LEYDSE z 0 HVi A". 1220. M A A N D A O N\- fop C O IJ R A N T," DEN ii SEPTEMBER. LEY DEN den 9 September 1820. De aanmerke lijke Zons-verduistering van dei'7 dezer. Is op de drie Vertrekken van bet Obfervatorium waar genomen door mij en eenige Heeren Studenten van welke vijf voornaamlek zich nevens mi} snet bet óbfervereD op verfebillesde wftzen bezig bièlden door behulp van den Cirkeltwee Telescopen entwee Kijkeis raet'Micrometers voorzien cm de verduisterde gedeelten der Zon te bepalen zoo wel op den middellijn der Zon als door de Choorden van de onderlinge afftan- den der verlichte hoorneD. Wegens het laatfte uitëinde eeser wolk, welké voorbij de Zon dreef, ten tijde van het. begin der verduistering, kon het begin nitft naauwkeurig genoeg worden waargeno men blijft derbalveo op eenige feconden tijds onzeker. Uit een groot getal wairnemingenkies ik voor het tegenwoordige de volgende Begin 's namiddags o ure 43 min. 51 fee. middelbare tijd. De Zon verduisterd één duim o ure 50 min. 50 fee. twee duimcD o ure 59 rein» 34 fee. vijf duimen 1 Ure 23 min. zes duimen 1 ure 31 min. negen duimen 1 ure 54 min. De Zon en Maan In dezelfde verticaal a ure 11 min. Grootfte verduistering 2 ure 12 min. 10 fee. De middenpunten van Zon en Maan op gelijke hoogten 2 ure 28 min. zes duimen 2 ure 53 min. vier duimen 3 ure 6 raio. Einde der Eclips 3 ure 34 mio- 9 fec- TeD tijde der grootfte verduistering was het zeer moei lik wegens de betoverende fraaiheid van het fchoon tooneelde noodige ingefpannenheid en bedaardheid te behouden; ook maakte de groote beweegbaarheid der ver- lichte hoornen, zoo wel ais het onduidelijk fterk fchit- terend licht, hetwelk de uiteinden verkregen, het bijna ©nmooglflk de afftanden derzelver naar wensch te mete n. Het was evenëens ais of de febüf der Maan met violet kleurig -zwarr voor de Zon zoude komen; de fterk fchit- terende uiteinden van de hoornen, hadden geene bepaalde limieten zij waren roet eikanderen vereenigd door een zeer fijnen verlichten draad, die over het geheel niet duidelijk was begrensd en een zeer fQn afgebroken boogje vormde. Het verlichte gedeelte der Zon was hier te Leyden kleiner dan in de figuurdoor den Heer BourjÉ voor Amfterdam ontworpen, plaats beefr. de hoornen waren te Leyden tpeer dan één vierde gedeelte nader aan elkander dan daar" voor Amfterdam wordt voorgefteld. Hier uit befloot ik, dat de Eclips te Amfterdam zeer zeker ringvormig was; vol verlangen zulks te weten, fchreef ik dienzelfden Middag aan den Hooggel. Heer van Swinden, van wien ik heden morgen het allcrüan- geraatnst en meestverblijdend berigt ontving dat 250 Hooggel. zelve en anderen zulks hadden waargenomen en wel zoo als ik aan zijn Hooggel. reeds voor ceoigen tijd had voorfpeld, uit mijne gemaakte berekeningen. Bij het nemen der hoogten van de Zon.'s en Maan's onderranden met den Cirkelwerden ook genomen de hoogten van Venus, welke planeet in het Westen gedu- jende eenigen tijd zigtbaar was en flonkerde voor het ibloote oog. C. E K A M A. DUITSCHLAND. "WEENEN den 27 Augustus. Sedert de aankomst van teen Rusfisch Courier van Pultiwi, gaat de fpraak dat Z. M. de Keizer vaD Rusland in het begin van October met ODzen Monarch op een der grenspunten eeoe bijeen komst zal bebben, vermits de Rtfksdag te Warfchawaan JKeizer Alexander den geooegzamen tijd niet zal overlaten om het Kamp van Pesth bij te wonen. Men vermoedt, dat alsdan de Koüing van Pruisfen zich ook bij die bijeen komst der beide Keizers zal begeven, en men wil weten, dat aldaar ook Franfcbe en Engelfche Geraagtigden zullen bijkomen. Verfcheide van onze ftaatkundigen zijn van meening dat de ftaatkunde aan onze Regeering den gebiedenden pligt oplegt om den zwellenden ftroom welke geheel Italiëo dreigd te overftelpen eenen magtigen dam tegen te fteilen. Oostenrijk, zeggen zij is de natuurlijke fchutsheer van de orde van zaken, welke thans op het Half-Eilaod Italiën plaats heeft; het kan derhalven de omkeering dier orde. met geene onverfchillige cogen aanzien* Intusfchen ver zekert men dat ons Kabinet zich vergenoegen zal met de gebeurtenisfen te Napels openlijk af te keuren en de wodige maatregelen te nemen, om die Proviociëo van Jtaliën, welke onder deszelfs heerfchappQ zijo voer onlusten te beveiligen. Men voegt daar bij dat ons Hof geen werkljjk aandeel in de omftandigheden des Koning- jijks der beide Siciliën nemen zal, dan na zich vooraf met de overige Kabinetten verftaan te hebben. Dat de voorgemelde gevoelens van onze Staatkundigen niet ongegrond zijn kan men afleiden uit de behandeling welke alhier gehouden is met den Secretaris der Napoli- taanfche AmbaSfadede Hertog de Serra - Capriola alhier van Napels aangekomen metDepeMies voor Weenen en Petersburg. Hij heef: aan den Prins de Ruffo, Na- pelfcfeen Ambasfadeur alhierBrieven van terugroeping overgegeven, en hem aangezegd, dat de Hertog de Gallo tot zopvolger was benoemd. Zoodra de Kanfelarij des Keizers zulks te weteo is gekomen, zijn er Eftafetten raar ouderfcheiden wegen van Italien gezonden om de komst van den Hertog de Gallo in de Ooscenrijkfcbe Staten te doen verbieden. De Hertog de Serra - Capriola heeft Brieven van den Koning van Napels voor onzen Monarch medegebragt, doch men heeft bem niet toegeftaaude zelve in eene audiëntie aan Z. M aan te bieden; hij is veipligt geweest dezelve aan den Prins van Metterhich ever te geven, waarop by naar Warfchau is vertrokken. Men heeft hier voor 'c overige veele liedendie gelo-' C £3 -C i ven, dat de nieuwe orde van zaken in het Koningrijk vao Napels geen ltand kan houden, en aldaar fpoedig ëene cégcoomwerCéling zal uitbarsten. Volgens de jongfte be- rigten van Napels, fchynt de Regeering aldaar zich ten Oorlog toe te rusten. Siciliën heeft geene bedoeling om zich van de Koningljjke Familie af te fcheideo maar verlangt alleenlijk eene afzonderlijke Regeering en een eigen Parlement. Dc krijgstoerustingen en de onzeker* beid over de voor te valleo gebeurtenisfën hebben eene o nadeeligen invloed op den cours onzer Effecten gehad. GROOT-BRITTANNIEN. LONDEN den 5 September. De Koning, die thans zeer gezond fchynt, eo bijna alle morgen vroegtijdig te paard rijdt, heeft eergister in de St. George's Kapelle den Godsdienst bijgewoond eb hoogtijd gehouden-even als de overleden Koniog gewoon was te doen. De Koningin, die voorleden Vrijdag avond te zes uren- eene conferentie heeft gehad met hare raadsliedenis Zaturdag Diet in het Parlement geweest, en gister is zij den geheelen dag in Brandenburg - houfe gebleven. H. M. ontvangt bij aanhoudendheid adresfen en beantwoord die fteeds met bijzondere dankbetuigingen doch dit wordt reeds zo gewoon dat men er fchier geen acht meer op- flaatterwijl men maar de aandacht gevestigd houdt op de zittiogen van het Parlement. Voorleden Vrijdag weer men, werd bet tegenverhoor doorgezet van Juffr. Dumont. In dat tegenverhoor werden baar drie brieven voorgelegt door den Heer Williamseen der Advocaaten van de Koningin, en door haar als baar handfehrift erkend. Over het gebruik van deze brieven oDtftood een langdu rig debat, of dezelve al dan niet vooraf moesten gelezen worden. Die brieven werden in de zitting van Zaturdag gelezen, en de eerfte derzelve, gedateerd Colombier den 8 February 1818, aan baar Zuster geaJresfeerdbehelst bittere klagten over het verlaren van den dienst der Prin- fes en het vermoeden van ondankbaar regen dezelve ge weest te zijn. Zij geeft daar in den groorlten lof aan de Prinfesen toond dat zij gaarne weder in haren dienst zijn zoude. Zij geeft daarin ook berigtdat men haar had aangezogt om naar Londen te komen onder voor- wendzel van Gouvernante te zijn met belofte van hoage befcherming en een fchttterend fortuin in korten tijd; maar dat zij op eene wijze antwoordde, welke deed Zien dat men zich omtrent baar bedroog; dat zij nooit eenige opheldering van dit geheim uit den overbrenger halen kon. Gij ziet mijne waarde zegt zij met welken fpoed de vijanden van onze edelmoedige weldoendfter altoos werkzaam zyn. Er moeten geftadig fpionnen om haar zweven want ik had Pefaro zodra niet verlaten of alles was ömftandig bekend in de Hoofdftad van Europa. Zij hebben gedacht aan mtj eeo wraak- en heersebzugtig mensch te vinden; maar God dank, van die twee ge- breken ben ik vrij, en geld, ten kosten vid rust ea pligt verkregen, zal mij nooit bekoorenal was ik ïq den uiterften nood." De tweede Brief, welke gelezen werd, is van Louife Dumont aan de Koningin zelve, en van dezen inhoud: Het is op de knieën, dat ik aan mijne edelmoedige weldoendfter fchrijve, haar biddende mij mijne ftoutmoe- digbeid te vergeven; maar ik kan mijne aandoeningen niet langer wederftaan. Ten anderen ben ik overtuigd, dat indien Uwe Koninglyke Hoogheid den ijsfelyken toeftand kende, waarin ik gedompeld benzy zich over mijne ver metelheid niet zoude ergeren. Mijne geesten kunnen mijn ongeluk niet dragen, ik ben er van overftelpt; ik onder- vinde eene ongemeene zwakheid eene doodelyke ongerust heid verteerd mij inwendig en ik heb geen oogenblik rust." „Eene menigte van bedenkingen over de voorledene goedheden van Uwe K H. en over mijne fchjjnbare on dankbaarheid, overftelpen mij. Dat Uwe K. H. zich verwaardiee mij hare dierbare gunst weder te geven, die ik ongelukkiglijk door de doodelykfte onvoorzigtigheid verlorea bebbe en laat ik daar van de ftreelende verze kering ontvangen, alvorens ik vao hartzeer fterve; zij alleen kan my het leven weder geven. Ik durve de goe dertierenheid en het medelijden van Uw K. H. inroepen en afbidden, dat zij mij de buiteogemeene gunst bewijze om die twee noodlottige brieven te vernietigen; het we ten, dat zy in handen zijn van Uwe Koningl. Hoogheid, en dat zy beftendig tegen mijn voorleden gedrag getuigen zullen, doet mij den dood aan. De afkeer, die ik van wegens Uwe K. H. verdiend hebbezou met hec lézen derzelve geftadig vermeerderen." Ik durve Uwe K. H. verzekeren, dot alleen hec toe- ftaan van deze twee gunsten my het leven kan redden en oiy de verloren rust wedergeven. Mijne fout, waarlyk, ls zeer groot en ooherftelbaarmaar de liefde is blind. Hoe vele misdagen heeft zij zelf de grootfte mannen niet doen begaan l Ik durve my vleyen dat dit eene fterke reden is, om Uwe K. H. te verwaardiger mij de'twee gunsten, die ik de vrijheid neme te verzoeken te verlee- nen. Ik veroorlove mij om aan de gunst en befcherming vin Uwe K. H. aan te bevelen mijne Zuster Mariëtte alsmede die, welke in Zwitzerland is. Uwe K. H. heefc mij doen verftaan, dat het haar aisfehien veroorloofd zou zijn mij te vervangen. Die hope heeft mijne ramp verligt. Het zou een werk van liefdadigheid zijn want myne Zusters hebben flfichts gering vermogen en in ons klein en arm Land kan men die niet verkrijgen." Ik ben zeker, dat Uwe K. H. geene reden zou heb ben van zich te berouwen, over hare groote goedheid en hare ongemeene infchiklykheid voor een jong Meifcje, welke altoos de achting en de vriendfehap gewonnen heefc van allea die haar perfoonlyk gekend hebben. Ik ken H. K. H. en den Baron niet genoeg danken, dat zij Fer dinand gezonden hebben ora mij te vergezellen; hij heeft voor my alle mogelijke oplettenheden betoond; ik weec niet op welke wijze zo veele weldaden' te erkennen, maar zat trachten door mijn tockomftig gedrag dezelve te ver dienen en het goed gevoelen re herwinnen, hetwelk H. K. H. van mij had in de aagea van mijn goed geluk. vervolg i'f> de Kxvi vsv deze - r- 00 5 S -o M Ai o tn V a B-O 5 Ho ï-5?5g a> 3 3 »5;«QÏ c S <3 v «SOK; M Ld Oi 3 3* m a B E CC O .•53 E* rt "C 6 - 5^ O tl - T3 a :ej 35 'bXJ bê C C Sc is e c o J; H 3 ^d5- c N o« i S s e e x U ta 1 *3. Jd 1 a S -5? o I (U lB -— •- - ts 2 r a '3 S O ÖX B - X Ir* c p j o -2 S .S w 'ügu .5 i s - c si r, c o td M C s o a 0 n o a - ;-0 UTJ all; s -s u o - 41 o - - 3 v öcPQ <u 3 rc 3 -o O tvj (LI U r; JS 3 O d :c? - o a o -y rt 5 - ïf 3 1* -a -u *o - o S3 -C a a o E *0 QJ O tï bJ Z, ID a a 4, o .2 41 o ti S o S>« c B C 41 (3 1 U (j u O M S-g 4i t» ia Mrj-fl "1 a B s 5a Tl N c Sd Oi cao nj <U lm *3 -O *(13 .2 a V o, p o 0 <u S 73 S3 5"S|:S g-ê^i <5 «S n u ««j 0£-0 Q "J ei 0 2 'S S3» - s S "5- S3 - |s ïeisr ï3 u 5 •- «j o? o*» tl .C ra C - -0 5 S at O Cj T3 2 - S C V •T Ji u c c n "T* qj ca Z. <*- 43 o Tl n E O" jr T3 O u O 0 O 11 I t Z fc ui-S se JS S w O q O -t3 03 -BJ.-ÏJ. SJ 'XI «B .C i 2 "-S 5 -a *c p «i ts> T3 o - 4. 2 -a ua •D^ - U c a S M U C»1 043 •- HfT dS«- S 44 k. o 0 H C£-N *T3 - 1 :o, -oojiLe <U 3 4. 41 X a» o 'X xd -a 1 Cl tJ OH O 41 rö C TJ I- -C X> c -O ,C. a - 3.-S 'i b - 3 o qj 9 *a -s jfc-C O r, E ;cA E w-i i;: O o S s o O ■- o 0 ■S é""0 'X s 11S S - fO N - 4J a S o - O o c O w ra r» -rj, w. 0 - £-2^ o 2 o s s o w a 3 NO ca o 1> o 41 "O N "C N II 4> 13 til1- - 4» r?5i5 z, ,J - Tl •a a c 2' nc? o G S'w OX3 O Us "T3 (U rï E - S-5 5; - :c? a 2Ê:S 2 a 4> u. -3 .2 -* -c o c ■gg1 ra 4>J2- S o Z O-O o s W O bit ^o B B B o U M M M 1 -s *5 u.a e O-" ft "O z. a c c u g g J=. O S a - c 41 es t, - 'rC? f 0 c w c w - 1 ..-5,2 g c- ft 5 o!S" - -3 B -- o j= E r <1 P C U E be TJ *-* i ,v <u" 0 13 0 "S 2 2 o n - c> 00300 a» Ti 41 a -c :c a. X>ti 3 s 6 s 'ts;1*» b a w 'C o 2 343 .=5 u •T? :Ê»=e^S - S - ïï*3- a «- b£ O .O- C D n o 2 2 6 o o 41 w o u. o «n "3 .X g :D> Q <5 :?e;P£5£l Pa „X 3C a ^^5 <U 41 E o E C a «1 2 «- E n> S 5 N o -17.1-Ss- -7 «- c n ra fi u c to - C o cj c K i_ O ai-tS; O P K - 41 Jj a, 5 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1820 | | pagina 1