouverneurs, dit onderwerp betreffende,
voorgeschreven bij de besluiten van Z. M. van den
8. November 1822, N°. 15 en 16; en onder referte
tot de circulaire van Z. E. van den 15. November jl.
dringend uitgenoodigd zijnde, om tot de bevordering
van 's Konings heilzame oogmerken in deze met den
moesten ijver, mede te werken en de uitvoering van
Hoogstdeszelfs bevelen te dien aanzien op alle mogelijke
wijze tg verzekeren;
Brengen diensvolgens bij deze ter kennis van de genen
4ie zulks .zonde mogen aangaan
i°. De publicatie yap Z. E. den Heere Gouverneur
dezer provintie, van den 28. November 1822, zijnde
van den rihVojgenden inhpnd
DE STAATSRAAD, GOUVERNEUR van
r ZUID1HOLLAND
Gezien het bij missive van Zijne Excellentie den
M-iuistfer van bihnefilandsche Zaken en Waterstaat
dd. 22. November 1822, A. 5572, Ia. A,
ingezohiden en óp dén 23sten dier maand bij Hem
Gouverneur ontvangen besluit Zijner Majesteit
van den 6den November 1822, N°. 15, hou-
dènde- voorschriften ter beteugeling en wering
van de bedelarij.
En bijzonder gelet op artikel 3 van hetzelve
besluit.
'Heeft goedgevonden en verstaan
Aan eenen iederwien zulks zoude mogen
aangaan, bij deze nadrukkelijk te herinneren dat,
aizoo de bedelarij volgens 's Lands wetten ver-
boden is, mitsdien de uitoefening van dezelve,
vóór zoo verre daar aan niet bereids vroeger een
eindej is gemaakt in de. onderscheidene steden
en gemeenten, van Zuid-HoilanJ dadelijk zal moe-
ten ophouden zullende al de genen die acht
dagen 11a den,dag der afkondigingen aanplakking
der tegenwoordige publicatie, zullen bevonden
wordenbuiten de gemeentewaar zij zich met
de woon ophouden te bedelenzonder uitstel
worden gezonden naar eene der Koloniën van de
Maatschappij van Weldadigheid; terwijl deze
maatregel eerlang zal worden toegepast op hen
die beddenbinnen de gemeente alwaar zij
woonachtig zijn ten welken einde reeds de noo-
dige instructien aan de bevoegde Autoriteiten
zijn afgevaardigd."
20. Dat ai wie gec-11 werk heeft en onvermogend Is
in ziin onderhoud te voorzien, beiden vinden kan hetzij
in de bedelaars - werkhuizen hetzij in de bedelaars-
kolonien naar mate van zijne mindere of meerdere
geschiktheid voor den arbeid, aldaar uitgeoefend wor
dende, alwaar hun arbeid en in vergelding daarvan,
onderhoudt wordt toegezegd met die mate van vrijheid
die hun eigen gedrag zal verdienen; waartoe men zich
dagelijks de zondagen uitgezonderdter Secretary
dezer Stad kan aangevenom naar het Etablissement
aan de Ommèrsch-rs of naar het bedelaars-werkhuis te
hoorn te worden opgezonden.
30. Dat zij die zich vrijwillig aangeven op betere
behandeling staat kunnen maken, dan die, welke uit
hoofde van bedelarij worden gevaten welke laatste
bepaaldelijk geen ontslag kunnen bekomenten zij de
kosten van hun onderhoudvoor zoo verre die ten
hunnen lasten zijn gesteld, te hebben goed gemaakt ën
zich in staat gesteld, om op eene eerlijke wijze in
hun lot te kunnen voorzien.
40. Dat al wiezonder onderscheid van geslacht
of jaren of ligchaams gebreken voortaan en voorna
melijk na verloop van veertien dagenna de afkondi
ging van deze publicatie bedelende zal gevonden wor
den aanstonds zal gearresteerden behoudens de on
der 5. te vermeldene uitzondering, aan den gewó-
ncn regter overgegeven worden, om op hem de bepa
lingen .van art. 274, 27Ó of 281 van het lijfstralTelijk
Wetboekalsmede daartoe termen zijndedie van
art. 66 tóe te passen met dien verstande nogtansdat
Waar de omstandigheden zulks vereischeneen billijk
gebruik van art. 463 van het voornoemd wetboek kan
en zelfs moet gemaakt worden.
50.. Dat wanneer zoodanig voorwerp het voor ver
kieslijker mogt achten, om, nog na deszelfs arrestatie
van die bevoegdheid gebruik te maken, welke bij §.2.
San iederen behoeftigen verleend iszal het aanstonds
en zonder daartoe bij vonnis veroordeeld te zijn in het
bedelaars-werkhuis of de bedelaars-koloniehier voren
genoemd gebragt worden ten ware het misdrijf van
bedelarij, waarvan hetzelve beschuldigd wordt, met
verzwarende omstandigheden gepaard ging;
6", Dat eindelijk zoodanige bedelaars, welke aan dit
Lnfit! vreemd zjjn en geen domicilie van onderstand
verkregen nebben, aanstonds na hunne arrestatie aan den
D E N 13 J A N U A R IJ.
gewonen Regter zullen worden overgeleverd en wan
neer zij schuldig bevonden ziin, de door het lijfstraf
felijk wetboek bedreigde straffen ondergaanen daarna
over de grenzen van dit Rijk en in zoo verre doenlijk,
naar het Land hunner woning zullen gebragt worden.
En worden de goede ingezetenen vermaandom met
de meeste bereidvaardigheid te willen medewerken
ten einde de vaderlijkeweldadige en krachtdadige
maatregel van Z. M. omtrent de bedelarijwelke 'de
wezenlijke armoede benadeelt en de openbare veiligheid
in de waagschaal stelt, ook alhier de noodige Uitvoe
ring erlange en den Directeur en Commissaris van
politie ten ernstigste aanbevolen limine oaderhoorigen
een vlijtig en aanhoudend toezigt te doen uitoefenen,
ten einde de bedelarij alhier ter stede, in welken
mauiere dezelve ook wordt uitgeoefendniet langer
Worde geduld en op de voorgeschrevene wijze ernstig
beteugeld.
Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Bur
gemeester en Wethouders der Stad Leyden,
op den 29 December 1825.
J. G. de MEV,
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. Dt) PUI.
RUSLAND.
PETERSBURG den 26 December 1825. Na dat
Zijne Keiz. Hoogheid de Grootvorsc Constantyn verklaard
heeft, bij zijne reeds vroeger verklaarden afstand van de
Keizerlijke kroon onwrikbaar te willen blijven volharden,
heeft de Grootvorst Nicolaas heden den troon des Rns
sischen Rijks beklommen, en is Zijne Kaifceflijke Ma
jesteit terstond door alle autoriteiten en afdeeiingen
troepen gehuldigd, en is de eed van getrouwheid af
gelegd geworden. Met betrekking tot deze gewigtige
gebeurtenis is een Keizerlijk manifest uitgevaardigd
behelzende, onder anderen, dat, toen den 9 Decem
ber de treurige tijding van den dood van Keizer Alexan
der alhier is aangebragtZijne Maj. Keizer Nicolaas
dadelijk den eed van trouw heeft afgelegd aan zijnen on
deren broeder, weikezoo hij meende, naar het regt
van eerstgeboorte, de regtmatige erfgenaam was van
den troon doch dat Zijne Maj. daarna van wegen den
Rijksraad is onderrigt geworden, dat in deszelfs archief
een stuk voorhanden wasvoorzien met het opschrift
van den overleden Keizers handen met Zijner Majs.
zegelen hetwelk ingevalle van het overlijden des
Monarchs behoorde te worden geopend. I
Dat dit paket behelsde eenen brief van den Groot
vorst Constantyn van den 14 Januarij 1822,inhoudendeden
afstand van Hoogstdeszelfs aanspraak op den Rnssischen
troon, naar regt van eerstgeboorte; een manifest van
Keizer Alexander van 16 Augustus 1823, waarb'i Zijne
Maj. genoegen neemt met dezen afstand enden Groot
vorst Nicolaas als den. wettigen troons-opvolger benoemt.
„Dat Z. M. echter deze bescheiden heeft aangemerkt
als bevattende eenen afstand van Z. K. H. gedurende
het leven van Keizer Alexanderdat Hoogstdezelve
wijders dien afstand, welke nimmer openbaar bekend
was gemaafttof kracht -van wet had bekomen niet als
onherroepelijk heeft beschouwden mitsdien heeft
verlangddat zijn voorbeeld ook door de verdere Over
heden en het geheele Rijk mogt worden gevolgd ten
einde de eerste wet van den Staat, de onveranderde
troonsopvolging te eerbiedigenen het vaderland geen
oogenblik in twijfel te laten omtrent den regtmatigen
Souvereineen besluit, hetwelk door de Keizerinne-
moeder werd gebillijkt en gezegend.
Dat de Cesarewitz Grootvorst Constantyn inmiddels
den 7 December van den dood zijns broeders onderrigt
zijnde, den volgenden dag den Grootvorst Michaël heeft
verzocht twee acten de dagteekening voerende van den
8 December, naar Petersburg overtebrengenvan welke
de eerste aan H. M. de Keizerimie-mocder gerigtde
verklaring behelsdedat Z. K. H. bij den afstand van
zijne regten op den Russischen troon, van 1822, vol
hardde, en Z. M. den Keizer Nicolaas als zoodanig
erkende, en van weike de tweede, aan den Keizer
zeiven gerigteene gelijke verklaring bevattemet
verlangenom zich alleen den titel van Cesarewitz te
mogen voorbehouden.
Dathoe bepaald ook deze acten mogten luiden
Z. M. zich echter niet geregtigd heeft geoordeeldom
de Keizerlijke waardigheid te aanvaarden, voor dat de
Grootvorst Zijn besluit over den reeds aan hem afge-
legden eed had te kennen gegevendoch dat Z. M.
óok ten dezen de meening des Grootvorsten hebbende
vernomenmet bekendmaking der voormelde acten
vol eerbied voor de ondoorgrondelijke besluiten, der
Voorzienigheid, den troon zijner voorvaderen heeft
beklommen; den troon van het Russisch Keizerrijk, gelijk
ook van het onaficheidelijk daarmede verkonden Koningrijk
Polen en van het Grootvorstendom Finland
Ten slotte wordt in dit Manifest gezegdWij vor
deren van alle onze getrouwe onderdanendat zij hunne
gebeden met ons tot den Almagtigen opzendenopdat
Hij ons de kracht verleeneom den aan ons door Zijné
Goddelijke Voorzienigheid opgelegden last te dragen j
Cn in ons den vasten wil behondevan afleenVoor ons
c Het vervolg op de kant van deze bladzij
tn V) I r-> r» r-
CJ f 1
O CJ re .y
f K
g".
oj jr,
td-„c -r -
-o ,oj u.
W s - <j
CJ "G O rr t-
- S -
U
- tg
I- .~1r -
bD c A
I C "O
c O O O
a "5 E M S o
fï O
a -C S O
Ui" O 'S3
t>r> O T3 C
3 c*-£ 2 O .3;
'C o CJ S CJ
'üpA
-> bc
cj
o 5'o
trj
E
1 o
i- r, CJ CJ
H c o
Mc
c u
I; T3 'in 0J
3i GT3 rj W)'>
r. r(
bO
-5 G. 2 K CJ
n o
S"bh'"«
51^ S -
£.8 c S o
s 5 E-v E
Vi E .e bi
CJ
bD q <u
- a sH 3«5 -s?
0 "G CJ S*
-u.ojXicjüUjjr
*G cj fc-° *- bQ cj
53 -G CJ
|r. -t> G -ü u
^■ü'{|S!b§w
■5'° Si-S
CJ 5 rt fl
M"5 c S
to O cj q ^3 - a CJ G
•«GG q E CJ CO
1 bD 3
P"Sgo.SlHsg
5boC^>»>>
P .El»
"5 c 3^,
i-ë 5 g=
CJ
P -G
V; to
cj .d
•r U
Xb CJ
CJ
•ëiSliS
6 -
o O 4) C
cj g =:=---o
T3 CJ -q r
ba 5 CJ
G 3 U -1 C
S cj re Tr -q O
bc cü N Eij
Ere cj c
P. N ."-S.-a, J
S g.S gf"1^
o c O q e
t- CJ ȣ2
CJ J-J O cj
"E. CJ U q
bc-c ^3 c S W«u
s g cj
>J o g ""E
O cj 22 u. re
o.y .rf 5 S
Ore» bD Q
CJ C CJ S
O
•a-o I*
Jj CJ
c.O-G
CJ-H
-c re
ei
■re
CJ -rj
§1 re
l* .N w
- s 2 U 2
s-Ci j, bi re «q
g 3 MaU
3' q <u Cl WJ 5J
cj a sr
3 S J T
;ogufo
5 G OJ
c 5 N c
i Sb'S'C
<u
CJ b-i JU
tJ CJ c X.
i «e re cj cj
3 Xi re n
s a
O q
Cj bO
cj 'q o
»-0 UD
J S
CJ
.Si
6CO!H,a- -o
5 'q
S c
".-Cm
e J
-
èB S «Ad
s 9 C S tc~a CJ t
O cj cj cj cj u.
q-U 5 j t- <u p
L* t» rt co-»
E -q cj s a. s -g g
T— id, •q'-G bp-G 5
2 §A> S g
c aj c S3
h£) CJ re q *G C CJ rr
u O °J 2 G 'JC3 re.
O 'd
N CJ - S
r.ïng 2-*
J20
CJ VJ *>2
SS 15 J
q -G -G o O
<u q £j =x CJ O
B O 3 9 '1 m-1
C te s n
CJ C i-1 Z~t
CO c« bG y»
N *-
CJ
N
OJ o
O
a>.
as If3!
Ifiss a
C M S E :c
o q a lo
iriaSltj
■8^1515°#!
r 3 O d
S=0<-g
rtrep^-cj^CJCXcj
"2 'E «5 a t L"
t|^o§|5S
^■S"g3f2 8 2 2
r o»
Z, 'd rn
P «U :q--c NJ a
"G „O
-G
•u S B w y
K> O «S -G C fcf) c
b- 3
SU"
ir N "G
r- CJ
r; i_ •- q
E
O uEJ a,
5
tl q CJ
<u cj o a~i q 5
cj >oj «Jh q
Q - -
r- O O
O G
r q cj
a nN g -
w n li q u
"5 M-O.S 3j:=-_3
-SCS>-
5 3 S 5 g a 3
"O aC re <u O
re
>o
C tri
CJ r-"
ft
O,
e -
V» CJ
CJ „O
s
'G
CJ
-G
re
1 3 e e
1 CJ CJ
J e i
I to CJ CJ 1»
5 S .a
o
boO
dv d
ïlll"
n -J c
AJ 5» r. U.
s g1a
v_ CJ «re --
o q -2 ao
c u y o
'd n 2 *G
CJ -C 2
fl -O CJ CJ
CJ .w T3 qJ
a 3 a
8=8^2-3
-O E j
cj q
■^O
-"O
.3 fe
a C TS "O
<u a 5
.2 2 2
Sl <3
5 8 - 2 S
4» E C 3J
1 S 2 0 S
.*S2«g-g
'"naïo
'«r- 5 CJ co
5 c -
s -
Ü-Sg-g SJ
-s s 3,
T, qi "cj c=J -
5J 1»T O f1
tl, ;2 re 3 q
cj "j ss. "J- Cj
x - 5 -E
q, 5 d - Q re J
N cl O - CJ
f h ïiG
S ®2 2 3
;-J ss 2
b-1 - O X
■q cc» o -j
re
^13 -
o .3
C5 3
q 3
OJ Cj
C ;D|> U
re CJ cj
s—x- S3
3- q 'S
- oï"Ji
bC *0 O "G
3
bJD 3
CJ
bD
3 O