to a ft rt alleen het begin, het overige en kan svling leren gelukkig £3 5 5 is niet het Volk, dat ra het vormen van zijnen Staat ««3 °-°"2 D- 3 3 ÉT*6 re"0 w xich niet behoeft te wagen aaneenen fChadeljjken fpoed, re 5-2 8 8 c'S'^STo ö3 noch zich overgeven "aan eene geheel blinde toekomst. ;p jj.m 0 5 SJ re -f6 B JJ 3 c "re O" B c3; f a ?(n P-._ a n a S n o.- 3"_ O u re - -B2 3 tr 3 2 O «2 ref-rewrf. E5 O 25 »i --s o ESvl b, b' S.L "BS"3 S - -S 2reB c—33 n 1 a 3 c B -O re-031? re r w c,0 B" S 3 *3-"5 31 B N B B o ja ;"-.^'SN3OC^'»5 *a:2* S.' 2 S-S iS SJ S-2TSsöS 2.3 „-tra c-*e g jrSs.«ïï p 3-=-f g-c - ff* 5 S E-ffS"» Brerertre '3 N O-^ *"SL'Bi - S - =tTO 2N"3-S"2q rt re O ss^fn^s- B 2.B K-n a'ffft So N re 3 3- J-.05 c -• re 0 i~ o 2 -•=» iVS P ""ree, ?r 3 jti 3 ft - 3 - wrST Z n 3 2: 2 S 2 re ig-"f|^a*s c. «2. 2 3 «a crq crq ^3 u - B flnf rT"1* O n S-S-g g." 3" Art. 7.) !v»a •\.nN1R2 ?r S 8-3 o o - a I f o o 2 -sh.as* W D r.P- ^'Oire 2. O 3 re'o" ré 2 o re L g re 3 re 3 B c re re S 1 re 2. B- P i i ."Ore- gr3.5-2;e-s <5:5 s-s-|.|.2g (-.O^reLSrePaScrc O 7? 2 El gg-i-|- re 2. -3-res 2 S -® p- o a: b re ■o d r _!-j re -o 33 cL.rt o <7* a 11 o o 3 o s N r v 1. ,y X.» e? o - 2--E» >-2 3 er* o '1 t^fsS'rs-strsSg a.S3g< ■je- A 2 0 - -S ST a s« 0.0 er "3. 2. -er 5 S,„ "-«s-o-a.» 3E Blf -:«« EI 2 s s-f S--8-S s s£ noch zich overgeven "aan eene geheel maar met het volfte vei trou wen aan zijnen Korting de zorg kan overlaten, om de algemeene Staatswetten afte- werketi en te volmaken. W.y hebben echter begrepen, Sr'réS dat er eindelijk een ttjd moet geboren worden r.a welke de geftadige be.- geerte ter verbetering niet behoorde te worden ingewil ligd, daar 'de vastheid en zekerheid -van het^geen goed bevonden is verkieslelyk is boven de ij dele pogingen om zonder ophouden naar volmaaktheid te ftreven. Wg hebben daarom vastgefteld om de reglementen door Uwe 2. Majesteit bekrachtigd, voor zo verre het Stemregten de Zitting in de Vergaderingen dat is de beoefening der pplitieke'regten betreftna een tijdverloop van tien ja ren als een deel der Grondwet te doen befchouwen. Art. 7.) De verkiezing, der Leden van de Staten-Generaal is ook bij'het nieuwe Ontwerp aan de-Provinciale Staten verbleven: daar deze toch middelyk of oamlddelijk door de "Natie zelve verkozen wordenzo zoude kei geheel overtollig zijn een ander Kies - Collegie ten ge melden éiode, ©pterigten. ^Het is boven dien geheel overeen komstig met den geest der Grondwet, die, zónder aan leiding te geven tot alle de ongelegenheden van eigenlijk gezegde vólksvergaderiagen alle de geftelde rnagteo als •fchakels van 'eene gemeene keten belchouw'd, door van de een tot de anderen af te dalen'zelfs eindelijk tot' de lagere Handen der maatfehappijwelke, hoezeer een ge- ring gedeelte in de Vervulling der behoeften van den Staat bedragende, echter belang hebben in-de nationale ver- Zo-** 9Ss'J,sS '"tege'nvroordiging. (Art. 133*34 ci<i X, J- ""•.e. Ten a.niiën vin het getal der Leden, déor elke Pro- 5 2-" 3 fLé 8-r® S-ae ïSïw" 'vindie tot de Vergadering der StatenGeneraal te beaoe- 3 f„5 S1 s£3"»r*"<« men, heeft eenig verfchil van gevoelen plaats gehad. Ia, 8»S'"- Sommige Leden der Commisfie waren van meening, dat s'ÏS t_8"i'o O-S _°.5' daartoe de bevolking lis de eenvotidigrtebillijkile en s 5 Lk-"3'3 «a-o pr?-8- 5 zekerft» grohd in aanmerking komen moest, en bragten 5.- Jffk*:1 2.^ S S a 3 vele redened en voorbeelden bjj tot (laving van dit ge- ^éiiS S"25 8 voelen; andere dichten dat de juistheid van dezen o s gr A ";fs ;'S=s;sï,° grond, en vooral ook deszelfs toepasling op de vereéni- r" a j tr'S -fl ging onzer Provinciën met klem kon worden tegengefpro- 2- S S*" O.T r= 8. kenen er wierd wjjdera aangemerkt dat de Buitenland,- S j g"f 6*2 S'^-o o.™ fche Bezittlngnn welke de noordelijke Provinciën tot LT^.0» n R gr'-fo 3 8 O Moederland 'hebben de uitgebreidheid van den handel 5 3 2.J; ÏÏ'S»J<r<2. diaruk geboren, en de millioenen lnwooners onder hare 7 o3 i" 2.3 o J regering levende, niet gedoogden den gronddag voor de o o.A vertegenwoordiging, enkel in de Europeefche bevolking te«oek«n; eindelijk, dat het tenige middel tot vestiging ■vin'eene opregte,' cn «ltoosdurende vereenjging tusCslheti de twee gedeelten vin het rjjk wat een geheel ge$ke vertegenwoordiging van heiden. Met dit gevoelen heeft gich de meerderheid vereenigd. Het getal der Leden uit elk der Noordelijke 'Provinciën is hetzelfde gebleven; dat der Zuidelijke is op pens $jl- lyke wijze, en in evenredigheid zo van het getal peg In gezetenen, als van dat dér Gedeputeerden, door welke zjj reeds waren vertegenwoordigd, geregeld (Art79.) 'Dan er is een ander deel der Staten-GeneraalSire! hetwelk wü meeneo dat niet behoort te worden afgetvis- i»ï;5;t«.o3Jï?ï»:a A_ar, Aê'2.s 5'ï--i5g*g-g2"=.o s ?rp. «o a «G. r> s s w, N 3-S g 3 N 5-S> O' Ï.S S-o 'a-.'r r-g a-A 2.0 S.3--" slUg-'l S SfTs3- - ftpljg S- 5 3 2 lL§ M ï3 re n O g 3 3 era 3 S1 ■9* CL O* re re re ss re 3 S 3^ 3 "5 3 Z. o C ST3 M 2 f 8-o.® I °iS ï<«cro r6 c 8-S o-ai - ««S3o b' 3 o re 5. p - - S.-2 3 2 D-g. re re B re - - >Oi 1 •^-re -1 o re 5 b< ^a|oAOo-"S,. A< B - ge B' «o (rje' r< 3 ere i 3- 2. b 1 re N 22 ®2 re S, n ere rs o 2 E? 2 a-a -2; 3 rt I w w iT s E-a - 3,ï 2 C. OtA3» 3 S <S'g O. S ®--2 2. - o. £.A 8 AS-o^gSSS-g-iv-a. B B 33„Je B^rea^ «Oreo c. -Sre *creCoaa. re a, g a-- N ft o.<» 5'0 a O 3 E 3 A o O 8 N A I-2-b^Ö.8-§ S-'S n re re -? ?^»re S 3 0 <a_ pl-c S. N O 2 3- ff S A a 8 - 3-S S Sr< **2 N E.B«|S-Ö C C-H o »:fS ft'ss4~ï'? .nadn« QAiA»iB s. Sg-B A A fe'l'S .MLif! - «o: 5; 2. re. meer ingewikkelde belangen maakten ons ten pligt nKt de ondervinding te rade te gaan. Ten einde dan alje overijling in de raadplegingen te voorkomen, in moeijelfjke tijden aan de driften heilzame palen te fteilen den Troon te omringen door een IloL werk, waar tegen alle partijen affluiten, aan de Natie eene vólkomen zekerheid te waarborgen tegen alle wille* keutige uitbreiding van gezag, oordeelden wij het nuttig, 'Sire op het voorbeeld van migtige Rijken en bloeijende Gemeenebesten, de Vertegenwoordiging des Volks in twee Kamers iftedeelen; wij hebben te dezen aanzien echter geene vreemde inllellingen nagevolgd, welke met onze Zeden niet waren overeen te hrengen; wij hebben de gronden en wijziging dezer inftelling gezogt in het wezenlijk doel van dezelve. Aln de Ifdeeling der Staten Generaal, dsirgefleld met oogmefk om driften en dwalingen van het oogenblik tegen te gaan. 'is niet toegekend het regt om eenige voordellen te doen zij behoort enkel lijdelijk te wezen, en be- n 1 P*9>t zic'1 a'zo tot *'e «■"'eming of verwerping der voor- oTig- 'Rellen aan haar gezonden. Voorzigtigheid en wijsheid -zijn de groote vereischten in hare Leden de ontwor pen Grondwet vordert een ouderdom van 40 Jaren. De grootfle waarborg, welken zij aan den Staat kunnen geven, is het gToot belang, dat zij zeiven bij het alge meen welzijn hebben; zij worden diaram gekozen uit hen, die door diensten aan den Staat'bewezendoor -aa" 5 bunne geboorte, of door hun vermogen tot de aanzien- - A - 3 3,*" lijkfte van den Lande behooren. Niets is er bijna, wat -g jf ®'a...£ S 6 g-wfrff" elk Mensch krachtdadiger zoekt te handhaven, dan per- to re. »-« nE'nSwr a«'t<ö:»a JT2 re êr ET m re 5 S 0 *7 o -,tr o.,. O- "ao;5s °2 _fe 5®ï - <b.!0-fSa.a°3n: naim dien zijne Voorouders door werkelijke diensten aan het Vaderland veredeld hebben. De Bezitters van een groot vermogenln vaste Goederen gevestigd, aan den Staat verftrekt, of nuttigljjk in den Handel aangelegd. 1 (t w li t I - I 2;» i;»1 SA" 2 B O cv -®iO re Si, k, re g L.5 O 3 a D O 3 0 2 £to e S-3 ^2* 3 N s "8* -hebben Wij voorgedragen, dat zijr voor hun leven zullen r:2 ^3 re® B-SiCH ?fS. I worden aan£e(leld. Hunne benoeming Haat geheel aan *re;*)0£re3n.2B p.a B «3 Koning. De geest der Moparchie en hef belang der Natie vorderen dit om ftrgd; daar door bekomt de Vorst op de eerlle Handen der Maatfchappy eenen invloed, welks nut zich allerwege vèrfpreidt. Wij hebben ons Heeds ten vasten regel uitgekozen de Grondwet overeen te brengen met den waren aard eener gematigde Monar chie. Aft. 80. De Koning zendt de voórHéllen welke hjj den {Raad van Staten heeft doen overwegen, aan de Kanier, wel ke door de Provinciale Staren verkozen is Art. 106) deze onderzoekt dezelve, en brengt ze bij aanneeming in de éerHe Kamer, welke op gelijke wijze de zaak onder- Zoekr (Art. iep) deze Kamer ontvangt en overweegt ïnede de \oorfleilen door de tweede Kamer aan den Koning gedaan; rinimer 1 telt zij zelv e iets voor Art, 114 en 115 Zo zij zulk een voorfiel aanneemt, zèndt zij het aan ttcn-Koning die lietzolve aaticeemt of verwerpt (Art. 116 ,Y E'^S M n.o.re B rt 0 3 G.£ re n r re cr - 3- 3 rê3»ti,{*r,0-fc,30 2^ 5? 2.S ft c SR» re r» -re cr^Lo-reB Om re o -HO 2 -- re cr 3 mare N rt 4 «rt! „-a- re W o O B.rt -S"c.s a" Eg"» O j 5^.. 3 g"" s.3 3 2-2 B a 2 2 2.S.A S£ •V -w re v re t o p 3 H Q, Veelal zal deze Kamer bij het afflaan Yin eenig v.ooi3 Hel fier andere, aan den Koning befparea de ocfrnitM van een "heilzaam en hoogstnoodzakelyk regt', maar hèt welk tccli door eene te veelvuldige herhaling het onder ling vertrouwen zou kunnen deerenwelks behoud 20 nuttig v.oftr de Vorsten zo heilzaam voor de Volktfceft is. Overigens is de Wet Heeds hrt uityloeifel van het genjeen overleg des Konings en der beide Kamers van dfi Staten-Generaal (Art. 119.") In vele onzer -Provinciënbijzonder in de noordel^ ken. hadden de gezamenlijke burgers een r.i^t onbedui dend aandeel-in'de beftiering der zakeo door de wijze zelve, op wélke de verl'chillende Regerings - Collegien op zich zelv-e^n onderling waren gewijzigd - deze deél- neming bevorderde den pub,iieken geest, dien grooten fpringveer van alle belluren welke eene vertegenwoordi® ging ten grondllag hebben. ?s Lands Regering bekomt meer kracht en wordt beter gehoorzaamd, w^pneer zij de beweegredenen Van bare v/ètfen en bepalingen open legt en het doel der opofferingen \velke zij vorderten der kracheen welker mfpannSngzö begeert, doet jennen. Verfcheide voorbeelden ftrekken ten bewyze, welk groot vermogen het Gouverirement verkr^gt, wanp^er i^c ge hechtheid des volks aan de bevolen maatregelen voort vloeit uit beredeneerde ovettui-ging. Wy hebben gemeend dat deze belangrijke vóordeelen b.est verkregen en bewaard wiedden in het openlijk ver gaderen der tweede Kamer v onder zodanige bepalingen nogtans als ^éVchikt zjn ter wering van alle misbruik ep ttat tegengaan van eene verkeerde ffrékkipg. Art. 'I08. Dm de ware reden van cenig voordel piet kracht te doen ontwikkelen én de heilzame inzigten ;v?h het Gou vernement naar waarde te doen kénnen enbeoordeelen om gelegenheid te geven tot het daarffcllep van daelrak- tige wijzigingenzo zullen de Hoofden der ptrpa^ejiif»- ten van Algemeen BeHuar tot beidé dé K.imers der Stp- ten-Generaal totrgang hebben de bevoegdheid echte* om de Vergadering voortelkhtep gee/t hpn^en ii;t^t van Hemtneir. Art^ 91. J Er Zijtibij de Grondweiéenige bepaliogep genwajtt, omtrent de w^ke van raadplegenwelkeip den terffeO opflflg beter bj^ een reglement van orde'fcb^nen te kuur neu worden geregeld; dan wij hebben aan ^ézekvie ,ep& des te gfböter gewigt gehechtnaar ma,te wg overtuigfl werddn van het nüt eener geHadige en onderlinge ver houding tusfehen dé Lé^en der vergadering., pit Je ye,r- fchilltnde öhrden van'het Rük te zap CO gevloeid, en tevens van het daarffellea eénér gemak^elökc wijzeoiu aan allen de ware gronden en de teder((e ,bedenkingep te doen kennen welke ter aanneming pf verwerping eenlg vooVffel leiden kunnen. Art. 107.) Het is ter behouding van de volmaakte eensgezind» herd dat w-jj de onderlchel^en formulieren hebben voqr- gefchteven welke iu de geHadige wisfeling der Kamer* en oTiderling en met 'het Gotfv.ernemept moeten worden gebezigd. 'Wy aéhren het voor onnodigSirede redepe,n op tf geven, die ons bewogen hebben tot het vqprfcbrijiVpj» van de onderTcheiden Redsfórtnulierep. XJwe MajeHeit heerscht over een volk dat voor den eed eenen heili gen eerbied voedt, der zalven nim.per ligtvaajdig aflegt, maar getrouwelijk c'akoim -De gronden tot opbouw der regterjjjke verordeningen, in de eerfle Grondwet gplegd waren grootendeels ovc*® eenkömstig met cle oude Hollandfcbe inHellingen en weken niet wezenlijk van die der Belgifche Provinciën af. Wij hebben dezelve behouden. Tot beflisfing van burgerlijke zaken, beftaan er Regt- banken van eerHen aanleg naar het meest gerief fler twis tende partijen geplaatst(Art. 134.) Een Hof van hoo- ger beroep fpreekt regt over eene of meer Provinciën. Art. i3e.) Een opperde Geregtshof heeft het toezigt over dp handelingen van alie Regterlyke Colkgicnen is be kleed met zodanig gezag, als de Wet aan hetzelve na der zal toekennen. (Art. 180.) De vervolging en beffraffing der misdaden i? in elks Regtsgebied toebetrouwd aan Regters, die ook in bur gerlijke gefchillen uitfpraak doenen alzo mkfilG deZC hunne dubbele betrekking eene te groote hailing tot flrengheidwelke door eene uitfluitende oeffening v?m het Strafgeregt welligt bg hen zoude kunnen geborep worden. Een Hoog Militair 'Geregtshof, uit Regtsgeleerflen en Krijgslieden zamengeHeld, is beflemd om de ypnnisfen der Krijgsraden nategaan en zelye de Regtsmagtdopr «de Wet aan hetzelve toetekennen, te beaeffenen; terwgl zeer belangrijke bedenkingen ons hebben doen befluiren* de kennisneeming van alle misdaden, dopr het Krijgs volk begaan, aan die Regcbaqk optedragen. (Art. 18/?,) Voorts zullen de bepalingen van het burgerlijk en lijf- Hraffelijk regt, van de regten des Koophandel? en het beleid en "het zamenftel van het JuHitie-wezenvoor het geheele Rijk in algemeene Wetboeken vervat worden. Art. 163. De onafhankelijkheid der Regters is èe*a*rborgdty worden op eenen vasten en wettelijken voet bezoldigd door den Koning benoemd, en wel de meesten hunner voor hun leven, op voordrage der Provinciale Staten, of van de tweede Kamer der Staten - Generaal Art. 126., *i£a en *183). Zie daar Sire! de gronden van ieen Hei- fel, het welk door Uwe MajeHejt pverwogen en door dt Staten-Generaal aangenomen, eene nieuwe Weldaad voor dit Volk wezen zal. Al wat in de eerlle Grondwet betrekljjk de verdediging van den Staat bepaald was, hebben w|j ook hier overgenomen. Eene vaste en duurzame Krygsmagt zal, als het ware, de voorhoede der Natie z^jn (Art. U04). Eene Militie wgsfelrfkperegeld zal Heeds gereed zga om ter verdediging van het Vaderland toe te fnellea Art. 206 en -212 De geheele Nati.» ejndelijk in Schutrerijtn vereenigd zal-(is het nood i) hare vrijheid en onaf hanglykheid té* gen eenen vyand weetenjte verdedigen (Art 2135. Het is ons verder nuttig tpegefche'eneneenige bepalin® gett der onlangs gemankte Wetfen op de Militie in de Grondwet over te neemen, daar zij aan den Staarde dien- Hen verzekertwelke deze regt heeft te vorderenen aan de Ingezetenen de opvolging van vaste en onwrikbare voorfchriften toezegten hen alzo behoedt tegen wille keurige en ondoordachte maatregelen. Bij het regelen van dezen heiligen pligt hebben wij ons twee der belangrijklle tijdperken onzer gefchiedenis ver- levëndigd: de bevrediging van Gentwelke de ongeluk kige fclieidinp der zeventien Provinciën vooraf gingen dc Unie van Utrechtdien eerHen grondflag van Nationale onafhankelijkheid, dien bron van zo veel roenis en voor- fpoed. Eenmaal zal onze Nakomelingfchap met eene edelè trotschheid terug zien op die gedenkwaardige dagen, toe®. Utt vervolg of dt kant Van ücze Bladz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1815 | | pagina 2