C No. 91.
L E
Y
D E.
LEY D E :N.
1812.
A F F
r c
H E S,
ADVERT E N T I E N,
A N N
O N
CES
AANKON DIG I N GEN
A V I S
D I
V E R S
B E R I G T E N
E T
E N
D E
V A N
MERCREDI
LE 29
JUILLET.
JW 0 EN -S D AG BEN 29 JU L Y.
DECISIONS JUDICIAIRES, CO.NCER.-
NANT LE G OM MER CE.
FIN de la cause de la Socieli Cardan.Godet
Delepiue et Camp.
Considérant quede ces principes, professes paries auteurs,
qui ont connu le veritable esprit de l'ordonnanca de 1673 il
suit que les p/élèvements, faitsa quelque titre que ce soit
par les associés pendant Ie cours et avant la dissolution de
laSociété, sont puremept provisionnels et nécessairement
sujets ii rapport, en cas de perte constatée.par.la.liquidation
tt singulièrement en qas de faillite notpife.;
Considérant que c'est dans-ce-sens que sont.licites les con
victions entre associés pour se repartir bénéfices et intéréts
durant la Socjétéqu'attacher le caractère d'irrévocabilité
lc,essor,tes de repartitionsquelque füt en jdéfinitif l'érat
de laSociété, ce serait autoriser les associés a épuiser par
des prélèvements successifs ou sous divers prétextes.„non-
teulement leur propre mise mais mêmes les autres fonds so-
ciaux, de manière qu'il ne resterait rien pour Tacquittement
des dettes de la Spciété et que tout le nrufir te»
«sociés ettoutes les pertes pqur les créanciers;
Considérant que tous ces principes-sont tellement incontes-
tables et inhérens a l'essence des associésqu'ils ne pour-
uient être méconnus sous l'empire du Code de commerce
actuelqui s'est servi du mot de mise au Lieu de partem
ployé par l'ordonnance de 1673; qu'en effet.-ces deux Ipis
s'accordant sur l'objet principal, ont également voulu q.ue
la mise tout entière ne- cessdt pas d'etre le gage des créa-n-
tiers;.mais que cette volonté sérait évidemment enfreinte, si
l'on adoptait ie systême des prélèvements sans rapport en
cas de déficit; qu'ausurplus, sous l'ordonnance de 1673, qui
assujétit l'associé commanditaire au payement des dettes
jusqii.'k concurrence de sa part, terme qui dans sa.généralité,
comprend tout ce que eet associé a droit de retirer de la
Société capital et assessoires quclcoqquesla question du
rapport n'a jamais soufert ni ne p.e.ut souffrir la moindre
difficulté.
Considérant que, s'il ya faveur pour les cammanditaires
qui doivent connaitre la nature et Détendue de leurs.engage
ments pour ces riches capitalistes alimentant le commerce
mais toujours avec la perspective d'un gainillimité contre
line perte bornéela même faveur est due ,k plus juste titre
i des créanciers honnétes et confiants, qui souvent pour ,une
modique rétribution ont donné a la Socièté leurs fonds
leur marchandisesleur industrie et lepr. travail
Considérant qu'il ne faut point assimiler les Sociétés ordi-
naires en nom collectif et en commandite ~aux Sociétés ex-
traordinaires ou compagnies de banquesque ces compagnies
RECHTERLYKE B E SL ISS TN GEN
R.AAKENDE DEN KOOPHANDEL.
SLOT van de zaak der Sociëteit Car don
.GodetJDeJepine'en Gontp.
Overweegende dat uit deze beginfelen door de Schrijve-
ren geleeraardwelke den waaren geest der Ordonnantie van
1673. hebben gekend, volgt, dat de voorafgaande genietingen
door de Geasfocieerden onder welke benaaming het ook zij
gehad geduurende den loop en vóór de ontbinding der' So
ciëteit, louter provifioneel zijn, en noodwendig aan terugga
ve onderhevig ingeval van verliesuitgemaakt bij de veref
fening, en bijzonderlijk ingeval Van kenbaar faillisfement.
Overweegendedat het in dien zin isdat de Conventièn
tusfehen Geasfoeieerden geoorloofd zijn, -om geduurende de
Sociëteit wioften en interesfen te verdeelett; dat bet hegten
van.,het kenmerk van onherroepelijkheid - aan die*foorten van
verdeclittgenhoedanig ook*bij flot van alles de Haat der So-
cieteitzijn mogt, eene magtiging zou zijn van deGeüsfocieerden,
om.door elkander» volgende of onder onderfcheide voorwend-
zeis .voorafgaande wegneemkigen., - niet alleen -hunnen eigen
niivfc, «naaCJzens iiiaere rociaie rondfen uit te putten, in
diervoegen dat er niets izou overblijven ter voldoening der
fchulden van de ,-Societeit, .en al het-voordeel zou zijn voor
de Geasfocieerden, .en alle verliezen voor de Crediteuren.
Overweegendedat alle deze beginfelen zodanig onbetwist
baar en verknocht zijn aan het weezen vanule Geasfocieerden
dat zij niet miskend zouden kunnen wordenonder dc behce-
ring van het werkljjk Wetboek van Koophandelhet welk
zich bediend hééft van het woord inlegin plaats van aandeel
door de Ordonnantie van 1673 gebezigd; dat indedaad deze
twee wetten, over het|hoofd-voorwerpfamenftemmende, gelijk-
lijk gewild hebben, dat de geheéie inleg niet ophield het on
derpand der Crediteuren te zijn; maar dat die wil baarblijklijk
zou gefchonden, worden, zo men het llelzel van voorafgaande
wegneemingen, zonder teruggave ingeval van te kortfehie-
ting, aannam.; dat voor 't overige onder de Ordonnantie van
1673, welke de geldfchietende Geasfocieerde onderwerpt aftn
de betaaling der fchulden tot het beIoop>van zijn aandeeleen
woord hetwelk in deszelfs algemeenheid alles bevat, wat die
Geasfocieerde recht heeft uit de Sociëteit te "haaien ,'hoofd-
fom en aanhoorigheden hoegenaamdhet Huk van teruggave
nooit de minde zwarigheid heeft ondergaan noch ondergaan kan-
Overweegende, dat zo er faveur is voor de'GeLdföhicters
welke den aart en de uitgeilrektheid hunner uerbintenisfen
moeten kennen, voor jde r^jke Capitalisten den Koophandel
voedende, maar altoos met het vergezicht van eene onbe
grensde winst tegen een bepaald verliesdezelfde faveur1 met
billijker grond verfchuldigd is aan eerlijke en vertrouwende
Crediteuren, welke dikwijls voor eene geringe vergelding
hunne Eondfen, hunne Koopwaaren hunne nijverheiden
hunnen arheid aan de <Societeit -hebben gegeever.
Overweegende dat men de ordinaire Sociëteiten rn collecti-
ven naam, en bij geldfchietingniet gelijk moet (lellen niet
extraordinaire Sociëteitenof Bank-Compagnie»; dat die