P iiïiiiii11 -:5s a- 5 8 hsflssli Slr=|-I5s ^S?»!Sis l: 11 I- ■s s- F is P aif» sïi« tli» J rls-i «isniHM;»!. L|i|-*il;ïJ5.s|ï H?lïrflf5rïli «■I MENGEL1NGE N. DE ITALIAANSCHE IMPROVISATOR THOMASO SGRICCI. S 5 <5 - S- 5 - s~5?a2-s2 s;,i;r:s *T J» o :r {T.S S""0 - s g 3 pr S- 2 O 1 s O. O r a S ?s 5 s* Deze wonderman bevindt zich thans te Parijs. Het is bekeud boe zeer de kur.st van improvifereo in Italië (leeds in zwang wss eo nog is» Zij is misfcbieo de oudfte knoet. De geestverrukkingdie den Dichtef ontvlamde, deed hem eene ongekendeoooit geboorde onoavolgbire Goddelijke taal fpreken. Sedert de uk vinding vao de «cbiijfbuost ia het improvifereo minder gewoon gewordeB en dit oogewone zet het tegenwoor dig geflscbt in verbazing. Bij de Italianen ia nogtana deze oude kunst niet geheel uirgeftorven, fcboon zij tot eene verbazende laagte Is gedaald en het aldaar ook onder de zeldzaamheden vao de tegenwoordige eeuw behoort, iodien er een Improvifator opftaat, welke boven de gewone tijmes uitmunten zoo wel de bijzondere aandacht van voorname Manned, als de algemeeoe vao bet gemeen wekt. Zoodanig ia Thomafo Sgr&cl. In Vrankrijks hoofd- (lad fpant hfl de algemeeoe verwachting. Het goed gerucht was hem reeds voorgegian. Het Plemonteefche dagblad had hem als een wonder aangekondigd waar van de Stad Turin het grootfte en onwederfprekeliJkfte getuigenis kon afleggen. Hij heeft aldaarin den Schouwburg, eeo geheel Treufpel in vijf bedreven geimprovifeerdhet geen t^o titel beeft: HectorDe fnelfchrgver PhiUppo Delpino heeft hetzelve, terwjjl hQ het reciteerde, opgèicbreven eo reeds laten druk ken. Gianni is ook vermaard wegens zijne improvi- fatiendoch bij Jmprovifeerde met zulk eene verba zende foelheiddit het gehoor hem oiet dan bezwaarlijk bon volgen. Sgricci daar en tegen is bedaard eo zijne gedichten vloeflen met ernst daar benen. HÖ zal daarom een genoegen genieten, hetwelk «au alle andere Improvifatoreowier verfen niet opgeteekeod wordeo noch bunnen worden, geweigerd it. Zijn Treurfpel zal in Piemont ten toooeele gevoerd worden. Io afwachting van het openbaar oordeel en gevoelen, (lelt nogtaos het bovengemelde dagblad de volgende aanmerkingen voor iSgricci heeft zich de vereischteo van een Treurfpel zeer wei voorgefteld doch er is eene groote fout io zijn Stok, dat de daad zich eerst in het tweede Toooeel van bet vierde BedrQf ontknoopt. Behalve eenige fcheldwoorden v welke Juist niet zeer io den geest van Homerus zijn eo ook niet zeer met de ware Dichtkurst zijn overeeo te brengen, is de bijeenkomst van Achilles en Hector allertreffendst en voldoende. Slechts een regel v»o Parts u genoeg om alle de nedorvenneia en iB-gucia >»*u djeos ziel te leeren kennen. De alleenfpraak van Hector is zeer fcboon. Niet minder voortreffelijk is de zameofpraak tusfeben dieo TroiJaanfcheo held met Hecuba, vooral daar hij toe- fneltom zijne vQandin te verdedigen. De wederkomst vao Achilles is van de grootfte en treffeodfte uitwerking. Het hart wordt geftemd met, en vervuld vaodezelfde ver wachtingen waoneer men baar denzelfden Hector ziet omhelzen, aao wien bij bei leven verfchuldigd is: imar deze zelfde verwachtingen vinden zich weldra vernietigd wanneer de fchim van Patroclus zich, als 'tware, tegen Achilles en zöo Redder verheft. Het toooeelwaarin Hector on Andromache elkander het laatfte vaarwel toefpreken, kan door de kracht eD het vuur der uitdrokkiogenen de (lerke verheffing der gedachten, tegen de fchooofte ftukben van dieo aard opwegen Het Dagblad eindigt met deze opmerking: Tot eeo Treurfpel te improvifereo, behoort eeoe verbazende infpanoiog van het geniewaartoe een Italiaan alleen bekwaam is." Zoo de Schrijver alhier iets loffelijks bad willen malden, zou bet misfehieo regtvaardiger eeo ramde billijker geweest zijn. aan te merken, dat de Italiaanfche taal, misfcbieo meer, dan eenige andere voor foortgelijke improvifatiën gefebikt eo vatbaar Is. Zij welke roet de Italiaanfche litteratuur bekend zijn, Zulleo dit gsaroe roeftemtnen. De Heer Sgricci zal zich, waarfchflflliJk op eender Toneeleo te Parijs doea booren. Eo een reiziger vao dieo aard doet ook misfcbieo nog wet naar elders een uitftapje. In Holland worden vreemdelingen nog al wel ontvangen. Zij komeo daar oietom het geld o neen! om de kunstMen bewondert ben gaarne. Het vreemde lokt nog (leeds meer, dan het eigene. 3 Luce de Luncevalhad in zjjn Stukde Dood van Hector v het grillig begrip om zfloen parisin eeoen held te veranderen. Deze ontzettende misvatting eo nietigheid van de daad verhinderde nogtaos niet, dat de Schrijver ia eens 60,coo fraoca, en een penfioeo van 6ooo francs van den toeomaligeu Regent verkreeg. D-ze Schoolrapfodie werd cp hooger orde toegejuiebd. De oude Geofroy bad alleepden moed, om zich daar tegen H verzetten. Nog iets over etn* IMPROVISATOR. In bet bgzonder is bö de Geleerden, maar zoo oie* algemeen is bö een* ieder bekend P. J. Beroniclus Hek is nooit bekend geweest, en. in weerwil vao atie oafpo- ringen, nooit óttd.'kt geworden, vao waar bQ geboren is, wie zijne Coders waren, of met wie hö cenigzio# vermaaglchspt was. Hij woonde eo leefde zeer fober doch niet minder vrolijk te Middelburg in den jire 16?<3 en eênige volgende, won den ichraleo kost met fchoor» fteenvegeo en mesfen- en fcharenfl^peo. Nooit wilde hij zeggen: van wsar fcö geboren o( gekomen was. Ubt beneibi patria overal waar het goed was daar was ook zijn Vaderland was fteeds zijn antwoord. was teéds bejaard toeh men zijne groote kunt van inü provifereo ontdekte. Io kennis geraakt met eeo gelcbiki jongeling welke zeer vele zucht voor de dichtkunst bad, vertelde deze zijne gewigtige ontdekking aan deë Dichter Joannes Antonides van den Goeswelke niet alleen ervaren was in de oude, maar ook inde faterö Lstyofche Dichters, met beoefening teveDs van de.Ita* liaanfebe. Hi) z?lfs was geen ongeoefend dichter ea roogr de loffpraak van Vondel wegdragen. Niet allee® zijne nieuwsgieiigbeia werd opgewekt, maar ook die van vele andere voorname eo geleerde marnen, om dea Latyofchen Improvifator te booren. Er was een gezel» febap, waar onder ook Antonides bjj eeo. BeronlciuS kwamdoch helaas 1 bö was te befebonkeoom zjjoe kunst Uit te oefenen. Hö zwetfte en pochte alleen* op zoodanigen toon, dat men zöne bekwaamheid betwij felde. Docb op den volgenden dag loste b|j niet alleen den twijfel op, maar deed denzelven geheel verdwijnen» Het gezelfchap was weder bijeengekomen. Hetzelve beftond uit maonen van geleerdheid en fmaakliefheb bers van taal en dichtkunst. Onder hetzelve bevosdea ZiciT de genoemde Antonides en deszelf9 weldadige eo aanzieolQke Begunftigerdie hem uit eenen flaaffchea en ongeaebten ftsnd tor edeler werkking verbeven en» nt eerst te Utrecht tot Geneesheer te zön bevorderd» met eene niet nnvtordeelige bediening begunftigde» de Heer Dirck BvyCero. Hö «ras mede geen onverdien* (lelijk dichter, en betcbermde met warmte en kweekt® met över de dichtkunst in anderen. Vondel droeg hem zöoe vertaling der Herfchepping van Ovidius op. Nog wo» den daar tegenwoordig genoemd de Hoogleerareu J. F. Grtfnoviuswelke aao de Hooge School te Gro» Dingeo r»e» La yo en J. F. Gymnich welke te Duis burg het Gneksch onderwees. Reeds wa§ de kunst in «erking, Antonides vervaardigde, voor de vuist e» temporeeen achtregelig Graffcbrift op den onlangs, io een zeegevecht, tegen de Eogelfcheo. gefoeuveldea tield jSnJriaon Je Haste h .wik opgC»CbreveO Wetd» Kort hierop veilcr.Qct Berontcius io Jiu bbij^icciQKea vriendenkring. Hö verootfcbuluigdt zich wegens zijo gedrag in de vorige bö-eokomsr. Men vergaf hem ge« redelök, en verzocht tevens eene proef van zöoe be- kwatmheid. Antonides overreikte hem bet zijo zoo even vervrardigd Iflkdicht op der dapperen de Hazei Aanftonds vaerdig, brengt bö hetzelve in laiyDfcbeea eenige oogenbhkken daarra io Griekfche verzen ovar, eo wel zoodanig, dat de Hoogleeraar Gymnich de laatfte voor veel voortreffelöker ve-klaarde, dan de eerde. Hoe afzigtelljk bet uitwendige kleine en morGge figuur van Beronicius ook ware, meo ontdekte in betn eene buirengewoDe geleerdheid. Schier ovar alle de oude Griekfche en Latönfche Schrijvers velde b(J ec® zeer juist oordeel, en fpiak beide talen met eene buiten gewone vlugheid en levendigheid. Hö bezat een verba zend-geheugen, zoo dat hö den geheelen Horatius ea Virgtlius en een groot gedeelte der febriften van Cicero. vao ouiteo kon opzeggen met aanhaling zelf der boeken, waar in de (lukken, die bfj aanhaalde voorkwamen. Juvenalts bovenal wos zön geliefde Scbi^ver, vooral om deszelfs ironieken «eest, welke toetsen zijnen over» eesderode. Homeruseo eenige Blijfpelen van Ariflopha* nes reciteerde hö met eene verbaseude gemakkelijkheid» Op elk onderwerp vervaardigde bjj zjjoe verfen: Zelfz de kranten bragr hö in bet Grieksch of LariJu over, zonder zich eenige oopenblikken te bedenken. Her is te bejammereo dat de meeste zöner vernuftige voortbreng* felen niet opgereekend z()n. Eenige zijner latönfche gedichten waar onder het bovengemelde Graffcbrifc, ïjio druk uirgegeveo. eo ts eeoe verttliog v«® zïjnO Georgarchovtomachiat door den geleerden Boekzaalfcbrjj* ver P Rabus bezorgd» Meo heen fomtijds vermoed, dat deze Improvifator weleer eeo Munnik of Jtjuit geweest is, welke, om gewigtige oorzaken uit Fiarkijjk was gevlugt, es zich, onder zijnen geringer ftand en eenen vreemdea osam, voor opfporio^ beveiligde. H|J was ondertusw fcheo zeer vergenoegd in zijnen» vaak zeer beboefrjgen, (tast, welke hij voor geenen beteren, zelfs voor dien van -*n Hoogleraar nirt wilde ruilen. De natuur is met weinig te vreden wss zij® gewoon fpieekwoord. es leefde vrolök Het verwekt (orosfebeu een onaan genaam gevoel dat een man van Zoo vele taleote® zich in allerlei brssferijen verliep waar door bp zich voor Zijne gioote befternraing geheel nutteloos roaskte, CHet vervolg op do kant van dea* Bifida^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1824 | | pagina 2