I
fff
i 1
173 3
s
3
J
f s-
11
n>
o
W
111 f 21 si mengelingen.
5 s
8
•B
o
5 o rr
1 o-S:»
o* re
so 25 -ts* O-
a (5
n ET Cfq 3
Cft) 5:
O ro
n o ,3 crq g
CL
cr
re P^* er crq
S 3
>-• «t n>
ST" »r- H
tSz uw
Crq a
n>
r&
&,S'
B 3^ Oq
<o rt>
;s_sSh
crq 3
Cu
O n>
-
3 3
c
3 2.
N n>
O
D.
pt g»
<5 W
2 e
o
8- s
c
1 pr
5 jS o S
g eg iw'm
•13 3
a. 22.
M ftl
Q- 3 n'
N ft)
M 3
n>
b* ®"5 3 a
W s.
O N ft. 3
M
5" Cfq
S
ar*
S3 ss c« WJ
s s-i
<T5 re g OS)
r>3 O
K
og
«g IBS.
3 S
£L 5.
crq
ro
3
Id
3
5. o o
O ^3
«ow
M -2
n> oq
ro -t 2
rt>
3 2
O 3
2.
3*
O fD
g 5
2. k
rT
-3 3
Si
- 0q 3
3
5?
S* 5
!r
ii
p p-
r* S3 l-l
2W «-
<T> 3
O 3 2
2 o
cl 2
a o
3 P
O
O
O
S
rt>
3
er
Q. ra
3 C
o 3' M
a 3 3
s S5 o.
5- 3
ft>
n, a. re J1
0q n
Is
FT O
S' 45
O
*- 2.
3
>3 Oq
o
s Jh
o
?s
O
3 w*
c: e.
5-
n ro
St O
S g
N B
W O
O 3
3
O. fn
HULDE aan de N E D E RL AND SCHE
WELDADIGHEID bij den jongsten
WATERSNOOD.
Waarjsta ik? opden grond vanNeérlands ed'le vad'ren?
Wat digte drommen zie 'k naar 't heiligaltaar nad'ren
Voor welke Godheid stak der Priest'ren hand het aan
Voor wien zie ik den rook en vlam ten hemel slaan
Voor welken Afgod Voor het godloos zelfsbetrouwen
Voor Hoogmoed, wien deze Eeuw een nieuw paleis ging
bouwen
Waar sta ik op den grond van Ongodisterij
Van Dieren - wellustof misdadig zin - gevlei
Ik sta op uwen grondedelst volk op de aarde
*t Was Nederland, dat zich om 't brandend altaar schaarde
Voormenschen-minvoo'rtrouw en Godsvruchtopgerigt,
Door Koning en door Volkzoo koninklijk gesticht.
Naauw, Nederlanders! was een deel Uws erfs bedolven
Door opgedrongen' vloed of snejler dan de golven
Vloog uwe menschenminmet rijk geladen hand
Naar 't dal van jamm'ren heen- naar 't overftroomde land
Naauw deed de vlugge faam de droefste treurmaar hooren;
Of werkplaatshuis en school, der Zanggodinnen-koren,
Verblijven van 't vermaak der wijzen stille cel
Het schaterend gebouw van dans en snarenspel
't Werd al herschapen en aan Godgewijde temp'len
Wier nooit gefloten deurwier platgetreden dremp'Jen
Getuigden van een liefde een trouw voor Land en volk
Diezonder wedergade dikke zomerwolk
Gelijktdie, klein voor 't oogmaar met een milden regen,
Het dorre drenkten 't al doet juichen van haar zegen.
Ik sta op uwen grond Eerwaardig Nederland
En kusch verrukt en blij al de edelen de hand
Wier liefde en burgertrouw den last'raar logenstraffen
Die, Nederland Uw deugd zoo schendig aan durft blaffen;
Uw kruin verned'ren wilals 't booste volk op aard
En toch Europa's roem, een schitcrende eerkroon waard.
S. den aósten Febr. 1825. V. C.
S-i
a
5? 18
I
a
5» P
g :s; -3 3
3
s
O 3
ovi
rr
n V?
E s
<T> 3
e 3
3 c
3 I
<p 3
crq c
P- 3
rt> 3 l
3 6
2, o
o-
o-
n p?
oS S1
o
55 V- )z
r\ v-/ fP
2 4 g?
M
13
s
O A#
3 s-
Pp»1
2 S
3 S
S" O S O*
to 2 a <a
3 3
o
fp
3 s
tv o
2" 3 O fft
N d ^2. 3
O crq t, J5
g 3*
Oq Cfq p crq
•-* r»
a o
2 5
3 2.0 01
r»
n n
-A3: o b 2Td5*
Q 3 G- N
O O
Ter eg tw ij zing.
Den Schrijver van het Stukje 1 Bij het Eeuwfeest van
Leydens Hoogeschoolden 8 en 9 February, 1825
geplaatst in de Weegschaal voor 1825 No. 2 en reeds
vroeger als bij Uittreksel uit dezelve uitgegeven dient
tot narigtdat het geen daar gemeld wordtbijzonder
te zijn voorgekomendat men geenen Hoogleeraar uit
Amsterdam onder de Genoodigden had waargenomenge
heel verkeerd is. Waar toe deze aanmerking die in
volgende regelen als een verzuim wordt opgegeven
De Akademie kan niet helpendat de Schrijver van dat
Stukje niet waargenomen hadhet geen hij had kunnen
waarnemenen bij het minste onderzoekvernemen.
De Praeses van het kollegie van Professoren van het
Athenaeum te Amsterdam is uitdrukkelijk, uicgenoodigd
en heeft de Hoogleeraar van hencel welke thans dien
post bekleedtzich ook in die hoedanigheidde beide
dagen bij de plegtigheid en aan den maaltijd bevonden.
Gaarne zou men ook de Rectores van de Athenaea van
Franeker en Deventer gevraagd hebbendoch het be
krompen lokaal voor den maaltijd heeft dit niet toege
laten. Wij twijfelen niet, of de Schrijver van boven
gemeld Stukje zal, na deze teregtwijzingzijne aan
merking terug nemen.
N S-
3. 3
ro o" 3" &- 5' S 5
Cu -1 3-
N n>
n> 3
Oq
I 3- 3
S uq
S ro 2 <5
P ro
I"
S P4
3* 3.
O- r>
3 3
CL -
f B
tl
fP
3 fP
0 3^
P- 3
PT" ti p-
1 3 -
3
5
3 fp
3 O
cv
3 r-.
M. O
3
Oq
>-i
O O
fP o
'O- rw
fP
cr*
a3:
fP 3
- 2
p* S
pt
S* 3
2 p.
r*
2
ft> «3
3" n 2
2 fp fp
B 3 3
B 2.
ET 2.
3
s.
fP
3
ro g-
9 3
2.
5'
ro
g
O B
3 g
a 5
«-» O
3
to g
2
8.5
E
S
2 W *3
O
3
s' S" O
3 fi.fi
ro 8 2'
O
B I
<p Oq
O-
o ro
3 8 S
2. 3 S
2 I-
O 3
O
t-t
MINISTERS.
Een FransCh Blad behelst onder de Rubriek! Mi
nisters, het volgende:
Lodewyk XIV had, gedurende zijne vijf en vijftig,
jarige Regeringvan den Pijreneschen vrede af gere
kend, slechts zes en twintig Ministers in alle de De
partementenen onder dezelve waren zeer voorname
mannen. Lodewyk XV telde er veertig, gedurende zijne
zestigjarige Regering. Lodewyk XVI in de vijftien
jaren waar in hij zelfstandig regeerde zeven en twin
tig, zonder diegenen te rekenen welke de Revolutie
hem toevoerde. Onder Lodewyk XVwerden de be
langen met meer of minder beleid verzorgd doch ge
durende zijne lange regeringbragt genen van zijne
Ministers iets groots tot stand gelijk een Sully,
Richelieu, Colbert en Louvois. Niet uit gebrek aan
werkzaamheden en vermogenswant tPArgenson Chau-
vclinMachault waren zeer wel onderwezeneoordeel
kundige, bekwame mannen: maar een Minister kan
slechts ondere zekere omstandigheden, als een Schep
per optredenen dan alleen kan de geest van den Mo-
nareh zelfs ,en deszeifs karakter tot de grootste ver
heffing febragt worden buiten datis hij gedwongen
zich binnen den gewonen kring der lopende, werk
zaamheden te begrenzen. Er zijn echter ouderzwakke
Regenten uitzonderingen gelijk Richelieu onder Lode
wyk XIII. De laatste, nogtans, had een bepaald doel,
én liet derhalve zijnen Minister werken. Onder Lode
wyk XIVtot op zijne verbindtenis met Mevrouw de
Maintinonpoogden de Ministers dezer Maitresse te
winnen: maar zij streefde niet naar invloed op de werk
zaamheden. Het was geheel anders onder Lodewyk XV
zij wierden slaven van de Marquise Pompadour, welke
zich zelve tot eersten Minister verhief, en dit over-
wigt alleen aan hare lage vleijerij had te danken De
Koning begeerde geenszins deze slaafsche onderwerping s
maar elk geloofde zijnen mededinger het beste te kunnen
verdringenwanneer hij haar de belangen van zijn De
partement voorlegde. Waren zij in onderlinge ver
standhouding geblevenom haar deswegens geene re
kenschap te geven, zoo had zij even zoo weinig invloed
op de Regering gehad, ais de Maitressen vm LodewykXIV,
en de Ministers hadden derhalve bij de Koning niets
verloren.
Een onderkoning, welke de Keizer Mahomet Schaw
tot Dekan benoemd had, reisde van Delhi op eenen
olifant af, maar zat verkeerd op het dier, en met zijn
aangezigt naar het achterdeel gevestigd. Toen men hein
daar van de reden vroeg, antwoordde hij: om dat hij,
op deze wijzezijn opvolger kon zien komen."
Soortgelijks kon elk Minister wel hebben gedaandie
door Lodewyk XIV benoemd werd.
Ten tijde van den Amerikaanschen oorlog, werd de
Courier de Europe een in Engeland uitkomend
fransch dagblad, zeer begeerig in Frankrijk gelezen.
Een zekere Morande Schrijver van de Gazetier cui-
rasséeen schandelijk libel, vluchtte, om de' vervol
ging der Fransche Regering te ontwijken naar Londen,
en gaf hier zijn Gazetier uit. In dezelve schilderde hij
vele personen van het Hof te Versaille zeer onvoor-
dee.tig, af, en berispte het gedrag der Ministers. Johston,
toen ter tijd -een zeer Voornaam medelid van het Par
lement en der oppositiepartij was juist in Calais en
wachtte op eenen gunstigen wind. Onverwacht kwam
Morande daar ook aanmet wien hij bekend wasen
wien hij dadelijk zijne verwondering betuigdedat hij
het dorst wagen, het Fransche gebied te betreden. Deze
geeft een uitwijkend antwoord, en gaat naar Parijs.
Later vernam hijdat hij terstond na zijne aankomst tot
den politie - lieutenantvan daar naar den Minister
Vcrgennes gegaan, en spo,ecjig daar na weder, na een
jaarlijksch pensioen van 12,000 franken verkregen te
hebbennaar Ldnd'en was teruggekeerd. Misschien het
beste middel: want van dit oogenblik af, kwamen erin
de Gazetier geene uitvallen meer tegen de Ministers
voor. Leve alzoo het PrelinpinpinpoederWat is
dat voor poeder? Doctor Qnesncy zal het den Lezer
vertellen
Ik droomde het volgende. Ik bevond mij in het
Land der oude Duitschers; ik woonde in een groot
huishad volle korenschuren vee! vee veie paarden
en gr/oote vaten vol van best bier. Dodh ik leed ver
schrikkelijk aan jichtpijnenen ik wist niethoe ik tot
eenvijftig mijlen van mij verwijderd gezondheids-bad
zou komen. De weg liep over het gebied van eene
vreemde Natie. Een Toovenaar verfcheen, en zeide
tot mij Hier hebt gij een' pakje Prelinpinpenpoeder.
Elk, dien gij daar van geeft, zal u herbergen de kost
geven en met beleefdheid overladen." Ik nam het poe
der en bedankte hem verpligtend. o Konde ik
zeide Mevrouw de Hausset tot den Doctor ^,ook
nog van dezen Prelinpinpenpoeder bekomen ik zou mijn
geheele kas met denzelven opvullen," Gij hebt
het," antwoordde de Doctor: het is het van u zoo
gering geschatte geld" enz.
-
Memoires de Madame de Hausset. Paris 1815,
waar men pag. 71 het overige kan nalezen,
Korrespon dentie.
De volgende brief is van -een Zendeling te Palamct-
thabijna ao uren van het Voorgebergte Comorin in
Oostindien.
Gij uit den wensch mijn Vriendom eene uit
voerige beschrijving te ontvangen van den -rap der be
schaving, op welken de bewoners van dat gedeelte van
Indien staan, bij het welk ik leef en arbeide. Met
vreugde voldoe ik aan uwen wensch naar mijn best'
vermogen. Iloe meer en hoe naauwkeuriger ik de In
dianen leer kennen, met alle hunne, van de Europe-
sche zoo zeer afvyijkende en ons zoo geheel zonder
ling en zoo verkeerd voorkomende gewoonten grond
beginselen en bedoelingen .des te moer gevoel ik de
Het vervolg op de kant van deze b/adz. j
won
wor]
De
gehe
ben
en d
melij
eene
op
zich
reini
011de
lijk,
ders<
niem
ook
begii
gema
melij
word
welk
gede:
bezig
make
heen
klaar,
nen -
ten
zoo,
en 01
Stand
Standi
ke kl
ziel
toesta
boog:
Ëei
j gen 1
ring
i vreen
sc.e ti
wone
list
zwaai
tegen
i halzei
welke
I metaa:
I looze
j voorb
I gische
ook h
orde
De
leve
maats.
I welvc
de n
,"zoo I
lagere
j vleije
i Volks
1 deren
ling e
onder
van 1
eenigi
eten
de dc
seress
schrij.
Voor
kunst
de hu
meer,
Huisse
•moger
heden
hoe fee
'noemd
Indian
ach t e
wol, 1
Ofschc
én rij li
zijn k
kelijk
in Ma
«en he
dig be
tinged
den ki