het hoofdonderwerp uitmaakt, vooral wanneer zij de
danskunst in haar gevolg neemt, als tot haar gebied
behoorende. De Melopée der ouden, welke de zamen-
spraak in het Treurspel geenszins hinderde, en die zich
tot dé uitgebreidste ontwikkelingenaan de redenerin
gen, aan de verhalen en alle de bijzondere deelen van
het stuk dienstbaar maakte, duurde voort van het begin
tot het einde van het stuk, en weid aiieenlijk afgebro
ken in de tusschenredeuen wanneer de zang van de
gei, onderscheiden van dien des Tooneeis, vergezeld
ging van eehén gécadenceertlen plegtstatigcn optogt
gemaakt öm dien na te bootsenwelke men gewoon
was rondom de Altaren te doen. Deze regelmatige
bewegingen waren altijd dezelfde; en wanneer de Rei
tich in de dialogue mengde dan bezigde dezelve slechts
•je op noten gestelde declamatie Voor het tooneel. Er
is zeker een wijde afstand tussohen die eentoonigheid
van het oude tooneel en de afwisselende veranderlijk-
beid welke onze hedendaagsche Zangspelen kenschetst
'onze balletten, alle derzelver accessoires, waren vréémd
:aan het Grieksche Tooneel en maken de grondstof
onzer hedendaagsche Opera's uit. De reden van dit
Verschil is daarin te zoeken dat de toonkunst slechts
een bijkomend sieraad was op het Grieksche Tooneel,
en dat dezelve de hoofdzaak geworden is in datnieuwe
tooneelkuristig gewrochthetwelk onder dé benaming
van Opera eene eigendommelijke 'plaacs op de heden
daagsche Schouwburgen inneemt.
Uit dit verschil van beginsel heeft ook natuurlijker
wijze een verschil van gevolgen moeten voortvloeijen.
De Grieken die zich bepaalden in hun gezongen treur
spel bij eene Declamatie op de maathebben hetzelve
voor liet overige in deszelfs geheel gelatenzonder de
attributen der tragische muze, of de vrijheid van den
dichter te beperken of uit te breiden. In .tegendeel
is de Opera, hoezeer ïiien dezelve Tragédie - Lyrique
noemen mogezoo zeer eene zaak op zich zelve en
geheel onderscheiden van een gezongen treurspel, dat
toen men begonnen is om op het fransche zangtooneel
de werken der treurspel-dichters over te brengen, rr
geen ander middel bp te binden geweest isdan dezelve
zoodanig te misvormendat zij ten eenemale onkenbaar
werden. Met bijbehouding van het onderwerp, heeft
men eenen gansch anderen gang moeten nemenanders
dialogiseren en eenen anderen vorm van Versificatie
Invoeren.
De Opera, zoo als dezelve geweest is sedert Qtiinault,
was eene bijzondere soort vail Drama, daargesteld
door de vereeniging van de Dichtkunst en de Toonkunst
maar in diervoege dat de eerste zeer ondergeschikt
zijnde aan de laatste, van vele harer voordeelen afstand
doet, ten einde de andere in het volle bezit te laten
van alle die, welke haar bijzonder eigen zijn. Het is
een resultaat van alle kunsten die geschikt zijn om te
kunnen nabootsen door de klankendoor de kleuren
door afgemeten passen, door werktuigen; het is een
zamenmengsel der aangenaamste indrukken, welke de
zinnen kunnen srreelen. Ik ben verre verwijderd, zegt
ia Harpeom te willen kwaadspreken van eene zoo
schoone kunst als de muzijkl Wie zijn eigen genoegen
en screelendst vermaak kan belascerenis méér dan
onregtvaardig hij is ondankbaar Maai man luoai
toch ieder ding op zijn eigen plaats brengen en in
zijn eigenlijk daglicht beschouwen, en indien iemand
willens mogt zijn, om aan de Dichtkunst haren vóor-
rang te betwisten (men moet fiiet vergeten dat liet
een'dichter is, die hier spreekt), dan is het genoeg-
zaam hem te herinneren, dat de toonkunst, toen zij
de Koningin van een groot tooneel wilde worden
genoodzaakt is geweest om een sleep mede te vofl-
renvan alle dié tooneel-begoochelingen-, aan welke
de Dichtkunst geenszins behoefte heeftmaar ook
dan nog is zij genoodzaakt geweest om de hulp der
dichtkunst 111 te roepen zonder dewelke zij niets
vermogt uit te rigten, en dat zij, om de eerste plaats
te kunnen innemen, eerst noodig gehad heeft te
verzoeken dat men haar dezelve vrijwillig afstond.
Zij heefc gezegd aan de Dichtkunstdewijl wij ons
nu voortaan zamen zullen vertootienmaak gij U
klein, op dat ik groot zal kunnen schijnen; wordt
M gij zwak op dat ik magtig worde; ontdoe gij U
van een deel uwer versierselenom de mijne des
te meer te doen uitblinken om kort te gaanik kan
geene Koningin zijn, dan voor zoo verre gij U wel
zult willen laten welgevallenom mijne zeer ootmoe-
dige onderdaan te zijn. Het is krachtens dit verdrag
B dat de Dichtkunstdie bevel voerde op het tooneel
van Melpomeneovergegaan is op dat van Polymnia
om aldaar de wet te ontvangen. Gelukkig voor de
Dichtkunst dat het Qtiinault wasdie het allereerst
in haren naam onderhandelde en belast was met de
taak om haar te vertegenwoordigen." Lnlly teekende
het verbond in naam der Toonkunst, en zoo kwam de
eerste fransche eigenlijk gezegde Opera tot stand, en
beiden Lu/ly en Quinault verwierveii zich wezenlijke
verdiensten omtrent dat kunstgewrocht, hoezeer dezel
ve heden bij velen schier vergeten zijn, en uit onkunde
dikmaals veracht worden.
Lully en Ramedu hebben als Toonkunstenaars den
grond ontgonnen en het goede zaad daarop uitgestrooid
hetwelk de tijd rijp heeft doen worden. Vervolgens
zijn CluckPiccini en Sacchini gekomendie aan het
karakterloos gezang der Fransehen nadruk, houding,
en eigendommeüjkheid gegeven hebben. Sedert dat
deze groote mannen zich de voormaals onbeduidende
Fransche zangniuzijk aannamenkwam er eerst eigen
lijke groote tooneelmuzijk bij hen te voorsc'nfin welke
de opmerkzaamheid ook van deskundigen bij andere
volken verdienden, en zoo zag men dan ook het voor
barig oordeel bestraft diergenen., welke in de Fransche
taal "een on'overkomelijken hinderpaal om tot zangspel
te gerakenmeenden gevonden te hebben. Op gelijke
wijze 'mag- men zich overtuigd houden dat de vokaal-
muzijk ook op het Nederlandsch tooneel met hoop op
goed. gevolg zal kunnen bewerkstelligd worden. Het
is waarlijk eene veronachtzaming der schoonste natuur
gaven wanneer men van een volk zegt, dat het geerie
stem heeft, of heeft niet tie milde natuur r.u elit rnciisch
eene stem om te spreken geschonken en waarom
zoude die stem dan onbruikbaar of ónVatbaar moeten
verklaard worden voor het gezang zingt niet iéder
kind ook in ons landop de straatwanneer liet gezónd
welgemoed en vrolijk is en waar zóu dan de ver-
bodswet, waar het uitsluitings bevd! te zoeken zijn,
waardoor de Nederlander van het deelgenootschap aan
nationale Zangmuzijk zouden moeten uitgesloten worden
Wanneer men een kind sedert zijne eerste jaren
geheel van iiet gebruik zijner voeten wilde afwennen
dan zoude het welligt eenmaal met evenvebl regt zeg
gen ik heb geene voetenals dit menige groote Dame
welker voeten door hare koets en paarden vervangen
worden zulks stilzwijgende schijnt te erkennen en de
Turken het'op hunne Sofa's bewijzen, wanneer zij den
zonder bepaali doel rondwandelenden Europeer voor
ziek of verdwaasd aanzien.
De meeningen zijn echter over de mogelijkheid om
ook in Nederland schoone zangstemmen te1 vormen
zoo verschillende als weleer de meeningen van twee
groote mannenover de beschaving van het Genie zulks
waren de- een hunner hield zich overtuigd dat een
tijdvak van honderd jaren naauwelijks toereikende is
om een Genie op te wekken, en de andere geloofde
dat eene doelmatige opvoeding ailcrwege Genien vor
men kan. Dat ten minste de eerste niet geheel gelijk
hadbewees hij door zich zeivendewijl beide
Frederik de Groote en Helvetiusvan de Natiën die hen
beoordeeldenvoor onmiskenbaar groote Genien ver
klaard werden.
Waarom zoude een goed zuiver orgaan niet zoo wel
in Holland eene aangeboren natuurgaaf kunnen zijn, als
elders Waarom minder hier dan in Polen of Bohemen.
Het is waar dat de Italianen zekere voordeelen bezitten
welke andere Natiën moeten missen de taal der Italianen
lokt ook schier van zelf tot het goede gezang uit. Het
veelvuldig' gébruik der klinkers, vormt bij hen eene
welluidendheid, die wij bij eene onpartijdige proefne
mingte vergeefs in de Hoogduitsche en Hollnndsche
en ook in de Fransche talen zouden zoeken, die wel
krachtig, maar ook veel ruwer en harder door zich zelve
zijn, en misschien wat het Hollaiidsch betreft, zulks
nog meer schijnt dan in waarheid is, om dat zij nog
niet zoo bewerkt is om uit haren grooten rijkdom de
welluidendheden van de wanklanken 'af te zonderen;
iéts Waartoe lang en veel moeite ook door de Fransche
Dichters die voor het Zangspel werkten, is moeten
aangewend worden. De Hollaudsche taal kon ten minste
geene nadeelige uitwerking betrekkelijk de opleiding der
keelen tot het goede gezang hebben, wanneer onze
Dichters zich lieten aangelegen zijn oin de taal', met
inachtneming harer betrekking op het gezang, te bearbei
den en den Toonkunstenaren zoodanige dichtstukken
te leverenin welke zij die onharmonische van zekere
lettergrepen en uitgangen die het gehoor schokken
poogden te vermijden. Deze onderneming zoude bij
den erkenden rijkdom der Hollaudsche taal, welke niet
zelden voor dezelfde beteekenis tweeen meer benamin
gen oplevert, van welke de eene veel welluidender dan
3, ie üpwis ereen onvmehrhare en tteen ondank
bare arbeid zijn. Slechts eeii nadenkend en kunstkundig
Zanger kan bepalen hoe veel moeizamer het is een goeden
toon uit té brengen op woordenaisijverzucht, mede
minnaar, trachten schreeuwen verrigtèn gebroeders enz.
dan op de Italiaansche woorden gelosarivale, cercare
chimnare fare frateilien hoe zeer de keel bij het
veelvuldig sch en bij de verdubbelde medeklinkers zich
afmatten moet en' veel te lijden heeft. Het komt er
slechts op aan deze hinderpalen op te sporen, om
dezelve te kunnen ontwijkenen wanneer-onsbij het
vermijden dezer natuurlijke nadeelen onzer taal voor het
schoone gezang nog zoo veel te doen blijftdan moet
het ons toch daarbij tot vreugde verstrekken, dat dit
veld zijne bearbeiders rijkelijken loon belooften dat
wanneer onze moedertaal niet de allereerste der wereld
is om liet goede gezang te bevorderen, zij toch zeer
vele voordeelen boven de Engelsche en de harde Hoog
duitsche taal aanbiedtvoordeelen welke bij eene vlijtiger
bearbeiding eerst regt in het oog zullen vallen.
De talen der onderscheiden volkeren hebben buiten
twijfel eenen merkelijlten invloed op hunnen aanleg tot
een natuurlijk schoon gezang, door de vroege bescha
ving der keel; maar dit is het toch niet alleen, £x zijn
ook nog andere oorzakendie aan de vorming en be
schaving van het gezang hinderlijk zijn. Er zijn ook,
behalve de aard der taal zelvenog andere oorzaken
welke de Italianen tot toongevers in den besten zin
voor de geheele wereld schijnen opgeleid te hebben.
Het is pligt voor den Italiaan om bijna elke dag den
Tempel- des Heerendie bij hen ook een tempel der
toonkunst iste bezoekenwaar zijn oor van kindsheid
af zoneter inspanning en nadenken gevormd en beschaafd
wordt. Men heeft daar Conservatorieti of groote Zang
scholen, in welke de stemmen opgeleid en de eigen
lijke muzikale geest gevoed en ontwikkeld wordt
en uit welke die uitmuntende zangers en groote toon
kunstenaars te voorschijn gekomen zijn welke- de be
wondering van geheel europa inoogsten want de be
hoefte aan voortreffelijke compositien en eene daarhenen
leidende studie waren te naauw met de veelvuldige
muzikale missen en oratoria verwant, om niet hier eene
kweekschool te vinden. Dat dus alhier Zangmeesters
te voorschijn kwamen die niet alleen zelve scboonè
stemmen met de beste voordragt zelve vereenigden
maar die Ook aan eene ontelbare menigte leerlingen
goed onderrigt mededeeldenhetwelk deze weldra door
hun elgért land en door geheel Europa verbreidden
laat zich gemakkelijk begrijpen. Her gezang hielp den
ItalTaah eeuwen lang om den druk te dragen onder welken
hij gebukt moest gaan. Hij zong zijne Stanzenaan het
röer in den gondelbij zingt wanneer hij in vreemde
landed met moeizaam schoorsteenvegen de kost moet
zoeken, hij zingt, vooronder en na den arbeid, en
gevoelt zich zoo vrolijk, ais of hij gelukkig was,
QHet vervolg op de kant van deze bladz. j
-t? C O i
<2 4a o C
If* z*.
rG <D J
O O
-ts =«<5 w
"I Zré
SM 5
fL 1-J o -5 -
i Ss|.l-
ZsSiv.
•rt ty i C/3 j
S a u 3
S.E-E a
*Sp!> **-
C1,
<5 "O
M O I
s.E
s e-
1-5
3 - g
O O
o^s
i F o
o
Ab
y Jvï
3 o b/> c -
x; cj -tj
1 h/3 <3J
"5.SP B
?"5 n<
-Sa
Jé v
SP" o s I
.e sS J o
«c, g s
-g| 1§"
«y O
O
OS3
S
2 j- S5 O T3
i- S
CJ bn fh rn
B S &.S-H.
-s .a <2 2 g
i, «-a g S -P J K
1 S s
V 0-5
xJ
i cj- O'
1 O
M O
cl» ped
g-S S i, -
O B «-a-S
C|_l
'O
w
O t-,
2 t
O C3
u
u aj
o
O
■a '3 c g
AS* U G ."SS
o5
- tS 2
2^ .x QJ OJ
s_i X5 o
*-» QJ <U E CJ
•g-5'5 g
B"42
1 s-ièg r
rr. O
Q
C. nrt
O
w
co
H
o
X -O
O W
Tj "c/
CJ w O
fit
IJ bx>
c 'o cj
^^3 S ei
-5 -rf 3 Si
•o Z
O O
3
ZJ CS
V - <1/
5
o
r i •-<
Q Ë-S
a
(U o e 1 I Tl M
hDS n CD -lad fed
S3 c-ago
- Q S1 -S C3
O CJ - O r; S
qj o"-H ^5
c n:s>0 5 I'S -a
R 57 o
fcJ3 bJ3"o
i Ti
O (D K 3
bD O o O
s «,B t.
pA 1
s m
3
=J3
<D X
Cl c G C
E s ■- a
3.2.g e o -
„■3O"cOS=3
o5>"sogo&
^3 -2 2
r- CJ na
rj <U j_» 'O E2 C
.ÏÏO
<D
>-a -.jet-X: g f o o
CJrtM><D$
MS Ü.C "r. 2--CJ
><d5 CI u p 2
15 M p O OfcJji
-• O u-> X3
»- cJ3 C e
g-ö L2
5 a - S
<3 <D -M ,33
01 b n is CS 'P
"=-0 o p o
c s o
S CS bJ3
2 5 2 5
•s.E-2
S °S.:J
o o
•Si O
.='°-S
'X o S
O O
•SSM;CS
n n gl
cd CJ s u,
D ^3
T3
CJ CJ O ■.■T'
pg ^3 toD^j
S=3 fd
5 5 8
■S.„ t-
'5 g I
s
O S
bD^ u d
C U bBS 5_H C
CJOI-OOOKCCOP<
O EE O 41 G CNXJCJ.G;
I a
n n o
cd
cj
Si s
2 S^f-SP-S
e t- o ets
e - a
CJ U n
5
O u O r.
CJ S 5Ai
bo-— a,
S CJ"G
bfl 13
4-J
-H S g
g-ss-g es
is ej
S j_, O oo
fe cj
s S
Ji O 5
o .o
k G M CJ C C M
cj o x; "d qj cj
cj x; bJ3
O J-J O C O
Si r S bo m c
S ,L> CJ QJ
bo -A3 CJ 3E* rtd CJ
5; cs :gt-x; n~t
-O
v Ir. o
O XJ pC
X3 B
cj cj lj s:
bij O -
o -o
5-2 v
g S No
SJ
ec bo 3: _B
jij a> 5
r*: óo cs vu
42 a CJ :B» <9
P f s_,
E u u CJ
s 2 CJ
bJD CJ
cj lil 10
g bD CJ X3
0 15 cj
•m <5 <d
af,
b^cy,. r*
O
1 o '5 S -
O -zy o
- - cj
Cj pQ I
bO cs
O Ad L- r; - 3
bD CS CS
cs C3
v. N S r. 3
X3 cj
'S a y 7^
bn u.
l5|s|
rj O TS
S-S 2-S
a o
o a. a>
-ë S o
o
bJ3 f
N 5
O
0
ox;
•5'
1 O i» ij
s ld
G C g C bfl
cl- 'S> 8
S Ph x
"CJ CJ-
853 N
cd ïe rz o
»-S.« a
c c
Cj CJ
'CJ C OJ c cj 21 O CEE1 u
a 2 s s e c S s 5 =3