5 v/wi.-M E NGELINGE N: Z I. A T I C H E lWi ten L E T T E R K U N D E. N j nlov 10» Het isniet te brttkénilen 'dat- de Dliltséhers ïn'. 'öri- dsrscneiden vakken van 'geleerdheid eédë onophoudelijke syerkzaamheid aan- den dig leggen ,-én Wérken onder' ntmen, die en we£«iW derztlver'^rsprónkelijkheid en wegéns de,nieuwheid der stoll'ên en wegens luiline uit gebreidheid dw W.ezenMjkste helaitgetellhig verdienen. De grenzen van Het gemeehebélt dé'F' -fiéctdréH worden toch ia waarheid .niet;. uitgebreid 'fldéï' het oneindig ópwitmén van argéslèieaytetiinerrtfpl' aan. verdiensten van anderen of door fydt, iHjmÜéft en' schrijven van lof- eh lijkredenen, maar "door het-'Opspoten vhn nieuwe' trohpéiH hierdoor toch verkrijgt óf behoudt dé geleerd heid' die levendighêid én frischheidzonder dewejke zij tot eenen stilstand of stagnatie gebragt wordt, dié weldra een tb ruggang wordr weiké zeer te dufchcen iS. Het is wel waar, dSt men dóór Het ópsporen van nieuwe bronnen wei' eetis gevaar loopt om op' dwaal wegen te gerakenmaar ook uit deze dwaalsporen weet zich de itienschelijke géést te ontwikkelen' en dóór ijvef én volharding aanwinsten voor waarheid, weten schap en goeden smaak te doen. De Duitsche gélèef- den dit is niét tégen te spreken, disschen dikinaals wonderspreuken in plaats van waarheden en gissingen in plaats van grondige geleerdheid op maar met dat al is hunne vlijt en dorst naar kennis niet te verachten. Deze gedachten kwamen óns bijzonder voor den geest' bij het lezen van een hoogst belangrijk werk over de Aziatische Letterkunde, in de Hoogduitsehe taal ge schreven en te Parijs uitgekomenonder dezen titel i Asia Polyglot faVon Julius Klaprothbij A. Schubart 1823, ejo., waarbij ook een Sprack- Atlasmitsgaders Ab'nandelung über dia spratm tinf schrift der Uieuren neb'st êinem tvórtervèrzetcÏÏnfssè unci anderen Uigtlrischen sprachproben aul dem Kaisïrtiehcn Ueber.seJzvngshofe zu Peking-, herausgegcben tvn\ Julius KlaprochParis in der Kbniglichen Druckerey 1820.," echter eerst in 1823 in het licht gegeven, in folio. Men is vooral sedert e enige jaren herwaarts begonnen zich bijzonder te bevlijtigen op de kennis der geschie denis en taien, ook van ziilke ver afgelegen landen en volken, welke men voorhenen naauwelijks bij naam kende. Hoeveel dat bevorens duister was in de hiero- glyphen is niet opgehelderdwelke vorderingen zijn er niet gemaakt in de kennis der Chineesche en Sanskri- tische. talen, men heeft zieh met.de taalkundige regelen en leerwijze derzelve gemeenzaam gemaakt én de Aziatische Litteratuur heeft in Eutopa sedert vijf en twintig jaren ongemeene vorderingen gemaakt, inzonder heid is 'men zich beginnen toe te leggen op het onder ling- jrergêlijken dier onderscheidene taaltakken-, om daar door ook den weg te vinden tot den gemeenen oor sprong der volken zelvewelke deze talén gebruiken, eri Hier aan is die studie der algemeens Taalkunde welké hedendaags zoo veel beoefend wordtharen oorsprong verschuldigd dewb'I ook hier uit jWpiw»" eenen aanmerkelijken a&nwös bekomen lieeft. Uit ueze beschouwing en onderlinge vergelijking - der talénif vooral een nieuw licht opgegaantoo wel- över de alleroudste geschiedenis van het menschdom, als over de Etymologie en -den eigenlijken aard engrond der talenwaaruit gewis - eenmaal oneindig Veel nieuwe vruchten Van kennis en wetenschap zullen opgezameld kunnen worden; want in dézen oögenblik is die oefe ning nog eerst- in-hec ontluikenook is het bijna niet het werk van een énkel mensch, .om de verschillende Stelsels van Grammatica dier vele volken'en dé' stammen dier-taaltakken alle zoodanig te omvatten, om de betrek king en verwantschap dérzelven te gelijk met de wijzi gingen en afwijkingendie in dezelve voorkomenmet gewisheid te kunnen bepalen, maar de allengs voort gaande ontdekkingen zullen dezen aanwinst opleveren. Dit echter is het doelhet-wclk -Klaproth-in zijne Asia Polyglotta zich voorstelt en sot welks bereiking die geleerde geene moeite," gearien arbeid gespaard heeft. Klaproth heeft een groot deel van Azie zelf bezocht, vele landen en volken door-reist^ etf zich met On gemeene opmerkzaamheid beVlijtigd om de -talen en den oorsprong dier volken te ,onderz9Sk£a_£a-zich met dezelvê'gcmëenzaam "Gekeild re.maken. Hier door heeft Klaproth, met veel naauwkenrighéid en geleerdheid, de veelsoortige afstammingén dè'f vbtschiiléndé volken van Azié onderscheiden, en de e'erSte gronden gelegd van de Geografie der OostersChe talen. .Bijzonder belangrijk is de Inleiding van Klaproth voor zijne Asia PoUjglo'tta, al- w'Aar Hij zeer veel over de indo-glrmaansche en Turksche volkstammen mededeelte.h dezelve uit geheel nieuwe öog- pünten beschouwt. Oófc is iri het geheol het "tarorkomen van dit Werk oneindig solider dan de verhandeling over den taal en het schrift van Üiguren. Het opschrift van Het eerste hoofdstuk der Asia Polijgtoita is.' IVürdigüng des Asiatischen gtsckichtschrciberwaardeering der Azia- tisehe geschiedschrijvers."' Dit opschrift geeft echter niet getrouwelijk den inhoud der alhier voorkomende zaken te kennen, want het oogmerk van den schrijver is geenszins-om de verdienstende geloofwaardigheid en het gezag van de Aziatische geschiedschrijvers tot eèn punt van onderzoek te makenmaar- hjj wil hier betoogén op welk tijdstip bij dé verschillende Volken van Az'ie de Zekére en geloofwaardige geschiedenis de 'plaats heeft ingenomen van fabelachtige berigt'gn en ^ngewisse over leveringen, hetwelk bij het ee.ne volk. vrpé^er- bij het Andere later geschied is, Ilej. is'yb'örp'vaft deze be schouwing, dat Klaproth Zi;eh"'rtrees&1jj!j gèky/erpnlieeft én oneindig veel wetenswaardige, zakep'meftéd.égty,' hoe zeer liet Waar is, dat ér' on'zijjie'reM^ëiLen' gevolg trekkingen nog vrij wat lam aahgèmbrkt'^prtlèh. Maar die aanmerkingen en teregtwijzingen zelve bchooren mede tot de vruchten welke uit 'Werken gelijk -dit van Klaproth gewonnen wordenen van dewelltè de wereld welligt verstoken zoude gebleven yijn 'indien zij niet V-. t «TJ. 4>ji ti u J n: h;5 5,'S.s"-S5| ^•o.„ "J? !-<"-= E C IS -1» O -f- f O s O «o o 5.3 "5 -O a jpiJ-s c o cs iS «.2- S 4i I IJ CJ VS e£ ra o Jr ij v 0 sc»i c Jilf r- "g u •:èl 14 :5ö-.25 <u 3 O Gel»? O bo 0 sïS r< U t-j vS s— '-g Si «'"3 -c Zê ■c 2 ia 5>. _Q ■°"g' e 3 0 jP wc az rt 2..2v^* *- W rv0 S C v." oa •-* - O 1-> uC-QÜ'H'« w a> Q ""-(ütH -«g is u x üw-G-O s "<D 1)1» tj -K) bD'XS "ö-. -v-s t A-» 1 2 2 a «r e fG C t-> bjO "g -S e - o S W> o, .5 S W -g O» N •S-C -G 2 1- 3 .0 H-- J_ tb 5>4 QJ .e -si., r-4 za-AL-1» SS G Va 1» cs g E ^öXxh st sv3 2 -G—' -<v .2* :G -CS -O tS "-ï .tj N -? -O... •'H.hfl gi 2-j.' b.B-_ k g «rg-f" - c fc door'zopdahik Werk gelijk dit..is -als-qitgjelokï waren- gewórden. Qok jljptgène hij'oVcr. de-gespjimdijpis den Turken en Hunne afkomst médedeelii js.menie zeer op merkenswaardig ','docl\ schijnt zich uitsluitend te bepalen tqt de ÓsmAngpn en de schrijvers dié Turks 'géschre ven hebbc'n. Het tweede hpofdstukder Inleiding.hééft ten.-opfchr,ift X flSt'hen ,unii ucberschycmnrangcnvloeden en oyer- strooiAingen i waarin die Auteur tracht,, aan .te tptinen dat dë Nöacliis.tjie Zondvloed het gr-optste^gadc?)?1? van den aardbol üyerstróömd jieeften \jai-.'de;. sporen vandit "onheil bij zeer vele volken zjgtlpër. geblèyea zijn J waarbij Klaproth ten slotte eenigegronden.flajjyqiirt: om te bewijzd'n, dat de Zondvloed moet.gcbiag'c wördep.. tot bet jaar 3077 voor Christus geboorte.:w&r ondet toëKHet viiAlén van overblijfselszulkej distsoorten diè. hedendaags niét mgfir bestaan, door vele gèteerdén niét S g als eene geldige bewijsreden tot.staying' van, 'denrZÓndk-, - M= vloed van Noach zal tóegelaten worden imiiiérs'wöfden -Jj*- is S- dezelve thanï veelal tot .de. zoogenaamde voorwereld S "2 gebragt, en dit doet Ktdprbïh'naderhand.jtelvewanneer hij die overblijfsels mede. tot een tijdstip brengt,hetwelk aan ijen tegen.wö.brdigeri toestand van onzen aardbol en dészelfs béwoiiéfs moet'vodrafgegaab zijn. Hef voornaamste hoofdstuk yan het Werk zelve is die. Ki'lker Asieh's noch den spraeheh geordend, de Volken vati Az'ie naar de talen gerangschikt." Hier begint de Auteur om'ëenige denkbeelden in hetmidaen te. brengen over den algemeenen' banddoor welken vol strekt alle talen 'Zaamverbonden zijn waarbij hij ook nog de gedachte uiti 'dat dit algemeen verband der talen hetwelk hij van.'Öé tijden voor dén Zondvloed afleidt door dit zijn Werk Asia Polijglotta' zoodanig ges'taéfd en töégëlicht wordtdat dezelvenaar "zijn oordeel voor geenen redelijken twijfel meer vatbaar te achten is en dat dus Grotuts reeds vroeger -frblHomenj, naatCiyaar heid' gezegd heeft taal des menschdoms staatmaar dat er overblijfsels voorhanden zijn." Indien de stelling waat is van dje g ga Geleerden; welke meenen dat in enkefè jettörklankfn "°'j{ eene natuurlijke en als 'tware ingeschapetie kracht huis vest om zekere zaken bepaaldelijk uit te drukken j; en dat deze kracht gansch niet onbekend gebleven is aan de allereerste stichters of makers der tdlen en aan hen in het scheppen der Woorden en de bepaling van dé beteekenis derzelyen ten gids ge diend heeftdan zoude deze bedenking aan het ge voelen van Klaproth nog wel eene nadere wijziging kunnen geven. Maar als men de zaak geschiedkundig nagaat, dan bemerkt men al ras dat die geheele onder stelling van Makers eener taalherschenschimmig isi De talen zijn niet door een aantal makers; Üoor è'ene Commissiezöö als men wetboeken en regleménted ziet makenvervaardigdde talen hebben zich zeef langzaam en allengs of van lieverlede gevormden zijn met de vermeerderde behoeften en de toenemende ont wikkeling der volken als 't ware vastgegroeid en Saar2 om is ook de taal zelve de eerste en atithentiekste broq dér geschiedenis. Niets heeft ons meer verwonderd a... a.. «e» .nunate zoo vele Vilrkcn van .welverkre- gene kennis en helder oordeel geeft als Klaprothkin derachtig genoeg is Om te gelooven dat de Zondvloed van Noach zich opk-,tot Amerika uitgestrekt heeft, hetwelk geen ernstige wederlegging waardig 1st Doch dit beneemt voör het overige niets aan de Verdere waarde van dit werk, gelijk ook niet dat-dé Auteur zich somtijds wel eens tegenspreekt, want hoe kan men onderstellen dat deze verdeeling der eerde oorspronkelijke taal des menschdoms in onderscheiden taairakkenen de stamverwantschap Qtammverwandtschafft) der talendié uit dezelfde oorsprong voortspruiteneerst na den Zondvloed van Noach zouden ontstaan Zijn indien de overblijfsels der volkenwelke over onderscheiden dee. len der aarde verspreid geraakt zijnelk volk zijné bijzondere taal die zij voor den Zondvloed bezigden,-, behouden hadden, maar ook de tr.enschen van. een erf; denzetfden stam dié" op. onderscheiden plaatsen uïtthec water ontkomen waren, hetzelfde' gedaan haddenen" dienvolgens debetrekking, wélke de Arabische taal,mee de Hebreeuwscbé en de Indische met de Duitfche ver-i bindt niet uit" de Verstrooijing der. volken sta dei^r Zondvloed maar uic eene Oude vóór - zondvloédscbé betrekking moét afgeleid worden. Bij-aMien liet'een andere mens.chensfamisnamelijk die der liadcr-Geima- nén, Welke in Hlmalaijls .den Watervloed ontvlood ,*en 'vervolgens Indië bevolkt heefteen ander.èvati Noa'eh' en de. Semiteh Welke in de Armenische gebergcetf 'byhonden gebleven is, welke is dan de oorzaak, dat het "geheele Indische verbaal vap den Zóniivlöed -zoo zeef .met liet Mozaïsche overeenstemt qn bepaaldelijk daatin', dat .in berde die verhalen .acht ster.vèiiugen de Arke. der bëh'oudenis Ijèk.lómmeh h'ebben Ën deze overeenkomst van liet getal der personen bij" dq Indianen en de Hebreen, wordt door Khfproth geenszins ais*het B c "S 2 v ""k a-— ,B a v S m a e - O V* o a d-a af S"|-e« - ■T- V <L>" S 2 5 -3 CU .3 O V», N-S O 2-a 2 a '=>7. iS S ÖJ uj 25 bX) a Ö;A,g u N 1 o 5 4» a ¥-= S I'S- I 3 s J f T ff V73 s té' Se O •*- O 'N a a u. st va Jxëï.S o1 SJ R bc.ti '3 Q 4_, u O G 52 .t: .Si' 'Si- 2 -o ^2 tt -2I ^<3 g s o?sa s <5 o 5 .Hi 1 a:3 B a s c i ^-a h «J 5 O a 2 as SdJ-a-a - CJ SJ et S a S a a S S - ."Bf ""H01" -S? n a> -G w be c *g it a v j JZ - LJ ra j 3«S c/a n .r O 0 ^5 .tf o -^ 3 5 Ifs s L NQ JSZ d O :*2" u O O C w o B -r G O; O" SP.5? <u b- G o -o 2 g o a fe O J;ö2c» a-Z b'O S-T3vG ho o S* 2 S* ïs 0 G'3 - 0 r? -C :G> O- „2;'S:5"a St4 *-• m» t-i tj C ^3 W) 5c S—S s-s S'Bl'all K 5 -cs •o w "O .S 0 t? .SP 01 «rr3-. n s< o G «t <U -I O G Cti "1'f3 1 G geVéJjgJgan een Moot 'toéyalbeschouwdja hij vindt hierin zélfs' eene n'adèjfe bevestiging deé Mpzaischè - ovérlèveringen Hij rrekt hieruit het beslphdat bij" de beide volken van èene en' dezelfde zaak gesproken IVordt." Eene van die twee' stellingen ,_nioét Klaproth noodwendig laten .varendewijl beide "riiec zamen be- staan kunnen. De fajên. der Indo-Germanen welke in Azié leven'etl ge vestigd zijn', wierden door Klaproth in ze».-vplkstanvpieiA 'verdfeeia,de.Inders,^fganenyPerzeh, Kufdeti, pssaten^ OV( dat is d?' ovérblijfsels'd'er Meden op de Caucassu^.,, en, 0 7 a 'g I'S-0 Apheiuefs -en na dè lijsten te h'ebben opgegqveii: van ^>.7 «.'".K-fcH \voorden die met andere wóórden verwant .-^ijsem bijna; dezelfde beteekenis en denzelfden-Mank .hebben,; beé.ff Tuj dé taal van clltr dier volken toegyiicbt.bet- welk' zekér .een der schoonste gedeelten van ;'d]t wërk.' uitmaakthoezeer het eene of andere punt; -misschien nog voor meerdere ontwikkeling en grondiger bewijs vatbaar kan geacht worden. 111 het werk Asia Polyglotta heeft Klaproth, zijtl' QHet vervolg op de Kant van deze bladzijii 1.2. 0j AA <d 1> 2 >-=s-g -53 "o" "„Scrë-Ê'g'g 2W 9 7-S? M S w 5 5 CZ a O Ai A4 S <a - 3&7 g^,§sc c-"g SS s - K 5T *2 *r« <v fl ^3 p 2 ast

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1825 | | pagina 3