to -1
ft CO
ft ft
MENGELINGEN.
IK I IIM
to 3' c fi-to
rt 5 p» ii
ö-2kS2 ra cx ex- o Gc
g3 m S 3 ïr 2 EL ft ft 3
S S-» 5 B 3 S 3
Ïg-S 3 .r
E^OO<—3J33 -
O 3 fca TO 4? CL
rt «5 -1 ft rr, u7 n
2 3*tr Cu 3 g- ff=-6
n<oHSj3Q
O 2 rfl 2 Q-,2 3
3 3
*-»U J -* I» f-fl wQ.rB a.
3 S'S'H-ffi.a 1 «3
55a-S«»S 3 9-a-3
d 3 "S Ijc n* SS--3
S 3 ar n 25- 2.Ö- 2. 3
a o.^ "3 j3S"ffN fp 3
I S-i 3-8 •%^-g&I.S- W
2. etoto 0<~'to3? o
■r? - ,2 w c ^3 2 N
-2 cu TO ft 2 to HS:
O) ft ftft3*2*3#*ftft
3 3 3 ft ft n Oft
m °*'S-
O ri ft"
re 3 a»
SJ-ffB-S*
:sr~3 ft r
2 «5' «*fT 3 ft s: 323*0 Cö 32S
S-2-1™ - g 3 a'RSXS B.»~
- s.&° s-a i«<B 3 S-S
18^5 S-"- 3 £.8 I
3 o -1 3 v> o
3 S -2
EJ ft H
I'S* S o. ft 3 -"2
«rtü o o - ft ft., ft
S. s 3 2, Qft* 3 5*
<%z0$*zlis"**
s;g-Os^3s3g.
S3 §1»°"!%^
™<.o. ïaio B w
gl o as ?n IT0 - o I-
3.2 O <»4- r»'3
OS Jv far *2. 3 3
m o* o 3: ft c ft ft ft *-*,42
^,0» >_*o 3 3 I??
9|-^,S 3 agn-S^S
gftftft» 2
c/> ftCKS o 2f 2 ft 2 O
,T3 rt
954
3 3
«<5?»vv8''B a."
-32 *o a 2ft
6.3
ft w
0
2 3
s«
ft 3
TO co
TO *1
B
si i
•JS M I-
j?S S^a
O-CS ft -3r 3 ex. ft o» n>
ft Vi 3 0 3 ft 3 ft
TX.„_
s"
S2
Ou»
ft 3
O -1
B
o
!f8
8.O.
rs*a to a*ft to a s> a* tr ft 5#
Lft n 2. 2-2 2 2.2 ft 2'ftö'^
S i 5-gg B yg a -8.
6» "5*
I 2.-3. 3 ft 5"3 —u
- J E.CTto' 2ft —ETg S-y-
ft^Sro.<r5u^CL30* asis: o *- M
g.s I$to 3 s*ft o- ^ftS*3"
a IS-So'S-S
S 8a:8-w53l<n8g,,3
«B&iiiUHl*!
~to:S, w r. VJH w ep u- ■- O.
0? 3w it s.g-o g g u
"Us"!3* 3 S*s B i'a s? a
■SS-<8-S"<wSg:|.<|S-*,,8'S
-"s^ S3-g.s B-i.8- s 3
»gi«rH:s-?ff8s?is-
.T&^S|r3E3S»|3i:sS
Uis-fHtirisi'*?
'ft 'ft
«Slü?
9-0 5 3 5"
ft" 2 ft 2.
a-iS-F^.S-
oJPü?""'
JJt-oa
3°2 o.« g
-li--:
to S S ft 2
/-N 2 ft, -I
o. CU o 3* ft
Jc ft ft -O ft ft
?2. -t a* a.
Ï2 o*
5 S.- S 3 3
3 3 I 3
5-5 2 rSeS
to cr ft R>Jto
ft ft ft 2L ft
""SlStfrT
8"3 13
f- uS Sal-
3 S- 2 7,3 2"1 *s:
O ?iTO ft 3 3 pi
ft ex.3 ex. 3
9- 3* ft ft g to
S.PS 3 g-
8§s!iH!
5 3 2 - 2.
S 3rt c ft
0.5-. g S-aS;
ft _aï ft *-
ft ft 2 o
R> I O «J
iiï-iüi
EIUS:»!^
0 2"" a ta 0
a o-w =r
O ft M t! 2 S-n
to 3 3 g.3 00 x er
sll8«S-|
Toelsdng of het verbod van vreemde granen regelt, den
lü November'!. 1. opde gcbniiketijlte bij de wet bepaalde
wijze geverifieerd zijnde heeft men bevonden 'dat de
garst en de erwten den prijs van 40 en 53 ("hillings het
kwartet te boven zijn gegaan, Dienvolgende zijn de
Britfche havens voor die twee artikelen open gefield
voor zes wekenwanneer 'die granen zuilen konten uit
■de lanfien tnsfehen'de Eider en de Bidasfoaen voor
drie maandenwanneer zij zullen komen uit andere niet
tusfehen die twee rivieren liggende landen. Het inkomend
regt is voor de gerst 5en voor de erwten 7 fhillings
per 'kwartet
Den 6 dezer bedroegen de infehrijvibgen ten be
hoeve der kinderen van den Generaal Foy ruim 337
duizend francs. Reeds hebben er tne'er dan 500» per-
fonen ingeteekend op de volledige verzameling van
zijne redevoeringenwelke met een facfimile en af-
beetófel van den overledenen rullen uitgegeven worden.
Van Rome fchrijft men dat Tsrghini en Mtfutanari,
den qi November veroordeeld en den 28(ten daaraan
volgende ter dood gebrngt zijn.
De 5 pCts. zijn heden 96 fr. 85 c. a contant, en ten
■drie ure 96 fr. 90. c. tegen ultimo; de 3 pCts. 64 fr.
30 c. a contanten ten drie vrre 64 fr. tegen ultimo.
De Bank Acrien 2095 francs.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den jo December, {tl de zitting
van de Tweede Kamer der Staten.Generaal van Donder
dag werd gelezen en voor notificatie aangenomen een
Koninklijk befluitvan den 1 December waarbijten
gevolge van het daartoe gedaan verzoek door de minister
van hmitenlandfche zakenden Ridder Je Coninckwied
door ziekte alle infpanning hinderlijk is, en gedurende
deszelfs tegenwoordige ongefteldheidde gezant Baron
yerjiolk van Boelenad interimbelast wordt met de
directie van het departement van buitenlandfche zaken.
Twee rekesten, ais een van Nierftraszr. f.fabri
kanten te Rotterdam en een van Weiman en Asfchenberg
te Amfterdam houdende bezwaren tegen de voorgedra
gen verandering in het tarief op de regten van in-uit
en doorvoernamelijk om het regt van wollen ftoffen
voortaan bij het gewigt en niet bij de maat te heffen
voorts nog eene petitie van Detmarettc.f.te Charleroi,
houdende klagten wegens de allergeftrengfie wijze van
heffen van de perfonele belastingenwerden gefield in
jianden der commisfie tot de verzoekfehriften.
De gemelde commisfie deed vervolgens bij monde van
haar medelid den Heer de Menltnaererapport op drie
eensluidende verzoekfehriften vail handelshuizen geves
tigd te Schoonenberg (Henegouwen), houdende bezwa
ren wegens de uitlegging, door het beduur der in- en
uitgaande regten, enz., gegeven wordende aan art. ido
der algemeene wet omtrent de heffing der belastingen
van den ad Augustus 1822. De commisfie ftelde voor,
©pgemelde rekesten ter griffie te doen nederleggen.
De vergadering vekeenigde zich met dat rapport, én
befloot daarenboven., op aanzoek van een groot getal
leden, tot het doeu drukken en ronddeelen van het
zelve rapport.
b De voorzitter legde daarop, namens de centrale af-
deeling, bet algemeen verfiag over, betrekkelijk de
ontwerpen van financiële wetten. De Heer griflier t>e-
gon de voorlezing van dat verfiag; doch ftaakte dezelve
weldra op de aanmerking van verfcheide leden dat toch
het verfiag moet worden gedrukt. Op voorftel van den
Preiident werd door de vergadering befloten om gezegd
verfiag te doen drukken en ronddeelen, ert de delibe-
pttien, over de gemelde ontwerpen van wetten, tegen
Dlngsdag aanfiaanden aan de orde van den dag te (lel
len, terwijl nog, op het voorgeftelde door een lid, be-
ftoten werddat ook de procesfen - verbaal der afdee-
lingen over de financiële wetten zouden worden gedrukt
en gedistribueerd.
Waarna de vergadering werd gefcheiden en geadjour-
neerd tot Dingsdag den 13 December, des morgens
ten 10 ure.
LEYDEN den 11 December. De Londenfche papieren
van den 6 dezer behelzen weinig van bijzonder belang.
De Morning Chronicle verzekerde dat Sir Charles Stuart,
na het ontvangen der bekrachtiging van het Braziliaansch
traktaat, hetwelk van Lisfabon verwacht werdtzich naar
Buenos Aijresen van daar naar Chili en Lima zoude
begevenniet in hoedanigheid van openbaar Agent
maar als reiziger. De 3 pCts. gered, ftonden den
éden op 82 en 1 achtfte; dito geconfol. zonder prijs;
de Bank-Actien 217. De Wisfel op Amfterdam was
12 en ff; op zigt 12 en 3 op Rotterdam 12 en 7.
HANDELSBETREKKINGEN
B
r 1
A T A V l A.
Vervolg en flot van 5 December.
In het Mengelwerk van den 5 dezer, begonnen wij
over de Handelsbetrekkingen te Batavia, in verband
met bet Traktaat van 17 Maart 1824, het een en ander
paar aanleiding van de Bataviasche Couranten van 22 en
29 Junij 1. 1.mede te deelen. De schrijver van het
artikel Dutch Treatyvoorkomende in de Singapore
Chronicle van 12 Meij 1. i. N°. 30, gaat nu voort met
te zeggen: dat het verschil ip de regten op Koloniale
producten in de Nederlandsché en Britsche havens
zeer groot isdat te Calcutta de regtenwaar-
schijnlyk uitgaande regten) op katoen., indigo en
verflakmet Nedcrlandsche schepen uitgevoerd wor.
dende, hoogten» 10 pCt. zijn zullen, en dat daaren-
tegen te Batavia de uitgaande regten op de koffij
met Britsche schepen 20 pCt. Zijn."
Is de bedoeling dezer vergelijking, om aan te toonen,
dat wij ons stapel-artikel met te zware uitgaande regten
belasten of ia het om ons een Wenk te gevenhoe
danig deze belasting in het algemeen te regelen, dan
wel dat de uitgaande regten op de koffijmet-den geest
yar het tractant strijdig zy'n De steïe; van het stuk
m de Bataviasche Courant wil dit niet beslissen, maar
tracht te doen zien, dat de Engelsche schrijver niet
schijnt te hébben gelet op de bestemming der verschil
lende artikelen van uitvoerdie hij opnoemtnoch op
de bestaande bepalingen in Engeland en in Nederland
ten aanzien der producten ;van Intfië, wanneer dezelve
in het moederland uit de overzeesche bezittingen aange-
bragt wordennoch op eenige andere omstandigheden
'die in aanmerking hadden kunnen genomen worden en
dat gevolgelijk het verschil in hef bedragen der uitgaande
regten op koloniale warenid dé Britsche eb Neder-
landsche havens, niet is zoo als de schrijver zulks
opgeeft.
ïn de eerste plaats bepale men zich bij de artikelen
van vergelijk, door den Engeischen schrijver aangehaald,
Koffijhet voornaamste voortbrengsel van Java voor
buitenlandsche tonsbintieis bijna alleen b'estemd voor
Europa, Zuid-Amerika zelve dit artikel voortbrengende
en "Noord - Amerika daarvan weinig trekkende. Na de
weder in bezitneming van Java door de Nederlanders
is Europa in den beginne gedeeltelijken naderhand
geheel en al, door middel van de Nederlandschemarkt,
van Java-koffij voorzien geworden, met uitzondering
van die kleine hoeveelheden, welke jaarlijks een enkel
schip uit FrankrjjkDenemarken en eenige andere Eu-
ropische havens is komen afhalen.
Engeland althans heeftvoornamelijk in de laatste
jaren, noch voor Consuintienoch voor weder-uitvoer,
weinig koffij van dit eiland getrokken.
Wij vinden dat sedert het jaaf 1819 tot en mét 1824
zijnde zes jarennaar Europa zijn uitgevoerdeen
miilioentweemaal honderd negen en negentig duizend,
vijf honderd een en twintig pikcis koffijwaarvan
Naar Nederland1,228,783 pikels
Engeland 3^*4-53 0
de overige havens van Europa 34,198
te zameh 1,299,521 pikelS
beloopen de geheels hoeveelheid koffijover het ge
melde tijdvakvan Barai'ta uitgevoerd, 1,364,926 pikels.
Van de hoeveelheid koffij, welke naar Engeland ia
gèzegd tijdverloop is uitgevoerdzijn in de drie laatste
jaren slechts verzonden, alsi
in 1822 5884 pikels
1823 1654
t.824 4 m
te zamen 7542 pikels
Deze opgave zullen voldoende zijn om te doen be
grijpen dat het voor Engeland om liet even moet zijn
welke uitgaande regten door liet Nederlandsch Indisch
Gouvernement woroen gelegd want Java - koffij schijnt
geen tak van deszelfs handel Uit te makenhetzij voor
transito, hetzij voor cohsbtntiewant in de jare 1818
en 1819, wanneer de gemiddelde prijs van de koffij
vijftig guldens was, en dus de uitgaande regten met
vreemde schepen naar vreemde havens4 ft, per pikel
Slechts 7J ten honderd bedroegenzyn er niet meer
dan 6000 pikels naar Engeland uitgevoerd.
De uitgaande regten ou de koffij zijn altijd dezelfde
gcoicvcn weiKe rijzing of daling de prijs ook hebbe
ondergaanwant de verhooging der regtendie in het
jaar 1824 heeft plaats gehad, staat gelijk aan de inko»
mende regtendie op de koffijmet vreemde schepen
in Nederland ingevoerd wordende, gesteld zijn. Door
den tegenwoordigen lagen prijs van de koffijzijn de
uitgaande regten op dit artikel wel is waar zeven ten
honderd en het dubbeld voor vreemde schepen naar
Nederland, dan daarentegen zijn dezelve geweest 3? pCt.,
toen de koffij hoog in prijs was.
En moet menom dat de koffij thans gedaald is
dan nu stellig verklaren dat de koffij met Britsche
schepen uitgevoerd wordendebelast is met 20 ten
honderd regten Men mag het tegendeel geloven en
het daarvoor houdendat men de uitgaande regten op
de koflij als bepaald op 3 pCt. voor Nederlandsche en
op 7! voor Britsche schepen naar Nederland bestemd
kan beschouwenkomende de uitvoer in Britsche sche
pen naar Britsche havens om de aangevoerde reden niet
in aanmerkingdan gesteldmen neme den tegen
woordigen prys tot basis, zoo zijnde uitgaande regten
op de koffij voor Britsche schepen naar Nederland
X f 3 per pikel niet meer dan ruim tien ten honderd
en 16 pCt. bij uitvoer naar Britsche havens.
Na dit alles meent de schrijver in de Bataviafcho
Courant, te mogen observeren dat de Engelsche schrij
ver in de Singapore Chronicle zich eenigzins vergist
heeftdoor te zeggen dat de koffij van Java met
Britsche schepen belast is met 20 pCt. regtendaar
dezelve tot nog toe niet hooger dan 7J pCt. geweest
zijn, en op dit ongunstig oogenblik slechts 20 pCt.
bedragen.
Men heeft zich voorbedaehtelijk bepaaldbij het
voorwerp van vergelijkdat de schrijver heeft uitge
kozen om zijne stelling te bewijzenen om te doen
zien dat het stapel-artikel van Java en de drie voorname
objecten van uitvoer te Calcutta, hoogtens gelijk be
zwaard zijn. Integendeel meent men te mogen aanmer
ken, dat het verschil in de regten op de koloniale
waren, in de Britsche en Nederlandsche havens, dan
in de Britsche, voor de vreemde schepen, wel te ver
staan: katoenen, indigo, verflak; deze zijn belast met
10 pCt. regten op Calcutta; op Java daarentegen met
s pCt. wanneer dezelve voortbrengselen zijn van onze
eigen bezittingenen van vreemde havens transito wor
dende ingevoerdzijn de regten drie ten honderd.
Kamfer, koper, specerijen en tin, met vreemde sche
pen uitgevoerd wordende, zyn aan dezelfde regten
onderworpen als de opgenoemde stapel-artikelen van
Britsch Indie, van nagenoeg tien ten honderd, dan bijna
alle overige voortbrengselen van Indie belast zijn met
5 en 7! en meestal 10 pCt.
De Engelsche schrijver zegt: dat de bepalingen
(Jiet vervolg op de kant van dext bladen.