V el
te
ut-
ir-
an.
■K
ar.
ten
vo
re
ere
i de
F.
asm
der
van
Ivo-
cn,
ir.
>vin-
j.g:
cl eg
n jie
loog.
i tor
1 van
1 van
imbei
zitten
z'j",
waalf-
l, op
G'eftr.
il°. 2
ionale
ufrlier
en aan
asfieii
térdam
uit ook
nedege.
is
oordige»
t gevolg
/luitetidt
n als 1®
ladzl)
blijven. Om niet ln bespiegelingen te vallen en Staats-
huis'uudkunde a priori te prediken, welke helaas', zoo
dikwerf lijnregc strijdig is met de lessen der ondervin.
ding! zoo verkiezen wij liever uit het gemelde Werk
het een en ander te herinneren vooreerstom. dat zulks
eenige weinige jaren geleden, (tóen men ook, edoch om
geheel tegenovergestelde redeneiidan diewelke heden
ingeroepen worden den handel wilde belemmeren
ook met vrucht geschiedt is, ten andere om het groot en
welverdiend gezag van den,Schrijver, een fier helderst
'denkende mannen uit de XVIilde eeuw, de beroemde
Mr. Eli as Luzac, een man die Regcsgeleerdbeid met
Wijsbegeerte vereenigdeen niet gelijk heden wel eens
geschied in het scheuren van dien schoonen bandeens
soort van eer stelde, die over Staatkunde en over
Staathuishoudkunde reeds uitmuntende Werken geschreven
hadtoen men nopens dit laatstgenoemde vak elders nog
'niet dacht, dat hetzelve voor eene wetenschappelijke
handeling vatbaar waseen geleerde eindelijkdie opk
in den Koophandel doorkundig wasgelijk onder anderen
ook zijne Memorien over den Koophandel voor Koop
lieden dus niet bespiegelendmaar tot een werkdadig
praktisch einde vervaardigd) bijzonder voor het huis
van Hope en Gomp.naar het oordeel Van allezins be
voegde beoordeelaars meesterlijk gesteld en voorts
andere menigvuldige schriften getuigen. Het is zonder
ling dat vele het Werk over Hollands Rijkdomzelfs
zij die hetzelve bezitten schier niet schijnen te ken
nen en liever allerlei onbekookte en onbewezen theo-
rien najagen, die alle wezenlijkheid missen, dan dit in
eenen zoo echt vadérlandsche so/iden trant bearbeide
Werk te bestudeeren
Omtrent de opkomst van den Koophandel hier te
Lande leest men in Hollands Rijkdom I. D. BI. 163.
Menschen, genoodzaakt een land te bewonen, het-
welk hun niets opleverde dan moerassen, weilanden
en water, konden zich niet voorzien van de nood-
druftigheden des levens, dan door de hulpmiddelen,
welke zij van hunne arbeidzaamheid en nijverheid
verkregen hadden, visscherijen en warenhandel (de
gereedste middelen welke de Voorzienigheid hun had
overgelaten) zoodanig aan te leggen, dat zij uit den
grond dien zij besloegenZoo als die wasgcnoeg-
zame vruchten konden winnen, om daartegen iets
van anderen te kunnen bekomen. De Granen welke
dit ongunstig land niet of niet voldoende genoeg
konden gewonnen wordeti, zijn vermoedelijk wei
de eerste koopwaren geweest,welke de bewoners
onzer gewesten en voornamelijk de strandbewoners
m van de naburen of vreemden hebben moeten zoeken'*,
Dat ons Land steeds de korenschuur van Europa
geweest isen nog zijn kanis eene waarheiddie
als men oprêgt wil zijn, voor geenen redelijken twij
fel vatbaar is, maar het was dit alleen en alleen zal
en kan het dit zijn, door vrijen handel, zoo wel sa-
als uitvoerwant hier is ook de eene van den anderen
afhankelijk. Luzac schreef II. D. bl. 285 en 28(5van
de vaart en den handel op de Oostzee sprekende:
Waaromtrent men in de vroegste tijden zoo zorg-
vuldig gewaakt heeften tot aanmoediging van welken
(ten tijde der Republiek) zulke dringende pogingen
zijn aangewendde Nederlanders hebben zelfs den
ganschen graanhandel behouden zoodanig dat ten
tijde van gebrek aan graan't welk Europa eenige jaren
zoo deerlijk gedrukt heeft, Holland zoo wel daarvan
voorzien was, dat men genoodzaakt is geweest, om
er nieuwe Magazijnen toe aan te leggen, zelfs op
plaatsen, alwaar men niet gewoon was, Granen op
te slaan". In der daad, een onzer beroemdste
Vaderlandsche geleerden heeft met reden gezegd, dat
dit werk van Luzac zoo schoon, zoo voortreffelijk is,
dat er geen Koophandelskantoor behoorde te bestaan
waar hetzelve niet voorhanden ware 5 noch Regtsge-
ieerden in koopsteden, noch bestuurders van Koop
handeldrijvende of door Fabrijken bloeijende plaatsen,
zonder dat werk van nabij te kennen. Men kanhoezeer
niet zoo uitgewerkt, dezelfde gedachten In de Ffansche
iaal lezen, in la Hichesse de !a Hollands 4 Londres
(Leide) 1778, begonnen door Sirionnemaar voltooid
door Luzac. Van dienzelfden Accarias Sirionne beftaat
ook een werk, mede zonder zijnen naam, Les interets
dis Nations de Europe developpis relatlyement au Com
merce, Leide chez Elie Luzac 1766. Ook tot dit werk
heeft Luzac het grootste gedeelte toegebragt.
Maar vooral is aanmerkelijk Ifl D. Bl. 96Buiten
de algemeene oorzaken van aanwas des Oosterschen
ft handels, was er nog eene bijzondere, met betrek-
king tot den Graanhandel, waardoor die, niet tegen-
ft staande de Hanzé-steden daar om strijd naar dongen
a in een bloeijenden staat bleef, en als nog is. Het
tegenwerken der Hanzé-steden kan den onzen niet
«'schaden, dan enkèlijk,..» vanneer er misslagen va»
Staatsbeleid begaan worden, welke dien handel btlem-
meting toebrengen, gelijk somtijds geschiedtmet reg-
ten op den uitroer der Granen te leggen"(het be
hoeft geen betoog dat Luzac even. zeer het leggen van
regien op den invoer afkeurde, daar hij den volstrekt
vrijen handel voorsrondof dien. op eenige andere
wijze te bezwaren, waardoor de vreemden dan in
staat gesteld, worden, van dien handel aan.zich te
trekkepgelijk de Staten van Holland aan Karei den F.
vertoonden". Zie Sententie Van den Grooten Raade
van Mechelen, rakende het heffen van een Congiégeld,
op den uitvoer van Granen, in gemeld JFerk, I. D.
Bijlage A ep ook te vinden in de Handvesten van
Amsterdam, LD.-Bl.92, Eenè Sententie, hij welke.,,
hetgeen opmerkelijk isde Groote of Hooge Raad van
Mechelen uitspraak doet in naam van Karei F. tegen
dien zelfden Keizer, en hem het regt ontzegt van dat
Congiégeld te heffen. Luzac gaat t. a. p. aldus voort:
Zoo lang als de handel vrij was, hadden de onzen
altijd de overmagt op de Hanzé-steden, en zij moes-
ten die hebben ofschoon de Hanzé-steden nader bij
de hand waren, om uit de eerste hand te koopen",
en Bl. 96: Zij die gemeend hebben, dat Lübek,
.Hamburg en Bremen, te ver van Frankrijk, Spanje,
Portugal en Italië, afgelegen zijn, om granen regt-
streeks derwaarts te voeren, schijnen den aard van den
handel niet wel ingezien te hebben. Indien de Noord-
sche kooplieden geen ander letsel te boven hadden moe-
ten Romen, zouden zij in het bezit van dién handel
zijn. gebleven. De onzen zouden 'er zich niet van
hebben kunnen meester maken. De Hanzé-steden heb-
ben hun dien van tijd tot tijd weder ontnomen, doch
nooit andersdan wanneer de onzen door den eenen of
anderen misslag in het Staatsbewindof door den
oorlog, welke hun de vrijheid van vaart benam, bui-
ft ten staat gesteld werden om dien te drijven."
Hetgeen wij zeiden dat ons Land steeds de Koren
schuur van Europa is geweesten ook kan blijvendit
heeft al van ouds plaats gehad in het aangehaalde werk
Hollands Rijkdom I. D. Bj, 204 leest.men: Het ant-
woord hetwelk de Prokureur-Generaal van Karei F.
gaf op het verzoek der Staten van Holland voor den
gropten Raad van Mechelen, toont, dat de Stad
Amsterdam reeds in de XVIde eeuwbijna alleen
ft in 't bezit des Graanhandels moet geweest zijn." en
BI.' 205. Deze Koopmanschap de Graanhandel
was echter de eenigste nietwelke met het Noorden
gevoerd werd noch oók Amsterdam niet de eenig-
ste Stad die 'er eenen aaninerkelijken handel dreef.
En nu, nog.eene plaats uit hetzelfde werk IV Deel
Bl. 436. Zoolang de handel in Holland vrij zal zijn,
zoo lang dezelve niet door belastingen gedrukt of
belemmerd zal wordenonder voorwendseldat men
geene monopoliën moet toelaten kunnen wij nooit dan
aan eene zeer geringe mededinging bloot staan en
slechts aan zoodanig eene als wij ten allen tijden van
de steden van het Noorden hebben ondervondenen
dat alleen om deze reden, dat wij dezelve vóórkomen
en dit 'kunnen wij nog wanneer wij maar ernstig
jj willen, en de handelgeest regt opgewakkerd wordt
in alle plaatsendaar gebrek isen onze waren ver
ft koopen tot een prijs, welke deze steden niet kunnen
maken, om dat, wij ze in het toevoeren vooruit
zijn." Dit is het voorregt onzer ligging, die niet
veranderd is, een voordeel hetwelk bljjven zal en
blijven moetzoo lang ongelukkigeonvoorzigtige
maatregelen dit niet vernietigen."
Wij hebben reeds vroeger ons gevoelen gezegd
nopens het hooge belang, hetwelk vrijheid van handel
aan ieder die de welvaart van het yaderjand bemint en
dezelve wenscht te bevorderen, moet inboezemen. Wij
zonden het dus gewis als een ieer groot onheil beschou
wen wanneer de vele drukkende omslagtighedenmoei-
jelijkheden en stremmingen over welke de. kooplieden
lang geklaagd hebben in plaats van verminderd ,f nutte
loos vermeerderd waren geworden? en zekef zoude
het dan te vreezen zijn, dat Zij wars gemaakt en
genoopt zouden wordenom liever hunne kapitalen
elders buiten den handel te plaatsenof in vreemde
schuldbrieven te beleggen dan daarmede tqt bloei van
het Vaderland alhier koophandel te drijven! Ja
maar zeggen anderen die Heeren kooplieden klagen
altijd." Men vergunne ons voor dat wij antwoorden
eene kleine vraag te mogen doen. JVameer klagen de
Landbouwers dan niet fFanneer zijnde Boeren te vre
den de klagten en ontevredenheid zijn niet méér
bijzonder aan den koopmansstand dan aan vele andere
standen eigen, Hoe zoude anders reeds Horatius gevraagd
hebben waardoor het toch komen mogt dat niemand
met zijn lot te vreden is? Maar dit belet niet dat de
kooplieden die achtingwaardige klasse van menschen
(JH et vervolg op de kant va» deze b/adz.j
V *4
o *r
Cl
T-n M
r O K
- S O c Ji
cj s .0 g
-
- g
B"--KL
O s O
k N N
- Ai
J3 Cl
2 to
Is
«--2
T 5 o O,
,£P b£
r!
"S-5
p .ij 7~* -
0 44 O
•S S--S
O) G
C-Ö
Si
to
M.. »r rt <xj
r- r?
<l» o 1
«"Ca - <u
i-ï -Um-üSfOrS-
- 0 '.'H'SSaoL
n al' bcT- O -
'i- 5 _T--
bc 5 qj <u
"S-S
C.M u
cs cj co
"O G r4
o
O
G
O 5i
g o 53
p. Sa o w .-a
-c co
CJ'rS s
5 o. -.50 a, -s -
o Zr?.
'9 V 5-
CJ
Cl
'3 g
r-ox; oQ a
R R R R f; R fci)
O 'AD fj
-N O O
■5
i c
o 'e c 53 tt j; s
J 0 o vS CU
Cl Cl 1 r- O T3 GG "G Cl CJ O u
O N "O bD O G w gË
■rt C» «u n-« •r» o h
CJ c 'l
ci
x; VB
c
O M
O O1» u CI13
-- O "O-Soai-goM-Sj;
- - - <u - B 13 3^-. O S s
cSo|5
öo 5.ï?sS - a 2
§"S"°'S |T8-§-33 S:3k8
•gS-gSsl-Sl 5 J?an>
«5 5: "G G .Ox5 G X
Cl
o :i
9
a G o GJ
g g s
Q Cl
0 W) s
O CI G
.2 *5 T5 - a -N
I g
O
*ö3 a3 c 9
bD 2 52
3 o 3
si y vi g
3 ci G B o o .2?
o M O ci o x;
bD
jjrrrrrrrrrr r
r r
G O
"I'S
S fr S
fcn G O c-
E 9
Gj _G Cv- t-i
CJ <~e Cl Cl
5'5 S;H S.ÏÏ i
1 -5
9 3 5
-o «i g-a i
O
-Gw. O-
tl U D
OJ O'^'S
bc bO c= W3 O
- G cc.> -o -
CZ r-, n G
CjX3
o.. J- „X5 G to
^5 G 0 Ci O.S f. c P. -F
c"£ xt
g
"c3 GÉ—
•- G Ci
"g:
go
w v* T2 G O
zz GOG
G Ci ón Cl G CJ CS O
9 2 f|-.s -5
"I-s: p E
5 ci c
s£--8'S
"N.-S ^c S,E2
3 bf1 i IG'-'G Ci
iOoS'tu G
J O M c 73
l- X G
F. -
cj V)
-7— I
2 Tj. Si 9;
G C>
i-
t si' -
MS
c M S
e
S-9 Jg
G Cl
w X O XI Cl O
«k c-9-^ S 25-9-2
B 2 S Ü-o '5 M--3
G ci
g
G 2. O Q G .t: c
O-C-J'G N-O G G "O
RRRRRRRR
s
v, c
ci i
O
Cl ei k. O G
ci cj ti i PJ
- -
O G r rs r> e
u, o C»
Cl X CJ
N £j
to i_, *0
O ■- 2
- bö
bC'^ iOco o- 2 o F r=ÖGC>
G G T Cl öj G (Xi
S-S g-' S^SSgvS
V: 5 raI- ui ci -r y jr:
S 1.5 8^8^ - 9.2
^ga> ess»
s s
-5 J 5 s'5 of B
So "S
o
G C^*c «3 C 'N
Cl .C* o es J u 5
.es .«u
i S C
KT O. Cl CJ "G
p* "Q -ti O C 'G G XJ r
a-S •-•5O5'«'SÏS!!»C'S5
Cl G m _C t-t t> N es ,4
G g O
Cl G O
G X3 r
'isg O-C s 2 g_--ö N 2
öj "G - Cl O v, to
S a g 2
S G -i. 1— C? O f F G 1
es L^S
01