- C s B a mis en société 50,000 fr. en espècesï Au lieu de 50,000, A s'est trouvé apporter Bo,000 fr. tant en espèces qu'en marchandiseset débiteurs réputés bons; la société a pris, comme argent comptant lea 30,000 fr. de surplus de cette mise de fonds de A., au-delk de celle de B. Les intéréts en ont été payés k A, k 5,pour g, par an., A 1'expiration de ladite sociétéii était encore dü. A >(1 par ses anciens débiteurs 10,000 fr. La société a triple son avoir. L'acte de société dit que les bénéfices effpertes sferóiit- partagés par moitié. B n'a-t-il pas droit de réclamerau sujet des 10,000 fr, qui.n'ont jamais entré dans la société? Si cette société avait.perdu la moitié de son avoir, qu'en résqlterait-il pour Bk l'égard de ces ïo,ooo fr.? Obscr?ations\j;.l\ nöus sjëmblesauf meilleur avis, que la1 société a fait un forfait en acceptant les 80,000 fr.tant en| argent que ctennces actives pour la mise sociale de Aet: qu'ei'ie a pris les chances des rentrees a son compte parti culier. De ce moment, A est done déchargé du résultat des évéucmens en ce qui concerne lesd. rentrées. Ces créancés actives ne sont plus les siennes propresce sont celles de la société; elles doivent étre assimilées k celles qui se sont- «ron.vées dans son avob et k recouvrer pendant le temps qu'olle a existé'; elles de ivent done ètre passées au compte profits et pertcs dans sa liquidation; et cette liquidation doit ètre, k l'égard de Aabsolument de la méme raanière qu'k l'égard de B sans que celui-ci soit fondé a faire au- tune réclamationpour raison d'une portion quelconque de la mise de fonds de son associéqui 11e serait pas entree dans la caisse sociale, a moius que A n'eur garanti person- jiellement ces rentrées. D'après notre même tngnière de voir, si la société avair perdu la moitié de son avoir la moitié de ia perte serait pour le compte de Bsok que les io,oco francs eussent été .recouvrés on nop, Le Maitre des-Requêtes Commandeur de Pordré Impé- liafde la Reunion v Directeur dn Grand-livre de la dette pu- blique de Hallande, considérant que plusieurs anciens fonc- ïionnaires Hollandais appellés par £en annohce du 22 Jttillet jilie, afin de faireregulariser et completter les pièces justifi- catives par eux produites au cinquiéme Bureau de Grand-li vre pour obtenir de la commission-de la dette publique de la' Hollande.,la liquidation- de leurs pensions, ont négligé jus- qti'ici de se rnettre en régie k eet égard, croit devoir les ex porter k satisfaire encore, et sans aucun delaia sa susdite annonce; vü que l.'état de liquidation des pensions des em ploy és-.compris' dans le DéCret Impérial du 22 Octobre 1811, 'sera clos ie J5 Décembre prochain, et qu'après cette époque aucune ;reciamation ne pourra plus ètre admiséi Amfierdam le 6 November 1812.. B heeft in'de Sociëteit,ingebragt 50,000 111 Geld. In plaats van 50,000 Fraucs wordt A bevonden ingebragt te hebben 80,002 Francs, zo iq Geld als Koopwaaren en goed. geachte .Schuldenaars. De Sociëteit neemt de 3<5,ooo F ancs die A meereer Ingebragt heeft dan B als comptant Geld aan. De Interesfen zijn er van betaald geworden aan A, tegen 5 per Cent in 't Jaar. Bij het eindigen der Sociëteit was aan Adoor zijne oude Debiteuren nog verfchuldigd 10 000 Francs. De Sociëteit heefr derzei ver vermogen driemaal verdubbeldv De Acte van Societèit zegt dat de winsten en verliezen bij helft zullen verdeeld worden. Heeft B geen recht om te reclameeren, ter zaake van de io;'ooo Francs ,'die ntioit in dé Sociëteit zijn gekomen? Wat.zou er voor B ten opzichteivan dre 10,000 Francs uis voortvlueijenzo de Sociëteit de helft van haar vermogen verloren had? Aanmerkingen. Het dunkt ons onder verbetering, dat de Sociëteit met het aanrieemen van de 80,000 Francs zo in Geld als in uitftaande pretenfien voor den maatfchappelijken inleg van Aeene beftceding heeft aangegaanen de kansfen van het binnen komen voor haare bijzondere rekening heeft geno men. A. is ilerha-lven van dat oogenblik ontflagen van de uit komst der gebeurenisfen voor zo veel het voorn, binnen Jtomen aangaat. Die uitftaande fchnlden zijn niet meer zijne eigene het zijn die van-de Sociëteit, zij moeten geljjkgefteld worden aan diewelke zich bevonden hebben in derzclver credit, en te innen geduurenden den tijd van haarbeftasn; zij moeten derhalven bjj derzelver vereffening gebragt worden op de rekening van wiitfien en yerliezen en die vereffening moet ten opzichte van A. volftrekt even eens gefchieden als. ten opzichte van Bzonder dat deze gegrond is om eenige recla matie te doen, uit hoofde vafi eenigerlei hoegenaamd aandeel van den inbreng van fondfen van zijn Mede-lid welke niet in de maatfchappelijke Kas zou gekomen zij uten ware A dat binnen komen perfoneel had verwaarborgt. Naar onze zelfde wfjze van inzien zou indien de Sociëteit de helft van haar vermogen had verloren de helft van het verlies voor rekening van B zijn geweesthet zy de ro,©o® Francs waren iiigekouic-n of niet. De RekwestmeesterCommandeur van] de Keizerlfjké Orde dér Reünie Directeur van het Groothoek der publieke Schuld van Holland in aanmerking neemendédac 'onder- fcheidèn geweezen Hollandfche Ambtenaarèn, welke bjj zijne Advertentie van den 22 Julij dezes Jaars zijn opgeroepen, om de justificatoire bewijzen hunnej- diensten bij het vyfde Bureau van het Grootboek te doen in order te brengen en completree- ren, ten eindq derzejver penfioenen door de Commisfie t( de publieke Schuld var. Holland, ingevolge het Keizerlijk De creet van den 22 October 1811 zouden kunnen worden geliqui deerd,tot dusverre daar in zjjn nalatig gebleven, vermeent de-* zelve te moeten vermannen om alnog ten fpoedigfte aan zjj- ne'bovengemelde Advertentie van den 22 Julij 1812 ré voldoen, vermits de ftaat van liquidatie der Penfioer.en van de Ambte- naaren in het Keizerlyk Decreet van den 22 Oe'tober 1811 be- gveépen, op den 15 December aanftaande zal worden geflotèn en na dien tijd geene reclames ter dezer zaken zullen worden aangenomen.. 'Amfierdam den 6 November 1812. -- LF. MAIRE DE LA VILLE DE LETDE considerant, que DE MAIRR DER STAD LEIDEN in aanmerking nemende, *8lgr£lapublication de l'Arrêté de Monsieur le Préfet de dat niettegenftaande de afkondiging van het Beüuit van Mya

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1812 | | pagina 2