bUIFSTEIK, In het Werk vit> de* Heer Mr. valodanubi te"«ttende Oitdhcii- eo Natuurkuniigt l'et handt livgeh vindt men een naaowkcntig betigt omtrent eenen ■den daner, of weg van Dulfflean In dei Wierioger- wiard, ter lengte vis meer den 1300 Roeden, bene vent nog eenlg muurwerk dairomllreekaontdekt io den jite 1773, en voortgezet in 1773. Her zal genoeg fijn de ontdekkingen van dezei onderzoeklievendca Geleerden. kortelQk bfjeen te ttekkeb en dezeLye bier mede te deelen. Toen de (lokken en brokken «in dezen moer eerit opgehaald Werden, waa er over dezelve* geen befluü •p te maken. ZQ febenea eetdet nit harde kleimet fcbclpen vermengd, te beitian, dan tot dea Dutflleeo te behooree. Na dat dezelveodié, langeo tijd deor 4t zee wateo befpoeld geweest, aaa de opeae lncbt weren blootgefteid, begon de (lof. van tQd tot tQd. harder te wordan. Vetfcheidene vergelijkingen werden er gtmaakt, vetfeheidene proeven genomenbrlefwisfe. linten met geleerden, en vnoiel met den onvermociden werktamen le Franeg Bcrthcj (ingevangenen men ge raakte zoo tot het befloit, dat de gevonden muur nit dniflteen opgetrokken waa. Men deed, vervolgeni, de volgende proeven: De Kenlfcbe itatilee*, de mourileeo nit den Wierin- ferwaarden dien nit den Sprocbtel ef Ooatwaard, werden Sjogeflooten, en dc kalk en het zand elk af zondetlQk, en door dezelfde zeef gezift, om allen ver- febil voor te komen* Daarna vermengde men deeKeulfcbe tras- nf dniffleeo met fchelpkalk en tegenwater van elk een once. Ook gelQke hoeveelheid gebruikte men van den dnifileea nit den Wietiagerwietd en den (leen nit den Ooatwaard elk afzonderlijk met een gelQk gewigt van een snee fchnlpkalk en water vermengd. Mes kneedde van nik mengfel, tot deeg gevormd, ter dikte van gewone beflagen kalk of cement, een platachtlgen ronden koek legde dieo io eeoe verglaaa- de pao oedereo overdekte dezelveo ter diepte vao twee duimen met water. Men liet dit alleaafzonderlijk, vijf weken lang on der water (laan. Toen bevond mes, dit de Keulfcbe trae es de monrftees nit dea Wierisgerweard zoo berd geworden waren, dat zt) met des vinger alet kenden ingedrukt worden. De laetlle Sees wie Biet zacht, maar tocb iodrskbair. Mts liet op des keulfcbes flees (en kegel vellen, welke, bQ deicbtlle keer fleebts een kleid kuiltje kreeg doch de muotdees Uit deo Wjeresgeewtmad krevf ,i„ Zlieeo bj) deo sChtftes val van deszelfdes kogel ten deuk, maar buk denzelven geheel, tetwgl de laetlle (leen teeda, bQ den eerden vel. ras elkander viel. Men nam vervolgens zei Gosdalchn fteenen: lelde dezelveo in ren emmer met wetertot zoo lengdat zQ geese de minde luchtbellen meer opgeven. Twee dezet dennen weiden met het eerdetwee met bet tweede to twee met het detde mengfelzeer dun een elkander gemetfeld. teen op eene kamer, buiten de zun gelegd, es op iedereo bovenden deen tien ponden gewigts gezet. VQf weken bleven zQ in dien toeilend liggen. Men nam de proef, boe veel zwaarte er noodig zoazQn. om de aeneengevoegde fteeneo vao. elkander at te tokkeo. De eetile deenen barstten aaodoeds vin elkander, dewQl de trae miafchien te fterk gedroogd wn. De tweede bielden viae met twee en veertig, doch lieten loa met vier en twintig pondende detde lieten teeda loa met dettien ponden. De billiard - cement, tot welka ver vaardiging men nn ook nog zand bezigde, bad bQoa gelijke oitwetking. Het befloit wiedat de Dulfdeen nit den Wieringetwaarddoor het langdntig befpoelen van het zeewater eene derkere kracht hezar. De Heet A L it d a ft u 1 meent, dat de dulfileenen tan den ontdekten mout gevonden wordende, voort- brengfels zQs van ona eigen L«oden gemaakt zijn van •ine fpeeie, welke uit onzen Vadetlandfcben grond ge doken wordt, en ln de lacht komende, verhardt. Jen Retain. Desar, te Wjjk aan Zee, heeft zoodanige veeke (lof uit de Zee opgeviachtop zQ« werf neerge legd, en is dezelve, kott dier tie, ale (leen verbard geworden. De Heet BerBey beeft een de osderfle (teeuen van den Snrgr te Leyden opgemerkt, dit fommige'n nog met fcbnlpen er tOsfchen wateogelQk aan de ontdekte ver karde üote. Zijn befloit ia, dat onze onde Landzaten deze weeke fchulpflibben in Zee Zulieo gekend en ont* dekt hebbes, dat dezelve, aas de iueht blootge- (eld, verhardde: dat zj) daar van hebbes gevormd zoodanige fteenenals zQ tot hooge gebouwen Bondig ksdden. tot dat de gebakkeo tigchelileeneh is gebruik gikooen zQn. HQ meest zelf, dat hier es daar op snze, door de zee overfpoelde of verdrookeoe landen, tn wel fcQznnder aas de Vriefcbc kuit, geween zijo febeele banken «f (Ireeken van foortgelQke cement. dof, welke in de lacht verhardt en gemalen wordende 'et een '/ast cement esdrr dm grond tegen her water dteot. Ook ie het beuendén door de éteatisg bewë- 11 iv a, dat de flib eo AQk welke Dit de zoorpaonen van j bet gezuiverd zeewater sedfrfltQkt, tegeo vochtige o -3 J J moten, onder dbo naam van ftij'm ran eensmet een .i "S 'S "a sfc goed gevolg gebruikt wordt a ra. 5 8 Al O G ft, .0 w Zeker ia her., dat mea bier ca daar sturen vindt, 2 -1"3 <2 k 2 o" ..O'!" welke* oodfjjdi, gediend bebbeB rot grenafebeidiojjeo of wegendoch die door de zeëeo, of rivieren over- -5 jj 81 -2 i' g 0 - Q fpóeld zij odat de ftof, waar ait deze muren beftaap, w M Q u -i. flibberig ia. doch hard wordt, wanneer zl) aan de lucht 2ÏS 5 •5-oS§£>^f a* rC3 g. q O A S" is bloot gefield. Een nieuw onderzoek deawegens is in -0 «T o 3 het werk gefield door den Heer $chclttma% met opligt 2 tot deZatderzeè, eo bet zal one blaken, welke ontdek-* o w b iu -r* O <f> C kingen ïjjo Ed. deswegena gedaaa heeft, waaneer zijne 2 5 o w Verhaodelicg io het licht verfcb$)nt. *"a«-S2 -3 5 2 Men heeft gemeend, dat men den oorfprong vao dep jj 5 doiffteeb moeit zoeken in voorledene brandende bergen, "a" Dit begrip beeft, tnisfehien aanleiding gegeven tot des- J J J S - zelfs benoeming, als oorfpronkeiQk vao bet Griekfche j fc, ja n -o J» a N3 a *o o o q ,w O fl u Q ft woord: mfe, hetwelk afilant van «v»Ineendo fan» a a t "2 S lat lm, item calefacle Zacht branden warm werden 2 i o ïl Men zon dua, eigenlijk tuftcen moeten fchtQvob. - hetwelk zeketlQk eetat ia gefebied doch door de ver* wiafeliiQ der klinkera f eo eli in duf/leek, en older* svj; f5 5 f hand, bQ verbuteriogin dttif/letn veranderd is. Ook S 2 bet franfche woord ia Tuf. S 6 Da proeven, welke genomen zQe (hetden (libberof bet cement van den Heet Ca/in, cQo goed bevonden. ;ï?3Ï.?> •0*®Ma»Qc*«fcl<uB fchoon z^Jo cemeht dc «Ifemeene goedkeuring eo verbruiking nog niet heeft gedragen. Het gaat daar - 5 I mede, geljjk met alle teitvlodingeodia Hechts den fcbQa van nieuwheid hebben. Zij vinden altQd tegen "SïJi-ï'ï'J-'a" fptaak en teganflind. En dit ia zelfs voor baar nood* zakrlQk. Daardoor wordt de aandacht opgewekt, het S -ë a onvolkomeoe van elke ontdekking aangewezeneo voort ïj z S j v v gegelo iet derzelver volmaking. Waar eeo ruiipuot ia, boodt de meoscb op te arbeiden. Waai **ij cegeo- 'ïJisjvJe.' !S|j ftand vindt, verdubbelt bQ zQoe krachten, ou» denzei- a a 5 ven te boven ilreeveoen zoo flijgt elke ontdekking ."TiuheSojEgvgjg tot de hoogitmogelQke volkomenheid. Met moed kout a u nes veel, zo* niet til» te boven. n s •rS.sS2S.e'°~ïf-_ oï o-Sj-ooS-S'-n»0?*1- •>j= a w e i S ïï- .2 ts S 2 O Kardtunflleke Vederen'verzameling vaneenen Wljtgetr. Uit Bet ttansch. -j i o se •a o a m «"3 Ooder de Balatfihfchap vao eenen Man, welke door «cdc vccijange nnüervindlBgeeoen grootea fchat o 2 B 5 S -a 'Z a 2 *1 c* t 2 8 s W kü O -0 !e? i n t 5- vao meófckeokeóoii had verkregen, bevond zich ook o 2 eeoe vCrzameliog van velerlei zeldzaamheden, welke, gel|Jk een kabinet van oaturalien gefebikt - eene menigte opmerkingen bevattedeo en voorftellingen uit bet werke lijk leven iBbieldeo welke menigvuldige fporachtige en geheel eicene betrekkingen tot hetzelve opleverden. Zoo waa er, in een vak eeoe vetzameling van vederen, elk J „vv I q meteen kiettjeaan een gebonden, wait op de voigeode S g -ë i' N j s opbelderiogeo gefebteven werea. a a S S i. Deo WQageerenwelke, trotacb op den nltgebrei- des omving van bdnoe kenaia ee inzigten zich béroe* *5 S o _g J men, boven den kring der gewone kennis koer verte 2 - o t verheven te zËo; een faauwcn.rtJer. S a Voor die geneswelke bQ de zorg voor de epen* a»|ï - bate belangen1* de grootfle duiatersia, zich zeiven alleen en bu*ne krearuren voor oogen hebben, een "2-2 af ,i s j j £-só-o-2 b~w, fperwtr-veder. 5Bc,o;=Sbb 3 Deo gelukzoekers, die geheel loeder verdienden -- o zQn, een traaije redtr. - -|7~ 4. Middelmatlgen verilandea welke, ie derzelver - v* tl h 1 tB beperktheid, het la^Èheo der dwazen en de gelaatstrek» 5 ÏT S g ken der domheid voor bijval houden een iélioenvcder. «5- 5 -i 5* Èlkea ellendigen koeebtwelke, achter den rug X -f 2 5 t a van zijoeto He.érde eerlijkheid onderdruktdeozel» 61 *2 ven kwelt, eo het leven verkort, en alzoo weduwen 5 Jn o t o en weezei maakt: eta gier iéder. r -oj 0. Velen josgen lieden van onze wondervolle eed wj; g o 2 oa a een fpneuwe-vedtr. S J 7. Voor buD, welke zich, all zoogeoaimde feboene »o *go B"ï geesten, in de gezblfcbippen. aset asnastiging voor- 2°- doen, ee bet grootfle woord voeren de veder vao o 9 t j o eenen zorgvuldig aaar bet dtaaiorgel geleerden canarle- 2"° o 2 O «7 •ff togtl. Z »J S 85 SS ja 8. Den meeaten gtfcbiedfcbrQvcrs van onzen dagen: oS ,Sï'2e''o»:;"ï» eet eiller-veder. j o £a «E o 8 'O J X u O 41 5 9. Deo ftaetbiodigenwelke allea beter zouden ma- - 2 _-4l »««we B 2 r< - ken: een papagaai-veder. gg 2.«»"£b>k^oo=> 10. Kwaadairdigen fpoitera env^aodénvan nieBfcheos 'g*0^ w U een uile veder. 4- no 11. Der fchoone kunne» la bet algemeen: de vedgg S ^5 van een paradijs vogel. 12. Eeo vriendelQk - oofchuldig fchepfelia welks hart see te yalschhéid li: ten witte dulve*veier 13. Der Vronwco welke alleen voor en io de mode leven en fleebta aldaar gelukkig zijn: ten kolibrie-^tdt^m C Htt vervelg op dt K**t van d*\e Had**}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1824 | | pagina 3