C OU R A N T. LEYDSE N. 1 a fe A0. 1319. V K IJ D A X - *4 Sri|. P U B L I C A Y 1 Ei ty-WtOEMEF.STER.EN DER STAD LfeYDEN wjarfchtt wen bij dezen een iederwien het zoude mogen aangaan, dat, ingevolge de heftaande wetten, op de aanftaande Kermis, geene RijfclaariDraaiborden of diergelijke fcbadelgke fpelen zuilen worden toegelaten; en dat onder vonrweDtifel der Kermis geene Vreelhdt Bedelaars* verminkte of gebrekkige Perfonen alhier niet te huis behoorende, onder den fchgn van iets té vèrtocnen als anderzins zullen worden toegelaten, maar dadelgk door de Dienaars der Politie de Stad moeten worden uitgeleid; wordende de Directeur eo Commisfaris van Politie bij dezen geqaalificeejd ora voor de executie dezer te zorgen. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgeni&esteren der Stad Legden, op den 13 Mei 1819. J. G. DE M E Y, vt. Ter Ordonnantie van dezelve P. A. du PUI. N". 61 DEK 2it M E Y. 5 z 3 Cl -5 -S -as 1 j a 3 O -3' <r. at' E *s s .2 J= n, 13 C -C sin 0 *:c> a T 7'- 0 c i r» •f Q jj E ^-2 -»-d »u ij 4» - S G -S 0 c - 2.5. -o s -y, "S G a 5 i.-? li 4) i_ tJ G 0, 4» T3 0 *SF 2 •3 V - ,1 4» w ,11 n x u c -a a g "O S5 0 - I I LIVORNO den 15 April. Een aanzienlijk en geloof waardig Vreemdeling uit Eggpren terug gekomen, verhaald ten bewgze hoezeer de Onder-Koning vbd dat land, Mohamed-Alyde nuttige kunften en vernuften aanmoedigd, eene fchoone ontdekking te Caïro gedaan, door den Heer Joan Baffi, van Ancona, reeds zeer voordeelig bekend als Scheikundige en Infpecteur-Generaal van Buskruit en Salpeter in het Koningrijk van Eggpten. Het voorwerp der ftudien van dien Geleerden, is het vervaardigen van Salpeter én Buskruit. EgiJpten he,eft wel overvloed van ziltige landerijen maar het heeft gebrek aan braodftof, aan koper voor de Ketels en aan Werklieden voor de fabriek van die Rukken. De Heer Baffizich bevoor- «leelende van het Africaansch luchtsgeftel, heeft éene be handeling van uitdamping uitgevondenwaartoe men geen ietels of btandftof nodig heeft, met dien gelukkigen uitflag zijner proeven dat bij den Vorst 200 Cant ar i Sal peter heeft geleverd, (de Cantaro is te Florencen 150 pond) waarvan men kruit voor gefchuc vervaardigd hetwelk niet alleen volkomen goed bevonden is, maar zelfs heeft doen zien dat de Salpeter door'deze nieuwe handelwijze ver kregen, fterker is dan die op de gewóone wijze bereidt wordt. Deze ontdekking is zeer belangrijk voor Ègijpten en men verzekerd dat de Onderkoning aan den Heer Baffi 500,000 franken beeft beloofd zo de uitflag aan de ver wachting beantwoord. In de daad zou Eggpten daardoor aan den buitenlander een product kunnen leveren waar voor hetzelve tot hiertoe groote uitgaven moest doen. FRANKRYK. PARYS den 16 MeiJ. Bij gelegenheid der discusfien over de verbetering, door den Hertog van Fitzjames voor- gefteld in het 8fte Artikel van de eerfte Concept-Wet over de vrijheid van de Drukpers voorleden Donderdag zie onze vorige')werd aan de Leden van de Kamer der Pairs de volgende verklaring rondgedeeld: Sedert langen tQd al wat in Frankrijk aanwezig is van menfehenhet gevoel hebbende van de waarheid va» den Godsdienstof zelfs alleenlijk van deszelfe nuttigheid, én van welk Kerkgenootfchap zij ook zijn zugteden van den Godsdienst uit onze wetgeving verbannen, en vreemd gemaakt te zien aan de maatfcbapljjke orde. Die ftnerte- lijke ergernis is thans vernieuwd geworden door de voor geftelde wet over de vrijheid van de Drukpers; dezelve is nog verzwaard geworden door de beklagenswaardige debatten waar toe dat ontwerp in de Kamer der Afge vaardigden aanleiding gegeven heeft." Het geen de waereld federt bgna zes duizend jaren dat dezelve beftaan heeft, in geenerlei Land bad gezien, daar van bieden wjj zelve het fchandelgk en noodlottig toneel aan. De Godsdienst, welkealle Wetgevers, zonder uitzondering, aan het hoofd hunner inftellingen hadden geplaatst als de fundamenteele grondflag op welke het geheel roaatfchappelgk gebouw rustte, de Godsdienst is in de Franfche Wetgeving vernietigd, en blgft onderons als het doel, tegen (hetwelk vrijelijk eo onbelemmerd de beledigingen, eo de aanrandingen in alle foortvan ongods- dienftigheid, worden aangewend; want het is een grond- Leginfel in zaken van wetgeving dat alles, wat door de wet tiet verboden is door dezelve geoorloofd is. Der- halven, met het formeel weigeren om de beledigingen van den Godsdienst te beteugelenwettigd zg dezelve formeel." „En, wanneer w^j onze gedachten wenden over de geflachten die ons zullen volgen wat zal hunne verbazing zijn, als zg de gefchiedenis onzer dagen lezende, zien znllen dat onder de règeering van eenen Allerchristelijk- ften Koning, het ongeloofde vermetelheid heeft gehad ©m eene wettelgke vrijheid té vorderen en de magt om zich dezelve te geven hoedanig zal hunnefmert zijn, door hetdenkeD, dat het hunne Vaders Zijn, welke zich met die onuitwisbare vlek bezWalkt hebben l" Eene der kunstgrepen, welke men gebezigd heeft, om het vcorftel ter beteugeling der beledigingen van den Godsdienst af tewecreo is geweest het zoeken ora ver- ^warring in de begrippen te werpen. Men heefc gevraagd: Wat is Godsdienst? Men heeft voorgewend dat dit woord niet bepaald wasen deh zin niet doet begrijpen virclke v.en daar aan hecht Wat! ccne uitdrukking, in alle tijden. In allé landen gebruikt, is in onze dagen eene duistere uitdrukking geworden, en het menschlflk gedacht heeft er zich be- fieodig vaü bediend, zonder eenen juisten zin daar aan te hechten zonder düidlgk re begrijpen het geene het zeide' H Alle leerftelzelhetwelk is, of hetwelk men geloofd vau de Godheid te zijn voortgevloeid, is een Godsdienst in den uitpeilféktften zin van dar woord. Alle Godsdienst is faamgetléld uit Leerdukken, Zedeieer en Eerenditnsc. Dit heeft de Rapporteur van deCommisfié der Kamer van A'gcvoardigccn erkent. Dit begrip is klaar en juist. IV?/.e kenmerken zijn gemeen aan alle Godsdiensten die bétiaao 'hebben of beftaan/* I r B 2 5n.S'u«ü'j-S'2 'n 'g - "-J q -e; 1» XJ u .!C - 3 2 TJ U m -a 5. a •- 1,5 n a c c o 3 11"° - -£j g O 0J - is. 3^ o v) jj a w - 1» jr si OTJQ'O 'S-Sjt »S O B 5; s J.-s 3 o "5 3 gSg^6U^53sfI2 1 S 5~ J.-S 3 -a o - - ■a S -o -o wtjZ a w Mg L '•O'a - o -sSuSS^Sg, o ,q c "3 q l-TJ M jlQ C - o a 4* t-( aj oi. 5 Q-S S s.sJï a S -3 S s s v ow -o - 'd o W <U •- W MO 'g d, 5-S aïlï .2 DconJ3u13i;u o m n LI 41 -C Ti (U JA !f? I 5 .2 ï2 - - l Z s -J 1 G I giö n s- go-o :.S;cs) 0 .2 J tT.Ï n i - r o «jij o «i-u -£Sg^a£»5-f'.'s3Sff -s sSi-0 21» g.2 S1» g j 0:P0 - u '52 .5.5-3 SclsS-r'i.'oS SaQ2 71 a 2 09 C3 "c a -a 4> O 4» s - S r r t - uj C Mb B Q a< c 4» o c B KB C B (jgtl g K V - -c .2. Derhalvén is her Leïsmushetwelk alle Openbaring verwerpt, het Dihtnu» hetwelk dé rext vab her ontwerp der Wet wettigd, hetwelk de discusfie over dat omwerp gevoerd, aanmoedigd, gten Godsdientt Het 8fte artikel der voorgeftelde Wet ftrafte niet daa de beledigingen aan de publieke zedelijkheid en aan de goede zeden en men heeft veel moeite gehad om de in- lasfching van de Godsdienstelgke zedelijkheid' nog af te troonen bijvoeging, welke, hoe ongenoegzaam die ook is, overtollig iVerd verklaard.'' Het geheettr Christendomdeszelfs zedeieer alleen uitgezonderd; is wettelijk overgeleverd aan de woede van deszélfs vgandeb. Zodanig was het leerftelzel van hem onder hen welke zich de beklagenswaardigfte en fchan- delijkfte vermaardheid verworven heeft, hg beleedt over luid dat de Zedeieer van den Wetgever des Euangeliums Godlijk was J. J* Rousjeau even als hg, zal de Deïstifdhe hoop zulks belgdem Doch vervolgens zullen zij, even als hö (waartoe hun de vrgheid vergund is); mee de wapenen dan van drogredenen, dan van belachlgk- heid,de leerftukken beftrijden welke deGodlijiteMeester onderwezen heeft; de heilige oeffeningen door hem inge- fteld; even als hij, zullen zij hunne heiligfcbenneDde vertoetelheid opvoeren tot het uitbraken tegen bet Godlijk voortrap onzer aanbiddingen, van lasteringen, welke men fetirikken zoude te herhaalen." En evenwel heeft men de verdedigers van het ont- wer.p der wet uit de hoogte van den fpreekftoel de. ver bazende wonderfpreüken hooren uitbrengen: pat de fy zedelijkheid niet verfchilt van den Godsdienstdat „zij den gemeenen grondflag is van alle eerendieoften dat de onderdrukking der fmaadheden aan de publieke zedelgkheidde zekerfte waarborg is voor dea Gods- -•u"a 0 n dienst die men verkrijgen kan; dat het oomogelgk is de zedelijkheid te hoonenzonder de Godsdienstige gevoelens te fmaaden.*' ff De zedelijkheid verfchilt van dén Godsdienst even als het deel verfchilt van het geheel. Te zeggen dat de onderdrukking van fmaadheden aan de zedelijkheid de geheelheid van den Godsdienst voor verfmadingen waar borgt i is tegen alle de regelen der redenkundeen alle begrippen van het gemeen verttandhet befluiten vaó het deel tot het geheel, van het bijzondere tot het algemeen." ff En hoedanig is dan die publieke en zelfs godsdienstige zedelijkheid, welke men verevenwezigt mét geheel den Godsdienst? Hoedanig is de grond van haar gezach Welk is de grondvest van hare onwrikbaarheid? En ver mits men er de waarborg van den Godsdienst vaó maakt\ wat is het dat haar zelfs waarborgt? Laat ons om het te kennennog hooren, wat eenige verdedigers van hec artikel hebben gezegt: „De onderfcheidene Godsdiens- ten gezamenlijk genomen kunnen in de oogen van Wetgevers niet anders zgn dan de algeraeene gewaar- „wordingen, welke God in het hart van den mensch geplaatst heeft. Nu, de zedelijkheid verfchilt wan die gewaarwordingen niet dan gelgk het gewrocht van des- zelfs oorzaak. Onder die betrekking is zij er onaffchei. deljjk van, en van daar af is het onmogelijk de zede- ljjkheid te hoonen, zonder de godsdienstige gewaar- wordingen te fmaaden. De grondflag der publieke zedelijkheid is in die godsdienstige gewaarwording welke den mensch opvoerd ter aanbidding van den ft Schepper van het Heel-Al; om de eeuwigheid te ver- wachten van een toekomend leven; in die gewaarwor- ding welke geenerlei ongeloovige met behulp van drogredenen kan vernielenwelke een enkel opz»iea naar dén Hemel voor eeuwig moet vernietigen." Zie daar dan vrg duidelgk volgens de verdedigers der Wetvan welken dé ophelderingen door alle foorten van redenen, befchouwd moeceH worden als de echte uitlegging van de wetzie daar de Godsdienst en Zede- leer onder een gemengt, te faraen verminderd tot blooté gewaarwordingen, te famen in derzelver pligten bepaald tot deaanbidding vaneen hoegenaamdcnSchepper, te famec geeoe andere aanmoediging hèbbehde dan het aanzien van den Hemelte famen aan geene adderé bekrachtiging on derworpen dan aan de hope van éen toekomend leven. Zie daar de geh'eele Godsdienst de geheeie zedeieer welke de voorgeftelde wet befchermd. Eene gewaarwdr- diDg, welke de valfcbe geest kan verwerpen, welke de bekrompe» geest kan miskennen, het met driften vervuüde S I" c-* hart kan fmooren welke dé kwaade trouw haar tvelg&val* r: 5 - - len kan uitleggen welker wezenlijkheid door den onge- aa>«_ _-a«j-£c lovigeh kan betwist worden. Zie daar de eenige grond vest van de Zedeleèr en van den Godsdienst, de regel van alle pligten welke zfl opleggen! Zg zijn'niet meer volgens de voorftanders van het artgkel, dan het geen de gedachte van elk mensch dezelve maakt." Neen, het kan niet zijn om de menfehen aan het losfe hunner denkbeeldenaan de dobberiDg hunner meeningen over te laten, dat deOpperfte Bebeerfcher huo hét aanwezen cn de reden gegeven heeft. Hetzelfde almachtige gezach hét Welk aan zijne overige fchepzelen de Doodzaaklflkheid heeft opgelegt om befteodig de natuur-wetten op te volgen door wélke het dezelve regeerd, heeft ook gebiedend aan deszelfs bevoofregt fchepzel het welk het begiftigde met vérftand met wil, met vrijheid, met zedelgkheid, de verpligting opgelegt van ftiptëüjk de Godsdienftige wetten op te volgen die het aau hetzelve voorfchreef. Met ain hetzelve de leerftukken te openbaren, heeft het hem bevolen die te geloven; met hem voorfebriften aan te kondigen,- heeft hét hem gelast dezelve waar te nemer met hem eenen eerend'tenst voor te fchetzén heelt het Hem voorgefchreven deozelvén uit te oetFeoen. Tgf verze kering der uirv'oering van deszelfs ftellige geboden heeft de öpperfte Wetgever derzelver wsajneming voorzien van de fterkfte bekt 3chtïging eener eeu wige gelukzaligheid van eeuwige flraffen voor derzelver inbreuk, en al dit geheel al deze opeen ft a pel ing vau waarheden, van geboden, van beöcfFVriiigen vaé beloften van bedreigingen welke zijne ópecbai ir g uirtiiaken heeft hij met bewgzen verfterkf binnen her bereik van alle gernoeuefen0 en van zulk eeoe trfft^pde klaarhlgkJgkheiddat meo vfjjwtiii&lgk de Oogctf nioct flüitL-n om die niet re zien l QlJd lervjig ep Jt kant tan acze Blad» f S 5 S B r jo &JJ-0 k' Jj 5 ^.2 a w -S N JJ a 4> - •- M S. .5 -T is j" O -O O.i" ■u ca 73 C 0 D uj- c :o 4/ 2 "5.2 a A Z c .2 o o y> r "-5 C '3 v M s c Z «■3 y 41 G C <u H 06 u j: c rt JS O B C G 3 n O <11 ji u - U w-c: -a o ncp, c n -0 a 2 - S -- 2 '5 1 h -J axJB -3 'o 'S S- ■"'D^ "-SD-1 I ■r; 'rf 4»."o .u? _c a O J= 6 - 5 -S S ;Un ,.sf 01 Kr -a 4» 01)73-3 O u J] a si y 4» S Eê «-Ï - 2 a 0 -TX3-- c 4» r. J> ioXi 0 s jxs .-j— «c r Q liïiit-ïis - £S w 4> .5 S =-5 2 a>.-3o 3a a- T3 K t) u.> S c - - 4) c O .1 c G. 4) S 2 ■!- o o O Js l_ 4> .Ï2Ê .2^ z -a - 5-g 5 r r-<u-k ■S'?-2 5 «3».4: "3-5 s ar-o -o -a c "O T3 -O p o O 4' 3 V o a 2 2 S. 1 B M ■r e f- N r-, w - cut.!1 4>w ri.C?C ^73 5 -a ct 41 O *- .S d - o T3 QL.-4)— Q C ji li- C K _ëïï-«'ïï1£"'ü,Si,5,S-SSiSoJ 6 CUi r- (3 cr «- O r - V c c c- - :t? Cfc G i •- J .2i -c 'J5£l^sc;rs'3'i:"4,ï: 1 r f" G K» f. ^^2 a - c.^ G a. - C «- c 2 «J 1. K- 'w cl c Ot f= b :rr ■H o 2 G C J 3 •-■5S o 5 -C J= ■c c. 4» <y •- e - c a> 2 2 ht (4 *Z "O J= - T3 4) §-e - "O 2 - G ;C7 4» O Q.-.C l" a i :r? jïsl -S.S&- -N"GtC'"*ua l' 7; -o x; w O -G c 9 LU, ÜTJww. a R

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1819 | | pagina 1