t $2* B O «<u<ypSe3?w> re tijden hebben de Japanners de Chinezen als hunne meester; geëerden hunne grootere geleerdheid erkend. Tot hen gingen zij, gedurende verscheidene eeuwen, om hunne opvoeding te voltooijenen kundigheden op te ■do.en. Na het verbod van buitenlandsche reizen is het eenige, hetwelk hun overblijft, de beoefening der Chineesche Werken, die zij zeer grecig opkoopen, vooral sedert de ijver der zendelingen door de mede- deeling der drukkunst, hun een nieuwen prikkel tot de beoefening dér letteren heeft bijgezet. Eenige Nederlandsehe Tolken waren steeds 2eer be dreven in de geschiedenis van. China en Japan. Ook verhaalt de Heer. Titsingkclatgedurende zijn /erblijf in Japan verscheiden personen van aanzien 'te Jedó Rfi'yako en Osaka zich ernstig hebben toegelegd op de kennis der Nederduitsche taalen het lezen van onze boeken. De Prins van Satsunia, Schoonvader van den regerenden Djogoun([wereldlijken Kei?er) gebruikte, oris alphabet ui zijne brieven die hij niet wilde dat door derden zouden worden verstaan. De verbazende vor deringen van den Vorst Tamba van Katsragay/èJioznu, geneesheer des Djogouns Nakawa Siunnanarts van den Vorst van Wakassa, en van verscheiden anderen, maak ten, dat zij zich duidelijker in het Nederduitsch 'konden uitdrukken, dan vele Portugezenonder ons te Batavia geboren en opgevoed. Wanneer men den korten tijd van ons verblijf te Jedo in het oog houdt, zegtdeHeer Titsingh, moet zulk eene vlugheid indedaad verbazing wekken. Ons voorregt om met de bovengemelde Japan- nezen onmiddeiijk te mogen onderhandelen, en aan hsn hunne antwoorden in onzè taal verbeterd terug te zenden, zonder dat de brieven door de Regering geopend werdenmaakten hun de middelen om Hollandsch te leerengemakkelijker. Men had die vrijheid aan de bijzondere gunst van den waardigen Gouverneur Tongo,- Nokami-Sama te danken. In het Werk van Pater Charlevoix over Japanhet welk een mengsel van goed en slecht isen hetwelk krielt van misslagen,, wordt echter het karakter der Japannezen in vergelijking' met de Chinezennaar het oordeel van alle bevoegde beoordeelaarsen ook mede naar de getuigenis van den Heer Titsinghzeer goed afgeschetst. Hunne ijdelheid drijft hen steeds aan om elkander in ligchaamsoefeningen, zoo wel als in vermo gens van den geest, te overtreffen. Hoe meer zij vor deren, des te grooter wordt hunne lust om met eigen oogenal het merkwaardige te zienhetwelk hunne verbeelding treft. Wanneer zij het oog slaan op naburige volkenmerken zij wel ópdat de toelating van vreem delingen voor eene Regering in geenen deele verder felijk isen dat dezelve ook voor hun land de midde len zou verschaffenom eene menigte van kunsten en wetenschappen te beoefenen, waar van zij nu slechts oppervlakkige denkbeelden - hebben. Dit bewoog Mats- dacra-Tzou-nokami den buitengewonen Staatsraad om in 1-69, het bouwen van schepen en jonken toe te staan, die den Japannezen gelegenheid zouden verschaffenom andere landen te bezoekenen tevells de vreemdelingen naar het Rijk te lokken. Dit plan werd echteruit hoofde van den dood diens Staatsraad niet uitgevoerd. Hoewel vele Japannezen van den hoogsten rangen die zeer wél mét de zaken van regering beleend zijn nog Japan als het eerste Rijk der Wereld beschouwen en zich slechts weinig bekommeren om hetgeen buiten hetzelve gebeurtworden echter zulke personen door de. meer verlichte lieden Kikvörschen in eene pup (Iu- voerzi-no-kajerou) genoemd; welke figuurlijke uitdruk king te kennen geeft, dat, wanneer zij opzien, zij niet meer van den Hemel kunnen aanschouwen dan de kleine omtrek der put hun vergunt. De oogen der beter onder- rigte personen waren lang gevestigd geweest opTonomar Tamassiro -No - Kami den Zoon des gewonen Staatsraads Tononia-No-KamiOom van den Keizer (ffojogoungeen jongman van ongemeene verdiensten, en eenen onaerne- menden geest. Zij vleiden zich met het denkbeeld, dat, wanneer hij zijnen Vader moge opvolgen hij, vol gens hunne uitdrukking, den weg wel zou verbreeden. Maar na zijne aanstelling tot buitengewonen Staatsraad viel hij, benevens zijn Vader, in den haat derGrooten van het Hof, door de invoering van allerlei nieuwig heden die de laatsten als nadeelig voor de welvaart des Rijks afschetsen. Hij werd dus den 13 Mei 1784 door Sanno - Sinsaijemon vermoord. Deze misdaad veradelde alle hoop0111 Japan voor vreemdelingen geopend en de vrijheid voor cleszelfs inwoners tot bezoek van andere landen verkregen te zien. Niets zou echter noodigzijn, om dat doel te bereikendan een man .van een waarlijk verlichten en een ontzagwekkend karakter. Heden zijn zij, na rijpe overweging van het gebeurde overtuigd, dat de geheime kunstgrèpen en kuiperijen der Priesters van Siaka de ware oorzaken waren der onlustendie vele jaren achter een de rust des Rijks hebben gestoord. In 1782 kwamen er geene schepen van Batavia aan, uit hoofde van den Engelschen oorlog. Dit verwekte algemeeue verslagenheid, niet alleen te Nangasaki, maar ook te Osaka en Mijako, en gaf aanleiding, om bij de regering eene aanzienlijke verhooging in de prij zen onzer goederen voor vijftien jaren lang te bedin gen. De Gouverneur Tango-no-kanis deed in 1783 bet voorstel om timmerlieden van Batavia te doen overko men, ten einde de Japannezen in het bouwen van groo tere en kleinere vaartuigen te onderrigten, daar zeer vele fchepen met koper geladen, op de vaart van Osaka naar Nangasaki waren verongelukt, hetwelk een verbazend verlies voor de regering was. Men was echter in de onmogelijkheid om aan dit verzoek te voldoen, en men stelde aan de Japannezen voorom aan den Heer Titsingh bij zijn vertrek uit Japan, een honderdtal hunner be kwaamste inboorlingen mede te geven, ten einde heil op onze werven te verdeelen. Docli het verbod van landverhuizing der inboorlingen was een onoverkome lijke hinderpaal. Bij de komst van het eerstvolgende fchip deed de Heer Titsingh de sloepen van tijd tot tijd in de baai manoeuverenmet Japansche matrozen aan boord: dit gaf hun veel vermaak, maar het beant woordde niet aan hun doel. De Heer Titsingk -beloofde toen, bij zijne komst te Batavia, voor de Japannezen het modél' van een sctiip te zullen doen vervaardigen om hun Zulks bij zijne terugkomst aan te bieden. Doch de dood Van Tamassiro - No-KamiVernietigde al die schoóne ontwerpen. Men vindt in liet boveii nkngeh'aaide Werk van Char levoix over Japan eèiie beschrijving Vail den bouw en de Tnrigting der burgerhuizen ibJapan welke ailczins opmerkelijk is. De huizen, van particulieren ningén niet hooger zijn dan zes vr,deinen of zes en-dertig voeten en Weinige huizen bereiken die hoogte, dan wanneer zij tot pak huizen ingerigt worden. De Keizerlijke Paleizen zelve hebben slechts, ééne verdieping', hoewel enkele huizen Van particulieren er twee bezittenmaar de zoldering boven de vloer is dan zoo j^ag, dat dezelve voor wei nig anders dan "voor berging Van goederen kan dienen, namelijk Vier of vijf voeten boven den grond, als Voor zorg, zoo bet schijnt, tegen de vochtigheid, want kel ders schijnt men daar te iande niet te kennen. De menigte van huizen ichijnt deze manier van bouwen ingevoerd te hebben; doch daar dezó huizeh (bijna altijd van hout,') zeer ligtelijk aan brand bloot staan, is er in élk, dérzelven eene plaats ttisfchen gemetselde muren, waarin het huisgezin desZelfs meeste kostbaar heden nederlegt: de andere muren zijn van planken, en met dikke ruige vlqerkleeden bedekt; die zeer net jes'in een gevoegd zjin. Indien deze.huizen wat de hechtheid Cf hoogte betreft met de onze al niet te vergelijken zijn, zij zijn althans niet minder dan de onze, noch wat de zindelijkheid noch wat hét gemak Betreft. De huizen der aanzienlijken zijn in twee rijen vertrekken verdeeld. Aan de eene is het Vertrek der Vrouwen, die zich over het algemeen nimmer ver wonen, en aan de andere hetgeen wij'de gezelschaps- of zijkamer zouden noemen, waarin men bezoek ont vangt. Onder de handwerkers en bij de geringere klas sen, genieten de vrouwen meer vrijheid, en zijn nim mer omzigtig, om zich aan het gezigt te onttrekken}' maar over het algemeen wordt de andere secte met veel achting behandeld, en onderscheidt zich door bij zondere ingetogenheidzelfs in de beuzelachtigste din gen toont men aan de. Vrouwen de uiterste beleefdheid. 0e schoonste stukken porselein, en die verlakte meubelen, welke zoo hooggeschat, en over de geheele wereld verzonden worden, dienen niet tot versiering der dagelijksche vertrekken maar van die gemetselde kamersboven gemeldwaarin niemand dan bijzondere vrienden worden toegelaten. Het overige huis is ver sierd met gewoon porselein, potten vol thee, schilde rijen, handschriften, en zeldzame boeken, wapenen en wapenschilden. De vloer is bedekt met dikke dubbele ruige vlöerkleeden, gezoomd met franje, borduurwerk en dergelijke sieraden. Volgens de wet of de gewoonte des lands, moeten zij alle zes voet lang en drie breed zijn. De twee rijen (s«<V«) van vertrekken, waarin het huis verdeeld isbestaan in onderscheiden kamers slechts door eene soort van schermen gescheidendie men naar welgevallen voor- of achterwaarts kan ver schuiven zoo dat de kamersnaarmate de gelegenheid het vereischtgrooter of kleiner kunnen worden gemaakt. Do deuren der kamers en de schermen zijn met papier beplakt even als in de voornaamste huizenmaar dit papier is met gouden óf zilveren bloemen verfierd en somtijds met schilderijen waarmede de zoldering altijd verfraaid is. tn 't kortgeen plekje van het huis of het ziet er vrolijk en bevallig uit. Deze manier van bouwen magkc de huizen gezonder; vooreerst om dat zij geheel van pijn en cederhout gebouwd zijn; ten andere omdat de veng- sters zoo ingerigt zijn, dat men slechts de schermeu of kamerverdeelingen heeft vrij te laten, om de lucht een vrijen doortogt te vergunnen. Het dak met pan nen of latten bedekt, wordt door dikke balken ge- fchraagd; en wanneer een huis tw,ee verdiepingen heeft, is de bovenste doorgaans steviger gebouwd dan de onderste. Men heeft hij ondervinding dat een dus ge bouwd huis de schokken der aardbeving beter weder staat. Naar buiten heeft zulk een huis daarentegen, weinig bevalligs. De zeer dunne muren worden op vele plaatsen bestreken met eene vette aarde, die men bij Osaka vindt of wel met vernis, waarmede men ook het dak voorziet. Dit vernis wordt opgeluisterd door verguldsel en schilderijenook binnen is dit vernis niet gespaard. De deurende posten en eene galerij die gewoonlijk achter langs het huis loopten van waar men in den tuin komtzijn daarmede bedektten zij het hout zoo fraai isdat men de aderen en tinten van hetzelve wil doen uitkomen: in zulk een geval leggen zij er slechts eene zeer dunnen laag van doorschijnend vernis over henen. In de kamers ziet men noch stoelen noch banken want het is in Japan gelijk in geheel /iziê gebruikelijk op den grond te gaan zitten. Om de matten of vloerkleden te ontzien betreden zij die nooit met hunne schoen Landaliawelke men bij het inkomen van het huis nittrekt. Ook slaapt men gp deze matten over welke rijkere lieden een kostbaar tapijt heen sprei den hetwelk rust op een klein hout stellaadje. Het meeste gereedschap in huis is van hout, sterk met donkerrood vernis bekleed. De vensters zijn Van papier, en-bebben van binnen noch buiten houten luiken men sluic ze nooit dan des nachtsen ziet ze niet eens over dag dewijl het eenige gebruik dier vensters daarin bestaat dat zij het binnenkomen van iemand onder begunstiging der duisternishetzij over de plaats of galerij beletten. In het jalien of de kamer voor bezoek geschiktis altijd een groot kabinet tegen over de deuren hierbij is de plaats der bezoekers. Naast dit kabinet is een buffetwaarop Godsdienstige boeken liggen. Doorgaans is er bij de deur eene soort van balkonzoo ingerigt dat men zonder op te staaiieen uitzigt op de straathet veld of den' tuin heeft. Daar men in Japan geene stook plaatsen heeft, zoo is er in de grootste vertrekken eene vierkant gemetselde opening vol glimmende kolendie genoegzame warmte verspreidt 0111 de geheele kamer te verwarmen. Somtijds ziet men een laag tafeltje niet een {Het vervolg op de ham van deze bladzijde escj«s "He lcc<"a 1 5 - i: e B c c' r" 8 E s k;'-0 v r o sj l: O O Cu^j aj a» tH CLHN-£< jy T3 OJ 9 VO c "5 T3 5 O o o o G 9 CS !CP - a .a "Örf c ba~ •ri R 55 W >v« S c S gj,J 4, 4» n C S k* M 8 g g g.-e wt;>Ó ta o u n S E ra bp. v- tJ SJC - 2 u,Q qj gg>§ JI.P.S Cu he G -r" a»> o Tbóe -§ 5-5 «w". g Ei tV.s-J O G S SV. G rp Hf) O ■S - S T3 XL.-JZ <u ..-O c «J 5 j_, QJ rQ N 3J ej 55 - fl -e S C D QJ ua 9. 9 oQ S QJ - «we s s fk 1? C w Hi s- ga^a&ssL-aS'ög v ÏÖZZ a c gg s.-s» IBIS'S AP boCi ^3 liC' QJ «O ÓJ yj- d "c: ai d ^3 ra C2 t» U -s g «y ■sp g?ss. QJ U Q «o O» Jxi S V (J <- QJ .fe^SS Z c c 3 d. S i - 2».= g Cl U, tZ. O GO o.s - QJ 9 'ra •S M .bO- «J-a 5- Cu^ .ra 0 N c "7 •tn* QJ Q» QJ rG o 9- :s. s-l-2 c'Ip I s S S3 ra ra Oil QJ •xj «P S oj S* c c ai ■c.Sïasv'Si." - 3 c g-") |s|>!.3|.g.|S|!gs|« s! ill s|l ra W -ti QJ G qj e r-> r\ r w fl hc-ö t3 S Mo r Fl r\ j bS^cjoj-^oc^.QJ m X C O h> QJ 5r o> »- 9 h\ Q 5 h—1 Si N bO.2 bD-Si. O ts I E i-gi 50 4J V ra - v35 -DN e CS oJ* <U O va EP o O <y S p-> H p o» O a .2: J •S ra J v-, M*!>M. -c t_, N O G E c c 2^ E 3 W-ö ll S a ra qj U Pi \n O g-i S. ba A O ba S E ba '«2 jd ir pe 2 S-S foQCP c QmÈ qj ra U- I O è-s-ri tS dd .r- W QJ 13 C ba ets a o s s C 5 t£ c S r baj-u— CJ bO G .ES o -13 <21* B Q. i-, cj ra e - Q ca| T3 IC «J G <JJ -— SU E S 'O e* aj G ba ►Pi W .ïft I n S g .*S -S a*® «is r- "O tSji C UigJ-Cra«a>OC_iS O Qj •- JS Q, ,-12- •g£« J Fis SI'S W G 8 •««j •E-g S •S II 1^1" N E G I'S jan g' c "H 4» w C O 8 - S ba J3 SS g Pi G "g 0 fii O 4? a F. -«! M 1 SO 4? ra E - ëê2"gëa p;->2cjM4 Gto«y.H» JUs.i^r 2 lüO.S S 0 5» i-» QJ Hi 3^ U. C2 .3 tó 9. .S 0 Hi f~* ra cl - ra - ba^.t o q ba '5 N .G g E§»H N a o» S3 N tJ CJ fi> - H 8' -gS o. CeEs =><u 0 =.s - 2 2 Ëi ïts g 0.-8 0 ba^ra aQ S ba o J> CJ c ~C 5-^ .o» o *2 M g S.S „3 5 a •tJ e QJ G G CJ 9 G 2 S ba QJ _T.G Ss'31^s «lilli S t. 3 Sé 0. .0 as a «VN S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1825 | | pagina 3