- if 5 a re re re re I - T. MENGELINGEN. t 2- 2- B a <2 cr EX 2. O <0 •O c :r s 2 2. re a <cx <t> a a o. .- 5 tr o 3 re re - cx 3 o E3 o <2-22 R ro n S> 3 ir o. o r n ft ca cx re re a 3 2. n S -v 5 re a a a: I" g 2 5 c S «a: a a rc o a o c. 2 o re re o e" R a; 2 rr rt! 3 S s p o S, n t3 o s> re re- re re- re 2 n a 2 a tX aq a 05 o B •o V» 5 S 2. a 5" a r cr o o o o re re re B ex b cx a. w a. a. g n n 5 m a re re o C o [S S 2" a re 9r to a n 7 re -• D B HQ 3 - re S. s *s e- 2 3 C 2- - S o o 2. *a pr tr J5 i* re m *2 n rt 2, D O re o B 2. B o cx re re re cr 2 B TO *0 EX M e oxi w w, r D *o re g cx o 2 cr re D O 5 N B <31 n a D C- 2 2 a p H reerj^On-oro^. K ^TÏf tx I? 2 re"« ex ex Q. !!Sf cx a 1 a ™wro™il.«^0^ 7 a a n i M t* w- B B Q, s- 5 2 Cr r* O l"if ttf OR «"l Üi O I a s- S s re C CX r-» era -a n> a a cr <5 i Ï3- n n rn n r-1 T- 9»1 - 5 £-. 2" s, to re ta re o S5 Q O re to b - a re S 5 W* CX re. re 2 C, g1 - a 2. M 2 3 s cr a B 2 o a 2 re o«J S O D to re a S S re S. s 2 re re r. S. 5. 2 2 SS^Sg 2L OQ re o re re a E3 8- - s 3 S s s.°° S a n b a a TO cr W M t? 9 p-ï! re cr 5' o a. - a S s 3:1» t: Q*' a o re 3 B - S 2" 2 re w re 2, 2 5* D CX m O 2- B a- to 2 re 5T o o- cx B S S B* cx re - s 5 S g K- 2 B 1 X- o. a a r o B 2 TO O- 2" t B 8 5 a J re n a a S- 8 2 re re a 3 j< o z -J» r— F-1 re cr -» re TO re re re -v cr CX a re r, o 5 5* B re ."So O. - a S, Cr p re re re K* O cr o o s. s *tJ re 2 -■ -3 vt n re a re sr a Oe - n PC C re a 2 cx cr a cr 2 2 re S« I 5 s s - S o g- s o a o re N re >t a O 0 a B cr re 2 re re a 2 2" B 2 B Hef Leydfcbe Departement der Maitfchspp^Tot Nat van *t Algtmun in deszelfs Vergadering vib de^ Hi5 Ja3u?r9 I. i.ingevolge het 12de Artikel der Wetten op de Liydfchi Spaarbank eene Kommisfie van drie Leden dezes Departemenrs benoemd hebbende, om met de drie boogfte Inleggers op te nemen de BoekenEffekteo en Gelden der gemelde Bank, heeft deczelfs Vergaden'ng gehouden op den 24 Februari 1. 1., io welke doof de benoemde Korrreisfiebij monde van haar Medelid, den fleer p. van KLINKENBERG DOZY een breedvoerig foliriftclijk Berigt is gedaan, in hetwelk, onder anderen, gezegd wordt! Dat in den jure 5823 is ingelegd eene fom van I53»7I4* 591 C» Waar op aan Intresten is verfchcldigd geworden 6,644. 36. f 160.35B. 95c. En daar en tegen is terag betaald I27»557- 86. ZtJnde alzoo het beloop der ontvangene penningen, boven dat der teruggehaalde Gelden 32,801. 9§ c. Hier b^j gevoegd, hetgeen op deo 6de January 1823, tjjde vsn het fluiten van het vorige Bsnbjaar) was ingelegd, mede met de verfchuldigde Intresten - 171,752." 57. V e»—L. 1 ■-■■ .1 1 ii' Zoo bedraagt her oitflaande Kapitaal of Schold vao de Baok met de daar op verloopen Intresten op deo 5de Janaaijj 1834 f 204,553 66f c. Waar tegen zij aan Baten of Fondfen op voorfebreven 5 Januarjj 1824 was bezittende een Kapitaal v»d f 432,000 - aan Werkelijke Schuld en nog een Kapitaal van 4,000- «an Amortifatie Syadika3ts-Boos rentende 4 en 1 half per Cento: te zamen in retele waarde, volgens de cours van den den 5 JanusrQ 1824, bedragende eene fom van 212.050 Ed was als toen, in Specie, in kas 0.938 86 c. Bedragende te zamen f 214,9HÖ ö6 Waarvto afgetrokken zjjodehet bovengemeld Kapitaal ofSchuld der Bank met de Intresten,! tot. - 204. *53. 66§ c. Blijft alzoo een voordeel de fom van 10.435 19$ c. Hierbij is nog aao te merken, dat de conra van den dag der voorgemelde Effekten thans meer dan ten per Ceot booger zijnde, dan die van deo 5 Jannarij 1824, het voordeei nog aanzienlijk fcooger kan berekend worden, en de Spaarbank alzoo volkomen in ftaat is, om geheel het uitftaeod Kapitaal en Intresten te voldoen; en dat zelfs nog te zallen kunnen doen, ingeval dfe prfls der voorzeide Effektea aanmerkeiök beneden den tegenwoordige» mogr komen te vallen. En, offchoon nit bet bovengemeld teo volle is blfikende, dat het Beftttur der Spaarbank een gevestigd ver* trouwen is bezirteode wordr dat te meerder keonel^k door de bevinding, dat het getal der Deelnemers, in bet afgeloopen jaar, met een honderdtal is vermeerderd geworden. „Dit alles," zegt wflderg de Kommisfie voornt.: met de meest mogelijke naeuwkeurigheidnaar derzelver vermogeos nagezien en bevonden zijnde, gevoelde» zij zich gedrongen aan Heeren Kommitfarisjen van ét Spaar bank den levendigften eo bartelijkften dank te betuigen voor de zoo vele moeite», zorgen eo goede direktie b|J dezelve», in het afgeloopen jaarbij vernieuwing gehad en bewezen; tevens te kennen geveode in bet vertronwea te verkeerendat dezelveo daar mede wel zullen gelieven voort te gaan, en alzoo ook in die betrekking, blij. ven medewerken tot wezenlek nut van zoo veele der Deelgenootendie reeds, in ouderfchgidene opzigten, hit gunftigst gevolg van hunnezelfs in druk en kommer befpaarde, penningen ondervonden hebben. „Dat ook Wjj, mijne Heeren I ieder io onze betrekking, niet nalaten onze pogingen aan te wenden tot inftand. j houding en voortzetting dezer Inrigticg bet heilzame daar van befeffen, en vooroordeeleokleingeestigheid es nietige voorweodfelea trachten te overwinnen: alles in de troostvolle ea alleen voldoende overtuiging van uit be- langlooze beginfelen wel te doeo, en de zoo aangename hope voedende, dat zelfa het Nageflacht de loffelijk» pogingen en werkzaamheden der MeatfchappiJ Tot Nut van*t Jlgemeencn van dit Departement io het bijzonder, ook in dezen, met dankbaarheid gedenken en zegenen zal.'* Het Departement voornoemd heeft beQoten aan au üerigt t>j) bovengemeld «ittreicfcii*»g« <),ksh weg t ós openbaarmaking te moeren geven. ley den den 24 Februari/ 1024. OVERDENKING. Het ia eeoe mensch- en wereldkundige aanmerking, dat er niets in de zedelijke zoo min, als in de natuur lijke Schepping voorvilt, het welk niet io verre afge legene, ithmers reeds in voorledeneof nabijiiggende oorzaken of gebeurteoisfenmoet opgefpoord worden. Elke daadzaak is reeds een gevolg van voorafgaande voorvalleo, en kan tls een gevolg van eene beftaanbeb- beode oorzaak 8angemerkt wordeo, welke weder tot andere gevolgen leidt. De meeste meofchen vertoeven niet zelden te veel bö het doel dea oogenblikszonder aan het voorafgegane te denken en de toekomst, moedig te verbeiden. Niets gebeurt in de Schepping eensklapshoe onverwacht het ook fchijne. Alles is voorbereiding voor het. toekomende, en fta«» de be. driven vip het voorgedacht in onaffcbeldeniök verband met de gebeurtetlifenwelke de nakomelingen weder- varen. In de Bituurlflke Schepping Is dit duidelijk. Niet aanftonds fchittert de gulden Zon als op dén helderen middag. De morgenftar ia bare ainkoodigfter. Lang zaam treedt zfl dan van acbter den gezfgteinder te voor- fchön om de vale fchaduwen van den nacht te verdrij ven en de aarde te koesteren. Langzaam verbergt zJJ Zich, om bet ander halfrond te verlichten eo re ver- warmen. B9 tusfehenpopzeo wisfelt de Maan. om ons heldere nachten te fchenken. Langzaam trekken de wolken bij een. die oos otweders voorfpellencn berftelt zich de gefebokte natuur op dezelfde wQze. Zoo ook is het met de zedeltJke Scheppiog. Alles het geen gebeurtis gevolg vao het voorgaande. De tijden fchakelen zich aan, en men moet, met opzigt tot de tegenwoordige voorvallen reeds de vorige on- darsoeken om tot ces zeker befluit te koms». Hier toe «rekt de pefchiedenls. ZIJ behoort een bw eengefchakeld verband te ziJo vsn daadzaken, welke, onpartijdig opgeteebend eo uit echte bronneo verzameld- Zij». Geen Gefcbiedfchrijver zal ooit kunnen iflagen ei der oakomelingfchap tot aanbeveling ffrekkenindien h? zich niet bij he t voorledene bepaalt, en reeds bij di voorgeflachten de oorzaken vindt van tegenwoordige ei volgende gebeurteoisfen, en alzoo den zamenhacg op fpoort, waar uit de verfcbijnfrlen worden geboren wel ke de tijdgenooten zie» eo die de nakomelingfchap oo| verbazen. Gelijk de nakomelingen weldcdige vruchten plokkfl vsn het goede za&d hetwelk door de Vaderen is uitga-, ftrooid, befchermd eo gekweekt, zoo zijn ook de gf volgen vsn 5 het geen zij onvoorzigtigljjk beraamden, nalieten, of vertrapten, over hun zigtbaar en. geiijl in het eêrfte geval, de vruchten voor hun weldadiger zijn, zoo zijn, 1c het laatfte geval, dezelve voor bat bitterder en verderfelijker. De kioderen zlju nogtans altijd onfcboldig aan de ob- voorzigtigheden eo euvelen hunner vaderen. Zoo mil de deugd erfelijk is, zoo min kan de ondeagd aan oflj febuidigen wordeo toegerekend, eo bet is eene verrej gaande OBgeregtigbeid aao de nakomelingenwaneeïf' meo hen wagens de gedragingen van het voorgeflacht veracht of beo deze'ven verwijt: waoneer men eejje hitfi t'gen eigen t^dgenooten koestert en zoekt aan te kwee. ken over gevoelens en bedreven waar toe z§ zelvef niets hebben kunnen bijdragen. Het is zoo, dat de tegenwoordige voorvallen in h(6 voorledene moeten worden opgefpoord doch zoo wjj ooi waren, dat derzelver nadeelige gevolgea aan de fchuro der Vaderen te wijteo zQd, dan behooreo de kinderel de banden in een te flaan om, zoo veel io hun vermo-, gen is, die fchold te herflelJen. Aüe verwijrlogen, »1" opfporingin vjd bet voorbijgeganeom bet telgenwoof'l dige geflacht in verdeokiog te ftortce, en eenen olffuwfi liu vervelt op de Sant ran deze Blad*,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1824 | | pagina 2