1O-, marcelnresfen en harer fchoQnheid, Deze teederhcid fluit eeliter geenszins de kraclit en mo.edige beflisfingea uit. Over het aigemeen verkiezen vrouwen .en kinderen onder liet zwaard der ongeloovigenden dood liever dan de afvalen, wanneer ook eenige dezer Christenen in een oogenblik van vrees of zwakheidhe.t geloof hunner vaderen verloochenen, zoo vervult fpoedig het herötiw hunne ziel en zij vernietigen hunne ontheiliging door gen blgg.ddoopdie hen., op nieuw, gebiedt. De Mahpmetanen geloofdenProfelieten gemaakt te hebben en vonden alleen flagtöffers. Men heeft Chioten gezigp die zieh van den dood, door belijdenis der \y,ec van den Profeet vrij kochten en naar Azie weggevoerd werdendochdie naauweliiks in e;eue Turkfche Stad aangekomen warenzich fpoedden naar de Regtbank van den Radiom de dwaling yan eèn oogenblik af te zweeren en getuigeuisfe te geven van den Godsdienst van hunnen Kouftantyn en hunnen Theodotiuswaar op zij, dadelijk, onthoofd werden. Zij hadden, vrij en ongehinderd, naar een Christenland kunnen vertrekken om daar hunne afz weeringen re verrigtent maar zij wilden liever, in het land der ongeloovigen, teil voor- bcelde en tot een leer voor liunne broeders fterven. Dikwijls breekt ook eene hoogere ingevingwelke de grootfte mannen en de grootfle daden voortbrengtin moedige'krachtvolle trekken doorvan welke vele aan de fchoonfle karakters uit het oude Griekenland of wel aan de helden uit de tijden van de vervolging des Christendoms herinneren. Twee Prelaten, welke, door de bedreigingen der Turken gedwongen waren zich tot middelaars tusfehen de beide Natiën te laten gebruiken 'komen met dat oogmerk tot den beroem den Odysfeus. Deze trekt uit eenen lederenop zijne borst vastgemankten zak een lap van grof linnenen vraagt of zij denzelven kennen Neen is het antwoord: Dit heilig overblijflelfpreekt de jeugdige aanvoerder der Hellenendit heilig overblijffelhet geen onzen dapperen kracht geeft, is een ftuk van het lijkkleed van onzen martelaar, den Patriarch. Dit is ons antwoord op alle de lofredenenhet geen men van ons voor zijne moordenaars heeft te verwachten." Niets echter bewijst beter, dat het, boven alles, het Godsdienflig gevoel ishet geen alle deze volke ren uit hunnen fluimer heeft opgewektwelke niet befchaafd genoeg en te zeer van elkander verwijderd waren, om geméenfehappeiijk den aandrang van eene ftaatkundige bedoelingte volgenniets is ook gefchikter om ons de voorftelling duidelijk te maken, welke, in deze voorbeeldeiooze omwentelingde eerde plaats be kleedt., dan de heilige geestdrift der Grieken aan de fEgeïfche zeewelke nnauwelijks aan de vreesfelijke toerustingen van .den Kapudan Pafcha ontweken zon der op de nieuwe gevarendie hen omringen, bedacht te zijndadelijk nalieten zijné vloot te vervolgen om alleen van het eiland Samóthrake het aart het voor gedacht gefchonken kruis .af te halen, het geen Keizer Konjlantyn den heiligen Anachoreten vereerd -haden het welk, federt dien tijd, .op den berg Athos gebragt wasvan waar men hetzelvé naar dat eiland ontvoerd had, om het aan de ontheiliging van den Pafcha van Thesfalonichi te onttrekken. Toen Voerden zij het,, in triomfop die zee rondwelke hare «loot voor hen weder veroverd had toen voorbereidden zij zich door vasten en gebeden tot inwijding van dit wonderdadig heiligdom van dit nieuwe palladium van hun herrezen Vaderland en heiligden het aan de kerk te Hijdrain de tegenwoordigheid des Opperheersdes raadsder Epboren en des volksvöor dep (landaard welke de zelfde Keizer hen had nagelaten, en aan den voet van het altaarhet geen zijonder de befcherming van denzelfden God weder opgerigt hadden. Cyrillusde Bisfchop van Aegina voerdebij alle deze plegtighe- •den, het woord, doch hield, nadat de verhooging van het kruis in het heiligde van het heiligdom was gefchied, eensklaps open van een nieuw gevoel doordrongen wendde hij zijn gelaat tegen het Oosten en fprak eene lijkrede uit op de flagtöffers van Chio. Sterft zegt hijderftwanneer het zijn moetals zij fterft eer dan dat gij uw geloof verloochentflreeft voortonder de vanen van den waren God naar roeik naar eer, naar de martelaarskroon!" Deze woorden zijn verdaan gewordengedenkwaardige en Godvruch tige daden hebben, federt dien tijd, het Christelijke Griekenland op nieuw doen fchitterenen hoe vele van hem, welke toen Cyrillus aanhoordenzijn voor het kruis van Konflantijn geftorven Wij deelen hiermede een kort overzigt der oorlogs- gebeurtenisfen in Griekeland in het jaar 1824. Het jaar 1823 was naauweliiks, onder de gunftigfte vooruitzigten voor de goede zaak van Godsdienst en vrijheid te einde gebragt, toen er berigten uit Konftan- tinopel kwamen welke alles voor deze heilige zaakin den loop van het volgende jaar 1824, deden vreezem .Zes nieuwe fregatten waren van de Porte, met onge wone vaardigheiduitgerust gewordenen zeilden de Dardanellen af op de aldaar gevestigde groote divifie. Tot opperbevelhebber over deze nieuwe oorlogskracht ter zeezoo wel als over de op de verfchillende punten zaamgedrevenelandtroepenwelke over het geheel tot 80,000 man zouden gebragt worden werd Derwisch - Mustapha - Pafcha, bij een grootvorflelijk befluitbenoemd. De nadering van deze vreesfelijke magt moest des te meer zorg barendewijl in Morea onder de hoofden der verfchillende partijen, tweedragt heerschteen zich verontrustende geruchten wegens eene krachtige deelneming aan den oorlog tegen Grie-, kenland van de zijde des moedigen Pafchas van Egyp te Mahomet - AUverbreidden. Ondertusfchen leefde Lord By,-onals een bcfchermengelonder de veront rusten. Hij had een, doorhem gemaakt, gedicht: de Zegepraal van Hellain het Griekseh vertaald en on der de Grieken laten verfpreiden. Met de hulp van den Engelfclien Overfte Stanhope en zijn groot vermo gen vereenigde hij alle de op Morea zich bevindende vrienden tot een korps van vijfhonderd manhet welk met wapenen en oorlogsmiddelen volkomen werd co'e- CL1 IB o0 O CD »é3 Cl JZ o O -ei w 2 CU faD CD "Ja* V b£"G - Op a O g 2 O-, w -o <5 1» Cl UJ <-» fe^sfniigjs C'ejs s - Qv: c<5 o o_ fu <3 0, 0 <5 gerust. Den 1 Februnrij verfeheeh het ccrfle Grick- i'elie dagblad, het welk echter niet weinig bijdroeg om door vurige en vaderlandlievende uitroepingenon der de kinderen van het kruiseene nieuwe geestdrift f g- 0 .te doen ontbranden. Dezehoé grcot zij ook was-<>•= had de tot het oorlog voeren zoo noodige middelen ri ju 53c c g niet kunnen aanbrengen wanneer niet dein de maand Maart gevolgdeaankomst 'van den Ridder Blariuierre uit Engeland, aan de 'Griekfehe Regering liet ware middel tot alle ondernemingen, geld had ver- fchaft. Deze wakkere vriend der Grieken kwam .met 50,000 pd. fl. den eerden termijn van dein Londen gekontrakteerde leening, aan. Den 7 April eindelijk, trok de Kapudan Pafcha van de Turkfthe hoofdlied de Dardanellen af. Het omveder rukte van tijd' tot tijd al nader aan toen de onverwachte (lag Van eene andere zijde 'kwamwelke Griekenland den grootflen fclirik 'veroorzaakte. De edele Lord Byron de kracludadigfle fleun van dat Landdc moe dige verdediger van'deszelfs zaak ftierf den 17 April te Misfolungiin het 37de jaar zijns levensaan eene rotkoorts. Geheel Griekenland'jammerde over'den on- vergetelijken helden-dichter gevoelende het onoverko melijke van zijn verlies. Eene rouw van een en twintig dagen werddoor het volkaangenomen alle vrolijk heid was gedurende dien tijd opgeheven en alle Kan toren en Geregtshovcn bleven drie dagen lang gefloten. De maanden blei en Junij waren intusfehen voorbij gegaan zonder dat iets ter zee door den Kapudan-l'afcha ondernomen was eenc.Egijptifche vloot onder Ismael Gibraltar wasonverwachtvoor liet eiland Casfio ver fcheen en had dit klein eiland met gewald ingenomen. Deze niet onbeduidende gebeurtenis moest flechts liet voorfpel van het liartverfcheurende Treurfpel op Ipfara worden. De toenmalige trage fluimer van den Kapudau- Pafcha eindigde in het ontwaken van eenen liongerigen tijger. De derde Julij was de bloedige dag, opjvelken de Turkfche vloot voor het rampzalig eiland verfcheen, en deszelfs ondergang bewerkte. Wij willen het gevoel onzer Lezers niet op nieuw door herhaling van al de gruwelen bedroevenzij zijn nog te verscliom ver geten te zijn en te verfclirikkelijk, 0111 vergeten te worden. Wij zwijgen ook daarom van die bijzondere trekken van heldenmoed en opofferingwaar door de Grieken zich eene nieuwe aanfpraak op onze bewonde ring en eene fchitterende plaats in de jaarboeken der Gefchiedenis verworven hebben wij zwijgen daar van, dewijl de jongde gebenrtenisfen door de grootheid van het karakteren de gevolgendie zieh door dezelve ontwikkeldenalle het tot hier aangevoerde verre overtreffen. De tot hier toe in de openbare dagbladenover deze laatfte gebeurtenisfen ter zeegegevenberigtenZyn bijzonderlijk wegens het onderfclieid der dagteekeniu- gen naar den ouden en nieuwen (lij! zoo vol herha lingen en tegenfprekingep over de hoofdmomenten dezer ?eem.agt.dat .men wegens de belangrijkheid van dit onderwerp, wel eene, zorgvuldig .vergelekene voorftel ling van dezelve, dient op te maken. 1.) De vloot van den Kapudan Pafcha Clioreus Pa- fchp"), beflaaude uit het Admiraalfchip van 80 (lukken, zes fregatten en tien korvetten, zestien brikken en twee galeijen zeilde, den 23 APr'' met 4000 Janit- faren aan boorduit de haven van Konrtantinopel af voorzag., in den loop van de maand Meivan de nop dige levensmiddelen de vestingen op Negropont11am te Salonichi 5 of 6000 man Albanezen aan boord, en begaf zich toen naar Mitijlenealwaar de Kapudan Pafcha de geheele maand Jnnij doorbragtom de vrees- felijkfte .toerustingen tot een aanval op Ipfara en Samos te maken. Na dat hij alle zijne tranfportfehependie 200 in getal waren waar onder 150 Chrisceiijke bijeen verzameld en nog 77 tot 20,000 man Aflaten op de zelve -ingefcheept had verfcheen hij 2.) dep 3 Julij voor Ipfara, veroverde het door verraad van eene Albanezer troep onder Goda en door de overmagt van zijn vermogenverwoestte de helft der Staddoch kon de op eenige vaste punten, zich gevestigd hebbende Grieken niet onderwerpen. Van de ,laatflen fprong de Kapitein IKjarwakieen neef van den beroemden rijken Koopman ffarwaiiuit Taggau- rogeen geboren Ipfariotdie voorheen voor Ipfa- raas verflerking 300,000 .piasters gegeven had en federt naar Napoli di Romania met alle zijne fchatten vertrok- ■ken ,isin het fort San; Nieoio met 80 dapperen vrijwillig, in de luphttoen hij het tegen de ftormende Turken niet langer kon uithouden: en begroef twee- volgens anderen v.ier-) duizend van hun met zich onder het pujn. 3.) Den 7 Julij zeilde de Kapudan Pafcha met zijne hoofnmagt naar Mitijlene af, alwaar hij met tien genomen oude fchepen aankwam. Den 14 Jnlij verfcheen eene Griekfehe vloot, onder Canaris, voor Ipfara, velde, met hulp van de daar ingeflotene Ipfarioten, de Turk fche bezetting van 3 of 4000 man ter neder verwoestte en veroverde 70 of 80 Turkfche kanonneerbooten en tranfportfehepen, verbrandde drie groote fchepen, en fcheepte alleshet geen nog van de Grieken en de Griekfehe eigendommen daar wasin. Op den 15 Julij verfcheen de Kapudan Pafchadaar van ondenrigt weder voor Ipfara de Griekfehe vloot won hem het voordeel af en verwijderde zich. Het gezamenlijke verlies der Turken, van den 3 tot den 14 Jnlij op Ipfara wordt van de matigfte fchrijvers op 10,000 van anderen op 15 of 16,000 man gefteld. De Kapudan Pafcha kwam den 23 Julij, onverrigter zake naar Mitijlene terug, zonder eenige andere winst uit deze vruchteloze onder neming getrokken te hebbendan dat hij de 'naven van Ipfara opgevuld had. De groote Griekfehe vloot ver zamelde zich intusfehen onder Miauli aan de zuidfpits van Scio. 4.Den 9 Augustus verliet de Kapudan - Pafcha Mitylene en verfcheen den 11 voor Samoswaar he- uen de Griekfehe Admiraal Miauli hein vervolgde llté vervolg op de kant van deze bla dz. - riECE - O O 'rTi'*?"* ';<D bü'CJ boei „CD S s^.S t; ja fc. 5 S,= o2ïi-i Jd Kr, Si: <b o-S tkD 0 O 'o Cl - g C' S O fa .s 2 S-ë'g 0 c Zï.g .^4» o <U SP'AD K,. I- C •- O u to 'S Q e _QJ :<D <0 X1<> -p- boiS IS u *- S °*C - v. t-* ^5 S o a, -O a cs T3 G Vl O )$S •SP S S - c to s o '5 I e B Sa,»,- O-S ü-g.jel a teal's" N R cs sS &S 5-.JJ 0 O - "13 ^1) I M I o-C 8 Ji O O TT# - a» a G v" Cl OO ets Cl c Wü .y o *2 C3 o.èo 3 'Sb o -2 .2, O c o 5: a a S 'n o <v a tf P' Sirsv o o N p o a - E °-S 1 w s^ s g a4ï Si!e S-.t" >.5-2°° S-5 g-c.«-S 5;G K -| w ""-g 'a. si 12 - ara 3 m- aO <u f-c K >2 2-2 c g- «S Ja S3' S '1 e i-H c Cm *2 kS ai S 15 0 is.Si 'fe k c 0 W JJeÜ; r- c- O^'P- D; o E rh i5 ^.OOU)^ Cl U Cadi-C 2 ft>jd <u O, mzz „.CJ ■§- - A, p ig-OM ts q u B co co o a; ^7" a 1 "cac "TG ,rl O c O CD <u E S-O 4; w O O r-r; p 1 es a .0 o a 00 O C O O c-C n - V. S f. r: a Z to §3 „sR e .,s s o -a g co r.p QSüOOS, -2. a O P. cï p* N *-• n 12 6 bo S 5 s O i-J S sS s s "2 o OJ "5 s J <-= co - 2 s H G- a q cS'P 2 a - a/33 -o P - q& 5 - o bxrc S £i o o o u "O u .o w oca_o°^ a 2 '5^ ë4 o S 2 S >o§f u a a "a o o aa S a o o o o o o o a c Kjaac mo) o «a Q-> p 2 5 «S.2c'ug 1c S-v: o c 2- M 4 a "S S-jN-'S-ïs®'5 N a ^-C Ö"C o fe <1 CJ *-> 1 *a' tj - »a rG .a «- ai C.' mS 2 «"Slllê--2 s <2.0 S-g selc Z-2SS -• - VO - g N p O flj CJ a g 3 5 r, C <jV .S 23 jsf sk ?*- a>^ s.si s-o,"2-! s <D co o T3 o O a tc r- 1> M "'h ,JA t3 3 a i-» 5 .O (-n. o o'3 \5^ 0 O i_i ..ai on rf O <v BH "lirjlllfll.il c 2 o o a 'öj 1 -c ub' Ö-S SS= c o a> a 1-2 o _a i- u a> qj a A y> a 3- d -C rO a» N G

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1825 | | pagina 3