IKHHth U riiiit^if ii iiifïlWu V-W&- e - M S 5 1 5 3.s I ol <- a \'3zi - 3 <-:-„.2 3 - &- ;."g.-ess- w^sisS-S-'aR- r| g s tr J b "ft J; f IIS'§ S J* ~.S£ 2 3 2 «5-2 I 3 2.g"= 3 t a: a a "1 "2. S a 3:;; }U»|siï; f;?saê8-?" S S-S-3 S 5"* S-g"- *:*-ïH|f ?f r S.|»'gs |3|f ?»=?ï?a-.sf i ?T t nnd? HnlWndfcfce ftetfelom nan den handel de meest mugclykc vryht-ii! te laten -is d.arin rut üit her ooi? verloren even gelijk te voren, is her alleen te gén eenige weinige attrke'en, dat de wet her vevhod ait- Tpreekr en niet alleen heeft dezelve de hij liei placaat V3n 1^25 befchreven formal iteiten niet vermeerderd ma ut wel jnteger.d-el nog den omloop der goederen hitman '*s fancis geheel huiien alle aanraking gefield met het be- llfliir der Tolregten. Dit ftelfël van vereenvöu'iiglng en vrijheid is even be langrijk voor den vreemden Handelaar, die de Marbren der Nederlanden bezoekt; êbans -heeft by de verzekering dar, na het-Grewskamoor voorhij te zijn gegaan, dè vrije doorvoer en omloop zijner goederen naar »Ue kan ten van het land niet meer de ininsre moHjeHjk'hrid zal ondervinden, noch de minde ophouding van wegen het beduur der Tolregten. Dus is het tégenivoordig öelfel der Nederlandfche Tol regten oneindig vrijer en voordeeliger dan het oude del- fel. hetgeen in werking was, op het oogenbïik van de onderteekening van de acre van Weenen over de Scheep vaart op den Rhijn, en deze uitftekeade verdiende van het tegenwoordig fielfel befiaat niet alleen met betrekking tot deu wezenlijken maar ook zeker voor den Traofit handel. Inderdaad is deze laatfte tak Van handel en voornament- lijk de Tranlit-handel langs den Rhjjn aanmerkelijk ver meerderd federt het invoeren der wet van 3 October i8i<Swaartoe de ontzaglijke meenigte goeds die gedu rende Ï817 over dk Rivier aU tranfit vervoerd is, een bewijs oplevert. Deze daadzaak kan de Centrale Commisfie overtuigen dat het niet nodig ware het Gouvernement der Nederlan den dat nimmer opgehouden heeft den vrijen handel als de voornaamfte bron van de welvaart des Rijks a»n te merken, uit te nodigen om deszelfs beftaande Toireg? ten, met betrekking op de Koopwaaren die als eenvou^ dig tranfit langs den Nederlafidlchen Rhyn komen, te ma tigen, ten einde de Rhijn-bardel niet oomif'delijk gedwon gen worde andere communicatien met de Zee te zoeken.** De vrije beginfelen omtrent den vrijen handel, welke het Gouvernement der Nederlanden ten allen tjjde omhelsd heeft in het wel verdaan belang van dien, zijn dé zeker fte waarborgen dat het nooit verzuimen zal de nodige middelen in het werk te fielleo, om voor zijn eigen land en de mede op dè oevers liggende Stat éi) het gébot te behoudnn van de ontelbare voordellen, dïe de Rhyn hardel in zijn bloedenden ftaat hnn biedt: Het geen gezegd is, betrekljjk de tegenwoordige Wet ten op de Tolregten, kan ook toegepast worden op het in 1816 ingevoerd fielfel van indirecte Belastingen welke op hetzelfde begiofel van vrjjen rondvoer binnen *s lands gegroBd is. De Centrale Sectie heeft te kennen gegeven op twee punten, welke de matigingen zijn die haar wenschlijk toefchenen. Deze punten zijn: 1. Heffing der Tranfit regtenniet nitr de waarde der toederen, maar volgens het gewigt, het getal ofde maat even als zulks plaats beeft voor het innen der regten van Scheepvaart op den Rhijn. 2. Ophooding van alle verbod voor het tranfithet zij regtfireeks of onm'ddeljjk, door een te hoog gefield regt. Wat aarigaat het eerfte dezer punten, zal het enkel in zien van het tarief van 3 October l8l$ doen vinden, dat reeds een vrij groot aantal artikelen, welke daar voor vatbaar geoordeeld warenop een tarief gebragt zijn naar mate van de maat, het gewigt of hét getal, en dat s&ffSSjrSUeSaS, 1* - i s: - tranfit-regten in het algemeen zouden kunnen geheven worden naar de hoeveelheid. Bij het gelasteo van gemeld onderzoekwas het de Sche.pvaart van den Rhpn, die he, Go.vernemen, bij- zondethjk beoogde, en zeker zal het Departement van koophandel en Colonien, dat daarmede belast is en zich .A'L kS T" nalaten om bjj deze gelegenheid geheel bgzondere aandacht te vestigen op de belan- handels centrale csromiafie kan dus overtuigd zijn, dat ten n opzigte de voornemens van het Nederlandfche GoU. rmenk te gelgjk gepaard gaan met ddrzelvèr vbrlan- fpn VHWJ V° 'Vf 2u"cn verwwenljjkt worBchals 2"k d"""n thogeló'ithbid'van de ten uitvoer brengingen^derrelver overee.rlrdrmtng hetgeen odk het doel n getoond, hebbed, Wit' éeh rich dat de Zal vinden In art.' 162 befluit van ia Nóv'èiu. dat het verbod van volgende artikelen: "V*6 'j 1 criO nerieaert den invoer van het 3 ?oliJaod4Ch »»ef v,„ ,7l5 tangenomen fielfel gevolid heert. aan de inftandhóuding van hetwelk de belangen ve'rboren'zU;." Zo na^uw m"lb"rt"ln' vree, voor eene te booge ver- r mfdd»rnlg v" "Sten op het tranfit, dat daardoor om Ve:bod? Z°ude l»t art. ,6a zien dat de land f r te betl,ltn trarfit-regt, bjj het te L echlLll w"er. ""voeren, op den ouden voet bepaald nvo.r f 'e Z'lgen> °P "Dm»l teno nL V" f'V°" h" hoofde va, beideS ,2? 1 m,t d,e ««nraetklijke matiging, dat in gee, Is dit ^/,5 o."et.|V0°K df e"ed"cn wie' invoer verboden waar ie ZT ,7,7 'T'"" k" d>" 3 per cent v,„ de waarde der goederen, da.r niet hij begrepen de huiten- tvwone eu tydelyke fubtentie voor hef fyrd,c«,. MeB gelooft rrict d.if Tic? voodig h op tt merken, dat dié trar.fit-rrgt even feetijk üoor tien ingezeicD als door del vreemdeiing moet 'betaald worden. Hieruit volkt, dat hoe zeer dit regt, eenige verande» ring kan ondergaan voor een of ander artikel, het echter niet in den geest van het Gouvernement der Nederlanden is, on middel ijk een artikel uit te fluiten, dat aan Tol* fegreo onderworpen is., van de gunst van het tranfit door het te betalen regt te hoog te doen ftygen. DcJte ophelderingen zullen de centrale Commisfie over tuigen, dat de vr^deokende wetgeving vin het Koningrijk der Nederlanden in zake van tolr«gten, waarover men aan die Commisfie geheel verkeerde denkbeelden heeft trachten in ce boezemen, geene billijke gronden ople vert, om daarin, met betrekking tot het tranfit, verder* en bijzondere matigingen te maken-, en zeker is dit ook de Arekking niet van de acte van Weenen. Eindelek fielt de centrale Cprnmisfie, dat de Neder landen niet kunnen genieten van het opheffen vsn het regt van overladen van Keulen en van Maine*waarvan zij de affchaffing verder zonder voorbading vragenda» van het oógenb'lik» waarop dHet tarief der regten op de Scheepvaart in Halland weder gebragt is tot de hoogte, waarop het ftondtjf* dens het fluiten van de overeenkomst van Weenen, over de Scheepvaait Dat alle onderzoek van Tolbedienden op den Rhfla zal opgehouden hebbenzoo lang de goederen nog niet gelost of verklaard zijn vao beftêmd ie Wezen tot iDVoei in het binnenfie des Unds. c) Dat alle de Schepen der Nederlandfche Schipper», de nseuwe Scheepvaart uitoefenende gemeten en van een manifest voorzien zuüeo zijDzoo als op den conven- tionelen Rhijo ingevoerd ia, en hetzelve aan het eerft* Ontvangers-Kantoor van den cnnventionelen Rnyn zulle» vertoonen. d~) De centrale Commisfie veronderftelt nogdat, m- gevolgën de door den Ondergeteekenden gedane verkla ringen in de Proces-Verbalen Schippers van den con- ventionelén Rhijn noch regtfireeks noch zijdeling eenige wettige verhindeaing ondergaanom ladingen als te huis vracht aan te nemen. Zonder fiil te ftaan by het gefchilof deze voorwaar den ja dan neen gegrond zijn, op de woorden en deo geest der acte van Weenen en dienaangaande verwij zende naar zijne vorige nota's, heeft de Ondergetee- kende de eer op die vier puntén te antwoorden, het gee» volgt Op a") Dit punt hetwelk op de 15 pCt. betrekking heelt, die onder den titel van vöor het fyadicaat (ingefteld om in de Oorlóg»-onKosten van 1815 te voorzien) zy» gevoegd bij het beloop der oude Tolregten is het onder* werp geworden van een onderzoek van de verfchillend* daar b# belanghebheode D :parfémenten. En hoe zeer die vermeerdering Hechts voor een' tijd is, en nog altijd het beloop der Tolregten in Holland gehlven ver onder het maximum laatbij Art. 3, van het Tracraat van Weenen op 2 Franc» voor het opwaarts, en op I Franc 33 Centi mes voor het naar beneden varen op deu Rhijn, tusfehen Straatsburg en het Koningiijk der Nederlanden behouden, *bne bepaling, die, volgens, datzelfde -Artikelkan uit gebreid worden door daardoor in dezelfde evenredigheid het geheele regt té vermeerderenop de afftanden ttis- fchen Straatsburg en Ba^ei, én de Grenzen van het Ko ningrijk der Nederlanden, en den mond der Rivier, heeft de Ondergeteeltende alle reden te geloven, dat dit pont fpoedig, tot wederzqde genoegèn zal opgehelderd efl'be- fljst worden. Op Volgen» de vei klaring, door den Ondergete kenden den 19 September laatstleden gedaan is reeds do hevrr^ding van alle materieel onderzoek op de Rivier door het Gouvernement der Nederlanden toegeffaanbehou dens de voorzorg om een Waker aan boord der Schèpea te plaatfeu of wel den toegang tot de Ladinc ta vc«"- zceqjeo^-u-ommisfie had oog deze eenvoudice formalireit tegenrtand gevonden. Ingelicht, zo ais lij bet nu is over het ftelzel van het beduur der Tolregreneq voor zo ver noodig is ook in dat der Indirecte Belastingen (waar van het beduur, vooral met betrekking tot de formaliteiten voor den bin! nenlandfchen omloop, hjjna denzelfden wez als dat der Toltegten voigt) en i„ „„merking willende nem,„ da plaatfelyke gedeldbejd van het Koningrijk der Nederlao den, zal de centtale commisfie niet kunnen ontkennen, dat zonder een ftelfel. hergeen ten doel heeft den Handel en Scheepvaart zo min moogJijk te hinderen, geheel uit een te rukkeq en omver te wejpen, het oiei mogelijk ia 1 het Gouvernement der Nederlanden kan toedaan dat zonder de minfte vaarhorg voor de bemaling der vei fchul- digdc^pgren, een in het Koningrijk binnenkomend Schip mét de§/,elfs lading. de binpeqlandfche wareren door- kruist ,-op welke volfirekt geen toezigt plaats heeft zoude men met eenige gegronde reden willen voor. ffelint, 01, een zo eqnvoudig middel, als dit van een waker apn boord re pliatfeu of den toegang' tot <|e lading te verzegelen hy de aankomat van een Schip aan het efr.ts.Ioiitantaor, te doen vervangen, door het koatbtro middel van-de oevers binoen M,aods met een leger van Ambtenaren, te voorzien, de oevers als grenzen te ver. kiajen en langs dezelve een rtrook onvrö grondgebied te mazen T een maatregel, die wanneer zn langs den Rhiln liep 01u jn. de Waal en hef Ha.ingvlièt te komeballen vryen doorvoer zoude rbglercen cus,fchen Nijmegen Thiel. Bommel Goriocbem en Dordrefht, en wanóeer men de Lek en Maas nan^, d^n vri^eri doorvoer zoude ontnemen aan cfe Steden Arnhem;, Kchóonboven Rorterdam Delft», haven. Schiedam en iedere meer beoedanwaards gelegen Plaatfen. 8 Bn.welke moeilijkheden zouden, nóg afzakkende, de verbreeding der R/vjé/en en de dairin gel'ééérve Eilaode» óiec opleveren, vcoral indién om Rotterdam re verthij* den men den luop der Maas volgde door voorbij Borit recht te vaten. N'et alleen is het bfflta»» onmogelpk welke poginge, "e", °;k h" werk_ (felle, om met eenige hoop 6p ee, goed geynjg de onvry te verklaren oevers ,e bewaken dte door honderden van Kanalen, en afgelegen voerpaêen doorfnedeuzon; m," nok de Rivieren zouden, na vreemd grondgebied verk'aard te zrjngeheel voor de binnen, landlege. Scheepvaart verloren zijn. Be acre van Weenen beeft, door'de vrjje Scheepvaart j!" ,f" r" SI na'r dt" ""leren op den Rhrjn van deszeifs oorfprong tot aan zijnen rm»nd re bepalen even- wel die vrpe Scheepv.art willen overeenbrengen met de territoriale S ruvereim.e.t van eik der Staten langs d' oevers, de zekerheid ven bet innen der openbare il •h de inwendige Infiellingen der Gosveice- Uil tctiulg op dt kdm van deze Blaaz.) komften

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1818 | | pagina 2