s -
fe s
maar dit niet wérkelijk doende om dat hij schijnen
wilde vrees te hebben van ooit maar slechts een vier
de gedeelte van een toon te missen.
Vacarmini lachte inmiddels medelijdend over zijnen
[buurmanmaar toen de lage toonen der instrumenten
en eene daarbij gekomen Violoncello die door een niet
teer kieschen bassist vrijhard bespeeld werdeen
Stukje voordroegen hetwelk een voorbijtrekkend onwe-
ijer moest nabootsen, toen 'verhief hij moedig en zege-
ivierend het hoofdnjeende zijne zaak. gewonnen te
lebbenen zijn toonkunstig-stelsel proefondervindelijk
Ms het beste toegejuicht te zien.
i Vanderbergenkliukaerttrapte de maat met beide
voeten en met de punt van zijn wandelstoken bij el
•\z rondo maakte hij eene beweging met zijn hoofd
hetwelk béteekenen thoest ziet'dat'is schoon vérhe
ken bewonderenswaardig
I Doiientini haalde de schouders op bij de vocale of
Lmgmuzijkmaar toen liet gezelschap langzamerhand
talrijker geworden en men tot Concerten, SymfouieA "fen
Ouvertures overgegaan was, toen nam hij de allerge
loegeliikste houding aan die men zich verbeelden kan.
[lij wilde volstrekt aangezien worden, als iemand die
illes wist te begrijpen en te beoordeelenen elke com
binatie der nuizij kale gedachten te kunnen doorgronden;
lij veranderde daarom telkens van houding: dan eens
japte hij de maat met de hiel van een zijner zware
jirassiers laarsen want hij was eén hoofdbeambte óp
iet Ministerie van Oorlogen hoezeer hij wel in vroe-
;er jaren den maatstokmaar nooit den degen had lee-
■en gebruikenzoo wilde hij toch volstrekt voor een
ludachtig zwaar gewond Staf-officier doorgaan).
Ban eens applaudisseerde hij met zijne linkerhand,
zeer zachtals of hij vreesde aan zijn genot stoornis
toe te brengen, steeds zorgdragende om den wijsvin
ger zijner regterhand aan den neus te brengenen on
ophoudelijk te roepen st. stwant hij wil
de dat er een diep stilzwijgen zoude in acht genomen
porden bij elke passagedie hij begeerde bewonderd te
[hebben. In andere oogenblikkengreep hij den eer
sten die voor hem stond, bij den knoop van zijn kleed
en, het hoofd bukkende, éen oor als het ware in d?
Jucht houdende, wees hijdóór de bewegingen zijjieb
iegterhand en door het spel zijner gelaatstrekkenden
zin van een of ander Andante aan, hetwelk hij Uit
muntend schoon achtte
i De Heer Hardvliesdie- onder dit alles eerie deftige
en beoordeelende houding aangenomen' hadsloeg
[(maar altijd verkeerd,') de maat dan eens met zijne
bioetendan weder met de handen en dan met liet hoofd.
Een anderdie veel en ook hoorbaar genoeg medege-
pnat had, bevlijtigde zich om den toon dér tweede
partij te vatten van dén Waldhoorn; en blies zich de
wangen op om dit instrument na te bootsen maar bij
Ongeluk bromde hij bijkans altijd een' geheelen toon
te laag of te hoog. Hij bemerkte naderhand dat
iemand in het gezelschap hem met aandacht betrachtte,
dien. bij; voor een' kundig, beoefenaar der muzijk aan
lag; dit dried hem al blozende zijne plaats verlaten,
Bij het lastig gebrom stakenwaarmede hij het geheele
gezelschap hinderlijk was. Een Tafelschuimer Onder de
jianwezigenvolgde met zijne oogen steeds den Gast-
leer, en zoodra hij de allerminste uitdrukking van wel
behagen op het gelaat derzelven bespeurde,-riep bij
rwintig keer achter één Bravo, met een uiterlijk, dat
de levendigste blijdschap huichelde, en als of'hij'een
toezenljjk deel in de uitvoering der muzijk-stukken
feamiheike hij hoorde voordragen.
Een bediende van het Bankiers - huis van R.die
Indedaad eigenlijk aan niets dacht dan aan Agiotage en
Effecten-handelaan het huren van goudstaven en het
opkoopen van nog niet verwisselde Nederlaiidsche bank
briefjes een man dus. die bij zich zeiven de be
wustheid van vreemd te zijn aan alle harmonische ge
waarwordingen maar die tóch van alleslietwelk zijnen
inwendigen mensch uitmaakte, den schijn zorgvuldig
poogde te vermijdenvolgde op gelijke wijze met
zijne oogen de gelaatstrekken der beminnaren van de
toonkunst, en veinsde in geestdrift te geraken zich
re enthusiasmèren met alle zijne krachten zoodra hij
zag dat het enthusiasmus algemeen heerscliende werd.
Hij volgdezeide hijde rijzende of dadelende cours
van het handgeklap.
Een Engelsche Episkopale Dominéhet was echter
Dominé Thelwall nietwant die zegt mendrinkt noch
wijn noch melk en eet geen vleesch en deze had een
zeer succulent middagmaal genomen, en hetzelve van
eene copieuse hoeveelheid wijn laten achtervolgen)
klapte ondragelijk hard in de handen telkens wanneer
de strijkstok eene verkeerde snaar raakte of wanneer
tie Violen fortissimo accompagneerden, bij een' passage
welke door de harp of dé Pianoin het allerzachtste
pianissimo voorgedragen werd. De Vrouw van den
huize, die, bij zeer veel kennis van de Muzijk, de
begaafdheid bezat om op Harp en Piano de stukken der
(erste'Meesters met vaardigheidgevoel en naauwkcu-
t'gheid te executerenwierp op een paar echte kenners
onder hare gasteneen glimlach die genoeg was om
haar oordeel over die onbevoegde kunstregters te doen
begrijpen ieder keer wanneer deze gewaande kenners
papten bij een uitmuntend stuk, of in de handen
tapten met geestdrift wanneer, om met Boileau te
Ipreken un vtoloti faux jurait sous son archèt. En to»n
een der aanwezigendie waarlijk kunde met smaak
vereenigdehet gezelschap verliet, kreeg hij den
ast om de oordeelvellingen dier grappige toongevers over
de Muzijk op te schrijven.
Aan dezen wensch eener «choone Vrouw is voldaan
ten andermaal zal de toonkunst, ook met betrekking
IOC ons Vaderland, ons meer bijzonder-bezig houden.
mans zetten wij de beschouwing van ons tegenwoordig
boofdonderwerp de Toongevers, ook over andere punten
Schilderkunst.
Indien de Toongevers of praters over de Muzijk
happig zijn, men zal moeten bekennen 'dat de rede
naars over de Schilderkunst gewis in die opzigr zich
den voorrang niet iaten afwinnen; dikwijls zel$ •over
treffen z.-j heil u? vermetelheid, onkunde en verwaandheid.
Vele menscheri fneenen, dat het genpeg is oogen te
hebben om over een Schilderstuk te oordeclcn (gelijk
de Bourgeois Gentlihbtkmf meende genoeg te hebben aau
zijn spraakvermogen 0111 go.ede proza te spreken); zij
hebben er geen begrip van, dat zonder de ziel, de
oogeri schier niets kunnen zien en geheel 'incompetent
te achten zijn 0111 over Schilderstukken te vonnissen
Het !s echter de ellendige goedkeuring en de oiiregt-
yaardige 'censuur der vermeende kennersdie dé guns
tige of ongunstige vermaardheden veeltijds uitmaken
ook zijn de lieden van de wereld die eënen kunstenaar
beoordeelen naar het .gene zij er van hebben hooren
zeggen blootgesteld om zich dikmaals op ëene wonder
bare wijze te bedriegen.
Men schijnt wel eene overeenkomst té hebben ge
troffen om alle de Schilderstukken zeer fraai te vinden
van den Heer Penseel, zeide onlangs Mevrouw L.te ver
geefs herzeggen eenige mannen van smaak, dat zijne
kleuren niet góed gemengd zijn dat hij niet gelukkig is
in zijne groepperingendat hij tegen de geschiedkunde
zondigt in de keus zijner personaadjen dar. zijne draps-
rien te plomp zijn; men hoort naar niets ert men roept
altijd van wonder, oin dat hij eene zekere begaafdheid
bezitwaar mede hij een' bizarre houding aan de ge
laatstrekken zijlier beelden geeft, en dat hij tamelijk wel
slaagtin de uitwerking van het lichthetwelk hij op
zijne tafereelen weet te werpen.
Sommige beschouwers bewonderen vooral de veldsla,
gen van Confusiohüriusdat is eerst regt fraaizeggen
zijdat is ontzagwekkend Maar vraagt men hen om
welke reden zij aldus ópgetogéh zijn dan is hun ant
woord zeer na'if} dat liet Zeer moeijelijk moet zijn
om een zóó groot en breed Schilderstuk te vervaardi
gen binnen welks lijsten tallooze persóiiaadjeri vfcrtoond
worden.
De Heer Bleeklnah heefc mede eene groote vermaard
heid belangrijke voorwerpen Zachte en bevallige figu
ren gekopieerd naar groote ItaiiaarischeMeesters, hebben
hem zoo Veel loftuitingen verworven dat men niet eens
schijnt te bemerken welke plagiaten hij begaat, welk
een gebrek aan vindingskracht in alle zijne stukken
heerscln, en hoe zwak het koloriet is hetwelk men in
alle zijne Schilderstukken bemerken kan.
De Heer Groen gelooft vastelijk dat hij eén vol
maakt Landschapschilder ishet is waar, zijné Land
schappen hebben een volkomeri gebrek aan perspectief;
zijrte gezigten zijn geenszins pittoresk; zijne beekjes
vlieten niet; maar dit alles belet niet dat hij een schil
der is. De Heer Goutberg heeft dit verzekerden
deze Heer heeft het regt, om op Zijn woord geloofd
te worden, wént hij bezit honderd duizend kundigheden
en heeft honderd duizend Guldens jaarlijks inkomsten. Hij
is bezitter van een atlntal kansbiljettendie onmisbaar naar
hij verzekerd zullen uitgeloot wordenen hij heeft nog
andere hoedanigheden méér, die hem het regt geven
om zijn vonnis ook. zonder motiéveA te mogen uitspre
ken hij wil kenner zijn, en daarvoor gehouden wor
den esse et haberi, hij wil beschermer der goede
kunsten zijn; en, wat meer is, voor. bevoegd regeer
gehouden worden: ook is er niemand dre het hart heeft
hem'tégen te spreken, ook zelfs dan niet, wanneer hij
het verachtelijkst broddelwerk voor meesterstukken van
Raphael aanziet.
Van alle fraaije kunsten is de Schilderkunst gewis
diewelke de meeste scbijn-vriendeu faux Enthousiasten
voortbrengt: zeer vele lieden die er niets ter wereld
van verstaan, die niets in eéne schilderij vinden, wat
huneen waar, innig en ongehuicheld genoegen verschaft.
,en die echter onzinnig genoeg zijn om.zich buiten ma
te opgetogen te vertoonen, by het aanfehouwen van her
eerste Schilderstuk, onverschillig welk, dat hun onder
de oogen komt!
Dichtkunst.
Het is voornamelijk in letterkunde en allermeest in
het vak van dichtkunstdat de praters en toongevers
zich de meeste vrijheid veroorloven: de oogen én het
oor hebben nog veel minder aanmatigingen dan het ver
nuft: èr zijn irienschen die (vooral nog maar weinige
jaren geleden in Duitschlanden wat de muzijk be
treft, ook in de Nederlandener voor uitkomen dat
zij weinig smaak vinden aan schilder- of toonkunst,
maar niemand zal immer toestemmen, dat hij ongevoe
lig is voor werken van vernuft -en smaak ieder wil
een genie zijn! Alles wat in verband staat tot de ver
standelijke vermogens, tot zielsaandoeningen, tot kies
heid van gevóel en smaak, de Dichtkunst met een
woord, welker harmonie ons betoovert, Welker verhe-
vendheid óns verrukt, welker wendingen en beelden
zich in oniiitwischbare trekken in liet geheugen pren
ten, de Dichtkdnstzoo dikwijls misbruikt, wordt
meer, misschien nog meer dan iedere andere kunst,
Kwalijk begrepen, niet naar behooren gewaardeerd, en
bij gevolg verkleefder beoordeeld, dan de toon- of
schilderkunst.
Nógtansdaar alle menschen den schijn willen aanne
men van de groote dichters te kennen en te bemin
nen, wier roem door onsterfelijke ïneesterstukkenpyer-
eeuwigd is, zoo volgt hieruit, dat men die dichters
veel hoort prijzen, maar zeiden gepast hoort beoordee
len, en' dat men over dichters,-wier roem nog niet ge
vestigd is, stoutelijk hoort beslissen, zonder omwegen
of pligtplegingen. Dit is de bron der onbescheiden'
uitspraken, welke men alle dagen in de wereld ver
neemt, ten opzigte der dichtkunst; de een' herhaalt
langdradig en werktuigelijk de'besluiten der Recensen
ten; een-ander beoordeelt hen, zonder hnr.ri-e werken
gelezen te hebben'; sommigen 'alleen geleid dóór'blinde
vooringenomenheid, weder aiidereil zonder de minde
kennis van zaken, zónder eerrig'gevóel van dichterlijke
vindingskracht of van die harmonie welke het wezen
der dichtkunst uitmaakt.
Om een onderscheid tusschen de kleuren te kunnen
Het vervolg op de kant van deze bi adz.,
a c- -S i
i E cj E o
o Q -
CJ
ïï-aSS
g E.ÜP S 3
t-.
O i- I, rt
G ai --5 ES
E
c o 3 S
rt -ET
-O
e 2
n i
cj
p N
O
3
ba M
5
qj
3 o
o
E *-•
-C Si
N
o
O O Jó
S N 5
^.E.E tl
QJ r; ^0
n s;
i> E E 5°
n O S
S S
E r-,
s -
O E
EE O
S g-O/^
va GJ r*
i— i_ e»
o o -S
- y
1 I 1*
V O 5
ËJ O rt3 N -2?
sStgg-S.
2 E
C O -E S*
- O o
g-f
".Sv-C g
-o gü
OJ
C
QJ 5*
êfl
IJ rhtl
N Tv
E
n <y -v.
rt jj CJ g i
t o 2 c jy
n cj s S-a g
a o u.
Oj O QJ
QJ
o a
■i4Pi
iCtDSi i
t E's se «ig's
<u-e QJ A H r E s
J M c s - a a s
E w E QJ 0-> t E
o s >- !^.a 2 1
O E O N tl
E E GJ p u O
a H _GJ o u CD M "C
u"'s2HÏSeé;n,,»r
QJ *-< r— ca
rE.= S,_4Gj,G~P<xaj>Eo,GJE<u
S f -S 5 G> bo *-<
isi:un._5"0DE;<+-c
0 -E a, u. C5 -E» M (U CJ E
- V
c-°
Ia25° c - -
tón 1) GJ W
rH r. r- El,
S 331 1 Sè£ ai
51 3 J" S S s "2 O "3 2
CJ rt O vi
c "E EE i-.
CJ h
1 oj O CJ
t
CJ GJ
bfltti Cu«GJ V ^E^3 O E o
CJ-E "2 .3 OJ tD'E CJ
IE1 GJ E c "n E E :E- ÓJJ G,
E GJ a-o -fl c .- u o 5J to r->
T' SVS i'-^S 5
E"«'
OJ 5^"3 ca o
■WE k cjj o !-< Ej
E bo O .ii CJ
CJ CJ
SJ o. 6
GJ -
E-tS o G a l» e d "o
gj—y O u cS Cl Cl g seecj 9
bfll
a.-C
- —i' a
o -E -
«4_.s_t-.t-. i e
g cj E o :p
E E E -O O
C w „"O - u
;3> GJ S CJ X S
5>-" a i
u u.'j
OH« U GJ
M) J 3 r^ 2
CJ rt 3 E^.^
E3 .3 E CJ. E
S n s S'e
O CJ-
g
S m 5 a
V N n c "°-^
OJ g
GJ
CJ GJ fz
v. .a *-
2 g o
a o
GJ c: GJ "GJ
g oj O .E K
2 B
l-a
c «k
na.
JZ r, I
3 S"
O V"
E c
O OJ
E3
üj
^-2 W)
2 GJ C E --Z
- GA E
C 5 ^«J
a g s B g
SeöS'«5»
5 S -2
-^■S <l> s a
.- O
"C N u 3 c
3 s o OJ Q
E 3 -J-E
5 w S
pÏÏ." GJ .2i GJ QJ
SS P OrfS N
3 GJ
- cd ,2 33
3.2 2 cf 2
N
s a
«-J -r •E^ CJ GJ GJ
2 g-« S
-s s s g-a
CJ ts "GCE CJ GJ
CJD-E1 2 GJ CJ '9
5"Z=-5=~|,|o;
s|g|g8
O' -is
CJ ,*v *-» qj
•=.ïs
oj QJ CJ a> 2 o
CJ Z, SJ b£X> CA bA
e> o 'C
•E O C JZ *-> E3
•cJI
'73. ES
Cj-, t vr
.E O e ^ES ji; GJ
6I S) -3 1 1
N ^.E r- d 2
- CJ 5
"5 §•-•£
S§li=S|Sl
o S 5
»-&§
fcD 5 O O
N;£ 2-S a N S
n S3 a o -SP
41 s 6 "j N
GJ 2rv-E S E- GJ CJ
E 'qj qj j_,
qj c: t> u,
3 M^ESS CJ p
e-°:s S-S 2 fc
3 «j, -T o
--■"-if3 Sac
S. GJ E t- p E
O EJ O «J'Si GJ O
-r, fi E
«- j* 'E
o.S-s -s
3 S -O
g-
- O GJ
U.
QJ g
N .5PO S 2
r- E
a'S I -
'|g-3
"8 SI a-s-^1
g g Jo g
S E ao
c 2'3 c 5
'5) ve«5
'E 5? O - h
E «..-pj -v. QJ E CJ
GJ -SP3 H
GJ E N
E «-g
N O
QJ
t; :s=t S *-»
S Js g
'5 s -
s
E
.0 ÜC2,
GJ b} tej .«-• rrf
V -E oj
E N u
CJ u» QJ cr. --Z
QJ X.1 CJ
n "Tt
ETl ^J-ES'-
5E 2 N bDON
M
«J
3 r. QJ
O tJD-E r- zS
Xi S ES 'N ,E