5 5 a'5'5" ON 2 S^g*??* icrqp-co»-* P T n 2 O n ~- fof» na *o 3 3 3 a 2 3 Ire 2. 2 vo" «"6 re. r/5 J2* f& fo ft ?M.B3--ag>ffS,-<ffg3g»» - 3 O O ^w; ^•OS: 3 NS a a 3- 7Ü o Z 3 -sr a - g-y ■*fi.s?iyljr s=->ii-T^" s' S-T?^ ffo.| E.s 3™?»»»"! -"Sa»f|3«^g,g»8,8 3-S,5g-3 ■'3?!jo a«S« *s - s.3 a^3 s-^s-2§.p2?§S' _1 O .j 3 »gl ta O W O m Zi. re Jt -t 3 crq 2- re s.»is?33S,'s3rs j:o' 3?. S-|sSS?=ï§r I? V22-3 2 aan 2sft 3- ?Tc:-r ö.n c-" CL .- i— li, o »g. aS 2a. cr 2 ^2 2 2 a: e 5 2 re S- e-; ?3 2ffo U 3 5 U# v cur* 3 3 73 N 3 re }r-N Se3:5 3 K- 3 n =r re 3 5. =s_3. n-- S* C. re -» rP«a 2 3 ES" 2.=-'r S3S g- s.3,^3-S'Sg,s,bS wffd- .5" -So -Off *<3 2 S'Sl 3 T330-f»n I «3 0-3 2~ re TP re' re fflSgS" s 3 g. '■2 Ö3-03?! 3 >9-3 E. re TO SS-i 2.^3 S-o S s S 3 ■3 3 -< 3 fa O* O 3 C 3(„ -1 O' X*> cuS 3 3 ^3 ?2 J r re to re ~°2 D 9 n. n *3 3 o. 3 3 NJ *3 2.S 2*3=S- *-2. ■'-""•res a to re ;?q "S s s - n 3-1 - afl O PT* o 53 a 3 O. re "3| 3 a r» rt TO '.D-C^ ef)'or>.j. jflsVi ?-ctaren r^iilifcr in 2.^32^^^«3^N3'n'T' e-5S»-|dS »2Sï;: - cr •S3"T3- re ST -»• -a r® J^re^a N ii, 1® re 2 to 2 1/1 *2^ 3 ^TO-3> r. =5 HTO Ca^-" s "-"^JS-ïï Can ib. o o* o-: BJ3 j'oE",soiSc-ff? '3*3~=-2=-:ffS|i -<g- Jatrs-ifnïoaöis 3f3g 5 cra-:r.o3eSo^£?<: =3 2 3 -t a .;3ï' a"® to "as 7? t» n d, c ;jr3oJ SoaSS ,35a.S S 2 k's^a, "O,0--,!» üsjjï ^r" S»" "ÜBjïx B--S 3 5-i« m 3 3 i ÏS J S i R^ic£3-3?3'TSffSS3-3- S-s- "Sr,!?: 5 G 2.to re to o T2 3"J V» re a 2a-2 O Tl 1 K-a "T. m "CL re cv 'J ta Q ~N 2 w o a*'re o r 7 '.NS S! ?3 V:"ïo VtCaONCaMO»yre Ola..c a '"=:2 -.2 S S 3 li'S S-3 3 is 3 Xv 3' w 5* 9 -£ 2a 3=J"a'^^3S'ï:3 =r er" I's-, gsdrx-a a 5 3 C8 re -~ >o -- 31 3 re pi g s^.crS3 2^s 3 as f> r« re G- re re a, 2» re w 3 25«S^ss« TO N - 5 3 a 3 a. PT" 3 r* re j? -=* re J ara^ïrar^ïs-ü g.qS.re^Oa"® i-ïirSS-P re c 43 - 3 2 2.S S O W re c.«g.=r3Sv3"°-s ="^2.s 3 "5qS§S=7ff 2.ff~ S ög.2 g2 2«<?Qa2°u5 are- "2a3 I o 5- 5 J.„ 2.2 s 3-^3 3 o 3-0 I 13 aH n 2.n Q-m a a o" 3«,5-93 °"s ffS-3 3 o.^ g I» 2. a g 3 3 a. B. I 3 ff^3 S 2 s =5.,oa»2._„2-?JS="2oi_S"o 2 -•TO 2 3 o*^ re o -• a 're 2 3 re 3 o o jj T® 'T q£ v q, S-k-S*q^2. 3 2, S" op zij 9 fchoon de oorzaak hunner ongclükken verfoeijen S^re^a.» in ^em no?tans hunnen Veldheer eerbiedigden, en 9 met hem geftorven zoüden zgd, wannéér hij had wetefi fomitógen denken van den Heer Chateaubriandz^jade, van d?n navolgenden inhoud: Over den tegenwóordigen Jiaat van Frankrijk Seder: lang aan wonderen gewoon merken wij 'naauw- lijks die geenen op, welke heden ónder pifee oogèn ge beuren; hetis intusfehtn eene waarheid dat'van allé won- deren die fede'rt eenige iaren zijn voorgevallen er geen- .treffender is dan het tegenwoordige geluk van 'Frankrijk. Konden wü redelijker wijzena zulk eén langen: ltorm zulk eene diepe kalmte verwachten! OmTafeter onzen toe- dand in de matind October van cfit Jaar te oordeelen"tnoe- ten wjj ons den ftaat herïnneréfi, waarin wij ons in de maand IVJnart vin dit zelfde Jaar'bevonden. Frankrijk was aangevallen van., den Rhjjn tor aan de Loirevan de Alpen tot a£n de Bergen van Auvergne van de Pijreneën tol aan de Garonne Parijs yyras door den Vijand bezet. Vijfmaal - honderd-duizend PLusfen Duitfchers Pruisfén, aan'de overzijde des Rhijns geble ven flonden gereed om de'pogingen hunner Landgenoten 'te onderlleunendie de verwoesting van Fiank-ijk zouden voltooid hebbengeheel Spanje ftohd gereed, orn de Pg- reneën over tc trekken, op het Ipoor der Engelfche Spaanfche en Pörtugeefchc Legers. Meer dan een Mil- lioen Franfchen waren in minder,dan der'r::n Maanden op "het flagveld geroepen; een doileman wieii meu onophou delijk Vrede aanbood, wilde met g'cweid dén faarfteo man en' den laatften (huiver aan ops ong.etl.k;gVad.c-ria-ntl' 'ont eringen om naaf buiten een gel.-rijk ilelfèl vch-O.or- 'log, naar binnen eene nog jfe'dfoc'b'&èljjke.r' dwiing.gfèK^y-, in ftand te houden. Géiükte he- e-.i,:ers 0'rogf''ié rekken zo vertoonde Fraiïkrjjk !i innen- een-ge nm •'•'.'en nog Hechts een puinhoop; nam lm cku'riijic' deh. V;ede aan, zo kon die Vrede Hechts op y.oerv. borden, die even vernederend voor hen derland wared; men zou ontzettend-o Oori hebben moéten betalenen tot waarborg onze Grensvestingen afftaap. Bonaparte 'zijne trotschheidbedrogen in zijne éerzuclu, zau hé* Koningrijk mét rouw en vervolging overdekt hebben. Reeds waren'de lijsten gereed, de Hag'toffers bepaald, geheele Steden veroordeeld; op de doódliraffen zouden verbeurdverklaringen en b'éroovingemvjgieigendom gevólgd zijn, de burgerlijke Oorlog zou misfchi'en alle verwoes tingen van den buitenlandfchen Oorlog bekroond hebben en een bloedig Despotismus had zich vpor altijd óp het puin van Frankrijk gezeteld. War was in dat oogenblik onze eenige hoop? Eene Fa miliedie wij met alle rampen overladen hadden, totloon voor al het goede, dat zij ons eene recks van Eeuwen be toond had! deze Familie, balling 's Lands zwervende, bijna vergeten door fyare ondankbare Kinderen, vond bij den vreemdeling geene meerdere herinneringen geen be teren (leun- Vóórhaar ftrced men nietgeèfa der onhei len, die Frankrijk toen ten gevolge van een rampfpoedi- ge Oorlog verpletterden kon men aan die Familie wijten; te Chdtillon wierd ter'goeder' tróuwe met Bonaparte-ge handeld. Naauwlijks vergunde men Monfieur, óm, byna allécn-, dc invallende Legers van zeer verre te volgen; hy kwam zijn nachtverblijf hoiiden in de puirièoopen door Bona parte gemaakt, de tranen der Landlieden afdroogeadie zich rondom hem fchïarden onze gekwetfte Coufcrits hulp aanbrengen daar hij van zyne Koninflyke voor rechten aiets kon uitoefenen dan die weldadige deug den die hem uit hét bloed des Heiligen Ladewijks erfe lijk eigen waren. De Hertog van Angouléihe wierd b® het Leger van Lord Wellington als eenvoudig Volontair aangezien tc Jérfey verzocht de Hertog van Berry ver geefs om de gunstvan met zynebeide Adjudanten op de Fr<infche Kust te wórden aan land gezeten hg maaktè zo weinig flraat op den uitfUg zijner moedige ondernemin gen, dat hij zyn huis te Londen weder had doen inhuren. in dit wanhopig oogenblik vóltoojde de Voorzienigheid hét werkdat zij alléén had op zich genomen, ten einde hare hand aan allen kenbaar te maken. De vreemde Troepen komen te Parijs binnen God verandert het hart der Vorsten, en opent de oogen der Franfchenleen kreet van leve de Koning 1 is het behoud der Wcfèld. Bonaparte 'roept dat hy Verraden is. Verraden! groote God! endoorwien, dan door hem zélVe? zag men'ooit eene zeldzamertreffender getrouwheid dan die van zijn Leger? Nooit hebben de Franfche Soldaten zich heldhaftiger getoond dan óp het oogenblik zelve, waar- 3 Sa g £-:prê"'"*ë*2 ïjg-si-ftts-9 2 a JL a- re - «-2.33*»-r-aa2^ Bo o» 8 o g - a Q- o 2 2 F re. x 27" <2 n 3 O o re f® 2 -r- -nero -re »a_rear^TO?rereU. a a re re re -re ■s*is n--3So ff* 2 S 3 i re re re - o f&rs'j ^S'3'to a «2 2.^«;re 3 3 sl-:i-3"!:1i=:rs:Sï|73 ^3 N 0.0.^ 'Sfi^g.s-ia-sS.- - 2.^:3 ^3- to c:a a.; If v 5.S- 3 5-^g 8 |:3? a s.^ 5? ?r 2 3 3. er S reü:2 c ?C;3 io ?3 ls-?| l'a-3 3 3 2. 1 2 3 S S 4 'a- -E-èï"!» Ja "2. re - CT O rr t- U 1 Zi. ij re -j <*"0 0 N r, --TO O» O CL - TO re r *3' N ^-TO 2 TO to 2 O oao.2.reNNre«reW'^^2.^a»^3 a03 <2 2.' re -T-*. ;'-»o 63 O 1 '""■fa I a (t 3 M O re re 3 -L. =*TO 3 O 5 W 2 5 £1 re ff Sé.'3:3 •tê'S 2 §^-2 2 a S.«s5 3 v.- re a -j 2 n t— 3 re ft v> r— te fterven. Maar toen hg zgn leven met de millioenendien bg moeds genoeg had te vragenals eene buit had wegge dragen toen keerde Frïnkrgk zich tót onzen waren Va der, die uit de ballingfchap terugkwam, zonder bedin gen zonder tractatenzonder fchattenmet ledige ban den kwam hg terug gelijk hij heengegaan wasmaar zijn hart was vol tederheid en medelijden die aan het geflacht onzer Koningen eigen zijn. Wat vond dc Koning bij zijne komst? Viermaal-hon- vreemde troepen in het hart van hondèrd Millioenen fchuld, ont- bondené Legers die verfcheidene maanden lang geene foldij gehad hadden; meer dan dertigduizend Officieren die recht hadden op een beftaan en op bètooningen; vier maal - honderd - dhizend Krijgsgevangenen, gereed ora in hun Vaderland terug té keerene« de oogenblikkelijke verlegenheid to vergrooten. Er moest eene Coffftitutié gemaaktde vrees moest tot bedaren gebragtde hoop vervuld worden; de partgen ftonden tégen elkander over, en alle zaden van den burgerkrijg waren verfpreid. Som migen oordeelden toen, dat de Koning, té midden van zo veel verlegenheiddaar hij noch den grond kende waarop hij trad, noch den ilaat der gevoelens, noch het karakter der menfthen in Ejranfcrgkdaar hij zelf aan zgn Volk onbekend Was, cm hg, zeggen wij, eene vreem de Magt bij zich moest behouden. De Koning verwierp edelmoediglijk dit denkbeeld; een eèrlykè Vrede deed de Bondgenooten uit her Koningrijk vertrekken; het kostte ons noch Oorlogsbelastingennoeft Vestingen; wij behielden Onze oude Grenzen, en ver grootten ons zelfs naaf den kant van Savoyen. De ge- denkftuklcen der Kunfteh bleven ook ons eigendom. Dit alles was dè vrucht van de hoogachting dèr Bondgenoteh vóór den Koning. Een Charter verzekerde onze ftaat- kundige Rechten. Weldra heeft dat Leger, zo belemme rend door dè menigte zijner Soldatenals 't vrare door een wonderwerk bijna des zelfs geheèlen acnterftati# zién voldoen en het overige ftaat op het punt van vol daan te worden- De Officieren, die in de nieuwe Militaire 'Ö'rganifatie geene plaats vinden konden, ontvangen, in den fchopt hunner Huisgezinnen een Jaargeld, waardoor hun die eervolle rusr welke de -natuurlijke belooning des roems is verzekerd wordt. De Eigendommen zijn gewaarborgd; kec vertrouwen herleeft; de Fabrieken gaan weder aaa *t werk; alles klimt op tct voorfpoéd. De matigdbeid, de geestkracht en de dfugden van éinenNfin hebben 4ie wonderen tot ïland gebragt en het heeft Frankrijk geen dfuppel bloed gekast, en niemand is odi zijn gevóelen verontrust, noch vervolgd; en geene ge vangenis is ontüotén dan ofii aan, eenige flagtoffers de vrijheid te hergeven, en geenedaaa van willekeurig gezfag heeft zo vele daden van ontferming en goedheid ontluisterd, W'y zijn nog te digt by die wonderen om ze naar ver- diènfte te fchatten, maar de Gefchiedenis zal ze aan de bewondering der Menfcheh voofftellen, zij zal bij den naam van Lodewyk den tang ge-wenschien den naam van IVijzen voegen dien rankrijk reeds vroègér de eer had aan een z^ner Koningen te geven. Wanneer men eenige- menfehen, die hunne reden hadden bm ongerustheid re verfpreiden, had willen geloovenao ftond Frankrgk bij de "aankomst der Bourbons het too- neel van wedefwerking en weerwraak te worden. Wat kunnen zij nu toch zéggen? Hoé? niet èéne tereehtftel» lfng, niet ééne gev-angéneining niet ééne ballingfchap. om hunne voorfpellingen te bewaarheden? Bg de terug komst van Karei, It in'Engeland3eed het Piplementver- fcheiden misdadigers, vonnisfen. Bg de terugkomst van Lodewgk 5CVIII. in Frankryk behoudt ieder leven, goed, en vryheid; niets is voor zekere Lieden, verloren, behal- ven de eerWeik gevóelen then ook moge aankleven of aan gekleefd hebbenmen kómt algemeen daarin overeen dat Frankrijk op geen tgdftip zóó gélukkig is geweest ajs in de vier 'maanden federt de herffelling- der MoaaT- due- Geen Transchman. of hg gevoelt m« vreugde zy>* 'ne vculoeixr.gcn voliltomeite vrgbeid., lEHtgtat gerust naar bed, met de zekerheid, dat'man hem niet midden inden nacht zal opwekken, bm door fpionnéh naar de Politie, af door Qcmlaèmes voor ^eene Militaire Rechtbank ge- (Jacpt te woadeBr De eigenaar weetdw hij zijn goed, de Mcr&derdat zij haar Kind behouden zal; zij beeft niet meer i-^der morgen van vreesom op de hoeken der ftraa- ten e^ne nieitwe Confcriptie aangeplakt te zion. DeLan^ man de Handwerker kwellen zich niet meer vooraf, on den eenigen Zo<>n die huh overfebiétlos'te koope»; de Qonfc»itbij is het niet meer-) denkt er niet meer aan Zich te verminken om aan den dood te ontfnappen. De fchattingen alteen drukken nog'op Frankrijk; maar men is ten minften zeker dat zij binnen een geftelden tgd zul- leu vermbnlérd wórden^ dat zij niet meerzullen opgelegd worden door de èerfte magt van den Staat, en tot zelfs door Prefecten, Onder-Prefecten, Maires en Adjuncten. De Staat heeft Schulden, dje moet men zeker betalen, maar wie heeft die gemaakt? Is het de Koning of de man van het Eiland Eiba Zö de Koning eens had willen zeg- *genIk ben niet verpligt de fchulden van Bonapart» te erkennen. Hei fortuin dat de meeste Leveranciers gemaakt hebben, zal hun genoeg'het verlies vergoeden hét welk zy zullen lijden: wai zou men er op heb ben kunnen antwoorden M?ar de Koning heeft gemeend dat er zghe eer, zo we? als die van Frankrijk', aangelegen lag om teh ftiptftën efke fchuld te voldoenwelke als fcHuld van den Staat kon befchouwd worden, én, door die goeden 'trouw, "eens afft'ammelings van "Hendrik IV. waardiggeeft hg aao Frankryk^ een Crediet, dat het publiek vermogen verdubbelen zal. Dus \omen de groofè rampen twarmede de terug» komst der Bourbons óns bedreigdeop eenig gemor ne der-; en ah men de tiak in den grond wil doorzien ont- ftaat "het morren uit eenige bedrogene verwachting op eenig ambt hetwelk men gevraagd en niet bekomen beeft. Onder hét nu afgèloopéh Despotismus Wierd dft vene belft v*u FiHnkruk dot.» snd.« Waar ia fret middel om dergelijk misbruik vól te hóuden Zou zéffs Bonaparte zo hg op den troon gebleven ware zonder evenwel meesier te zijn van geheel Einopa, wel alle ambten hebben kunnen handhaven, die hg ingefteld heeft Reeds betaalde hij die niet meeren om de mis* noegdeü te doen zwijgen, had hij die doen doodfehieten. Kunnen ook, voor het overige, alle fpooren eèner vijf ea twintigjaafige omwenteling in den tgd vah zes maanden uitgewischt worden? Bg den dóód van HendrikIV. wa. ren er nog oude Ligueurs in léven welke den vader moord vah Ravaillac toejuichten. Men moet dus nog langen tgd en misfehien wel ons ganfche leven door ver wachten de gevoelens der Franfchen over eene raenigae van zaken vetdeeld te kienen dat deze zullm verfoeien, bet geen andere zullen beminnen; dat dezè het Gouvo nement roertèn, en andere hetzelve bezwalken zullen. Volgens de Conftltutioneelen is de Conftiriitie niet liberaal genoeg volgens de oude Kónlfig^gézinden bad men eene Conftitutie wel kunnen misfen. Kan men tegen dè eerfte niet Zéggenv* Zo er, iets gebrtkkigs is in de Werklykè Gonftitutfède tijd kan zulks verbeteren. De Eugeïfche Conftitutiehet voorwerp Uwer bfcwow dering, is het werk niet ykn éénen dag. Het is genoeg dat de grondvesten der publieke vrgneid onder one gelegd zijn; dat het Volk vertegenwoórdigd wordt; dai het niet kan belast borden, dan met toeftemraing van des zelfs vertegènwoordigers dat geen Mensch willekeurig ontblootgebannen, gevangeh gezetnoch ter dood gebragt kan worden La^t ons een oogenblik op die gröndflagen nederzitcenen laat ons ten minften na eenen zo geweldigén en fnéllen loop adem fcheppen." Kan men ook de laitstgerftelde niet tè gemoet voeren De oude Conftitutie van het Koniógrijk was onge- twijffeld uitmuntend, Maar kiint gIj er de hoofdftofFen Van vereenigen Waar èült gij eene ónafhanglijke Geestelgkbeid vinden, door. hare onberekenbare Do- raeinen een aanmerkelijk gedeelte der eigendommen van den Staat vertegenwoordigende Waar zult een gehoegzaam en talrijk Ligchaam van Edelen vin- t, dep, rijk en magtig genoeg, om door hunne oude Leen- rechten dóór hunne Leenmannen en hun Patronaat- fchap, dóór hunnen invloed op het Leger, eeq tegen- wigt tegeft de Kroon uit te maken Op wat wijze zult gij die voorrechten dér Provinciën en der Steden, de Staaten-Landen de grooté Magiftraats - Ligchamen herftellen die van allen kant dwarspalen ftelden tegen dë 9i uitoefening, van hét volftrekt gezach Is zelfs dé geest der ligchamen, van welken wij fpreken, nief veranderd De gelijkheid der opvoedingenvan de vermogens de publieke denkwijs de toenee- raing der verlichting zouden die thans onderfchei» dingen èedoogenwelke den trots van allen zoude» V, ftooten» De iriftellingen onzer voorouderen waarin men de fpooren der heiligheid van onzen Godsdienst; van de eej- onzer Ridderfchapvan de deftigheid on- zer Magiftraatsperfoonen erkende, z^n zekerlijk voor altoos te betreuren maar kan men die geheel en al doen herhalen? Gedoogt dan, daar er eindelijk toch iets nodig is, dat men beproevede eer van den Ridder door de waardigheid van den menscji, en den adeldom van 4en perfoon door den adeldom van het gedacht, re vervangen. Te vergeefs zoude gij tot de dagen ,van ouds {Het virvolg of dc kant van S'buz.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1814 | | pagina 2