W :t> Haat de vijf eetfle deelen van den tegetiwocrdl*
én flaat dsr Nederlanden als ook dat gedeelte, het
welk over de OostcnrijkfchsPruisjtfchc eo franfche
Nederlanden handelt, te fchrjjven verzamelende, te
geljflkeo rjjdede bonwfloffsn voor eeoe meer uitge
werkte en breedvoerige Vaderlardfche gefebiedenis.
Hij rees, niet alleen, als fcbrjjver en redeDsar uit
ZÖ neo oDbebeoden flaatvoor, nmi^ook door belang»
lÖ&e dieeften welke b9 aan ocgelokbigen bewees,
vooral door zijne verzorging der noodlijdende Dantxigir
landlieden co der rsmpfpoedigeo die door. de ovtrf-
ftrooroingen hier te lande in 1740 en 1741 tot diepe
armoede vervallen wareo zoo in bet beftuur der ver
zamelde penningen als in de noodige fchikkiogeo tot
kfirftel terwijl h9 niet minder door mond en
peo, ro^t moed eo beleid, de onrustige gemoederen,
die io i747eo 1748 tot op het üitèifte gedreven waren,
lot gemttigheid en bedaren poogde te brengen.
Amflerdam verheugde zich zulk eeceo verdienstelijken
Ban te bezitten. Hij trek, bjjzoDderde aandacht
van derzelver waardige Regenten. MeD droeg hem hei
opzigt op over het fchrjjven en nitgevan van de Neder-
duit/che Stads Courant. De opening vao dezemoege
lijke werkzame en verbindende taak vet hinderde echter
geenszins, dat hij zijnen overigen tjjd aan de voort-
setting zijner Studiën wijdde, maar ook nier onledig
was io het Hellen en uitgeven van belangrijke Trakta
ten die echter meestal de gebeurtenisfen van die dagen
ten onderwerp® hebben.
Ook toen wareo er, welke, io hunne vermetelen
waan, bij de verblinding van hunne verbanden eo de
boosheid hunner harten, de doodeo niet konden laten
fuSten. Zekere F Lt clercq tastte, in een openlijk
gefchrift, de eer van den Raadpec fionaris de Wit 8an,
en wel op zoodanige wijze, dat de Graaf vanWasfenaar
zijn Werk een infaam en lomp libelden Schrijver een
fchêtfchrijver en oproermaker noemde, dit' voor zijn
eerloos jchrift nog jchandloor, eischte en ontvong. Orze
IVagtr.aar vatte de pen op, en terwijl bij den laster
veiftomde, bragt bij de waarheid In het licht. Doch
de kwaadaardigheid in plaatfe van zich vernederd re
gevoelen, doorte bp nienw, de pen io galle. en wel
op zulk eene onbefchaamde wijze, dat zij geene weder-
fpraak verdiende, dao de regtm-tige befpottiog vid
fcunne diepe onkunde en driesteo wsao.
Te middea van Zoo vele woelingen en beroerten
als die tijden feeomerfeen, gaf Wagenaar zijne verkorte
Vaderlandfche historie Id bet Hebt, eu'voltooide zijoe
geheels Vadtrlandfche Gijchieder.is- Dit werk werd
Bet algempeoe toejuiching botvangen, en roex- de groot-
He loffprake bekroond. Gêen wonder ook: want tot
gng toe was er over dit belangrijk onderwerp niet
zoo bondig eo volkomen iets aan het licht eebragt.
Men oordeelde, dat Wagenaar uit de echte brooaeo
bad gepot, in zaken en nitdrokking de waarheid zich
tlleet» had voorgefteld, de gefchiedenis onbewimpeld,
znedet eigen iomeogfelen en vermetele Hellingen on-
partödiglijkvoorgedragen en. zonder den tijdgeest
ie raadplegen, of eigen gevoelens, ah de eenig Bei
dende, op te geven, of zich aan Hellingen te wagen,
die zelf geen grond van Waatfchijnlijkheid hebben,
met regt den naam van Gefchitdfthrijver verdiende,
so zijn roem vereeuwigde, gelijk Tacitus met Hooft
in zegenrijke oagedachtenisfe blijft.
/lmJl er dam verhief deo arbeidzameo geleerden en
breven man tot baren Gtfchiedfchryveren toonde bem
waardig eeceo der aanzienlede eo belaogiÖkHe potten
m bekleedeo. Ook hier was zfln IJver onvermoeid, en
«og gttuigen zijoe vele fchriften, dat bij een warm
vriend van waarheid en regteo opregt voorftaoder
des Vaderlands als dea Christendoms was.
Elk, die opregt deukt eb handelt, zegent de nape-
dachtenisfe van dezen edelen man, die, win van alleo
wrevel, zich aan de waarheid tfldde wfl verdedi
gen zijne eer tegen de duisterlingen van onzé eeuw ea
bet wangeluid der nachtuilen. Neen! Wagenaarde
laster zal uwe eere niet verduisteren. Reeds vijftig
Jareo zijn over uw graf henen gefoeld, maar oog roe
men wQ de vruchten van uwen geest. Uw naam leeft
io de gebeogenis van eene dankbare nakomellogfchap
Uwe gefchiedenis zal boe zeer de kwaadaardigheid
«we verdiensten poge te verdonkeren bet handboek
bleven voor onpartijdig onderzoek eo nafporing.
OMARS LESSEN, 0» BIJDRAGEN TOT MEN-
SCHENKENNIS. Een Beek voor de wereldzes als
»ij is. en niet zoo als Zij wezen moess.
Naar bet Hoogdoitscb van den Hofraad k. von
EckaRTSMAusen. zde Deel.
Reeds in het jaar 1816 verfebeen het eerfte deel vao
dit metschkundig en leerzaam Boek in het licht. De
Hofraad Eckartshaufen isdoor vele fchrif»?o van on-
derfcbeidenen aard, pooftig bekend: de meeste zijoe
Werken rfln 1° bet Nederduitsch vertaald, waar van
i aiet weinige door den werkzamen Uitgever v*b dit
deel bezorgd zQn. De Schrijver is geen Idealistzoo
als er velen zijn, welke in buooe verhalen eeoe wereld
febetfeo, zoo als zij niet is, nooit geweest is en mis-
ichien niet wezen moest. Hij Helt ons de menfehen
aiet voor, zoo als bij dezelve yoiraa&kt verlangt, doch
star'weiken wij vruchteloos zoeken*"" liefdes - gis-"
fchiedeoisfeo voeren oos eiet road io het jjjb der der.k-
beelden. Zijné gevoelige verbalea pérfeo geene traoert
af, die even 'fcb'el^k opdragen-, a;s ?ij daar henen
vlieren. Zij doeo ook ia her gemoed geene a indoe-
ringen geboren worden die het bloed io bewegÏDg
breogen es de driften doen zieden. Alle verhalen zijd
gegrond op menfehenkeaois eo daidz^ksa, zoo pis
sQ- voorvallen. VrjJ vao Franfche opgeblazenheid,
Engelfche laagwglijheiieo Duitfchs kerakterernrs ia
eikverhasl eenvoudig kort, verftaaobaar uitlokkend,
terwijl* oa hetzelve, de cocpasfeljjke leeriDgen wor
den voorgefteld en aangedrongen. Wij weefchen deze
beide deelen in. elks haodso, als gefebikt om aao de
verftaodec en de harren die Godvruchtige en zedel^ke
gewaarwordingen en begtnfels ia te boezemen, welke
hèo io ëe wereld en oodsr de caenfcben opvoeren met
zoodanige geOelteoisfeodat zij vao beiden nier meer
verwachten, dan zij bedemd zjjn fieveo.
Tot een Haal der fchrgfwijïe en tevens tot aanbe
veling van dit werk, dienen de volgende Jesfeo air da
mècschkundige verhalen getrokken,
it Er z^a ffleefchen, die booge bekwaamhedeoach
ting, verdiendenja zelfs de deugd beoijdeDzoo
der dat zij zeiven eenige bekwaamheden of deugd be
zitten. trouwens ander» zou' de nijd hun* hart niet
misvormen.
Wie iets froots vil verrigten, die doet het om het
goede en bet groote wille; went mea moet zeldzaam
van menfehen dankbaarheid verwachten.
Bedroef u nier. wanneer de menfehen u lasteren,
wanneer zij uwe beste haodeliogeo lakeoj en uw hart
getuigen moet: ik verdien het niet.
n Wanneer gg aao her Hof verkeert en de behoef
te der eerzucht u onbekend blijft; wsDneer eertitel»
ordelioten en hooge ambtsbedieoingeo voor u niets
waardige dingen zijn; wanneer het H-'chta uw weasch
is, uwen Vorst te dienen en bet vaderland vsa nut
te zijn9, dan begint gij zeer verHandig te wordeo-
Menfehen veranderen vaak vao beuzeliogen, van
fpeeltuig, zelden vao harten.
tf Hoe zijt gij dao zoo arm, vroeg eens een reizi
ger aan eenen grijsaard die op ftraat zat eD bedél
de gg waart toch eenmaal aao he: Hof? om
dat ik, hernam de grijsaard, mtjoeo Koniog getrouw
heb gediend, konde ik nimmer rijk worden; omdat ik
voor hem Hechts mijoeo zorg droeg, vergat ik mij
zeiven; evenwel ben ik bij dit al nog zoo rampzalig
nietals gj) welligt gelooft. Ik heb voor mij zei
ven eenen fchat lu möo hart verzameld welke i»9
aan geene zyde des grafs oog overvloedige renteD zal
aanbieden. Ik beb ongelnkkigeo gelukkig gemaakt.
rciacTt van nee geluk zij-0 fchoon, Over het al
gemeen is de VertaliDg van dit deel in goede handen
gevallen eo de versjes mogen op eene goede navel-
ging aanfpraak maken.
KENAU HASSELAAR-
De Vrouw is het fieraad der fchepping. de moed <Jer
Mannen. Haar roem is zegepraal. I« bare teedère hand
voegt het glinsterend heldenHaal bietover hare zachte
borst niet het blinkende harnas. Maar, als dc Hém der
eere roept eo het gevaar dreigt is zij heldin enfehaart
zij zich, onbevreesd, onder Bellonaas krijgsbanieren.
Hoe menig dappre Vrouw beeft niét metglans getoond,
Dat ware Mannenmoed ook bg de Sekfe woont!"
De oudheid roeaae ep het heer der Amazoonen voor
welke in deo krijg geoefende en beroemde heldeo fiid.
derden. Vrooweo Hicbttedeo io het rijke Lemoos eeo
Gemeeoebest. Semiramis overheerde Azte, werdt io
Sabel, zegevierend, vereerd, zegepraalde in India. Het
roaerig leger van Cyrus heefde voor Tomyris.
Ook Nederland roemt zijoe heldinnen. Luisterrijk
prijkt mar i a vam lalaim, met gouden letteretr, io
Neêrlanda jaarboeken- Toen Parroa*s gevreesde bende
voor Doorniks walleo verfebeen en alles fchrih; aaajoeg,
gorde it de wapeneo aag, en dorst het Spaanseb- ge
weid, moedig, het boofd biedeo. Door haar ontwaakte
op nieuw, de geestdriftde liefde voor de vrijheid, en
keerde de verflaauwde moed weder. Hier was het hare
wijze raad,'daar haar oowederHaanbarc arm, welke
de overwinning beHuurde en bevestigde.
Ook Haarlem dat bekoorlijke tooneel der nUuar,
door deszelfs fchoone dreven oog trotsch op de over
winning vao Damiate, zoo beroemd door Kosters on
waardeerbare kunst, vertoont ons oog het beeld der
onvergelijkelijbelöke Vrouwe, welke het moordziek tot
der fpaanfche beuleo, in deo jare 1573. zoo kloek
moedig, aan de fpits van driehonderd vrouwen dorst
wederHaan: zoo dapper voor de eer van Had en Vader
land, eo de dierbare regten flreed dat Alva*s wreede
Zoon vao fchrik verbleekte, en zgoe woeste Iegerbeo.
de terug deinsde.
Kenau simons haIsslaaR w»s de dochter van Si
mon 1 asftlaar- Gehuwd met Nanning Borstwas ?ij
reds vroeg wedpwe cevirorden doch had haar dit vér-
lies wel innig getroffen maar geenszins geheel bun-
Deo ter nederflian. Getrouw aao hare vérpligtiog,
W-s zg Heeds opmerkzaam qp de algemeeoe bela^g^n.
Het vervolg op de Kant va* deze Blftdz J
-«.>*-
S s s
S c
n -a
O V)
a -o
5
9-
jO
- 5
o S M a
«o
S G O O
'Z 9 - 0*
-
1%"? a
O. e»
-C3 -O
0 z
w g t
SS C
m a
v
S s
Jfi J3
2 0 s 2
2 -x A S
I 2
5 8 S,
«s.
t
- S- a
-c« i
i-l 3
w i
T* s.
ry-
- - *3
p N s»
f N
M S
ït
tS
W 9
■5 R) q q
S
-S 5
S
sa
O— Q
<=2o^c^2-
Z. V -O
o js o
ra cd
Rif.
O a
S - -
o v,
JS
■2 a
e
"i O
01 ro
te -a
2 o
O
2 O
9 n a s
o 'O O O»
'2 N -a A
O c
2« 8
JZ s
u J
*5 -e -
- -o
c: M
3 'D
j J. o 5
b
xj. n
u v
W- (U, w
- - S as
0
U
*a J
4»
o •-
- e* o a
O s:
o ro Qt,
QJ O
2 ty»
-o s e
S u ~o
O "O t>6 "3 U.
u JU aj u
•3 M. t? O ro
--«=&£
o 'O
ly ao «U, a>
T3
O
V -O
te -£• o
O
S a
a
1> o 5
W o -n
O i,
5
-ca
w. c
k -a
2 S
O
9 3
T>
a v qj
s - -S
T fi
V
Z «W
55 ï-
- 5,<
3
v ..I1
3 a
2 s
-o :p
SM
f
21
4*
0 c
O ff
"c c q tg
"O - «1 4j
•5 5 e
e 2S O
•a i>
4> k. 5- -o
C i»
-a
9 Z
w a
9
t
2 a "3 "qjï
Bi •- 4»
- ja
W o
Z q a
S
S s
n O
x5
g
1 -
a c -
O -3 5
-CoJ ij
S «2 2 .2 s.
öd S a
E
u 3
jq «te.
.2 o
M a
J V
o
'Sï
1 a>
a
1 r
<*c
e
o
•a c. 41
o
?s
.X Q
8
E
8#
x Z
5 2
a>
T3 B
f t I S--2
I
5 te J8 c t> -a
te -3 te [O w
w te SN
i< 8-5 o
2 w fc f
-* b 3
o 0 j
■e ft i>- -c
<2 "o .2? -<i> S
25 i.;21 S
Jir°a
i -5 e
•J- k
<u
ca
te
<u 0
B
o w 2 Ji J: a»
o a-
w 2 r a
S
tO w (j •u
2 N w a.
- -O <U O
iëlïfs
-1 j
:°s!!ïs
- S J}