LEYDSE
COURANT.
s éjaa
SïsiS
|i!!i
i-JI
|33t|
iliiis
|-«SafS||3^r
dat gy in den loop dezes Jaars van Ons zult ontvangen
lukkiger in uwe /ambtsverrtgtiogen behoord de uitvo
daarvan met de algemeetie gefteldheid vèn den
dringend noodzakeïyk, derhalve, is niet dc
rampen zouden bet beftaalivan
ih gevaar hebben künneii bren
n den Staat' verachte renbyal-
w I U VII.I {j M- 7 7 T,-v~ J -
met deze gé voé lens .Ver vu ld
i cénig Atnfterd*mmer niet
A". löOp.
M A A ND A G
MSTERDAM den Ï2 April. Ter gelegenheid van
de op handen Zyndefluiringvande tegenwoordige
buitengewnone Zitting van het Wetgevend Lig-
chaam .heeft Z. M. de Leden dier Vergadering, op
laatstleden Zondag, in het Kotiinglyk Paleis ontvangen.
Alles voor déze plegtigheid in gereedheid gebragt zyndé
beeft het Wetgevend Ligchaam. verzeld door de Wacht van
deszelfs Paleisen door een Detachement Ruiteryzich
naar het Koninglyk Paleis begeven daar hetzelve door de
Aides - de-Ceremonies ontvangen eo naar het eerfte Salon
geleid is geworden. Van hl»r heeft de Heer Baron van Pal-
land, 'sKonings eerde Kamerheer, de Bediening waarne
mende van Ceremonie-Meester, het Wetgevend Ligchaam
geleid naar de groote Zaai der Uniezynde naast de Troon
zaal, in welke hetzelve door Zyne Excellentie den Gróot-
Kamerheer is binnen gevoerd en daar Zyne Excellentie de
Minister van Binnenlandfche Zaken de eer heeft gehadhot
Wetgevend Ligchaam aan Z. M.zittende op den Troon,
eo omringd van Hoogstdèszelfs Ministers, van de Groot-
Officieren der Kroon en des Ryks, en van de Leden van
tien Staats-Raad, voorteilellen.
De Heer de Vos van Steenwvk tot den HogenhofVoor
zitter voor de tegenwoordige bnitengewoone Zitting, heeft
den Koning de navolgende Aanfpraak gedaan
SIRE!
Ket Wetgevend Ligchaam kwyt zich, by het naderend
febeiden zvner tegenwoordige Zitting, van een' hoogstaan-
genamen pligt, door zhch om den Trcon te fcharenten
einde de eer te hebben aan Uwe Ma}, de uitdrukkingen te
herbalenzo van zyne gevoelens van eerbied voor Hoogst-
deszelfs Perfoon als van een' onhegren^den yver voor den
dienst Uwer Majeileit en van eene onkfeukbaare gehecht
heid aan de belangen des Vaderlands.
Deze vereenigde gevoelens zyn het, die het Wetgevend
Ligchaam befténdig in zyne werkzaamheden beftuurd heb
ben; en het acht zich gélukkig. tot de weldadige oogmer
ken Uwer Majefteit te héb'ben kunnen 'medewerken en
Zynen hyVal te hebben gegeven aan ontwerpen die gewis
den Staat op onwrikbaare" gronden zullen bevestigen.
Onder de hobgstgewigtige onderwerpen, door ons in de
laatfle Zitting behandeldtellen wy in de eerde plaats de
invoering der Burgerlyke en Lyfdraffelyke Wetboeken. Ten
allen tyde heeft de Hollandfche Natie op eene onpartvdige
bedeeling des Regts kunnen roemen; geen Volk hééft er
■uit hoofde zyner natiiurlyke en zedelyke gefteldheid, meer
belang in; en de wensch Uwer Maj.om, het gejteele Ryk
doorhet regt op een' eenparigeb en billyken yoét te doen
uitoefenenis vervuld geWordeh.
Het is ons Sire een ftfeelend genoegende eer te kun
nen hebben Uwe Majt. te doen opmerken, dat het tot nu
toe geenenSouvefein gelukt was, vooral in een' zo korten
tydeen Bnrgerlyk en Lyfftraffclyk Wetboek intevoeren
die beide, zó met ddplaats hebbende omftanftigheden van
Europa, als met het carafteren de zeden der Natie drooken.
De ftsat der Geldmiddelen isniettégenftaande alle de
droevige 'omdandighedendie op het Volk drukken gere
geld geworden; de inkomden dezes Jaars zullen de Staats
uitgaven kunnen bedrydenen de Schuldëifchers des Ry.ks
mogen zich, in de möeijelyke tyden, die wy beleven, ge
lukkig houden dat in hunne behoeften is voorzien.
Verfcheide algetr.eene nuttige Wetten zyn vastgedeid:
die, onder anderen, op de Gemeente - grondenen op de
Maten en Gewigtentoonen den yver en het voorzigt waar
mede zich Uwe Majt. onledig houdt, om den Handel en
Landbouw, als de hoofdzuilen der welvaart van den Staat,
te bevestigen. De Landbouw, Sire, is fteeds erkend een
der voorwerpen te zyndie de aandacht van het Gouverne
ment meest behoorde tot zich te trekkenmet warme degl
neming herinnert men zichdat de milde hand yan Ceres
zo wel overvloed om der Monarcheti Troonen verfpreidt
als Bellona's ftrydbare arm dezelve fchraagt en verdedigd-
De Handel, fints jaren zo kwynend, is in dit oogenblik
gantsch tot niet gehragt, en de hoop van hem eenmaal te
zien herleven fchuilt nog in eené onzekere toekomst. De
Vr'eedè, Sire, de Vreede zie daar het groot, het eenig
belang, van allen. Moge de ftem der menfehelykheid ver
boord, die der driften gefmoord worden! Moge eindelvk
Europadoor de pogingen van den held die het lot der
Srsaren regelt, dit onwaardeetbaar goed weldra genieten!
Wy zullen onze rede tot Uwe Majt. niet verder uitbrei
den flechts één woord hebben wy by te voegen doch
wy gevoelen hoe bezwaarlyk het valt, zulk eenen die een
-waarlyk verheven hart omdraagt, over het goededoor hem
gedicht, te onderhouden. Wy mogen echter niet ftilzwy-
gen'de voorbygaan het geen Uwe Majefteit ten algemeenen
nutte gedaan heeft, door den da«t van'zaken, en de hoe
grootheid der dringende gevaren, onaangezien de geftreng-
beid van het Jaargety, in eigen oogenfehyn te nemen.
Be rampen en verwoestingen, door op een gevolgde Over-
ftroomingen veroorzaakt, hebben eene meenigte door haren
fland achtenswaardige Huisgezinnen met onheil en wanhoop
vervuld. Veele Uwer Majt. onderdanen zouden onherftel-
baar verloren zyn geweest, zonder het beleid en den yver,
die Uwe Majt. betoond heeftom deze ongelukkigen te
bulp te komen. Steeds zullen wy de talryke zorgen, in
die omdandigheden doorUweMajt. bewezen, op haren prys
fchatten. Het behage Haar de hulde onzer erkentenis des
wegens'te ontvangen en het zy i--.s vergund by te voegen,
dat de trekken van weldadigheid, van een' grootmoedigen
Vorst, zich byzonder in tyden van algemeenèn rampfpoed
doen kennen.
Binnen weinige dagen zal onze arbeid zyn afgeloopen.
Onze openbare werkzaamheden dakende ,zal elk onzer zyne
Medeburgeren verflag doen van den yver, de zoéht en be
zorgdbeid, die Uwe Majt. ten goede des Vaderlands aan
den dag legt. En tot onze Haarddeden terug gekeerdzul
len wy aanhoudend het voorbeeld van onze verkleefdheid
en gehoorzaamheid geven.
Daarop heeft Zyr.e Majt. het Wetgevend Ligchnam aan-
gefproken, als hier onder is uitgedrukt
Waarna de Voorzitter en Leden van liet Wetgevend Lig
chaam in dezelfde oide, waarin zy ge kuiken waren; vat,
dekken zyn.
MY NE HEEREN"! tR S 6 5 i. 3
Utv.e zitting fpoed ten einde, het ontwerp van Wet, dat m5J 0 j,
der belangryke voorwerpen die vastgedeid en beflist zyn n m v - ,3
niet tot ulieder werkzaamheden. Sus» o o.
Mogtans Myoe Heeren - <u «Scë
is uwe taak niet geëindigd. Ten allen tyde, zelfs in dè 13 c «j
meest gewone en rustige tydperken zou de arbeid, dia 6 gw»
ulieden heeft bezig gehouden, de beoordeeling en onder-
denning zo wel als de ophelderingen en inlichtingen hebben g» g
behoefd der Leden van ui. vergadering! welke den geest" o o'm Só
a- 1-.,- l.A.AaA fSpiit4tlsJïé Hl P C O 1.
C 7' O 3
j <V EJ
co 3
SS StT
Sss-g*'
t-l a C c
5 a o 51
u
Z g jn
'Sr
H T! ft
-
»J< c a
ct a1-
en het
het verband
hulp van ulieder doorzigt en goedkeuring in deze tyden v-n
C1-H=|S
«2 tU u p a
«je
J ïf0®
Oorlog, vrees en wantrouwen? Ja, Mvne Heeren, uwe - - 5 J g g
overige taak is minder moeijelyk, dóch niet mirtdcr edelS 5 S«jy c p.a
en nuttig. Gy zvt her, die in uwe Gewesten terbrtgekeerd,^ o 3
den algemeenen byval voor al het peene in dit Jtar gedaan c 2 .b S*.-£l
is, moet bevorderen, Het meest onbepaald vertrouwen kart g v p-ct- 2
de moeite en zorgen te gelyk mêt de zwarigheden der pu- u u -o gx e, 2 •Jèig
blieke zakenin dezen tyd van Oorlog verminderenen
ook alleen in ftastom Ons de ondeTfleuning en vergoeding a, :S 5 S j o
te doen erlangen welke Wy vurig verlangen en die Ons Q „g e H o-s 03^ sa°0
ónontbeerlyk zyn. 2^5 "5 SJ e.®
In den loop uwer Zitting heeft hettvdftip van een* alge-,c 3® - .1 :-TH 5
meenen Vrede zich op nieuw
gevreesde doch onvoorziene
een groot gedeelte des Ryks
gen en de Geldmiddelen va
dien het mogelyk ware van .liet eerig itelfcl aftewyken dat®. a
derzelver herftel kan bewfcrken. Gelukkig, dat de Natiea u
getoond heeft zoodanig te zyn als men verwachten moest q S
Haar te vinden; nog is en fteeds blyft zy de Hollandfche - -■«*>»
Natie, goed, regtvaardig, hillyk. Alléén heeft zy op haar
genomen, de verliezen der Slagtoffers dier rampen te ver-_
goeden. Niet ztmder vertederingen met Serheid tevens, *,^2 co J j;*" n ©5 n 3
hebben Wy de groote Stad bet voorbeeld zien geven, en j-, afSSffiSSo^'fp-ë^-
alléén het dubbeld tot onderftand bydragen van het gansch
beloop der Vaderlanldlievendp) giftenvóór tien Jaren ih
byna gelyke omdandigheden opzebragt. -
De tweede Stad des Ryks heeft zich niet by eene aanmeï,
kelyke gift bepaald, i: Nader by. de tooneelen van ramp ge- "".'J'.
legen, heeft zy zich die nabyhfi'd ten nutte gemaakt, om 1
hare giften zoo edelnjoedig als onvertraagd en onmiddelyk
te verdubbelen. Twee andere Stedendie in de laatfte - - trr^-
tyden door eene ramp en door byzondere omdandigheden
veel geledep haddenhebbenniettegénftaande hare efge
gedeldheid, dit edel voorbeeld gevolgd. En dit alles in g g
weerwil van den tegenfpoed. welken het Ryk van alle ty-
den ondervindt, en Van het fteeds voortdurend verbod van
Handel op bet vaste Land; - c w
Veel nogtans blyft>Ons nog te doen. Alle de Wetten, u
alle de inrigtingen, zelfs van die in de byzondere Gemeen-
ten af, moeten een onderling verhand hebbén en teVetis
rnet de Conftitutie van den Staat één geheel uitmaken. De
«°S?a-Sï
s 5"* O
J>9 «si t*. o v; w 4
5j,-w E
-w -ÏÏ h ».ua gr
13 2* S 5' 51 -TG CS
ü-Ê.g «-ö 1 tl*
-cd ajiSg v.K
-s-3 geg g -"-i
«s 2 - fe -St si e" M w
2J
^jet ae uqnmtu.ne vaa oen.atasc een Reneci uittnxKcu. yc ïy
naam van het platte Land moeit voor alxyd morden af^efchaft5
de zorg en het toezigt van 'tGouvernement moeten aichi'öt-g^ S
den minften Laiidbouwer éven als rot dén gegoeden In- c, v g- S Ee-tÏPdïS.S
v
c- -j- 2 Si
O -P.ee 2c— S -.2
•Së^ïaS -I'S
■o S- iM =03 ai
jZhod S e0'
-
- S 5 «W o 3
5 C of
gezetqn, uittrekken; het Gonvernementmoet deze heilige Q
en eerfte pligt aan geen' anderen oveirdra^in ;de zo ver- p 1;
klaarde Vaderlandsliefdedie nimmer kan of zal-vergaan
moet minder bekrompen worden. Ja, myne Heeren He- c O'
houdt het roemryk aandenken aan al wat uwé Voorvaderen a- a
voor de eer van Holland zelve gedaan hebben. .p<» gefchie-
c[eniè der onderfcheiden Gewesten behoort van Geilrcht tot^} -Z 51
-Gedacht in geheugen te Myveto; maar nimm?r moet men Vó-S'^
vergeeten dat men voor alles eén Hollander Dizenaanv a
heeft geene betrekking meer op eéne byzondere Provinrie b'g
of Departement. Hy beteeke.ot en is niets dan den ouden 2^
naam der zeven Vereenigdeu.Ge westenhoe zou hy eenigen
navver kunnen verwekken Is de Vlag der Vereenigde Ge- P
westen, zyn hunne Esqqaders, is hunne Armee, i^ier>o v-g 3
bijtend gewéést onder een''anderen naam .dan. van HoJIand-^ o c p
fdh'e Vlag, van Hóliandffché Vloót of Aftnee? Die naam
echter, was aan ééne Provintle eigen het welk thans geen 0
plaats meer heeft. Diri eerst zal hét Rvkmefjasfè jchree- J
den tot eene aanihfejkelyke r—
elk met deze overtuiging en
zal zyn wanneer er niet een
een eenig Zeeuw of Brabanderuuucimu»..
zyn 3ie niét in naam en daad een regt geaafd fJolTander S,w a tvj -2 r1
Zy', eer hy zich in betrekking, tot de meer byzbudère plaats Q o u Ij
iyner geboorte bèfchouwe.
Gy hebt in de eerfte kpstentot het aanyangeji der groote
Werken van den Waterftaat, voorzien. Want v/y twyfclen S
geenszins of de Natie zal uwe pogingen én voorbeeld; en a a:S(3{Ë c 8>P 2
die van alle Staats - Ambtenat-enonderfteunen. I>ó6h wy.Jj m Q 03 cu-ct 2
moeten ons de onvermydelyke noodzakelykhéid nfèt on,tT^Q"gTCi o p S
veinzen van jaarlyks door het aanwendép det ungeftfekst w a c n
mogelyke middelen te arbeiden tot trapswyze voortzetting g v g jy
Van het grootontwerp van den Waterftaat, ten einde, binnen? 9 j'p'ó'? -n H 5
weinige Jaren, de gedeldheid van depgiond re verbeterenw 3 «'Std
even, zeer als de onmogelykb.eid van immer aftctyyken van r 52 >»o£S 'c§ c S'
het Plan tot herftel der Geldmiddelende vermindering der 6 0 g c.g tA 5
Belastingen voor een' tyd ondoenlyk maaktert in tegen'aeel ts O O 3 E P
derzelver inftandhouding en krachtige werking dageWksg c? g-o tó L.
meer noödzakelyk doet worden. >-5 p 3 »-5 Sï^S a*g w
Reeds in dit Jaar zal de Waterftan aanmerkelyk wordert g g -
verbeterd. Maar het is niet alleenlyk tot verdeediging tegen w «^£§"^03^5
het Water, dat onze grond veele verbeteringen b'<SKöéftrW2 gc w .S V
Al aanftonds moét de gemeenfehap van den YsfeJ én den S 0 c>
Flnllnarc rlnnr Kot- XTanA'al van A cft*n tóf GrOtftfiVen CO die
31" £2 o>-,cd '«S S "5 5 co - g>
sj -XrZi u c Sr
Z** dj G
ri* -
Dollaart,door het Kanaal van Asfen tpt Groningene> die 3 o
van den Dollaart en de Jahde door het Kanaal vatf Oost-, 0 6 55**
Frieslind, geöpend worden, gelyk ook eene gemeenfehap
van Kanalenten nütjte der beide Staten, mét hét Groot-
Hertogdom Berg moet worden daargéfteld.-
Al v/are bet éeniglyk in opztgt tot d't Vaart, is' er èepe
groote verbetering der Riviereji rtoodig, die niet Ipóedig
maar trapswyze èn door aanhoudende arbeid kan worden hé-,
komen. Ewr yry aanmerkelyk aantal BinnerJaidvLLe. P.ana.-.
fen-, cn de/vetbeteriog tftr kleine Rivieren i zyn r t minder,,
oqder dn draaiende behoeften*re1 rekenen; 'Néts is erhép
vooideel >sa' Iiaédc*, L&üdboüw, Kuis.da en- Nyveth i<T
ijf P-
tart**iw