t E Y D E.
L E Y D E N.
3
i-I A F F I C H E S,
annonces
ace* AVIS DIVERS
Bulletin it Commerce
ADVERTENTIE N,
AANKONDIGINGEN
B E R I G T E N
i*. i8is. c
E T
'I 'D G
mer.credi le 8 a v r i l.
I— III I
DECISIONS JU-IMCi AIRES, CONCER-
NANT LE COMMERCE.
COUR. D E CASSATION.
Toiles de coton, qui n'ont pas refu la marque du fabri-
cant et l'estaippille nationaleau sortir du métieravant
l'apprlt et<le blanchissage, sont eensées provenir de fa-
is, briques anglaises." Art. i «3, arr. cons. 3 Fructidor
j:*n 9. L. 30 Avril 1806.
Arr it da 5 Avril 1811.
II s'aglssait d'une saisie de vingt - deux pièces de toile
;tie coton blanchefaite au domicile du sieur Litschyfa.
Iricant dans la commune dc Schweighauzenvoisine des
frontières.
Les préposés des douanes avaient été accompagnés du maire
'tie cette commune.
i Le proces-verbal constatait que ces pièces avaient été
'ce' trouvées dans la chambre h coucher du sieur Litschy, sans
têtes de pièceset dépourv.ues de toutes marques.
La cour de justice criminelle du département du Haut-
Rhin a jugé que le proces - verbal était nul en la forme.
lce« Etprononpant sur le fondcette cour a jugé la saisie
mal fondée, paree que ce n'est pas dans les magasins du
1 sieur Litschy qu'on avait trouvé les toiles dont il s'agit
'<- '~J Ét que la lol ne fixe pas ie l&e fabrl^aiis
sont tenus d'apposer leur marque,.
c®> Arrêt: Attenduau fo'hdque Partiele premier de
l'arrêté des consuls, du 3 Fructidor an 9, dispose,formel-
lement, que les toiles de "coton qui pe porteront pas ia mar-
que du fabricant et de l'estampille nationalesèront cep-
I sées provenir de fabrique anglaise, ét seront co.nfisquées
que l'observation de cette formalité par ies fabricans, est
encore dëvenue plus indispensable depuis la prohibition ab-
solue dont ces articles ont frappés par la loi du 39 Avril
1806; qu'aux termes de l'irt. 3. dudit arrétéc'est en sor-
ue,i tant du métier, avant l'apprêt et ie blanchissage que les
étoffes doivent ètre estampilléesque, d^ns l'espèce, des
ce# qu'il était dümept con.staté que lés -toües de coton blan-
-| ches, trouvéesmême sans têtes de pièces, au domicile du
#ieur Litschyfabrikant, étaient dépourvues de toutes mar-
ques, elles étaient, par ce seul fait, légalement présumées
provenir .de fabrique anglaiseet qu'ainsi il y avait lieu
«i'appliquer i la contravention les pcines portées par la loi;
que cependant la cour de justice criminelle a declaré la
'c,i saisie mal fondéè, sur ie motif que les toiles dont il slagit
n'avaient pas été trouvées dans le magasin du fabricant, et
que la loi n'avait pas fixé un délai dans lequel il aurait dji
y apposer sa marque;
Par ces motifs, la c»«r caste, etc.
N». 43-
E N
VAN
WOENSDAG DEN 8 APRIL.
RECHTERLYKE BESLISSINGEN, RAA-
KENDE DEN KOOPHANDEL.
Hop van Cassatie.
Ratoene Lijnwaadendie, by het afgaan van 't Getouw
„vóór de opmaakingen hctbleeken,het merk van den Fabri-
keur en den nationalen ftempel niet hebbenwórden geacht
herkomstig te zyn vanEngelfche Fabrieken." (Art. 1 en 3.
'van de Confuls van 3 Fructidor, 9de Jaar ai Aug. 1801
Wet van 30 April 1806.j
Befluit van 5 April 18IJ.
D.e zaak jwas wegens eepe aanhaaling van twee- en-twintig
(lukken wit Katoen, gedaan ter woonplaatze van den Heer
LjitfchyFabrikeur in dg Gemeente van Schweighaufen na
bij de Grenzen.
De Bedienden der Douanen waren door de Maire 'dier Ge
meente verzeld geweest.
Det Proces-"verbaal bewees dat de (lukken waren gevonden
in de Slaapkamer van den Heer Litfchy, zonder Kopllukken
en, ontbloot van alle merk.
Het JyfftrafFelijk Gerechtshof van den Boven-Rhijn heeft
gqpordeeld dat het Proces-verbaal nul was in de vorm.
En uitfpraak doende ten principaleheeft dat Hof de aau-
haaling geoordeeldals ongegrondom dat men de onderha
vige Lijnv iaden niet had gevonden in de Magazijnen van de*
Ht>«> cn dat de Wet het uitftel niet bepaald, binne*
hef welk de Fabrikeurs gehouden zyn hun merk aan te begten.
Besluit: Aangezien, ten principale, dat fypt eerft£ Arty-
kel van het Befluit der Confuls van 3 Fructidor 9de Jaar ii
Aug. 1801 formeel bepaald, dat d.e Katogne Lynwaaden»
welke het merk niet zullen voerep van den Fabrikeuren den
nationalen ftempel, gerekejid zullen worden, als herkomstig
van Engelfche Fabriek, en verbeurd verklaard zullen wor
den-; dat de in achtneeming 4ier formaliteit door de Fabri
keurs nog onvermydelyker is geworden federt het volftrekc
verbod met welke die Artijkelen by de Wet van 30 April i8qé
zyn beflagen gewordendat ingevolge de bewoordingen va*
het derde Arty kei van het opgemeld Befluitde Stoffen moe
ten beftempeld worden by het afkomen van het Getouw,, voor
liet opmaaken en het bleekendat, in het foort, zo dra be
hoorlijk was beweèzen dat de (lukken wit Katoenzelfs zon
der kopftukken, in de Woning van den HcCfDiffchy, Fabri
keur, gevonden, onvoorzien waren, van alle merk, zy door
diè daad alleen wettiglyk vermoed waren van Engelfche Fa
briek te komen, en er dus grond ware, om de boeten bij de
Wet bepaald, op de overtreeding toe te pasfen; dat niet te
min het Lyfftraffelyk Gerechtshof de aanhaaling ongegrond
lieeft verklaardop den beweeggrond dat de onderhavige Lijr»
waaden niet gevonden waren inliet Magazijn van den Fabri
keur, en dat de Wet geen uitftel had bepaald binpen hetwelk
hij zijn merk had moeten aanhegten.
Om deze redenen casfeerd het Hof, enz.
{Bulletin it Commerce.)
