te - QJ C K e J cr a A* 1815. N". 8; l Y D S E MAANDAG PUBLICATIE. DE PROVISIONELE REGERING DER STAD LEYDKN. den rreffenden inhoud der Misfive van Z ii n e Excellent ie den HetrSccretarh van Staat tot de Binnenlandfiche Zaken waarbij Ncórlands Ingezetenen aangemoedigd worden tot oprigring vanfondfen^ waaruit in het lotder verminkte Krijgslieden •3 j van de nagelaten Weduwen en Weezen der gefneüvelden inde jon&fte veldlhgen zoude kunnen Worden voorzien, brengende ter kennis van de Ingezetenen en refpective Gods dienstige Gemeenten bj,nnen deze Stad heeft tevens het ge noegen, van aan dezelve te berigten dat de Commisfie, welke reeds onder den titel van Comrïiisfie tot de vrijwillige verdediging des Fader landsmet zulk een loffelijken ijver werkzaam is en blijftzich ook gaarne heeft willen be lasten met het inzamelen der penningen ftrekkende tot oprigting en totftandbrenging van zodanig een fonds als in de gemelde Misfive is omfchréven en da: op voor- dragt derzelve Commisfie, op Dingsdag den i8den dezer, des morgens ten half tien ure, eene openbare en plegti^e Collecte zal gefchieden in alle de Wijken dezer Stad, door de Leden der Regering van de Vroedfichapen de Commisfie tot vertering der gekwetfte Helden en onderftand van de Weduwen en Wezen der gefneüveldendoor de Leeraars der onderfcheidene Godsdienllige Gezindheden, de Ouderlingen, Diakenen en Armbezorgers van dezelve; ten einde aan alle de edeldenkende Ingezetenen gelegen heid te geven, om door milde en vrijwillige giften mede te werken, tot bereiking van een doel, 'twelk aan alle regtfehapen beminnaars, van den Godsdienst zo wel, als van Vaderland en Vrijheid. heilig en dierbaar wezen moet. Ziet daar, Stadgenootenuwe milddadigheid op eehe nieuwe proeve gefield; doch gjj hebt reeds zo veele be wijzen derzelve gegeevendat wij omtrent de uitkomst dezer herhaalde oproeping geen twijfel -mogen voeden. Toen uwe eigen Stad door een'onvergetelyken rampfpoed geteisterd was, en er niemand onder u gevonden werd, die geene bittere verliezen te bewéenen had 'bleven de handen der ongelukkigen niet geflotenom hen, die zij nog ongelukkiger achteden, broederlijk bjjftand te Meden. Toen, niet langen tijd daarna, terwijl uwe wonden nog bloedden een verfchrikkeljjke watervloed naburige Ge westen onzes Vaderlands had verwoest, werd binnen deze muuren meer dan veertig duizend guldens, om in dien nood te gemoec te komen, ingezameld-. Ja, zo dikwerf Godsdienst en menfthelckheid zulke offers van u eisch- ten Waart gij bereid, om zelfs meer te doen, dan van u gevorderd'werd. En. nu vereenigr zich de frem van Godsdienst en men- fchelijkheid met die der Vaderlandsliefde en duurst ver- rpligte erkentenis. Er is om onzentwil bloed geftortja met geheele (Iroomen vergoten. Om onzentwil zijn ge lukkige Echtgenooten en Kindereu verlaten Weduwen en Weezen geworden; Jongelingen. Mannen in den bloei hunner jaren zjjn, in den ftiyd voor onze regten en be langen deerlyk verminkt geworden. Aan hunnen dood en hunne wonden hebben wij naast God, de behoude nis van al wat ons dierbaarst is te danken. Stelt u het akelig lot voor den geest, dat u getroffen, u verplet zou hebbenzo de Geweldenaar met zjjne meineedige Benden ware doorgedrongenzo hij begunstigd door de alge- meene verwarring en fchrik. onze Rivieren ware óverge- togen om plundeiing vernieling en moord tot in het hart des Lands te brengen, onze Steden te vuur en te zwaard te verdelgen en de erve onzer Vaderen aan de golven ten prooi te laten Wat zoudt gij gegeven heb ben, om dat verderf af te koopen Zou de helft'van uw vermogen u daartoe niet gering hebben gefchenen En welke is dan de maatftaf uwer verpligting, wanneer uw hart u vraagt: wat zult gij doen voor de dapperen, die het veege Vaderland gered hebben toen die redding alleen te koópén was voor den prjjs van hun bloed en leven? Toen zij den heldendood tlierven dachten zij aan hunne Vrouwen en Kinderen; maar zij dachten ook aan Nederlaodfche trouw en weldadigheid! Hunne Wedu wes en Weezen treuren om onherftelbaar gemis maar wee, onzer, zo zij ooit treuren uit kommer of broodsge* brek! Schande en wee over ons, zo wij ooit de verde- digers van ons goed en onze vrijheid gedwongen zien om rondgefleept door onze ftratengelijk gefield met het uitfehot der maatfcbappïj hunne nooddruft jammer lijk te bedelen! Hun aanblik zou het verwijt onzer on dankbaarheid, en het bewijs zijn van onze diepe verne dering: iedere aalmoes, die zij van de barmhartigheid zouden affmeeken zou een vloek worden, over hunne Landgenooten uirgefproken Stadgenooten - Gjj hebt mét bewogen harten het uwe Voegebragt tot verkwikking der gekwetflen om hunne wonden te verzachten en te heekn maar hier is 'greater pligt te vervuilen! JDe;vastgeftelde penfioenen voor ver minkte Krijgslieden voor de Weduwen en \Veezen der gefneüvelden in *s Lands dienstzijn gecvenredigd aan het vermogen van den Staat, aan deszelfs inkomften door 'wijze l'paarzaamheid beftuurd; maar zij zijn niet geëven- redigd aan de groote en onvergetelijke dienfien in dezen heiligen flrija. met zulk een onnavolsbaren moed, met zulk eene ftandvastigheid en zelfsopoifering aan het Va derland aan ons allen, en aan de onzen- bewezen. Geen openlijke Schatkist kan die beloonen; geen edel hart kan wenlche-n, dat die belooning daaraan overgelaten worde. Wie dit wenfeben zou fc-huile achter dezeuitvlugt zijner bekrompenheid en baatzuchten verantwoorde het voor God en zijn geweten Die Weduwen en Weezen die eer' biedwaarjlige Verminkten, zij zijn» panden der nationale eer der nationale trouw 'der nationale erkentenis Ons hart, door Vaderlandsliefde en dankbaarheid aan God ontgloeid.,- ons hart alleen moet hec lot bepalen dierctier baren, die om onzentwil van heul, en (leun, en brood beroofd zijn. Niet wat de Staat voor bun van ons zou kunnen eisfdienmaar wat onze- ;i»fde voor hun ten bc>te heeft, moet hun te gemoet komen, hen verkwik ken hen Iplaatfen boven bet bereik van behoefte en zo«- C O U R A N T. OEN 17 J U L IJ. h W -Y, 'z c- u cLM <T5 VJ, ZL P- "C M S t Ut"' C C VN e "J t>! U .Je ?éc S 2 .P v 53 9 h A' 2 t i r A a I?II&êl*- is** rS ÜKê r P O N e. cu.-a JL "i c z «-* (S a s# o - 1. j a. 2 3= ff'1 1 ~o Z a p a gen! Wat wij d3ar\T»or misfen kunnen, is niét langèr het onze maar het hunne! Zo wij het hun onthouden v beziccen wij onregtvaardig goed, waarop geen zegen van God kan rusten! StadgenootenWij hebben in onze bedehuizen en bin- nenkamerenGod met tranen gedankt voor de heerlijke zege en behoudenis aan ons verleendHebben wij dit met een opregteen Vaderlandsch en Godsdienstig hart gedaan, dan zal dit nieuwe offer ons weinig kosten: in plaats van bezorgd te zijn dat wij te veel mogten ge ven zullen wij vreezen te weinig te geven: niet de be krompenheid der ontaarden onder onze Landgenooten, maar de heilige infpraak van pligt, gewetenerkentenis aan God en mènfchéïi, zal tot een regelmaat ónzer gif ten verilrckken: wij zullen de achting van onzen gelief den Koning, boven alles die van ons eigen hart wegdra gen: en de God der barmhartigheid zal in onze huizen wonen met zijnen zegen ons Vaderland omringen met zjjne almagtige befcherming; en het goede, dat Hij aan ons gedaan heeft, bevestigen aan onze Kinderen, en tot in het verite nageflacht! Aldus gedaan en gearrefteerd bij de Proviflonele Regering der Stad Leijden op den 13 Jiilij 13i5. HELDEWIE RPrefident. Ten ze!v-en dage v»n de puije van het Raad huis afgelezen. m> c 6 a Sx QJ <u ■- 2 -g 0 -O •üiy »- - c r x E&-V "H f c 2 f» re C - -3|-s£Saf cc n a> -C L, .2? v CJ B "O 2 -— 5» 'x_l> |5 J s "S. c SJ. to .5 X b£ 2 w# M-C C M T. -6 u. c W •- 'JZ a - ts Ti o bA :s»' >\2 2 g -■« N i tzi sa ïrs5 §^.»aï.s»s o g - a s - s 2 - - "Se»c ï-5 i S.N O O &-S .-ol-.-X g| S tub r- S 2 5 5 - -S e» t> (d N S o> g.s cv Bü mij P. A. ou PU I. ZWITSERLAND. GENEVE den 4 Jülij. De Generaal Frimont heeft de geflotene Conventie niet geratificeerd, gelijk wij reeds ge meld hebben. Den 1. dezer heeft men dus den geheelen dag met de Franfchen gevochten, en twee Bergëngrens, die der Fouilles en der Rousfes met geweld ingenomen. De Bondgenooten hebben hier twee hinderpalen te over winnen, den bergachtigen grond en de kwade gezindheid der Inwooners; men moet veel ftrengheid gebruiken om hen in toom te houden; dus heeft men er veele doen dood- fchieten en het Dorp Rousfes in brand gefloken- Het FortFEclufe heeft zich nog niet overgegeeven men meent, dat het heden eindig zal worden aangevallen. BAZEL den 7 July, ï)e.Landdag van Zwitferland heeft tn deszelfs zitting van den 1 dezer onderfcheiden Brieven boo ren leezen van den Generaal en Chef Bachmann onder an deren een,'waarin hij de dag-ordre van !9junij mededeeld, welke het bombardeeren van Bazel door het Garnifo»n van Hunningen opgeeft als eene VredeBreuk, en ftrijdig met het recht der Volken, en waarbij de Soldaten opge roepen worden om te vechten ter ftraffing van. de bewer* kers dier onrechtvaardigheid en aangefpoord om zich den inval van 1798 te herinneren. Maar. de Landdag heeft op voorftel van de Diplomatifche Commisfie eenparig beflo- ten den Generaal uitdruklijk te gelasten in geenerlei om- ftandigheden af te gaan van het fyftema van verdediging van Zwitferland, het welk de Cantons hebben vastgefleld, en eene niéuwe bekragtiging bekomen heeft door de Con ventie met de Geallieerde Mogendheden gefloten. Dus 19 het er verre af dat Zwitferland zoals men verfpreid bad een werkl^k aandeel aan den Oorlog zou neemen. DUITSCHLAND. WEENEN den 4 Julij De Baron van Wesfenbérg is naar Munchen de Commandeur Ruffo Minister van Si- ciliën naar Napelsen de Graaf van Keiler naar Casfei vertrokken. De jonge Marquis van Serracapriola onlangs hier aan gekomen, is gelast, van wegens de Hoven van Napels en Spanje de Diamanten eu kostbare'Goedèten te reclameeren, die Mevrouw Murat heeft mede genomeh, en welke aan die beide Hoven behpor#n. Haar Man heeft, gedurende zijn verblijf als Stedehouder van zijn Zwager Bonaparte, te Madrid, uit het Paleis van h^c Escuriaal Schilderijen van groote waarde, van deSpaanfche School, mede geno men, en bij de plundering van het Paleis van den Prins de la Paz een goud Servies ontvreemd. Deze Goederen zijn vervolgens naar NapeU gebragt. De Regéring heeft om op deze eifchèn recht te doen, gelast, de Goederen van Mevrouw Murat naanwkeurig te onderzoekenen daar van eene lijst op-te maken, die herwaarts moet ge zonden worden. BERLYN den 4 Julij. Gisteren wierdin het Koning- lijk Slot de Doopplegtigheid Toegediend aan de Prinfes Dochter van Z. K. H. den Prins Wilhelm van Pruhfen en van Ztjncr Kon Hoogheids Vorstelijke Gemalin: de jong geboren Priores heeft de namen: Mar iet Rlifabeth Caroline Victoria ontvangen; als Doopsgetuigen der jonggeboren Prinfes zijn opgegeven de Hooge Bloedverwanten van het Koningjyk Huis en de naaste Hooge Bloedverwanten Ha- rer Kon. Hoogheid, de Prioles Gemalin des Prinfen. Wil» helm vanPruislen; Z. M. de Koning; 2. K. H. de Kroon prins; Z K. H. Prins WilhelmZoon van Z. M. den Koning; Z K. H. Prins Fredrik Broeders Zoon van M. den Koning; Z. IC. H. Prins HendrikBroeder van Z. M den Koning; H. M. de Koningin der Nederlanden, Zuster van Z. M. den Koning; iï. K. H. da Keur Prinfe9 van Hesfen Zuster van Z. M. den Koning; li- K. H. de Douarière Prinfes van Oranje, geboren Prinfes van Pruis- f n; H K. H. de Douarière Prinfes Gemalin van wijlen Prins Ferdinand van Pruisfen, geboren Prinfes van Pruis- fen 11. K. H. Prinfes Louiza van Pruisfen, Gemalin van Z. H. YTorst RadziwHlZ. Hoogv. Doorl de Heer Land graaf van Hesfe-Homburg H. Hoogv. Doorl. Mevrouw de Landgravin van Hesfe - Homburg H. Iloogv. DoorI. dc gezair.enigke Zusters Harer Koninkl. Hoogiieid^de prinfes Gemalin vso Prins Wilheljn van Pruisfen. Nog zijn hobgfte en Hooge Doopgetuitcv II. M. dfi Keizerin, Gemalinnc Zr. Maj. den Keizer a!i?r Ruslen H M. de Keizerin, Moeder Zr. Maj. den Keizer aller. Rii'ilehZ.' K. II. de Aartshertog 'jan vsn Oostenrijk; Let viryu'g op de kant van nest JHadz. -O Tl «-jaE as a-a I - =s=L ZSbt-Z-o t n:»- O °^-a 2 «.-8 S c S mZ, 4> C g S.C-O.S Cho c a-1 >0 S U D™ r; Fr TZL u-aïïO'-av 2 2 3 S t s xs :.S 2 3 c i~ O S o U c 3 - - N bC 4J N n b. v. s 2 u M •- c ,,ti c= fc,,w S c"^x 11 rt j 15 CT3-S - S> Q.jj 13 cïgTCgS ;«S5oi:cÖ3 'M Pi> ND J5 u MU O «5. ca 3^ - - A» "O J* b 2 2 E-S 5 3 o. o Q „"SSs 55 tu aj Z S Jj* o ïO 1 C 1 J! 2 2 od •6 55 5 0 «f i C <U -- 2 f Q C r- Nj O M 5 5UNXSN o e 'r: r-Z c ;3T. 5 2^1 1^2 ar\ C O- Tl 1 WcaC°OcC^3 T3 v JJ n* .0 a J s w V-S E O O s «Tl S S S-3< Ccuc^^ - -B-S<= gi C I „5 4 5 i A 4" n *•2. a w a, 'w a> o v X c U O C «J 0j;Üï> - A •o u. a C U Tl O p s! Tl IS'fi tfc e>.2 s s I; ifl» I nOU-l ez -3 ja 'c 3 E s -a, c ■O/J 3 c 5 J 4 e_o» ij J u c g Z 5 5 J- r 0 x: - B jz w O - a 3 - g - 2 i: L, S.E s .2 - A 8 x 2 ,e o Sr s rai m Tl oj q 'P C Tl nM ci <u t: OJ c Z: C" QJ -n ,r, 3 - 1 U - iu r c "Sl ^0 .(5 1= c - :-d Zr -3 U tf2 J2 5 e s S .-5 lè 6 2^8«S- - s,s ïx 0 k 'o- l:,,'x-Saec5,ac5,s3!; c2 W u .5 S - SV5I, E ~3 M C U. JZ f*) -3 3 Ti Y, «s I Ü-- I JS e ce u. CJ i» - .z XT .rf u. V- X4 c T, 3 P Z cv 3 a N -*• o a» S 2q n-3 C Z - CJ 4» *0 u ft O bO si O -5 o w, o o *- "O z. o o O 3 <u asöofas E X 3 lt« fl jvfl SSla 2 s «s a QJ ,P. T3 W) a bf.-- - CA 37 2 3 f "8 .6"=i .1 UTJ 4» •»*- JS B O. O 4> 4, a it jg re T3 T3 •- j sT 4» "=l*ë?i.ïNS t? cs I2 w g c O- te t -3 .S C C S u -2 I js "S E SI;.Ï2 - c c w N«*j r- rP mM o O C 5 - GQ.kJ tSf W ^5 G J3 "a j o. 0 I 03 C - g r- bx 1 O 2 NX 1 <5--S5^ g«s - IAW as» =1.|s 5 w »5 P .2 a> P n: - a> :p? v «r.XS S-ÏEn Ou. O - <V> 3 'Zw O u: j=-a S^-g-Ï_5X2| w 4) y P! M J< M r" B£ X 4> C T3, e: N 5 15 O

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1815 | | pagina 1