I mini- snpni LEYDSE COURANT. UllslJ 11' I Nh §3. A". 1819. MAANDAG LEYDEN den 10 Juli]. DeAanfpraak, waarmede Z. Eïc. de* Gouverneur van Noord - Holland voorleden Dingsdag de Vergadering der Ed. Gr. Achtb. Scaaten van Holland te Haarlem heeft geopendis van den navolgenden inhoud; Edel Groot Achtbare Heeren! Het is de derdemaal, dat ik het voorregt geniet, om Ulieder aanzieoelgke Vergadering, binnen deze Scsd te mogen openen. Dat voorregt is mij te meer dierbaar, naarmate het een bewijs oplevert van Zgner Majesteits beftendige goed keuring mijner pogingen, en mi) alzo tot eenen dubbelden fpoorflag verftrekt, om alle mijne krachten aan den dienst van eenen Vorst, dien ik eer en hoog fchat, en van het Vaderland, welks welvaart mij zeer naauw aan het harte ligt, onafgebroken toe te wijden. Het is de derdemaal Ed. Gr. Achtb. Heeren. dat ik, het openen dezer Vergadering, Ulieder dankbaar oog op de zegeningen des Vredes en op het genot van in wendige rnst vestigen mag; en dat ik indien niet overal fporen van toenemenden welvaart of vermeerderden bloei in dit Gewest zijn op te zamelen den toeftand van Holland althans ook van eene gunftige zijde in menig opzigt zal kunnen te befchóuwen geven. Ja, Mijne Heeren 1 wieherïnnert zich niet met gevoelens van dankbaarheid aan het weldadig Opperwezen; hoe het Huis van Oranje, gedurende het afgelopen tijdperk, met eenen tweeden Prins vermeerderd is; die de erfgenaam van 's Vaders moed en Moederlijke begaafdheid, voor het Koninglijk Huis een nieuw onderpand van de liefde des volks, en voor bet volk zelve, een nieuw beftanddeel voor nationaal aanwezen eer en voorfpoed zijn zal. Wie ziet niet met ftille aandoening terug óp die geluk kige eenftemmigheidwelke, in het afgelopen jaar, de bijeenkomst en de beraadflagingen der groote Vorsten binnen Aken geleid en aan den Vrede der Wereld zo ■wel meerdere hechtheid, als aan de heilige grondflagen ▼an denzelven, meerdere uitbreiding gegeven heeft. Wie beeft niet terug daartegen, bg de herdenkingen aan zo veele, en zo zeer veradelde pogingen, om den bekenden Banneling, en met denzelven het vuur des oor- ..logsen den fakkel der tweedragc op deo Europefchen bodem terug te brengen en wie, die met een aandachtig oog.de woelingen en den indruk heeft gadegeflagen welke de onzekere uitkomst derzelve eenige oogenblikken heb ben achtergelaten zegent niet de hand der Voorzienig heid welke djt onheil ook voor ons Vaderland 20 genadig beeft afgewend Durfde ik voor twee jaren te midden van duurte en gebrek voor UE. Gr. Achtb. mijne hoop en verwachting Uitboezemen d^C '«KODlngs crnftigc wil om deo meest vrijen en onbeperkter» Graanhandel te handhavendoor de gelukkigfte uiikomften bekrdond worden en overvloed en gematigde prijzeB tot ods zouden terug keerendie .boop en die verwachting zijn geenfins te leur gefteld en, zo wel de aanvoer van buiten, welks ruimte in de gefchiedenis des handels febier onbekend was, als een gezegende oogst, en weldadige faifoenenhebben niet alleen den voorraad boven alle behoeften verheven en 's Rijks middelen geftijfd, »3ar ook de prijzen der veld- gewasfen tot den gemiddelden ftand en even daardoor die zegeningen der aarde, tot in de fcbamele woningen der meestbehoeftigen terug gebragt. Het is waar Edel Groot Achtbare Heeren alle deze be- fchouwingen, zijn van eenen meer algemeenen omvang, en fchijnen daarom tot de bijzondere gefteldheid van ons gewest minder betrekkelijk; maar, is T Holland niet, hetwelk door de bronnen van zgn beftaan. door de magt en aanzienop welken het zich nog verheffen mag door den rang, welken het onder alle de Gewesten des Rijks Reeds bekleedt; is *t Holland niet, 'twelk even daardoor zijnen welvaart en bloei, meer dan eenig ander gewest aan de rust der wereld en aan den invloed der algemeene gebeurtenisfen veihechten mag, en 't welk dan ook aan dezelve gedurende het nu weder afgeloopen tijdperk zo veel verfchuldigd is? Trouwens, wanneer wij het oog vestigen op den meer bijzonderen toeftand van onze Provineie zelve, dan zullen wij bevinden, dat wij ook daarbij een ruim veld voor •nze overweging geopend zien. Het is zo, Edel Groot Achtbare Heeren, de handel van dit Gewest, dat fteunpunt vsn Hollandsch rijkdom en Hol- landsch aanwezen deelt in de algemeene rampen, welke aPen handel treffen. Sommige Fabrieken in Holland aan den bloei van dien handel onaffcheidbaar verbonden, dee- len in de gevolgen derzelve, en het voegt den Staatsman, die zgs Vaderland bemint, en het hart van zijnen Koning de verfchuldigde hulde bewijstzo wel zich dit niet te verbergen als bij de befchoawing daarvan ook het goede niet voorbij ie zien, dat overig is, of door overfpaaning alle gronden van bemoediging ongemerkt te laten! Ja Hollands handel in 't algemeen en fommige Trafieken en Fabrieken in 't bijzonder ondervinden niet den bloei der vroegere tijdperken; zij ftftgeu niet tot dien trap van luister welken men misïchien zonder genoegzameo grond in de eerfte dagen van herboreo volksaanwezen daar aan had toegedacht; de rampen welke zij in verichillende «pzigten vooral federt deo jare 1818 hebben ondervon den zijn te algemeen bekend, dan dat eene breede ont. wikkeling daarvan voor U. E. G. A. zoude nodig z^n. Slaan wij het 00? op het getal Zeefchepenwelke ge durende den jare 1818, dc Ma3s, Tesfel en het Vlie zijn jn- ec uitgezeild dan zien wij, bij vergelijk met vorige jaren, eeoe treurige vermindering, welke maar al te zeer den rïiaatftaf ter beöordeeling van den mingunftigen toe ftand des handels zoude opleveren indien hier de ver ha/entje aanvoer van Engeland infS'14. eD ^ie der Granen in 1817 niets billijk trioest worden sin 'c oog gehouden. Vc.-tigen wij den aandacht op den grooten Scheepsbouw die weldadige voedfterJing voor zo veele takken van natio naal beftaan en nijverheid; dan bevinden wij,- dsttg ceneD meer dan oVervloedigen voorraad vsd vreemde bo derhs He eigen aanbouw in deze Provincie als tot niets terug gekragt, eD door eenen famealoop van om- DEN 12 JrJL Ij; Tm c 5 0» C V 5. o ,S» •"-C - w .0 O t> r ■sa si gs q> - c. 'S Ci *0 o 1 S.- O - c 5Ü u «i r Handigheden gedurende de iaatfte vgfeig jaren zodanig verachterd is, dat alle zorgen en pogingen des Gouverne- ments tot eenig beduidend berftèl ten dezen onvoldoende fchyneo. Befchóuwen wij den toeftand van fommige onzer Trafie ken dan ondervinden wij ook bij dezelve gedurende de laatftè jaren fporen van verval; de Suiker - raffinaderijen aan de eene zijde door den bezwaardeo invoer in de Pruis, fifche Staten, en van den anderen kant door deEngelfcha machinerie en het drawback gekneld kunnen naauwlijk's den rangwelken zj) iti de fchaal des algerceeneo handel te voren bekleeddenVoortaan behouden hoezeer dan ook gedurende het eerfte half jaar 1818 omtrent 35 mili. ponden ruwe Suiker ingevoerd, en bijna elf millioenen geraffineerde Suiker, uit de Havens van 'c Rijk zijn uit gevoerd, en het ter eere van deze Trafikanten moet wor den gezegddat zij hunne werkzaamheden niette'gén- ftaande de nadeelenwelke uit de onevenredigheid der prgzen van de ruwe, tegen die van de geraffineerde Suiker voor hun gezegd worden te beftaan fteeds met kracht hebben doorgezet. 0 De Zoutketen lijden niet minder door dezelfde oorza ken; van de 53 Zoutpannen, welke in den omtrek van Dordrecht pleegden in volle werking te zfth zgn er 22 in ftilftand; ruim dertig Jeseverftokerijen welke in Schiedam en Delfshaven ten getale van 200 kunnen geacht wordên tot de eerfte clasfe te behooren, (laan ftil; ter wijl fommige der overigen niet met volle bakken blgveo werken; de vraag naar buiten van dit vocht wordt door kunstbewerking eo aanvulling van gees.trQke furrogateo in andere landen ook voor de toekomst met vermidering bedreigd; de aftrek voor dit jaar 1819 is daar te boven meer gering, zoo wel door de genoegzame evenredigheid van den prijs der granen met dien van T gedisteleerden den minderen uitvoer naar America, ten gevolge van den voordeeligen wijnoogsten den onzekeren toeftand van vele Handelhuizen in dat land, als door eenen te grooten aanvosr in het afgeloopen jaar 1818 naar de West-Iidién, welligt met verdere deftinatie naar de geïofurgeerde Spaanfche Volkplantingen; waardoor in dat jaar 1818 die uitvoer boven de vijf millioenen ftoopen bedraagt, en dien van 1817 met 4 overtroffen beeft, en het alweder den aandacht van U. E. G. A. verdient, dat zelfs tc midden dezer fchijobaar min gunftige omftandighedeo de opbrengst der Branderijenalleen in Zuid-Holland; de eerfte vijf maanden van 1819 tot 1,268,135 - 15 cents geklommen is en zelfs dien der eerfte vijf maanden van 1818 met circa vier tonnen gouds overtroffen beeftDan wat van dit alles wezen moge, en wat hier verder zoude kunnen worden bijgebragt; wij ontveinzen het voor U Ed. Groot Achtbare niet, dat het overzigt vooral van den grooten haodel vaa üit gewestvan eenige takken van nijverheid daaraan verbondenen van fommige ne ringen daarvan af hankel^k niet die algemeen gunftige refultaten doet kennen, welke eene vroegere befchouwing heeft opgeleverd. Maar, Mijne Heeren! wanneer wij dit in al zijnen em» vaog erkenneo wanneer wij met U. E. G. A. betreuren, dat alzo0 fommige raderen van onzen algemeenen voor fpoed meer verlamd zgn; dat veele verliezen geleden, veele onheilen gevreest worden en even daardoor bjj de noesten doch voorzigtigen handelaar zoo veel bekomme ring geboren wordtzullen wij zelfs dan niet het best aan onze roeping beantwoorden wanneer wij door de befchouwing vïd veelt algemeene oorzaken die beftaande rampen, en van de hulp en biJftand, die men daartegen ontvangen heeft en verder verwachten kan, aan den moe- delozenmoed, san den zwakken, veerkracht, en aan allen dat vuur en leven, dat vertrouwen en die gezind heden pogen intefcherpenzonder welke toch al het goe. dedat Oüder ons in eene zoo ruime mate overig is niet behouden, noch het kwade zelfs geweerd en afge keerd kan worden. Ik weet het Mijne Heeren f de MensCh gewoon de bronnen van het onheil, 'twelk hem treft, alleen rn de meest nabij gelegene oorzaken te zoeken, ziet vaak an dere meer verwijderd voorbij; en het beperkt oog van den min geoefenden, of de naauwere kring zijner werk zaamheid, laten niet altijd toe ook tot den meer alge meenen zamenhang der dingen op te klimmen'. Ik weet het, en UEd. Gr. Achtb. weten het met mij, dat zeer veele handeldrijvende Ingezetenen en op der- zeiver voetfpoor veele andere bewonerên van Holland het ftelfel van financiële wetten, onder welke wij leven, als de OBmiddeljjkeen uitfluitende oorzaak befebouweu der rampen welke ons niet ontveinsd hebben aan wezig te zijn; ja ik vreeze zelfs, dat deze oordeelvelling bfl fommige indrukken heeft doen gieboren worden, wei- ka op den werkkring, waarin zjj geplaatst zijn, en op de' gevoelens welke de Maatfchappij regt heeft van hun nen ftand en betrekking te verwachteneenen nadeeligen invloed kunnen achterlaten. Ik heb geene roeping dat ftelfel in zijnen oorfprong en gevolgen met UEd. Gr. Achtb. te overzien, veel min hetzelve te verdedigen; die beoordeeling ligt geheel bui ten de grenzen mijner bezigheden trouwens tijd en on dervinding alleen zullen uitfpraak doen tusfehén de ftrij- dige gevoelens, welke over dit gewigtig onderwerp geuit zijn; en de ware beminnaar van zijn Vaderland ,- over tuigd, dat 's Konings bedoelingen het beste willen, dat zijn hart .voor 't welzijn des Vaderlands klopt, dat zijne belangen met die van hetzelve onverdeeld zijn verbeidt met vertrou wen en lijdzaamheid die toekomsten ziet aanvankelijk in iedere wijziging en in iedere verzach'tiDg, deo grondflag zijner zekere verwachting, dat even weinig als Z. M. zai toelaten dat wél doordachte én bij dén proef wel bevondane beginfelén, door voo'rrtortjeefen of raagtfpreukeo worden ter zijde geféhoven evén Zoo ook Hoogsrdezelve niet dulden Zal, dat de welvaart van deze Provincie door, éenit'é theorie verdrongenof aan eenig eenmaal door de ondervinding; gewraakt ftelfel,- opgeof ferd zoude worden. Het r if volg of dé Kant van deze Bi adz J 1 qj I "o" X 3 a ójf s-Tssl a O c o "2 C C fj (U OÜ 3 b* i_ Ja» J -nï "U Sfï"3!; .-j c; <U J- •2 a c 1 E T3 ~Z, -3 C m s -o I Q J3 E o-ï •o g 3. c aj c o <J CZ 1) c •O O "O N "2 -31»^ u. c N s s rt O» 5 o 1 E O 5 c 4j u "j E c o ;t O, C rt f=5 Sc' z iS E T> t3 ts 0» ^2 o i, ts c ff* -3 s E -3 •2C 'Ji2 <u r- 0 N mi v z: w s a) Si O va f» Si. i- ja O. -a, 1 o "O S S - 'a -S1 E C (U Cl W C C s U- aj W 0 c SJ c 3 -z 5 Q tJ 35 22 0,-0 t j dïr k. n a - O <UT3 5 H 6 q - 3 S C e« (j C JS 3 7; i 'r u o>, - O O - - 'j O iJ 'H .2? "O *3 fc. P - <u c a 3 o a o u -a ""O 2 s- •a *a "g •*- gc '5 0 «T E c .2 a c u O o ca iZ n u. "O e w aj a o ■a <u s- i_ o Ai 1 a 25 a r~, f-, C o 5 2 S 'O 7Z v> .0 a "3 0, rr. (B. i S g" I C£- 'w g - OJ c I E a w u t en at O 1 o cb ba1— I w 3 •O'S, ■a c <u 1 ■s 1» w - E' a> a» c n - c 'v a c o e 22 SV - S «U T3 fc. C Mei! O •- TJ B i- C 1. 8) u r a> js> a - o -O "O '.T? °c22 o C 3 P N D O 1> r- W C M =^>2Su o v - - b O D U -o 5^3 C tn 0 - a -5 c 22 - ïj;.. j2 a> 4,-0 - C u U (1 a> 13 d**- U k. -D t= 1, -o 2 TJ J c o a> -= n (U 3 ifi-o-oa £2 w "5 -c - a> c -a aj a ,4> 1 "O S -3 u c -SJ3 5 m 5 x: o 0 r-t a C a> p. Z. M •3-S ix i 3 O. bfl O 5 S a H O «4 5 o .HfS w 0 -a w C TJ O .2 .22 M C n O O O -o g S 'SS s -- N aj <u -c 2 Dg bc 0 o c •- 3 jt CJ SJ to k. -J 5 w <U 1» Q u. 'O g :c? 0 03 .5 O S a aj c ca ■o o 5* ■«c'0 =--5 S-Sü g i o - j: C J: ca X3 v C S3 oi.S,c^ o n o ï-o s E^J Jl -3 -B g -a S ;S Z °E v- "J e c - c u 1 u g w i j£"e ,c EE>'ggu w x: M ar c :8Sw*^ss I c O -0 a O 6 o c 11 cj <u oc a 2 S- M fe - c 4. «r! 15 4» j™ - B4 M>- e 0 CH.CC g «I C a C u U w - 1- bO "O jz - ■u - O C V v S :s gs >4 E s (U O k. O 3 a H S c ü-qt: e ,U c "S H S W H H 1, -o o. c. -a. .22 jz m s: 1 «J u X c - qj ca -C CJ -C TS O i 1 k. -a 9 'D M - <s> a d cf -r 1 s S f 5 -2 s I G P TJu. 2 c q> 4» a "2 - E 3J!-2 :5: r -- t. m S 5 x> a b MJ; O u 1 - C o M C I S E^2 w'3 c E j.s.S -S s s j "h i 0 -2 r?-1 - .fa. C -.O-C 1 61 s .H 3 u 3 W C C !-»E^ÏSÏa: 3H Tl -O <u N f Öfi a Tl O o u. O H o 1 oS, St. "O bfr ao 22 S 3 a 5 I -3 m-0 4» J3 üfl' ■-3 c O O -Tl mt. P -a o -Sa 5> - O TT O S"2 K tt a OJ l» Cu» ï-° g O ft *3 H c'eo 30 - qj 8^2 - Jö a 1 S 3 o -2 5 I a j j= 5 E 5 O "o .Z, So O "3 H 5 a 3 t"S JE-S '"ïeïï-»0 aooSBSËS F <u -o.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1819 | | pagina 1